NEDERLANDS-DUITS WINkELFONDS BV - AFM

Bijlage III Statuten Stichting Obligatiehouders Nederlands-Duits
Winkelfonds
STATUTEN:
HOOFDSTUK I.
Artikel 1. Begripsbepalingen.
1.1 In deze statuten hebben de volgende begrippen de
daarachter vermelde betekenissen:
"bestuur" betekent het bestuur van de Stichting.
"obligatie" betekent een obligatie waarin de door de
Uitgevende Instelling uit te geven obligatieleningen zijn
onderverdeeld. Tenzij het tegendeel blijkt, is daaronder
iedere obligatie begrepen met betrekking tot een op een
bepaalde datum door de Uitgevende Instelling uitgegeven
obligatielening.
"obligatiehouder" betekent een houder van een of meer
obligaties. Tenzij het tegendeel blijkt, is daaronder iedere
houder van obligaties begrepen met betrekking tot een op
een bepaalde datum door de Uitgevende Instelling
uitgegeven obligatielening.
"obligatielening" betekent een door de Uitgevende
Instelling uit te geven obligatielening welke zijn
onderverdeeld in obligaties met een nominale aanduiding.
Tenzij het tegendeel blijkt, is daaronder iedere op een
bepaalde datum door de Uitgevende Instelling uitgegeven
obligatielening begrepen.
"schriftelijk" betekent bij brief, telefax of e-mail, of bij
boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel
wordt overgebracht en op schrift kan worden ontvangen.
"Stichting" betekent de Stichting waarvan de interne
organisatie wordt beheerst door deze statuten.
"trustakte" betekent de akte tussen de Stichting en de
Uitgevende Instelling waarbij de voorwaarden worden
vastgelegd voor het vertegenwoordigen door de Stichting
van de houders van obligaties met betrekking tot de
betreffende obligatielening. Tenzij het tegendeel blijkt, is
daaronder iedere op een bepaalde datum met betrekking
tot een specifieke obligatielening verleden akte begrepen.
"Uitgevende Instelling" betekent Nederlands Duits
Winkelfonds B.V. , een besloten vennootschap met
beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Druten.
1.2 Waar in deze statuten wordt gesproken van de
vergadering van obligatiehouders van een bepaalde soort
wordt daaronder verstaan het orgaan dat wordt gevormd
door de houders van obligaties met betrekking tot een op
een specifieke datum uitgegeven obligatielening dan wel
een bijeenkomst van dergelijke houders (of hun
vertegenwoordigers).
42
1.3 Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar
artikelen van deze statuten tenzij uitdrukkelijk anders
aangegeven.
HOOFDSTUK II. NAAM, ZETEL EN DOEL.
Artikel 2. Naam en zetel.
2.1 De naam van de Stichting is:
Winkelfonds.
Stichting Obligatiehouders Nederlands-Duits
2.2 De Stichting heeft haar zetel in de gemeente Zeist.
Artikel 3. Doel.
De Stichting heeft ten doel het optreden als trustee met
betrekking tot obligatieleningen, waaronder begrepen het
administreren van obligaties, onder meer door het
uitoefenen van de aan die obligaties verbonden rechten,
het innen van de op de obligaties verschijnende renten en
andere uitkeringen en het uitkeren van die voordelen aan
de obligatiehouders, alsmede het verrichten van al hetgeen
daarmede verband houdt, één en ander met inachtneming
van de trustakte(n).
HOOFDSTUK III. HET BESTUUR.
Artikel 4. Bestuursleden.
4.1 Het bestuur bestaat uit:
(a) twee bestuursleden A, te benoemen door de
vergadering van obligatiehouders uit het midden van de
vergadering van obligatiehouders; en
(b) één bestuurslid B, te benoemen door de directie
van de Uitgevende Instelling.
4.2 Een door de vergadering van obligatiehouders aan
te wijzen bestuurslid A vervult de functie van voorzitter,
Een bestuurslid A dat niet de functie van voorzitter
vervult, zal door het bestuur tot plaatsvervangend
voorzitter worden benoemd.
4.3 In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk
voorzien.
4.4 Bestuurders worden benoemd voor een periode
van ten hoogste drie (3) jaar.
4.5 Het bestuur kan een rooster vaststellen dat
voorziet in periodiek aftreden van bestuurders en is
bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of
wijziging in zodanig rooster kan niet meebrengen dat een
zittend bestuurder tegen zijn wil defungeert voordat de
termijn waarvoor hij is benoemd, verstreken is.
4.6 Een bestuurslid defungeert: