Rechtspersonen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
het boekjaar of voor het voorafgaande boekjaar.<br />
7. Waardeveranderingen van:<br />
a. financiële instrumenten;<br />
b. andere beleggingen; en<br />
c. agrarische voorraden waarvoor frequente marktnoteringen bestaan die op grond van lid 1 tegen<br />
de actuele waarde worden gewaardeerd, kunnen in afwijking van de tweede zin van lid 2<br />
onmiddellijk in het resultaat worden opgenomen, tenzij in deze afdeling anders is bepaald.<br />
Waardeveranderingen van afgeleide financiële instrumenten, voorzover niet bedoeld in lid 8,<br />
worden, zo nodig in afwijking van lid 2, onmiddellijk ten gunste of ten laste van het resultaat<br />
gebracht.<br />
8. Waardeveranderingen van financiële instrumenten die dienen en effectief zijn ter dekking van<br />
risicoâ€s inzake activa, activa in bestelling en andere nog niet op de balans opgenomen<br />
verplichtingen, dan wel inzake voorgenomen transacties worden rechtstreeks ten gunste dan wel<br />
ten laste van de herwaarderingsreserve gebracht, voor zover dat noodzakelijk is om te bereiken dat<br />
deze waardeveranderingen in dezelfde periode in het resultaat worden verwerkt als de<br />
waardeveranderingen die zij beogen af te dekken.<br />
Artikel 385<br />
1. De activa en passiva worden, voor zover zij in hun betekenis voor het in artikel 362 lid 1 bedoelde<br />
inzicht verschillen, afzonderlijk gewaardeerd.<br />
2. De waardering van gelijksoortige bestanddelen van voorraden en effecten mag geschieden met<br />
toepassing van gewogen gemiddelde prijzen, van de regels "eerst-in, eerst-uit" (Fifo), "laatst-in,<br />
eerst-uit" (Lifo), of van soortgelijke regels.<br />
3. Materiële vaste activa en voorraden van grond- en hulpstoffen die geregeld worden vervangen en<br />
waarvan de gezamenlijke waarde van ondergeschikte betekenis is, mogen tegen een vaste<br />
hoeveelheid en waarde worden opgenomen, indien de hoeveelheid, samenstelling en waarde<br />
slechts aan geringe veranderingen onderhevig zijn.<br />
4. De in artikel 365 lid 1 onder d en e genoemde activa worden opgenomen tot ten hoogste de<br />
daarvoor gedane uitgaven, verminderd met de afschrijvingen.<br />
5. Eigen aandelen of certificaten daarvan die de rechtspersoon houdt of doet houden, mogen niet<br />
worden geactiveerd. De aan het belang in een dochtermaatschappij toegekende waarde wordt, al<br />
dan niet evenredig aan het belang, verminderd met de verkrijgingsprijs van aandelen in de<br />
rechtspersoon en van certificaten daarvan, die de dochtermaatschappij voor eigen rekening houdt<br />
of doet houden; heeft zij deze aandelen of certificaten verkregen voor het tijdstip waarop zij<br />
dochtermaatschappij werd, dan komt evenwel hun boekwaarde op dat tijdstip in mindering of een<br />
evenredig deel daarvan.<br />
Artikel 386<br />
1. De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar.<br />
2. De methoden volgens welke de afschrijvingen zijn berekend, worden in de toelichting uiteengezet.<br />
3. De geactiveerde kosten in verband met de oprichting en met de uitgifte van aandelen worden<br />
afgeschreven in ten hoogste vijf jaren. De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor zover<br />
geactiveerd en de geactiveerde kosten van goodwill worden afgeschreven naar gelang van de<br />
verwachte gebruiksduur. De afschrijvingsduur mag vijf jaren slechts te boven gaan, indien de<br />
goodwill aan een aanzienlijk langer tijdvak kan worden toegerekend; alsdan moet de<br />
afschrijvingsduur met de redenen hiervoor worden opgegeven.<br />
4. Op vaste activa met beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat op<br />
de verwachte toekomstige gebruiksduur is afgestemd.