Rechtspersonen
3. Het is aan anderen dan de rechtspersoon verboden mededelingen aan derden te doen uit het verslag, voor zover dat niet voor een ieder ter inzage ligt, tenzij zij daartoe op hun verzoek door de voorzitter van de ondernemingskamer zijn gemachtigd. Een vereniging van werknemers is echter zonder een zodanige machtiging bevoegd tot het verstrekken van mededelingen uit het verslag aan de ondernemingsraad, die aan een door de rechtspersoon gedreven onderneming is verbonden. 4. Ten spoedigste na de nederlegging geeft de griffier daarvan kennis aan de verzoeker of verzoekers en aan de rechtspersoon; indien de ondernemingskamer dit beveelt, draagt hij voorts zorg voor de bekendmaking van de nederlegging en van de in het tweede lid bedoelde beschikking in de Staatscourant. Artikel 354 De ondernemingskamer kan na kennisneming van het verslag op verzoek van de rechtspersoon beslissen, dat deze de kosten van het onderzoek geheel of gedeeltelijk kan verhalen op de verzoekers, indien uit het verslag blijkt dat het verzoek niet op redelijke grond is gedaan, dan wel op een bestuurder, een commissaris of een ander die in dienst van de rechtspersoon is, indien uit het verslag blijkt dat deze verantwoordelijk is voor een onjuist beleid of een onbevredigende gang van zaken van de rechtspersoon. De laatste zin van het tweede lid van artikel 350 van dit Boek is van toepassing. Artikel 355 1. Indien uit het verslag van wanbeleid is gebleken, kan de ondernemingskamer op verzoek van de oorspronkelijke verzoekers en, indien het verslag voor hen ter inzage ligt, op verzoek van anderen die aan de in artikel 346 of 347 van dit Boek gestelde vereisten voldoen, of op verzoek van de advocaat-generaal, ingesteld om redenen van openbaar belang, een of meer van de in het volgende artikel genoemde voorzieningen treffen, welke zij op grond van de uitkomst van het onderzoek geboden acht. 2. Het verzoek moet worden gedaan binnen twee maanden na nederlegging van het verslag ter griffie. 3. De artikelen 348 en 349a zijn van overeenkomstige toepassing. 4. In het geval, bedoeld in artikel 348, neemt de ondernemingskamer geen beslissing, alvorens De Nederlandsche Bank N.V. onderscheidenlijk de Stichting Autoriteit Financiële Markten in de gelegenheid te hebben gesteld over het verzoek te worden gehoord. 5. De ondernemingskamer kan haar beslissing voor een door haar te bepalen termijn aanhouden, indien de rechtspersoon op zich neemt, bepaalde maatregelen te treffen die een einde maken aan het wanbeleid of die de gevolgen welke daaruit zijn voortgevloeid, zoveel mogelijk ongedaan maken of beperken. Artikel 356 De voorzieningen, bedoeld in het vorige artikel, zijn: a. schorsing of vernietiging van een besluit van de bestuurders, van commissarissen, van de algemene vergadering of van enig ander orgaan van de rechtspersoon; b. schorsing of ontslag van een of meer bestuurders of commissarissen; c. tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen; d. tijdelijke afwijking van de door de ondernemingskamer aangegeven bepalingen van de statuten; e. tijdelijke overdracht van aandelen ten titel van beheer; f. ontbinding van de rechtspersoon. Artikel 357 1. De ondernemingskamer bepaalt de geldingsduur van de door haar getroffen tijdelijke voorzieningen; zij kan op verzoek van de verzoekers, bedoeld in artikel 355 van dit Boek, of van de rechtspersoon dan wel van de advocaat-generaal die duur verlengen en verkorten.
2. De ondernemingskamer regelt zo nodig de gevolgen van de door haar getroffen voorzieningen. 3. Een door de ondernemingskamer getroffen voorziening kan door de rechtspersoon niet ongedaan worden gemaakt; een besluit daartoe is nietig. 4. De ondernemingskamer kan aan degenen die zij tijdelijk aanstelt tot bestuurder, commissaris of beheerder van aandelen, een beloning ten laste van de rechtspersoon toekennen. 5. Zij kan aan hen opdragen haar regelmatig verslag uit te brengen. 6. De ondernemingskamer kan bepalen dat de rechtspersoon de redelijke en in redelijkheid gemaakte kosten van verweer van de bestuurder, commissaris of beheerder van aandelen terzake de vaststelling van aansprakelijkheid vanwege onbehoorlijke taakvervulling tijdens de tijdelijke aanstelling, betaalt. 7. De ondernemingskamer spreekt de ontbinding van de rechtspersoon niet uit, wanneer het belang van de leden of aandeelhouders of van degenen die in dienst van de rechtspersoon zijn, dan wel het openbaar belang zich daartegen verzet. Artikel 358 1. De ondernemingskamer kan de voorlopige tenuitvoerlegging der voorzieningen genoemd in artikel 356 onder a-e bevelen. 2. De griffier der ondernemingskamer doet ten kantore van het handelsregister, waar de rechtspersoon of vennootschap is ingeschreven, een afschrift van de beschikkingen der ondernemingskamer nederleggen. Van beschikkingen die niet voorlopig ten uitvoer kunnen worden gelegd, geschiedt de nederlegging zodra zij in kracht van gewijsde zijn gegaan. 3. In het geval, bedoeld in artikel 348, ontvangt De Nederlandsche Bank N.V. onderscheidenlijk de Stichting Autoriteit Financiële Markten van de griffier een afschrift van de beschikkingen van de ondernemingskamer. Artikel 359 1. Tot het instellen van een beroep in cassatie tegen de beschikkingen van de ondernemingskamer uit hoofde van deze afdeling is, buiten de personen bedoeld in artikel 426, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de rechtspersoon bevoegd, ongeacht of deze bij de ondernemingskamer is verschenen. 2. Indien aan een beschikking waarbij een persoon met een onderzoek is belast dan wel is aangesteld als bestuurder, commissaris of beheerder van aandelen, door vernietiging de grondslag komt te ontbreken, wordt de door de ondernemingskamer aan die persoon toegekende vergoeding onderscheidenlijk beloning geacht niet onverschuldigd te zijn. Afdeling 3. Het openbaar bod Artikel 359a 1. Deze afdeling is van toepassing op de vennootschap waarvan aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, tenzij het een beleggingsmaatschappij of maatschappij voor collectieve belegging in effecten, is als bedoeld in dat artikel waarvan de rechten van deelneming op verzoek van de deelnemers direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald ten laste van de activa van de beleggingsmaatschappij. 2. In deze afdeling wordt een certificaat van aandelen dat met medewerking van de vennootschap is uitgegeven gelijk gesteld met een aandeel en wordt een certificaathouder gelijk gesteld met een aandeelhouder.
- Page 101 and 102: onderbreking nadien op twee opeenvo
- Page 103 and 104: 6. De vordering kan slechts worden
- Page 105 and 106: Bij de statuten kan worden bepaald
- Page 107 and 108: 1. De artikelen 268-274 van dit Boe
- Page 109 and 110: moet worden vervuld. Indien voor de
- Page 111 and 112: ondernemingskamer regelt de gevolge
- Page 113 and 114: Afdeling 8 [Vervallen per 01-01-201
- Page 115 and 116: Een besluit tot wijziging van de st
- Page 117 and 118: 1. Jaarlijks binnen zes maanden na
- Page 119 and 120: coöperatie of onderlinge waarborgm
- Page 121 and 122: voorstel tot fusie of onmiddellijk
- Page 123 and 124: echtspersoon heeft, zoals een recht
- Page 125 and 126: a. de ruilverhouding van de aandele
- Page 127 and 128: 4. Indien een verkrijgende vennoots
- Page 129 and 130: Artikel 333g In de verklaring als b
- Page 131 and 132: de termijn van zes maanden bedoeld
- Page 133 and 134: tussentijdse vermogensopstelling va
- Page 135 and 136: 3. Indien een rechtsverhouding mede
- Page 137 and 138: heeft, zoals een recht op een uitke
- Page 139 and 140: moet zijn ingeschreven. 7. De gespl
- Page 141 and 142: aandeelhouders van de splitsende re
- Page 143 and 144: Afdeling 1. Geschillenregeling Arti
- Page 145 and 146: daarvan slechts het in de eerste zi
- Page 147 and 148: voorraad verklaard, dan heeft betek
- Page 149 and 150: van aandelen of van certificaten va
- Page 151: achten. De bezittingen van de recht
- Page 155 and 156: Artikel 359c 1. Hij die een openbaa
- Page 157 and 158: 2. Coöperaties en de in artikel 36
- Page 159 and 160: liquide middelen, en, voor zover zi
- Page 161 and 162: . agio; c. herwaarderingsreserves;
- Page 163 and 164: d. de overige bedrijfsopbrengsten;
- Page 165 and 166: de soorten van die werkzaamheden to
- Page 167 and 168: certificaten aan toonder worden uit
- Page 169 and 170: het boekjaar of voor het voorafgaan
- Page 171 and 172: echtspersoon die geen bank is, vera
- Page 173 and 174: inhoud van het jaarverslag. Deze vo
- Page 175 and 176: . een verklaring met beperking; c.
- Page 177 and 178: 5. Het in artikel 378 lid 1 genoemd
- Page 179 and 180: van een beleggingsinstelling, behee
- Page 181 and 182: 2. De geconsolideerde jaarrekening
- Page 183 and 184: etrokken maatschappijen vermeld; af
- Page 185 and 186: van de afboekingen ter zake van vor
- Page 187 and 188: 1. Voor zover in deze afdeling niet
- Page 189 and 190: 1. Onder de overige activa worden a
- Page 191 and 192: 4. Op de technische rekening levens
- Page 193 and 194: 2. Als acquisitiekosten worden aang
- Page 195 and 196: actuele waarde geschiedt. 4. Indien
- Page 197 and 198: voorschriften voor verzekeringsmaat
- Page 199 and 200: 5. De ondernemingskamer beslist nie
- Page 201: termijn in een openbare mededeling
3. Het is aan anderen dan de rechtspersoon verboden mededelingen aan derden te doen uit het<br />
verslag, voor zover dat niet voor een ieder ter inzage ligt, tenzij zij daartoe op hun verzoek door de<br />
voorzitter van de ondernemingskamer zijn gemachtigd. Een vereniging van werknemers is echter<br />
zonder een zodanige machtiging bevoegd tot het verstrekken van mededelingen uit het verslag aan<br />
de ondernemingsraad, die aan een door de rechtspersoon gedreven onderneming is verbonden.<br />
4. Ten spoedigste na de nederlegging geeft de griffier daarvan kennis aan de verzoeker of<br />
verzoekers en aan de rechtspersoon; indien de ondernemingskamer dit beveelt, draagt hij voorts<br />
zorg voor de bekendmaking van de nederlegging en van de in het tweede lid bedoelde beschikking<br />
in de Staatscourant.<br />
Artikel 354<br />
De ondernemingskamer kan na kennisneming van het verslag op verzoek van de rechtspersoon<br />
beslissen, dat deze de kosten van het onderzoek geheel of gedeeltelijk kan verhalen op de verzoekers,<br />
indien uit het verslag blijkt dat het verzoek niet op redelijke grond is gedaan, dan wel op een bestuurder,<br />
een commissaris of een ander die in dienst van de rechtspersoon is, indien uit het verslag blijkt dat deze<br />
verantwoordelijk is voor een onjuist beleid of een onbevredigende gang van zaken van de<br />
rechtspersoon. De laatste zin van het tweede lid van artikel 350 van dit Boek is van toepassing.<br />
Artikel 355<br />
1. Indien uit het verslag van wanbeleid is gebleken, kan de ondernemingskamer op verzoek van de<br />
oorspronkelijke verzoekers en, indien het verslag voor hen ter inzage ligt, op verzoek van anderen<br />
die aan de in artikel 346 of 347 van dit Boek gestelde vereisten voldoen, of op verzoek van de<br />
advocaat-generaal, ingesteld om redenen van openbaar belang, een of meer van de in het<br />
volgende artikel genoemde voorzieningen treffen, welke zij op grond van de uitkomst van het<br />
onderzoek geboden acht.<br />
2. Het verzoek moet worden gedaan binnen twee maanden na nederlegging van het verslag ter<br />
griffie.<br />
3. De artikelen 348 en 349a zijn van overeenkomstige toepassing.<br />
4. In het geval, bedoeld in artikel 348, neemt de ondernemingskamer geen beslissing, alvorens De<br />
Nederlandsche Bank N.V. onderscheidenlijk de Stichting Autoriteit Financiële Markten in de<br />
gelegenheid te hebben gesteld over het verzoek te worden gehoord.<br />
5. De ondernemingskamer kan haar beslissing voor een door haar te bepalen termijn aanhouden,<br />
indien de rechtspersoon op zich neemt, bepaalde maatregelen te treffen die een einde maken aan<br />
het wanbeleid of die de gevolgen welke daaruit zijn voortgevloeid, zoveel mogelijk ongedaan maken<br />
of beperken.<br />
Artikel 356<br />
De voorzieningen, bedoeld in het vorige artikel, zijn:<br />
a. schorsing of vernietiging van een besluit van de bestuurders, van commissarissen, van de<br />
algemene vergadering of van enig ander orgaan van de rechtspersoon;<br />
b. schorsing of ontslag van een of meer bestuurders of commissarissen;<br />
c. tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen;<br />
d. tijdelijke afwijking van de door de ondernemingskamer aangegeven bepalingen van de statuten;<br />
e. tijdelijke overdracht van aandelen ten titel van beheer;<br />
f. ontbinding van de rechtspersoon.<br />
Artikel 357<br />
1. De ondernemingskamer bepaalt de geldingsduur van de door haar getroffen tijdelijke<br />
voorzieningen; zij kan op verzoek van de verzoekers, bedoeld in artikel 355 van dit Boek, of van de<br />
rechtspersoon dan wel van de advocaat-generaal die duur verlengen en verkorten.