Rechtspersonen

virtueleredactie
from virtueleredactie More from this publisher
10.08.2013 Views

splitsende en de reeds bestaande verkrijgende vennootschappen hebben besloten dat een of meer van de verkrijgende vennootschappen de schadeloosstelling moeten voldoen. De verplichting tot betaling van de schadeloosstelling is hoofdelijk. De aandelen waarop het verzoek betrekking heeft, vervallen op het moment waarop de fusie van kracht wordt. Artikel 334ff 1. Tenzij de statuten anders bepalen, kan een verkrijgende vennootschap bij bestuursbesluit tot splitsing besluiten. Hetzelfde geldt voor de splitsende vennootschap, mits alle verkrijgende rechtspersonen bij de splitsing opgerichte naamloze of besloten vennootschappen zijn en de splitsende vennootschap daarvan bij de splitsing enig aandeelhouder wordt. 2. Dit besluit kan slechts worden genomen, indien de vennootschap het voornemen hiertoe heeft vermeld in de aankondiging dat het voorstel tot splitsing is neergelegd. 3. Het besluit kan niet worden genomen, indien een of meer aandeelhouders die tezamen ten minste een twintigste van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, of een zoveel geringer bedrag als in de statuten is bepaald, binnen een maand na de aankondiging aan het bestuur hebben verzocht de algemene vergadering bijeen te roepen om over de splitsing te besluiten. De artikelen 334m en 334ee zijn dan van toepassing. 4. Indien de verkrijgende vennootschappen alle aandelen houden in de splitsende vennootschap, kan de splitsende vennootschap, tenzij de statuten anders bepalen, bij bestuursbesluit tot splitsing besluiten. Artikel 334gg [Vervallen per 01-07-2011] Artikel 334hh 1. Indien alle verkrijgende vennootschappen bij de splitsing worden opgericht en de splitsende rechtspersoon daarvan bij de splitsing enig aandeelhouder wordt, zijn de artikelen 334f lid 4 eerste zin, 334w en 334y tot en met 334aa niet van toepassing. 2. Indien alle verkrijgende vennootschappen bij de splitsing worden opgericht en de aandeelhouders van de splitsende vennootschap daarvan, evenredig aan hun aandeel in de splitsende vennootschap, aandeelhouder worden, zijn de artikelen 334g, 334i en 334y tot en met 334bb niet van toepassing. Artikel 334ii 1. De akte van splitsing kan bepalen dat de aandeelhouders van de splitsende vennootschap aandeelhouder worden van een groepsmaatschappij van een verkrijgende vennootschap. Zij worden dan geen aandeelhouder van die verkrijgende vennootschap. 2. Zulk een splitsing is slechts mogelijk, indien de groepsmaatschappij alleen of samen met een andere groepsmaatschappij het gehele geplaatste kapitaal van de verkrijgende vennootschap verschaft. De artikelen 334m, leden 1 tot en met 4, 334ee en 334ff zijn op het besluit van de groepsmaatschappij van overeenkomstige toepassing. 3. De groepsmaatschappij die de aandelen toekent geldt naast de verkrijgende vennootschap als partij bij de splitsing. Op haar rusten de verplichtingen die ingevolge de artikelen 334f tot en met 334dd en 334ee1 lid 1 op een verkrijgende rechtspersoon rusten, met uitzondering van de verplichtingen uit de artikelen 334k tot en met 334m en 334q leden 2 en 4; voor de toepassing van artikel 334aa lid 4 blijft zij buiten beschouwing; de artikelen 334s, 334t en 334u lid 7 gelden voor haar niet. De artikelen 334f lid 2 onder b, 334x lid 3, 334y onder b en 334ee1 lid 1 gelden alsdan niet voor de verkrijgende vennootschap. Voor de toepassing van de artikelen 94b en 204b worden de verkrijging door de verkrijgende vennootschap en de toekenning van aandelen door de groepsmaatschappij beschouwd als werden zij door dezelfde vennootschap gedaan. Titel 8. Geschillenregeling en het recht van enquête

Afdeling 1. Geschillenregeling Artikel 335 1. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. 2. De bepalingen van deze afdeling zijn eveneens van toepassing op de naamloze vennootschap waarvan de statuten: a. uitsluitend aandelen op naam kennen, b. een blokkeringsregeling bevatten, en c. niet toelaten dat met medewerking van de vennootschap certificaten aan toonder worden uitgegeven. Artikel 336 1. Een of meer houders van aandelen die alleen of gezamenlijk ten minste een derde van het geplaatste kapitaal verschaffen, kunnen van een aandeelhouder die door zijn gedragingen het belang van de vennootschap zodanig schaadt of heeft geschaad, dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden geduld, in rechte vorderen dat hij zijn aandelen overeenkomstig artikel 341 overdraagt. 2. De vordering kan niet worden ingesteld door de vennootschap of een dochtermaatschappij van de vennootschap. De houder van aandelen waarvan de vennootschap of een dochtermaatschappij certificaten houdt, kan de vordering slechts instellen indien en voor zover certificaten door anderen worden gehouden. Een aandeelhouder ten titel van beheer kan de vordering slechts voor door hem beheerde aandelen instellen indien de desbetreffende certificaathouders daarmee tevoren hebben ingestemd. 3. Tot de kennisneming van de vordering is in eerste aanleg uitsluitend bevoegd de rechtbank van de woonplaats van de vennootschap. Hoger beroep kan uitsluitend worden ingesteld bij de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Artikel 344 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van toepassing met dien verstande dat voor "een meervoudige kamer" wordt gelezen: de ondernemingskamer. 4. De rechter kan zijn beslissing omtrent de vordering voor een door hem te bepalen termijn aanhouden, indien ten processe blijkt dat de vennootschap of één of meer aandeelhouders op zich nemen maatregelen te treffen waardoor het nadeel dat de vennootschap lijdt zoveel mogelijk wordt ongedaan gemaakt of beperkt. 5. De in lid 3, eerste en tweede zin, bedoelde rechter is eveneens bevoegd kennis te nemen van met de in lid 1 bedoelde gedragingen samenhangende vorderingen tussen dezelfde partijen of tussen een der partijen en de vennootschap. Artikel 337 1. Indien de statuten of een overeenkomst een regeling bevatten voor de oplossing van geschillen als in deze afdeling bedoeld, kan op een daarin opgenomen afwijking van deze afdeling geen beroep worden gedaan voorzover deze de overdracht van aandelen onmogelijk of uiterst bezwaarlijk maakt. 2. In de statuten of een overeenkomst kan worden bepaald dat geschillen als in deze afdeling bedoeld, dadelijk ter kennis worden gebracht van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam of aan arbitrage worden onderworpen, dan wel anderszins wordt afgeweken van de rechterlijke bevoegdheid als geregeld in artikel 336 leden 3 en 5. Artikel 338 1. Nadat de dagvaarding aan hem is betekend en tot de dag waarop het vonnis onherroepelijk is

splitsende en de reeds bestaande verkrijgende vennootschappen hebben besloten dat een of meer<br />

van de verkrijgende vennootschappen de schadeloosstelling moeten voldoen. De verplichting tot<br />

betaling van de schadeloosstelling is hoofdelijk. De aandelen waarop het verzoek betrekking heeft,<br />

vervallen op het moment waarop de fusie van kracht wordt.<br />

Artikel 334ff<br />

1. Tenzij de statuten anders bepalen, kan een verkrijgende vennootschap bij bestuursbesluit tot<br />

splitsing besluiten. Hetzelfde geldt voor de splitsende vennootschap, mits alle verkrijgende<br />

rechtspersonen bij de splitsing opgerichte naamloze of besloten vennootschappen zijn en de<br />

splitsende vennootschap daarvan bij de splitsing enig aandeelhouder wordt.<br />

2. Dit besluit kan slechts worden genomen, indien de vennootschap het voornemen hiertoe heeft<br />

vermeld in de aankondiging dat het voorstel tot splitsing is neergelegd.<br />

3. Het besluit kan niet worden genomen, indien een of meer aandeelhouders die tezamen ten minste<br />

een twintigste van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, of een zoveel geringer bedrag als in<br />

de statuten is bepaald, binnen een maand na de aankondiging aan het bestuur hebben verzocht de<br />

algemene vergadering bijeen te roepen om over de splitsing te besluiten. De artikelen 334m en<br />

334ee zijn dan van toepassing.<br />

4. Indien de verkrijgende vennootschappen alle aandelen houden in de splitsende vennootschap, kan<br />

de splitsende vennootschap, tenzij de statuten anders bepalen, bij bestuursbesluit tot splitsing<br />

besluiten.<br />

Artikel 334gg [Vervallen per 01-07-2011]<br />

Artikel 334hh<br />

1. Indien alle verkrijgende vennootschappen bij de splitsing worden opgericht en de splitsende<br />

rechtspersoon daarvan bij de splitsing enig aandeelhouder wordt, zijn de artikelen 334f lid 4 eerste<br />

zin, 334w en 334y tot en met 334aa niet van toepassing.<br />

2. Indien alle verkrijgende vennootschappen bij de splitsing worden opgericht en de aandeelhouders<br />

van de splitsende vennootschap daarvan, evenredig aan hun aandeel in de splitsende<br />

vennootschap, aandeelhouder worden, zijn de artikelen 334g, 334i en 334y tot en met 334bb niet<br />

van toepassing.<br />

Artikel 334ii<br />

1. De akte van splitsing kan bepalen dat de aandeelhouders van de splitsende vennootschap<br />

aandeelhouder worden van een groepsmaatschappij van een verkrijgende vennootschap. Zij<br />

worden dan geen aandeelhouder van die verkrijgende vennootschap.<br />

2. Zulk een splitsing is slechts mogelijk, indien de groepsmaatschappij alleen of samen met een<br />

andere groepsmaatschappij het gehele geplaatste kapitaal van de verkrijgende vennootschap<br />

verschaft. De artikelen 334m, leden 1 tot en met 4, 334ee en 334ff zijn op het besluit van de<br />

groepsmaatschappij van overeenkomstige toepassing.<br />

3. De groepsmaatschappij die de aandelen toekent geldt naast de verkrijgende vennootschap als<br />

partij bij de splitsing. Op haar rusten de verplichtingen die ingevolge de artikelen 334f tot en met<br />

334dd en 334ee1 lid 1 op een verkrijgende rechtspersoon rusten, met uitzondering van de<br />

verplichtingen uit de artikelen 334k tot en met 334m en 334q leden 2 en 4; voor de toepassing van<br />

artikel 334aa lid 4 blijft zij buiten beschouwing; de artikelen 334s, 334t en 334u lid 7 gelden voor<br />

haar niet. De artikelen 334f lid 2 onder b, 334x lid 3, 334y onder b en 334ee1 lid 1 gelden alsdan niet<br />

voor de verkrijgende vennootschap. Voor de toepassing van de artikelen 94b en 204b worden de<br />

verkrijging door de verkrijgende vennootschap en de toekenning van aandelen door de<br />

groepsmaatschappij beschouwd als werden zij door dezelfde vennootschap gedaan.<br />

Titel 8. Geschillenregeling en het recht van enquête

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!