Rechtspersonen
verweerschrift indienen. 4. Indien de ondernemingskamer het verzoek toewijst, kan zij aan de effectenuitgevende instelling een bevel geven omtrent de wijze waarop deze een nadere toelichting omtrent de toepassing van de in het eerste lid bedoeld voorschriften verschaft. De effectenuitgevende instelling is verplicht met inachtneming van het bevel de nadere toelichting te verschaffen. 5. De ondernemingskamer kan bepalen dat, indien of zolang de effectenuitgevende instelling niet voldoet aan het bevel, de effectenuitgevende instelling aan de Stichting Autoriteit Financiële Markten een door de ondernemingskamer vast te stellen dwangsom verbeurt. De artikelen 611a tot en met 611i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 453 1. De griffier van de ondernemingskamer doet ten kantore van het handelsregister van de plaats, waar de rechtspersoon, vennootschap of instelling volgens haar statuten haar zetel heeft, een afschrift van de beschikking van de ondernemingskamer neerleggen. Indien de beschikking betrekking heeft op een effectenuitgevende instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet toezicht financiële verslaggeving verstrekt de griffier van de ondernemingskamer voorts een afschrift van de beschikking aan de Stichting Autoriteit Financiële Markten. Afschriften van beschikkingen die niet voorlopig ten uitvoer kunnen worden gelegd, worden nedergelegd zodra zij in kracht van gewijsde zijn gegaan. 2. Tot het instellen van beroep in cassatie tegen de beschikkingen van de ondernemingskamer uit hoofde van deze titel is, buiten de personen, bedoeld in het eerste lid van artikel 426 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, bevoegd de rechtspersoon, vennootschap of instelling ten aanzien waarvan de ondernemingskamer een beschikking heeft genomen, ongeacht of deze bij de ondernemingskamer is verschenen. Artikel 454 1. Op verzoek van de Stichting Autoriteit Financiële Markten kan de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam aan een naar het recht van een andere staat opgerichte effectenuitgevende instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2°, van de Wet toezicht financiële verslaggeving bevelen een openbare mededeling te doen waarin wordt uitgelegd dat de jaarlijkse financiële verslaggeving als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 4° en 5°, van de Wet toezicht financiële verslaggeving niet voldoet aan de voorschriften, bedoeld in artikel 5:25c, tweede, vierde of vijfde lid, of artikel 5:25v, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht of waarin wordt uitgelegd hoe die voorschriften in de toekomst zullen worden toegepast. 2. De Stichting Autoriteit Financiële Markten kan het verzoek slechts indienen op de grond dat de in lid 1 bedoelde stukken niet voldoen aan de in artikel 5:25c, tweede, vierde of vijfde lid, of artikel 5:25v, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht bedoelde voorschriften. Het verzoekschrift vermeldt in welk opzicht de stukken niet voldoen. 3. Het verzoek heeft geen betrekking op de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 5:25c, vierde lid, van de Wet op het financieel toezicht. 4. Het verzoek wordt ingediend uiterlijk zes maanden na de dag waarop de jaarrekening op grond van artikel 5:25c, eerste lid, algemeen verkrijgbaar is gesteld. De leden 3 en 4 van artikel 449 zijn van overeenkomstige toepassing. 5. Op de behandeling van het verzoek door de ondernemingskamer zijn de leden 1 tot en met 3 en 5 tot en met 7 van artikel 450 van overeenkomstige toepassing. Artikel 455 1. Indien de ondernemingskamer het in artikel 454 bedoelde verzoek toewijst, geeft zij de effectenuitgevende instelling een bevel om binnen een door de ondernemingskamer te stellen
termijn in een openbare mededeling uit te leggen: a. op welke wijze de in artikel 5:25c van de Wet op het financieel toezicht bedoelde voorschriften in de toekomst zullen worden toegepast en de gevolgen daarvan voor de financiële verslaggeving te beschrijven; of b. op welke onderdelen de financiële verslaggeving niet voldoet aan de in artikel 5:25c van de Wet op het financieel toezicht bedoelde voorschriften en de gevolgen daarvan voor de financiële verslaggeving te beschrijven. Het bevel bevat daartoe nauwkeurige aanwijzingen. 2. De effectenuitgevende instelling is verplicht met inachtneming van het bevel de openbare mededeling te doen. 3. Op verzoek van de effectenuitgevende instelling kan de ondernemingskamer wegens wijziging van omstandigheden haar bevel voor zover dit betrekking heeft op toekomstige stukken intrekken. De ondernemingskamer beslist niet dan na de Stichting Autoriteit Financiële Markten te hebben gehoord. 4. Indien de beschikking betrekking heeft op een naar het recht van een andere staat opgerichte effectenuitgevende instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2°, van de Wet toezicht financiële verslaggeving verstrekt de griffier van de ondernemingskamer een afschrift van de beschikking aan de Stichting Autoriteit Financiële Markten. 5. De artikelen 452 lid 5 en 453 lid 2 zijn van overeenkomstige toepassing.
- Page 149 and 150: van aandelen of van certificaten va
- Page 151 and 152: achten. De bezittingen van de recht
- Page 153 and 154: 2. De ondernemingskamer regelt zo n
- Page 155 and 156: Artikel 359c 1. Hij die een openbaa
- Page 157 and 158: 2. Coöperaties en de in artikel 36
- Page 159 and 160: liquide middelen, en, voor zover zi
- Page 161 and 162: . agio; c. herwaarderingsreserves;
- Page 163 and 164: d. de overige bedrijfsopbrengsten;
- Page 165 and 166: de soorten van die werkzaamheden to
- Page 167 and 168: certificaten aan toonder worden uit
- Page 169 and 170: het boekjaar of voor het voorafgaan
- Page 171 and 172: echtspersoon die geen bank is, vera
- Page 173 and 174: inhoud van het jaarverslag. Deze vo
- Page 175 and 176: . een verklaring met beperking; c.
- Page 177 and 178: 5. Het in artikel 378 lid 1 genoemd
- Page 179 and 180: van een beleggingsinstelling, behee
- Page 181 and 182: 2. De geconsolideerde jaarrekening
- Page 183 and 184: etrokken maatschappijen vermeld; af
- Page 185 and 186: van de afboekingen ter zake van vor
- Page 187 and 188: 1. Voor zover in deze afdeling niet
- Page 189 and 190: 1. Onder de overige activa worden a
- Page 191 and 192: 4. Op de technische rekening levens
- Page 193 and 194: 2. Als acquisitiekosten worden aang
- Page 195 and 196: actuele waarde geschiedt. 4. Indien
- Page 197 and 198: voorschriften voor verzekeringsmaat
- Page 199: 5. De ondernemingskamer beslist nie
verweerschrift indienen.<br />
4. Indien de ondernemingskamer het verzoek toewijst, kan zij aan de effectenuitgevende instelling een<br />
bevel geven omtrent de wijze waarop deze een nadere toelichting omtrent de toepassing van de in<br />
het eerste lid bedoeld voorschriften verschaft. De effectenuitgevende instelling is verplicht met<br />
inachtneming van het bevel de nadere toelichting te verschaffen.<br />
5. De ondernemingskamer kan bepalen dat, indien of zolang de effectenuitgevende instelling niet<br />
voldoet aan het bevel, de effectenuitgevende instelling aan de Stichting Autoriteit Financiële<br />
Markten een door de ondernemingskamer vast te stellen dwangsom verbeurt. De artikelen 611a tot<br />
en met 611i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn van overeenkomstige<br />
toepassing.<br />
Artikel 453<br />
1. De griffier van de ondernemingskamer doet ten kantore van het handelsregister van de plaats, waar<br />
de rechtspersoon, vennootschap of instelling volgens haar statuten haar zetel heeft, een afschrift<br />
van de beschikking van de ondernemingskamer neerleggen. Indien de beschikking betrekking heeft<br />
op een effectenuitgevende instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet toezicht<br />
financiële verslaggeving verstrekt de griffier van de ondernemingskamer voorts een afschrift van de<br />
beschikking aan de Stichting Autoriteit Financiële Markten. Afschriften van beschikkingen die niet<br />
voorlopig ten uitvoer kunnen worden gelegd, worden nedergelegd zodra zij in kracht van gewijsde<br />
zijn gegaan.<br />
2. Tot het instellen van beroep in cassatie tegen de beschikkingen van de ondernemingskamer uit<br />
hoofde van deze titel is, buiten de personen, bedoeld in het eerste lid van artikel 426 van het<br />
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, bevoegd de rechtspersoon, vennootschap of instelling<br />
ten aanzien waarvan de ondernemingskamer een beschikking heeft genomen, ongeacht of deze bij<br />
de ondernemingskamer is verschenen.<br />
Artikel 454<br />
1. Op verzoek van de Stichting Autoriteit Financiële Markten kan de ondernemingskamer van het<br />
gerechtshof Amsterdam aan een naar het recht van een andere staat opgerichte<br />
effectenuitgevende instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2°, van de Wet toezicht<br />
financiële verslaggeving bevelen een openbare mededeling te doen waarin wordt uitgelegd dat de<br />
jaarlijkse financiële verslaggeving als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 4° en 5°, van de Wet<br />
toezicht financiële verslaggeving niet voldoet aan de voorschriften, bedoeld in artikel 5:25c, tweede,<br />
vierde of vijfde lid, of artikel 5:25v, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht of waarin wordt<br />
uitgelegd hoe die voorschriften in de toekomst zullen worden toegepast.<br />
2. De Stichting Autoriteit Financiële Markten kan het verzoek slechts indienen op de grond dat de in lid<br />
1 bedoelde stukken niet voldoen aan de in artikel 5:25c, tweede, vierde of vijfde lid, of artikel 5:25v,<br />
eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht bedoelde voorschriften. Het verzoekschrift vermeldt<br />
in welk opzicht de stukken niet voldoen.<br />
3. Het verzoek heeft geen betrekking op de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 5:25c,<br />
vierde lid, van de Wet op het financieel toezicht.<br />
4. Het verzoek wordt ingediend uiterlijk zes maanden na de dag waarop de jaarrekening op grond van<br />
artikel 5:25c, eerste lid, algemeen verkrijgbaar is gesteld. De leden 3 en 4 van artikel 449 zijn van<br />
overeenkomstige toepassing.<br />
5. Op de behandeling van het verzoek door de ondernemingskamer zijn de leden 1 tot en met 3 en 5<br />
tot en met 7 van artikel 450 van overeenkomstige toepassing.<br />
Artikel 455<br />
1. Indien de ondernemingskamer het in artikel 454 bedoelde verzoek toewijst, geeft zij de<br />
effectenuitgevende instelling een bevel om binnen een door de ondernemingskamer te stellen