De Hessenberg - Regionaal Archief Nijmegen - Gemeente Nijmegen
De Hessenberg - Regionaal Archief Nijmegen - Gemeente Nijmegen
De Hessenberg - Regionaal Archief Nijmegen - Gemeente Nijmegen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Geschiedkundig onderzoek<br />
naar<br />
<strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong><br />
Door de eeuwen heen<br />
Door:<br />
S. Twisk & C.L. Mariën<br />
Begeleid door:<br />
Drs. L. Janssen<br />
<strong>Nijmegen</strong><br />
2011 - 2012<br />
VWO 6<br />
1
Inhoudsopgave<br />
Titelblad 1<br />
Inhoudsopgave 2<br />
Algemene inleiding 3<br />
<strong>De</strong> methode 4<br />
<strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> anno Nu 6<br />
Tijdvak 1: Romeinse tijd 7<br />
Inleiding Romeinse tijd in <strong>Nijmegen</strong> 8<br />
<strong>Hessenberg</strong> in de Romeinse tijd 10<br />
Tijdvak 2: Middeleeuwen 13<br />
Inleiding Middeleeuwen in <strong>Nijmegen</strong> 14<br />
<strong>Hessenberg</strong> in de Middeleeuwen 15<br />
Tijdvak 3: Modernisering 17<br />
Inleiding Modernisering in <strong>Nijmegen</strong> 18<br />
<strong>Hessenberg</strong> in de Modernisering 20<br />
Tijdvak 4: Naoorlogs 24<br />
Inleiding <strong>Nijmegen</strong> na de Tweede Wereldoorlog 25<br />
<strong>Hessenberg</strong> na de Tweede Wereldoorlog 26<br />
Nawoord 28<br />
Bijlagen 29<br />
Bronnenlijst 30<br />
Dankbetuiging 31<br />
2
Algemene inleiding<br />
Voor ons profielwerkstuk wilden wij een onderzoek doen naar iets waar nog niet alles<br />
over bekend was. Geheimen onthullen, dat was ons doel. En aangezien we allebei<br />
het vak geschiedenis volgen, kwamen al snel met de beslissing dat het een historisch<br />
onderzoek moest gaan worden. Maar in welke vorm van een historisch onderzoek<br />
vindt je nou dingen die nog niemand wist, of althans dingen die nog niet bekend<br />
waren? Dan moest het minstens een minder bekend onderwerp krijgen, of in ieder<br />
geval een onderwerp wat voorheen gezien werd als niet interessant genoeg om<br />
dieper op in te gaan. Maar dan komen we in een heel groot gebied. Want wanneer<br />
wordt iets als niet interessant gezien, als er weinig tot niets over bekend is. Dat is<br />
dan ook precies het punt waar wij een zwakke plek in zagen. Want als wij nou eens<br />
onderzoek gingen doen naar een bepaald historisch onderwerp waar voorheen niet<br />
veel over bekend was, zou dat al snel mooie onderzoeksresultaten opleveren. Zo<br />
kwamen we op het idee het historisch aspect te onderzoeken van een bepaalde<br />
‘oninteressante’ plek. En eigenlijk is bijna elke plek ter wereld geschikt voor zo’n<br />
onderzoek als het onze. In de periode dat wij ons onderwerp moesten kiezen, was<br />
net het nieuwbouwproject ‘op de hessenberg’ opgeleverd, en won het meerdere<br />
prijzen voor zowel de architectuur als wel de planmatige opzet, waar het historisch<br />
aspect van het stukje stad goed in terug te zien was. Het had dus een degelijk<br />
verleden, en lag ook nog eens in onze eigen stad, namelijk <strong>Nijmegen</strong>. Kortom, een<br />
perfect geschikte plek voor een interessant onderzoek.<br />
Ons onderzoeksgebied betreft dus de ‘<strong>Hessenberg</strong>’, een gebied van een paar straten<br />
in het oude stadscentrum van <strong>Nijmegen</strong>. Ons onderzoek bestaat uit twee delen. Ten<br />
eerste hebben wij een methode ontwikkeld die toepasbaar is bij geschiedkundig<br />
onderzoek naar de ontwikkeling van een bepaald gebied. <strong>De</strong>ze methode kan een<br />
handleiding zijn voor het maken van soortgelijk geschiedkundig onderzoek, en is dus<br />
toe te passen op elke plek in Nederland. <strong>De</strong>ze methode hebben wij ontwikkeld om<br />
hem vervolgens toe te passen voor ons eigen onderzoek naar de <strong>Hessenberg</strong>, dit<br />
betreft het tweede deel van ons profielwerkstuk. We hebben aan de hand van vier<br />
perioden in de geschiedenis onderzocht wat de <strong>Hessenberg</strong> in die perioden<br />
voorstelde. <strong>De</strong> hoofdvraag is: Hoe heeft de wijk de <strong>Hessenberg</strong> zich ontwikkeld in<br />
2000 jaar? Hierbij kijken we dus niet alleen naar uiterlijk vertoon zoals bebouwing,<br />
stratenpatroon etc. maar ook naar de cultuur van de <strong>Hessenberg</strong> in die periode en de<br />
relatie tussen de <strong>Hessenberg</strong> en de rest van de stad. We hebben gekozen voor de<br />
achtereenvolgende periodes: de Romeinse tijd (200 na Chr.), de late Middeleeuwen<br />
(1450), de modernisering (1912) en de naoorlogse periode (1957). Aan de hand van<br />
drie vaste deelvragen onderzoeken we verschillende aspecten van deze periodes.<br />
<strong>De</strong>ze deelvragen zijn:<br />
• Hoe zag de <strong>Hessenberg</strong> eruit? (visueel).<br />
• Wie leefden er op de <strong>Hessenberg</strong>? (cultureel)<br />
• Wat was de relatie tussen de <strong>Hessenberg</strong> en zijn omgeving? (sociaaleconomisch)<br />
Per periode werken we deze drie deelvragen uit. Aan de hand van de beantwoorde<br />
deelvragen kunnen we een globaal antwoord schetsen op de hoofdvraag. <strong>De</strong> verdere<br />
toelichting over de aanpak van ons onderzoek beschrijven wij in 'de methode'.<br />
3
<strong>De</strong> methode<br />
Het is niet alleen onze bedoeling om een goed werkstuk te maken over de<br />
ontwikkeling van de <strong>Hessenberg</strong>, maar ook om een onderzoeksmethode te<br />
ontwikkelen die algemeen<br />
toegepast zou kunnen worden<br />
door iedereen en op iedere wijk,<br />
stad, straat, dorp, straat of enkel<br />
huis. Ons profielwerkstuk heeft<br />
dus twee doelen: Ten eerste het<br />
zo gedetailleerd mogelijk<br />
beschrijven hoe de wijk de<br />
<strong>Hessenberg</strong> zich in 2000 jaar<br />
heeft ontwikkeld, zowel op<br />
sociaal, economisch als op<br />
esthetisch/bouwkundig gebied.<br />
Ten tweede stellen wij een<br />
methode op die voorschrijft hoe je<br />
een vergelijkbaar onderzoek<br />
opstelt. Onze methode zou een<br />
gebruiksaanwijzing moeten zijn voor vergelijkbaar onderzoek.<br />
Foto van de <strong>Hessenberg</strong> met daarin geanimeerde nieuwbouw<br />
We hebben veel tijd genomen om de juiste manier van onderzoeken vast te stellen.<br />
Wanneer je blindelings begint met onderzoeken is de kans groot dat je onderzoek<br />
onzorgvuldig en onduidelijk wordt. Onze methode heeft als doel om je door middel<br />
van een systematisch vijfstappenplan aan een gestructureerd onderzoek te helpen.<br />
Daarom hebben we lang getwist over wat de beste manier van onderzoeken is.<br />
Uiteindelijk zijn we toch tot een goede methode gekomen die wij zelf hebben<br />
toegepast op ons onderzoeksgebied de <strong>Hessenberg</strong>. Het onderzoek begint met het<br />
vaststellen van de locatie. Welke straten neem je wel mee in je onderzoek en welke<br />
niet. Valt dat ene huis nog binnen je onderzoeksgebied of valt het er net buiten?<br />
Wanneer je precies hebt vastgesteld wat je exacte onderzoeksgebied is kan je pas<br />
aan de slag. Het is het makkelijkst is om dit onderzoeksgebied op een kaart uit te<br />
tekenen. Het is erg belangrijk om secuur vast te stellen welk gebied wel binnen je<br />
onderzoek valt en welk gebied wordt uitgesloten van het onderzoek. Doe je dit niet<br />
dan bestaat de kans dat je in je onderzoek selectief en dus niet meer objectief<br />
bepaalde delen rondom je onderzoeksgebied weglaat of juist bij je onderzoek voegt.<br />
<strong>De</strong> tweede stap in de methode is het vaststellen van de onderzoeksperiode. <strong>De</strong><br />
ontwikkeling tussen welke periodes wil je onderzoeken? Het beste is om te kiezen<br />
voor exacte jaartallen en niet voor een periode. Wanneer je kiest voor het jaar 1890<br />
kan je vertellen hoe je onderzoeksgebied er op dat moment uitzag. Je kunt vertellen<br />
welke gebouwen er toen stonden en wie er toen in leefden.. Wanneer je kiest voor de<br />
periode ‘eind 19 e eeuw’ schets je alleen maar een beeld van welke gebouwen er<br />
stonden en wat voor soort huizen er stonden in die periode. Het kiezen voor exacte<br />
jaartallen zorgt dus voor een meer realistisch beeld van je onderzoeksgebied.<br />
Je zou kunnen kiezen voor 400 jaar geschiedenis waarin je 4 exacte jaartallen<br />
uitkiest. Wanneer je je onderzoeksgebied en onderzoeksperiode hebt vastgesteld<br />
kan je beginnen met het opstellen van je onderzoeksvraag/onderzoeksvragen.<br />
4
Voorbeelden van onderzoeksvragen zijn: Wat voor bebouwing was er? Wat was de<br />
verhouding tussen jouw onderzoeksgebied en zijn omgeving? Wat voor cultuur was<br />
er in je onderzoeksgebied? <strong>De</strong>ze deelvragen stel je per gekozen jaartal telkens weer.<br />
Op deze manier krijg je per jaartal een antwoord op steeds dezelfde deelvragen. <strong>De</strong><br />
antwoorden op deze deelvragen kan je vervolgens met elkaar vergelijken, op die<br />
manier zal je een goed beeld kunnen schetsen van de ontwikkeling in de gekozen<br />
jaartallen.<br />
Dan begint het echte onderzoek, het verzamelen van informatie aan de hand van<br />
verschillende bronnen. Voorbeelden van bronnen zijn: Het regionaal archief, de<br />
bibliotheek, ooggetuigen (zo mogelijk), geschiedkundig specialisten etc. Het beste is<br />
om directe bronnen te gebruiken, bronnen uit de eerste hand. Dit houdt in dat je niet<br />
de informatie uit boeken haalt, maar zelf op zoek moet gaan naar informatie,<br />
bijvoorbeeld door zelf naar je onderzoeksgebied te gaan en zelf te beschrijven wat je<br />
ziet. Het beste zou zijn als je doormiddel van grondonderzoek, zelf de schep in het<br />
zand steken, tot de informatie komt die nodig is om je onderzoeksvragen te<br />
beantwoorden omdat de informatie dan niet beïnvloed is door anderen.<br />
Met de verzamelde informatie kan je de onderzoeksvragen beantwoorden en een<br />
conclusie opstellen, dit is de laatste stap in de methode.Het opstellen van de<br />
conclusie is misschien wel het meest lastige onderdeel van het onderzoek. Het is niet<br />
eenvoudig om een concreet antwoord te geven op een veelomvattende<br />
onderzoeksvraag als: ‘Hoe was de relatie van je onderzoeksgebied met de rest van<br />
de stad?’. Wat wel mogelijk is, is een beeld te schetsen van hoe de relatie van jouw<br />
onderzoeksgebied met de rest van de stad ongeveer was. Hieronder staat de<br />
methode nogmaals schematisch uitgewerkt.<br />
Schematische uitwerking<br />
1. Onderzoeksgebied vaststellen (dorp,<br />
wijk, straat etc.)<br />
2. Onderzoeksperiode vaststellen (van<br />
1800 tot nu, 2 tijdvakken etc.)<br />
3. Onderzoeksvragen opstellen (wie<br />
woonden er?)<br />
4. Onderzoek/informatie verschaffing<br />
(a.d.h.v. bronnen zoals stadsarchief,<br />
geschiedkundige etc.)<br />
5. Conclusie opstellen (antwoord op<br />
hoofd en deelvragen)<br />
5<br />
demarcatie in plaats<br />
demarcatie in tijd<br />
demarcatie in onderwerp<br />
informatie verzamelen<br />
conclusie
<strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> anno Nu<br />
<strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> is een klein wijkje aan de rand van de Lange Hezelstraat, in de<br />
benedenstad van de historische stad <strong>Nijmegen</strong>. Naast de Lange Hezelstraat wordt<br />
het begrenst door de Kroonstraat, de Pijkestraat, en de Houtstraat. Verder zijn de<br />
straten de <strong>Hessenberg</strong> en de Jodenberg belangrijke aderen van de wijk. Nabij zijn<br />
onder andere het Kronenburgerpark, <strong>De</strong> St. Stevenskerk, en de Mariënburg. <strong>De</strong><br />
<strong>Hessenberg</strong> anno nu is sinds voorjaar 2010 een nieuwbouwcomplex met huur- en<br />
koopappartementen, en een aantal stadswoningen (koop). Het doel: meer<br />
woongelegenheid creëren in het oude centrum, voor verschillende bevolkingslagen.<br />
Dit is dan ook duidelijk te zien aan de combinatie van koop en huur, en aan de<br />
variatie in prijs. <strong>De</strong>ze variëren van ruim €200.000,- tot €600.000,- in koop, en<br />
huurwoningen vanaf €739,- p.m. het zijn ruime moderne appartementen, met onder<br />
andere een privéparkeerplaats.<br />
In het stedenbouwkundig plan is vooral rekening gehouden met het historische<br />
karakter van de plek, en de hoogteverschillen tussen met name de Kroonstraat en de<br />
<strong>Hessenberg</strong>. <strong>De</strong>ze niveaus worden verbonden met een tussenniveau in bouw, en<br />
verscheidene trappen verwerkt in het stratenplan. Het historisch aspect van de plek<br />
is intact gehouden door hoofdstraten te variëren met kleinere straatjes. Ook zijn de<br />
verschillende kleine pleinen vormgegeven aan de hand van de contouren van<br />
vroegere bouwwerken die er gestaan hebben. Daarnaast is er bij de bouw gebruik<br />
gemaakt van materialen die het historische aspect versterken, zoals bakstenen en<br />
stucwerk.<br />
<strong>De</strong> enige twee overgebleven oude gebouwen in de wijk zijn het Rooms Katholiek<br />
Weeshuis, en de Titus Brandsmakapel. <strong>De</strong> Titus Brandsmakapel was voor de bouw<br />
al een kerk voor daklozen, en heeft deze functie behouden. Oorspronkelijk was er<br />
voor het Weeshuis wel een bestemmingsplan gemaakt, maar omdat het moest<br />
fungeren als een publiek toegankelijke ruimte, en er dus geen winst uitgehaald kon<br />
worden, kon het plan niet bekostigd worden. Het gebouw blijft dus voorlopig in zijn<br />
oude staat.<br />
Eventuele toekomst plannen voor de wijk zijn niet van toepassing.<br />
6
Tijdvak 1<br />
Romeinse tijd<br />
Ulpia Noviomagus circa. 200<br />
na Chr.<br />
7
Inleiding Romeinse tijd in <strong>Nijmegen</strong><br />
<strong>Nijmegen</strong> is gelegen op een stuwwal die door de laatste ijstijd is ontstaan. Wanneer<br />
je op deze stuwwal staat heb je uitzicht over een uitgestrekt gebied. Ook ligt<br />
<strong>Nijmegen</strong> aan de rivier de Waal, die uitmondt in zee en ontspringt in het binnenland<br />
van Europa. <strong>De</strong> Waal vormt als verlengstuk van de Rijn, samen met de Rijn zelf, dé<br />
belangrijkste rivier van Europa. Daarom is het al duizenden jaren een aantrekkelijk<br />
gebied om te wonen. Enkele duizenden jaren voordat de Romeinen hun oog op het<br />
Nijmeegse grondgebied lieten vallen, vonden boerengemeenschappen hier al een<br />
bestaan. In de prehistorie waren het boerengemeenschappen die zich vestigden op<br />
de noordrand van de stuwwal. Zij vestigden zich van het Kops Plateau tot aan het<br />
Valkhof. <strong>De</strong> grafheuvels van deze bewoners zijn daar nog te vinden. Ook in<br />
<strong>Nijmegen</strong>-Noord zijn sporen van prehistorisch leven gevonden. Er zijn twee<br />
grafvelden gevonden die in gebruik waren tussen ±450 en 700 voor Chr.<br />
Rond 5500 voor Chr. sloegen jagers en verzamelaars een kampement op langs een<br />
brede geul onder het huidige Keizer Augustusplein in <strong>Nijmegen</strong>-Noord. Aan de<br />
zuidzijde van de Waal zijn hier en daar losse vuurstenen werktuigen gevonden die<br />
zeker tienduizenden jaren oud zijn. Rond 3700 voor Chr., in de nieuwe steentijd,<br />
vestigden zich aan de noordzijde van de Waal, nabij de huidige Griftdijk, de eerste<br />
boeren die uit de oostelijke Betuwe bekend zijn. In de vijfde en vierde eeuw voor Chr.<br />
was het gebied aan de zuidzijde van de Waal bewoond door krijgshaftige lieden. Er<br />
zijn sporen gevonden van wapens, vooral speerpunten. Ook is er een graf gevonden<br />
van een krijgsheer die begraven is met zijn strijdwagen. Het moet hier zijn gegaan<br />
om een krijgsheer van groots aanzien onder zijn bevolking, een alleenheerser over<br />
de stuwwal van <strong>Nijmegen</strong>. Ook de Bataven hebben gedurende honderden jaren in de<br />
Rijndelta in Nederland geleefd en dus ook in de streken in en rondom <strong>Nijmegen</strong>.<br />
Rond het begin van de huidige jaartelling veroverden de Romeinen grote delen van<br />
Europa, Afrika en Azië. Het Romeinse rijk was in 117 na Chr. op haar grootst. Ook<br />
<strong>Nijmegen</strong> viel onder Romeins bewind. <strong>De</strong> Romeinse legeraanvoerder Drusus was de<br />
eerste Romein die zich met zijn manschappen vestigde in <strong>Nijmegen</strong>. Drusus streek<br />
met zijn 12.000 manschappen neer in een legioenvesting op de Hunerberg. In eerste<br />
instantie diende <strong>Nijmegen</strong> voornamelijk als militaire rugdekking en logistieke basis<br />
voor de oprukkende Romeinse legers.<br />
<strong>Nijmegen</strong> lag op de noordgrens van het Romeinse Rijk, deze grens heette de Limes.<br />
<strong>De</strong>ze grens liep van Katwijk aan Zee langs de Rijn en Donau naar de Zwarte Zee.<br />
Nederland werd door de Limes in tweeën gedeeld. Noord-Nederland werd bewoond<br />
door tribale volken. Zuid-Nederland werd door de Romeinen bestuurd. <strong>De</strong> Limes<br />
werd verdedigd door een gordel van verdedigingstorens, kampen voor hulptroepen<br />
(castella) en legioensbases (castra).<br />
<strong>Nijmegen</strong> was een verzamelpunt, waar legionairs gedurende korte tijd verbleven,<br />
voordat zij ten strijde trokken tegen de Germaanse stammen die zich ophielden aan<br />
de noordzijde van de Waal. Tussen 20 en 10 voor Chr. verrees op de Nijmeegse<br />
Hunerberg een met houten palissades en aarden wallen omringde vesting, groot<br />
genoeg voor twee legioenen (12.000 man). Enkele jaren later verscheen op het Kops<br />
Plateau, direct ten oosten van de Hunerberg, een klein fort en in de eerste decennia<br />
na Chr. een versterking bij het Trajanusplein. Rond de vesting lag de canabae: het<br />
8
kampdorp. In deze canabae stonden woonhuizen, werkplaatsen, een markthal en er<br />
is zelfs een amfitheater geweest. In de eerste eeuw na Chr. was <strong>Nijmegen</strong> de<br />
grootste stad van Nederland. <strong>Nijmegen</strong> was een smeltkroes waar Romeinen,<br />
Galliërs, Germanen en waarschijnlijk zelfs Grieken hebben gewoond. Het kampdorp<br />
maakte <strong>Nijmegen</strong> tot een welvarende handelsplaats. <strong>De</strong>ze periode van Romeinse<br />
overheersing in <strong>Nijmegen</strong> wordt de vroeg-Romeinse-periode genoemd en verliep van<br />
± 20 voor Chr. tot 70 na Chr.<br />
Tussen 69 en 70 na Chr. vond de Bataafse opstand plaats tegen de gevestigde<br />
Romeinse legioenen in de regio. In eerste instantie was deze opstand een succes<br />
voor de Bataven, maar uiteindelijk wisten de Romeinen de opstand neer te slaan.<br />
Direct na de Bataafse Opstand herbouwden de Romeinen het legerkamp op de<br />
Hunerberg in steen om zo vijanden beter buiten de deur te kunnen houden. Ook<br />
verrees na de Bataafse opstand op de plaats van het huidige Waterkwartier een<br />
nieuwe nederzetting: Ulpia Noviomagus Batavorum. <strong>De</strong>ze vesting/stad kreeg in het<br />
jaar 98 na Chr. officiële stadsrechten en is daarmee met afstand de eerste en oudste<br />
stad van Nederland. Aan de Waalkade beneden het Valkhof lag in deze periode een<br />
kleine handelsnederzetting. <strong>De</strong>ze periode wordt de midden-Romeinse-periode<br />
genoemd die duurde van ± 70 tot 270 na Chr. Het Romeinse rijk raakt langzaamaan<br />
in verval. In ± 270 na Chr. wordt Ulpia Noviomagus Batavorum verlaten.<br />
9
<strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> in de Romeinse tijd<br />
In de Romeinse tijd heeft de <strong>Hessenberg</strong> gedurende twee periodes als grafveld<br />
gediend. <strong>De</strong> eerste periode is de periode waarin de Romeinen zich vestigen in een<br />
nederzetting op de Hunerberg, Kops Plateau en Valkhof. <strong>De</strong> tweede periode waarbij<br />
de <strong>Hessenberg</strong> als grafveld diende, is de periode waarin de Romeinen zich hebben<br />
gevestigd in Ulpia Noviomagus Batavorum, ten westen van het station.<br />
Als uitgangspunt nemen we het jaar 200 na Chr. voor onderzoek naar de<br />
<strong>Hessenberg</strong> in de Romeinse tijd. <strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> was voor beide periodes gelegen<br />
aan een uitvalsweg vanuit de Romeinse nederzettingen. Wanneer een Romein of<br />
andere inwoner van Ulpia Noviomagus Batavorum of de legerplaats van het tiende<br />
legioen op de Hunerberg over de weg langs de <strong>Hessenberg</strong> liep zag hij op de<br />
<strong>Hessenberg</strong> een veld met graven. Naast geschonden graven zijn er een twintigtal<br />
min of meer ongeschonden graven gevonden. Naast vele grafvondsten zijn er ook<br />
vier stenen kisten gevonden, waarvan er twee konden worden geborgen. In het<br />
noordelijke deel van het grafveld (wat al niet meer valt onder ons onderzoeksgebied<br />
de <strong>Hessenberg</strong>) hebben vier ommuurde begraafplaatsen gestaan. <strong>De</strong> afmetingen<br />
van deze grafommuringen zijn ongeveer 38 x 38 meter.<br />
Hoe elk graf eruit zag en wie er in deze graven lagen is<br />
niet helemaal bekend. Wel is bekend hoe de Romeinse<br />
grafvelden er in deze periode in de omgeving van<br />
<strong>Nijmegen</strong> uit hebben moeten zien. Vooral van de<br />
grafvelden gevonden in <strong>Nijmegen</strong>-Oost en in <strong>Nijmegen</strong>west<br />
zijn gedetailleerde verslagen gemaakt. Het<br />
grafveld op de <strong>Hessenberg</strong> valt in beide onderzoeken<br />
net buiten de boot. We nemen aan dat het grafveld dat<br />
op de <strong>Hessenberg</strong> lag er ongeveer het zelfde uitzag en<br />
dat de graven ongeveer de zelfde inhoud hadden als<br />
de gevonden graven in <strong>Nijmegen</strong>-Oost.<br />
Aan de hand van het uiterlijk van een graf en de inhoud<br />
van een graf kan je veel afleiden over de persoon die<br />
daar begraven is. Aan een graf kan je zien wat de<br />
financiële en de maatschappelijke klasse van de<br />
overledene was. Aan de kwaliteit, hoeveelheid en aard<br />
van de voorwerpen die in het graf aanwezig zijn kan je<br />
afleiden welke sociale rang de overledene had: arm, rijk, burger, soldaat, man,<br />
vrouw.<br />
<strong>De</strong> Romeinse graven waren meestal kleine heuveltjes. <strong>De</strong> oorzaak hiervan is dat er<br />
nieuwe overledenen werden begraven op plekken waar al eerder overledenen waren<br />
begraven. Om de oude graven niet aan te tasten werd het nieuwe graf zo dicht<br />
mogelijk aan het oppervlak gegraven. Hierdoor ontstaan de heuveltjes. <strong>De</strong> doden<br />
werden bij de Romeinen gecremeerd, dit was de gangbare methode. Verreweg de<br />
meeste doden werden gecremeerd. Pas in de loop van de Romeinse deed het<br />
begraven van de doden zijn intrede. Meestal vonden crematie en begraving op<br />
verschillende plekken plaats. Op de <strong>Hessenberg</strong> zijn geen sporen gevonden van<br />
crematie wat er op wijst dat er een andere locatie moet zijn geweest waar de doden<br />
werden gecremeerd. Op het graf stond soms een houten grafteken, een grafsteen of<br />
10
een gebeeldhouwd stenen grafmonument. Sommige graven zijn omsloten door een<br />
greppel. <strong>De</strong> stenen grafmonumenten zijn in de Italiaans-Romeinse graftraditie. <strong>De</strong><br />
graven van welgestelde personen hadden ook grafinscripties met daarop vermeld:<br />
naam, familie, leeftijd, afkomst, beroep en maatschappelijke positie van de<br />
overledene. In de traditie van het Italiaans-Romeinse begraven hadden lampen,<br />
munten, godenbeeldjes, glazen flesjes met parfum en oliën een bijzondere<br />
betekenis. Voor het<br />
hiernamaals zouden deze<br />
voorwerpen van betekenis<br />
kunnen zijn, omdat men<br />
geloofde dat de overledene<br />
door zou leven in het<br />
hiernamaals. <strong>De</strong> grafvelden<br />
werden geplaatst aan<br />
weerszijden van uitgangswegen<br />
vanuit de nederzetting. Zo ook<br />
het grafveld op de <strong>Hessenberg</strong>.<br />
Zoals in de hele oudheid de<br />
traditie was om de doden buiten<br />
de stad te begraven, zo<br />
gebeurde dat ook in Ulpia<br />
Noviomagus Batavorum. <strong>De</strong><br />
Romeinen waren zich zeer<br />
bewust van het belang van<br />
goede hygiëne in de stad. Lijken zijn een bron van ziektes. Daarom werden deze<br />
lijken buiten de stad begraven. Ver genoeg van de stad om het ontstaan van ziektes<br />
te weren en dichtbij genoeg om de overledenen te kunnen bezoeken.<br />
Hiernaast een impressie van een ommuurd Romeins grafveld. Dit is een afbeelding<br />
van een grafveld dat gevonden is ten zuiden van Ulpia Noviomagus Batavorum. Het<br />
grafveld op de <strong>Hessenberg</strong> is een vergelijkbaar grafveld.<br />
In de Romeinse tijd in het jaar<br />
200 na Chr. ‘leefde’ er nog<br />
niemand op de <strong>Hessenberg</strong>. Er<br />
was geen bebouwing op de<br />
Een impressie van een vergelijkbaar grafveld gevonden ten<br />
zuiden van Ulpia Noviomagus Batavorum.<br />
<strong>Hessenberg</strong> waar mensen in konden wonen of werken. Wel was er een grafveld. In<br />
de Romeinse stad Ulpia Noviomagus Batavorum woonden niet alleen Romeinen. <strong>De</strong><br />
stad was een smeltkroes van verschillende soorten bewoners. Van Bataven tot<br />
Kelten, van Joden tot Grieken. Het grafveld op de <strong>Hessenberg</strong> was geen<br />
begraafplaats voor alleen een bepaald soort bewoners. Er zijn resten gevonden van<br />
allerlei bewoners van alle soorten, klassen en standen. <strong>De</strong> term ‘leefde’ doet geen<br />
eer aan een grafveld, maar je kunt zeggen dat er een veelvoud van verschillende<br />
soorten mensen lagen begraven.<br />
Ook liep er een weg langs de <strong>Hessenberg</strong>. <strong>De</strong>ze weg liep ongeveer hetzelfde als de<br />
Lange Hezelstraat nu liep. <strong>De</strong>ze Romeinse weg werd door veel mensen gebruikt. <strong>De</strong><br />
weg loopt tussen de Romeinse stad Ulpia Noviomagus Batavorum en het castellum<br />
op de Hunerberg. Al het verkeer tussen deze twee plaatsen kwam dus langs de<br />
<strong>Hessenberg</strong>.<br />
11
<strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> had op twee manieren een relatie met zijn omgeving. Ten eerste lag<br />
de <strong>Hessenberg</strong> aan een weg die tussen de Romeinse stad Ulpia Noviomagus<br />
Batavorum en het castellum op de Hunerberg loopt. Reizigers trokken over de<br />
Romeinse weg langs de <strong>Hessenberg</strong>. Op de <strong>Hessenberg</strong> zelf lag een grafveld. <strong>De</strong><br />
tweede relatie die de <strong>Hessenberg</strong> had met zijn omgeving was de relatie met de stad<br />
Ulpia Noviomagus Batavorum als begraafplaats zijnde voor de inwoners van deze<br />
stad. In 200 na Chr. was de <strong>Hessenberg</strong> één van de begraafplaatsen van de<br />
Romeinse stad Ulpia Noviomagus Batavorum.<br />
Het grafveld op de <strong>Hessenberg</strong> had als functie om daar alle soorten burgers te<br />
begraven, van rijk tot arm van Romein tot Bataaf. Het grafveld op de <strong>Hessenberg</strong><br />
was niet de enige plek waar de bewoners van Ulpia Noviomagus Batavorum werden<br />
begraven. Er was een groter grafveld ten zuiden van de stad. Het grafveld op de<br />
<strong>Hessenberg</strong> had dus niet als functie de hele stad te voorzien van een laatste<br />
rustplaats. Romeinen eerden hun overledenen nog nadat ze begraven waren. Het<br />
grafveld werd dus ook bezocht door de bewoners/nabestaande van de overledenen.<br />
<strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> had dus ook een sociale functie. Ook had dit grafveld op de<br />
<strong>Hessenberg</strong> een economische functie. Sommige bewoners van Ulpia Noviomagus<br />
Batavorum maakten voor hun overledenen stenen grafkisten en houten of stenen<br />
gedenkstenen. Er moet dus een kleine begrafenisindustrie zijn geweest. Een<br />
steenhouwer die gedenkstenen maakte, een timmerman en een houthakker die<br />
houten gedenktekens maakten, een persoon die de crematie verzorgde etc.<br />
12
Tijdvak 2<br />
Middeleeuwen<br />
<strong>Nijmegen</strong> anno 1450<br />
13
Inleiding middeleeuwen in <strong>Nijmegen</strong><br />
Wanneer de Romeinen de grip op hun grenzen kwijt raken, wordt in 270 na Chr. ook<br />
Ulpia Noviomagus Bataforum verlaten. Er blijft slechts een kleine<br />
handelsnederzetting (op de plek van het tegenwoordige casino) over. In de 4 e eeuw<br />
weet de Romeinse Keizer Constantijn de Grote een tijdelijk einde te maken aan de<br />
chaos aan de grenzen van zijn rijk. In <strong>Nijmegen</strong> wordt in dit kader het Castellum<br />
gebouwd, een klein fort, wat later uitgroeit tot het Valkhof. Hier worden nog enige tijd<br />
Romeinse soldaten gelegerd, maar als in de 5 e eeuw de Romeinse rijksgrenzen<br />
definitief bezwijken onder de Germaanse invallen verdwijnen ook deze geruisloos<br />
van het Nijmeegse toneel.<br />
<strong>De</strong> stad <strong>Nijmegen</strong> bleef echter wel bewoond, aangetoond door grafvondsten in de<br />
omgeving van de Mariënburg. Dit is dan ook de reden dat rond 500 het castellum<br />
betrokken wordt door de Franken, een van de Germaanse stammen waar het<br />
Romeinse rijk haar ondergang aan te danken heeft. Dit betekende grotendeels een<br />
terugval in beschaving. Van deze periode is dan ook erg weinig bekend omdat er<br />
vrijwel niets op schrift werd gesteld. Pas rond de 8 e eeuw komt er weer een opleving<br />
in de beschaving, als Karel de Grote de nieuwe Frankische koning wordt en<br />
‘Numaga’ , zoals <strong>Nijmegen</strong> toen heette, binnen zijn rijk valt. <strong>Nijmegen</strong> ligt aan de<br />
rand van zijn rijk, waardoor het belangrijk geacht wordt in de verdediging hiervan.<br />
Waar ooit het oude Castellum lag laat hij een palts (burcht) bouwen, en brengt hier<br />
meerdere malen een bezoek aan.<br />
Ook na de dood van Karel de Grote blijft <strong>Nijmegen</strong> nog enige tijd in de handen van<br />
de Franken, tot dat de Noormannen uit Scandinavië via de Waal <strong>Nijmegen</strong><br />
tegenkomen en de palts betrekken. Wanneer de Noormannen na velen pogingen<br />
verdreven worden uit <strong>Nijmegen</strong>, komt de stad onder het Heilige Roomse Rijk komt te<br />
vallen. Dit rijk besloeg grote delen van West en Midden Europa, en zag zich als de<br />
voortzetting van het Romeinse Rijk. Het werd bestuurd door Duitse Keizers. Intussen<br />
is de Rijksstad uitgegroeid tot een welvarend handels en economisch centrum. Dit<br />
heeft zij vooral te danken aan haar gunstige hoge ligging bij kruisingen van land- en<br />
waterwegen. Bovendien werd zij omringd door vruchtbare rivierklei, waardoor de<br />
landbouw genoeg voedsel kon leveren voor de groeiende bevolking. Wanneer het<br />
Heilig Roomse rijk in de 13 e eeuw langzaam uiteen begint te vallen in hertogdommen<br />
en graafschappen, begint, ook in <strong>Nijmegen</strong>, de macht van de Keizer af te nemen.<br />
Hierdoor krijgt <strong>Nijmegen</strong> 1230 van Rooms-koning Hendrik VII dezelfde stadrechten<br />
als Aken. <strong>De</strong> Waalstad wordt dan een vrije Rijksstad met een eigen bestuur en een<br />
eigen rechtspraak, rechtstreeks vallend onder het gezag van de Keizer. Kort daarna<br />
in 1247, komt de stad in Gelderse handen, onder de Gelderse graaf Otto II, die haar<br />
als onderpand krijgt van de Rooms-koning Willem II. Otto II weet <strong>Nijmegen</strong> tot grote<br />
ontwikkeling te brengen. Zo vind de eerste omwalling plaats, wordt de Valkhofburcht<br />
versterkt (die inmiddels alweer een aantal malen was veranderd na de bouw van de<br />
palts), en verrijst er een nieuwe kerk op de Hundisberg, de St. Stevenskerk. Eind 13 e<br />
eeuw bezit <strong>Nijmegen</strong> een sterke burcht, stadswallen, een grote parochiekerk,<br />
verschillende kloosters, en een haven met pakhuizen. Via de kooplieden die deze<br />
haven aantrok stond <strong>Nijmegen</strong> in verbinding met onder andere Parijs en Vlaamse<br />
steden, destijds de economische centra van de wereld. Nadat <strong>Nijmegen</strong> in 1402 zich<br />
had aangesloten tot de Hanze, steeg de welvaart ook gestaag.<br />
14
<strong>Hessenberg</strong> in de middeleeuwen<br />
Anno 1450<br />
<strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> lag aan de rand van de stad, en grensde met haar zuidelijke kant<br />
dan ook aan de ommuring. Volgens F. Gorissen bestond deze omwalling uit een<br />
aarden wal met een stadsgracht, maar archeologische vondsten wijzen mogelijk op<br />
een stadsmuur i.p.v. een stadswal. Het terrein was vrij oplopend met de Lange<br />
Hezelstraat als laagste punt, naar de stadsmuur als hoogste punt. <strong>De</strong> wijk lag vrij<br />
geïsoleerd en was uitsluitend bereikbaar vanuit het noorden via enkele stegen en<br />
gassen vanuit de Lange Hezelstraat. Het stuk tussen de Hezelstraat en de<br />
<strong>Hessenberg</strong>se gas bestond uit kavels van panden aan de Hezelstraat, en waren<br />
allen redelijk vol bebouwd. Het stuk van de <strong>Hessenberg</strong>se gas tot aan het steil<br />
oplopende stuk naar de omwalling was ruimer opgezet, en bestond dan ook uit<br />
enkele grotere hoge gebouwen, met ruime open ruimtes ertussen, die fungeerden als<br />
tuinen, bomenperken en bleekvelden. Dit is duidelijk te zien op de plattegrond hier<br />
onder.<br />
<strong>De</strong> grotere hoge gebouwen op het ruimer opgezette stuk waren allen religieuze<br />
complexen. <strong>De</strong> oudste van deze gebouwen was het klooster <strong>Hessenberg</strong> zelf, dat<br />
omstreeks 1380 was gebouwd op één van de heuvels buiten de stad. Omdat dit<br />
gebied toentertijd gerekend werd tot het gebied van Hees, werd deze heuvel<br />
simpelweg ‘de Hezeschenberg’ genoemd. Het klooster werd dan ook hiernaar<br />
vernoemd. Toen het complex later binnen de muren kwam te liggen heeft het deze<br />
naam gehouden. Ook dit klooster werd oorspronkelijk bewoond door begijnen,<br />
ongehuwde vrouwen die hun leven aan god wijden en samenwonen in een soort<br />
kloostergemeenschap. In tegenstelling tot de echte kloosters, mochten begijnen wel<br />
eigen bezittingen hebben. Zo hadden op de <strong>Hessenberg</strong> bijvoorbeeld sommige<br />
vrouwen een eigen tuintje. Het klooster was rond 1450 zeker het grootste, en een<br />
van de rijkste kloosters van <strong>Nijmegen</strong>. Dit is ook de reden dat het rond 1420 een<br />
kapel in haar bezit kreeg. <strong>De</strong>ze kapel heeft vermoedelijk veel geleken op de<br />
Mariënburgkapel. <strong>De</strong>ze staat vandaag de dag nog overeind in hartje <strong>Nijmegen</strong>.<br />
Het andere begijnhuis op de <strong>Hessenberg</strong>, begijnhuis Bethlehem, dat oorspronkelijk<br />
een woonhuis was, werd pas later omgevormd tot een gemeenschappelijk huis. In<br />
1410 had Margaretha van Mekeren haar huis buiten de muren beschikbaar gesteld<br />
voor begijnen, dat dus ook na de uitbreiding van de stad binnen de muren kwam te<br />
liggen.<br />
Rood: bebouwing <strong>Hessenberg</strong> 1450 ; dikke zwarte lijn: stadsmuur Overige lijnen: kadastrale kaart eind<br />
20e eeuw,gebruikt als basis. 1: klooster <strong>Hessenberg</strong>; 2: 15 Kapel; 3: Sprongshof; 4: Begijnhuis betlehem;<br />
5: Lollardenhuis/ cellebroedershuis.
Over de overige twee kloosters op de <strong>Hessenberg</strong> is minder bekend. Het Spronghof<br />
werd begin 15 e eeuw gesticht door Elisabeth Sprong als begijnhuis. In een<br />
scheepsprotocol uit 1456 wordt gesproken over ‘sorores in Spronxhuys.’het woord<br />
‘sorores’, dat zusters betekent, doet vermoeden dat de gemeenschap rond 1450 een<br />
regel heeft aangenomen. Welke regel dit betrof is niet bekend. Later voegde het<br />
Spronghof zich samen met het klooster Betlehem. Het enige wat we weten van het<br />
Cellebroedershuis is waar het gestaan heeft, en dat er Cellebroeders woonden. <strong>De</strong><br />
naam Cellebroeders slaat op de gebrekkige huizen waarin zij woonden.<br />
Waarschijnlijk was dit dus in <strong>Nijmegen</strong> ook het geval. Cellebroeders verzorgden<br />
zieken en krankzinnigen, en speelden dan ook een belangrijke rol in tijd van de<br />
pestepidemieën. Of dit in <strong>Nijmegen</strong> ook het geval is geweest, is niet bekend.<br />
Aan de randen van de <strong>Hessenberg</strong>, met name aan de Jodenberg, lagen enkele<br />
kleinere woonhuizen.<br />
<strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> werd, aangezien alle bebouwingen religieuze doeleinden hadden,<br />
enkel bewoond door geestelijken. Alleen al klooster <strong>Hessenberg</strong> telde zo’n 90<br />
zusters. <strong>De</strong>ze namen na de overgang van begijnhuis naar klooster tussen 1442 en<br />
1450 hoogstwaarschijnlijk de derde regel van St. Franciscus aan. Hoewel de stad<br />
<strong>Nijmegen</strong> rond deze tijd bewoond werd door verschillende religieuze<br />
bevolkingsgroepen, zoals katholieken en joden, was de <strong>Hessenberg</strong> overtuigend<br />
katholiek. Alle religieuze gebouwen werden dan ook bewoond door katholieke<br />
geestelijken. Er is één straat aan de rand van de <strong>Hessenberg</strong> die anders zou doen<br />
vermoeden, namelijk de Jodenberg, maar ook deze straat werd uitsluitend bewoond<br />
door katholieken. In meerdere oude geschriften wordt verwezen naar een ‘straat van<br />
de joden’. Echter werd hier niet de Jodenberg mee bedoeld, maar de Jodengas, die<br />
slechts een huizenblok verderop lag. <strong>De</strong>ze had in verscheidene perioden in de<br />
Nijmeegse geschiedenis wel grotendeels joodse bewoners.<br />
Zoals dat in elke wijk gebeurde, en nog gebeurt, werd de status van de <strong>Hessenberg</strong><br />
sterk beïnvloed door de mensen die er woonden. <strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> werd vrijwel<br />
uitsluitend bewoond door geestelijken, en had dus een goede status in de stad. Het<br />
geloof speelde rond 1450 nog een grote rol in bijna ieders leven, en de mensen die<br />
hier hun beroep van hadden gemaakt genoten dan ook van enig aanzien. Hoewel de<br />
<strong>Hessenberg</strong> niet bewoond werd door geestelijken in erg hoge rang, gold dit ook voor<br />
de geestelijken op de <strong>Hessenberg</strong>. Echter werd de wijk waarschijnlijk niet als erg<br />
belangrijk geacht binnen de stad, omdat vrijwel niemand iets te maken had met de<br />
<strong>Hessenberg</strong>, en er dus ook niets te zoeken had. Ook is het zo dat de geestelijken<br />
zelf trachten een plek te hebben die een beetje onttrokken was van de samenleving,<br />
om zich zo optimaal tot het geloof te kunnen wenden. Naast de wat achteraf gelegen<br />
ligging, was de wijk rond 1450 ook grotendeels zelfvoorzienend, en hadden de<br />
inwoners zelf ook vrij weinig zaken buiten de wijk. Er waren binnen het complex<br />
moestuinen, er was een kapel, en op het terrein waren verschillende waterputten,<br />
waardoor de <strong>Hessenberg</strong> een soort van stadje was binnen een stad.<br />
16
Tijdvak 3<br />
Modernisering<br />
<strong>Nijmegen</strong> anno 1912<br />
17
Inleiding modernisering in <strong>Nijmegen</strong><br />
Na de middeleeuwen gebeurde er veel in <strong>Nijmegen</strong>. Het hertogdom van Gelre werd<br />
in 1543 opgenomen in het Habsburgse keizerrijk onder leiding van Karel V. <strong>Nijmegen</strong><br />
en de overige Nederlandse gewesten vielen voortaan onder Spaans-Habsburgs<br />
bestuur. In deze periode komt het protestantisme op in Nederland, zo ook in<br />
<strong>Nijmegen</strong>, daarop volgde in heel Nederland de Beeldenstorm in 1566/1567.<br />
<strong>Nijmegen</strong> was onder streng Spaans en dus katholiek bewind die de protestantse<br />
ketters niet dulden. In 1591 veroverde Maurits van Nassau <strong>Nijmegen</strong> op de<br />
katholieke Spaanse koning. Hiermee was de protestantering en de inlijving van<br />
<strong>Nijmegen</strong> bij de Republiek der Verenigde Nederlanden een feit. <strong>De</strong>ze zogenoemde<br />
Reductie van <strong>Nijmegen</strong> betekende een fundamentele wijziging in de politieke en<br />
godsdienstige verhoudingen in de stad. <strong>De</strong> Hollandse steden gingen zich steeds<br />
meer bezighouden met de handel met Oost-Indië. Door de vele oorlogsjaren waren<br />
de contacten met het achterland sterk verminderd en was de handel in <strong>Nijmegen</strong> op<br />
een laag pitje komen te staan. In 1635 raakte <strong>Nijmegen</strong>, net als de rest van Europa,<br />
besmet met de pest wat nog een extra klap was voor de al verslechterde<br />
economische positie van <strong>Nijmegen</strong>. <strong>De</strong> volgende bezetter diende zich aan in 1672<br />
toen de Fransen besloten om samen met Engeland de Republiek aan te vallen.<br />
<strong>Nijmegen</strong> werd ingenomen door het Franse leger van Lodewijk XIV. Lodewijk moest<br />
zich echter in 1674 weer terugtrekken uit <strong>Nijmegen</strong> omdat de Republiek werd<br />
bijgestaan door hulp van de Duitse keizer, <strong>De</strong>nemarken en enkele Duitse staten. Ook<br />
sloot de Republiek een vredesverdrag met Engeland. <strong>Nijmegen</strong> was vrijgesteld van<br />
de Franse bezetter en maakte weer deel uit van de Republiek. In 1678 werd een<br />
reeks internationale vredesverdragen getekend onder de naam: ‘<strong>De</strong> Vrede van<br />
<strong>Nijmegen</strong>’. In 1700 en 1702 verrees er rondom de stadsmuren een aantal<br />
buitenwerken ter verdediging van de stad. In 1702 konden deze verdedigingswerken<br />
een nieuwe aanval van Lodewijk tegenhouden. <strong>Nijmegen</strong> stond in 1794 voor de<br />
laatste belegering in de geschiedenis van de oude vestingwerken. <strong>De</strong> Franse<br />
revolutietroepen, veroverden de stad binnen 14 dagen en richten met hun<br />
bombardementen enorme schade aan. Tussen 1794 en 1800 maakte <strong>Nijmegen</strong> een<br />
depressie door en leefden veel <strong>Nijmegen</strong>aren in bittere armoede. Toen in 1814/1815<br />
het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden werd gesticht door de overwinnaars van<br />
Napoleon, werd ook <strong>Nijmegen</strong> hierbij ingelijfd. In het midden van de 19e eeuw<br />
groeide het inwoneraantal van <strong>Nijmegen</strong> tot ruimt 20.000. Rond 1850 zag de stad<br />
<strong>Nijmegen</strong> de eerste tekenen van vernieuwing en modernisering. Gasverlichting werd<br />
aangelegd in de stad en met de ingebruikname van de Nieuwe Haven werd er<br />
nieuwe industrie en nijverheid aangetrokken. <strong>De</strong> korte spoorlijn tussen <strong>Nijmegen</strong> en<br />
Kleef werd in 1865 in gebruik genomen<br />
Met het begin van de sloop van de vestingwerken begint de modernisering in<br />
<strong>Nijmegen</strong> pas echt. Met de ’modernisering’ wordt de reeks van maatschappelijke<br />
ontwikkelingen bedoeld die zich hebben voorgedaan vanaf de industriële revolutie.<br />
<strong>De</strong>ze veranderingen hebben een overgang tot stand gebracht van de traditionele<br />
standenmaatschappij naar de moderne samenleving, ofwel de moderniteit. In de rest<br />
van Nederland was de modernisering al eerder op gang gekomen. In <strong>Nijmegen</strong><br />
echter werd deze modernisering gehinderd door het ontbreken van<br />
uitbreidingsmogelijkheden voor de stad. <strong>Nijmegen</strong> was van oudsher een vestingstad.<br />
Aan het eind van de 19e eeuw was <strong>Nijmegen</strong> nog steeds omringd met middeleeuwse<br />
vestingwerken en dit verhinderde de mogelijkheid tot uitbreiding van de stad. In 1874<br />
18
werd bepaald door de Nederlandse overheid met de ‘Vestingwet’, dat de<br />
vestingwerken rond <strong>Nijmegen</strong> gesloopt mochten worden. Een paar gedeelten van de<br />
vestingwerken werden gespaard om het mooie aanzien van de stad te behouden: de<br />
Belvedère, de Kronenburgertoren, de Roomse Voet, de Sint-Jacobstoren, enkele<br />
walfragmenten en twee kleine poorten. <strong>De</strong> sloop begint bij de afbraak van de<br />
Hezelpoort op 26 januari 1876. Het slopen van de vestingwerken duurde zes jaar.<br />
<strong>Nijmegen</strong> kon zich opmaken voor een nieuwe toekomst waarin de stedelijke<br />
expansie en ontplooiing vooropstonden. Het oppervlak van de gemeente <strong>Nijmegen</strong><br />
groeide van 54 hectare naar 299 hectare. Juist door de hinder van de vestingwerken,<br />
die de stad jarenlang ondervond, kon nu gewerkt worden aan een totaalplan, waarbij<br />
de stad in één keer een grote stap voorwaarts kon maken. Het overkoepelende plan<br />
om <strong>Nijmegen</strong> te moderniseren werd ‘Nieuw-<strong>Nijmegen</strong>’ genoemd. <strong>De</strong> opzet van dit<br />
plan was om moderne woningbouw te creëren en een concept te ontwikkelen voor<br />
singels, ruime straten, pleinen en parken. <strong>De</strong> stijl van deze stadsmodernisering was<br />
geïnspireerd op Franse steden zoals Parijs.<br />
Grote aantallen arbeiders, afkomstig van het platteland, kwamen op de groeiende<br />
werkgelegenheid in de stad af. Het Kronenburgerpark, de buitensociëteit ‘<strong>De</strong><br />
Vereeniging’, verscheidene kerken, het nieuwe Sint-Canisiusziekenhuis aan de<br />
Houtstraat en het stationsgebouw zijn toonaangevende projecten die kort na de<br />
sloop van de vestingwerken zijn gebouwd. Ook de komst van de spoorlijn die<br />
<strong>Nijmegen</strong> moest gaan verbinden met Arnhem en ’s Hertogenbosch zorgde voor een<br />
stroomversnelling in de ontwikkeling van de stad <strong>Nijmegen</strong> op sociaal en economisch<br />
gebied. <strong>De</strong>ze spoorweg was al in het jaar 1877 voltooid. Al deze vernieuwingen<br />
zouden nooit hebben kunnen plaatsvinden zonder de komst van de industrialisatie.<br />
Met aan het begin de uitvinding van de stoommachine in de 18e eeuw ontstond een<br />
opmars van nieuwe vormen van techniek, bouw en wetenschap. Dit noemt men de<br />
industriële revolutie. <strong>De</strong> industrialisatie is de omschakeling van handmatig naar<br />
machinaal vervaardigde goederen. <strong>De</strong>ze veranderingen hebben een overgang tot<br />
stand gebracht van de traditionele standenmaatschappij naar de moderne<br />
samenleving, ofwel de moderniteit.<br />
19
<strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> in de modernisering<br />
Anno 1912<br />
Plattegrond van situatie R.K. Weeshuis anno 1912<br />
zoals die is ontstaan na de verbouwing in 1878. 1.<br />
Verbouwde oostelijke vleugel 2. Regentenkamer 3.<br />
Middeleeuwse kern 4. Jongensgebouw 5. Kleine<br />
jongensgebouw 6. Kleine jongensspeelplaats.<br />
20<br />
In het jaar 1912 werd ons<br />
onderzoeksgebied bijna geheel<br />
in beslag genomen door een<br />
weeshuis. Behalve het weeshuis<br />
stonden in 1912 alleen aan de<br />
Lange Hezelstraat en aan de<br />
Jodenberg enkele woonhuizen.<br />
<strong>De</strong> verschillende geestelijke<br />
gebouwen die in de<br />
middeleeuwen op de<br />
<strong>Hessenberg</strong> stonden voegden in<br />
de loop der jaren samen tot één<br />
klooster. In 1638 overleed de<br />
laatste non van het klooster en<br />
werd er een weeshuis gevestigd<br />
in het voormalige klooster. <strong>De</strong><br />
kern van het Rooms-Katholieke<br />
Weeshuis werd gevormd door<br />
het klooster <strong>Hessenberg</strong>.<br />
Rond 1845 werd het ‘Roomsch<br />
Katholyke Weeshuis’, zoals het<br />
toen heette, uitgebreid en<br />
verbouwd door Pieter van der<br />
Kemp, waardoor het weeshuis zijn typisch 19de-eeuwse uiterlijk kreeg. Ook in 1878<br />
vond een uitbreiding plaats, waaraan een gedenksteen in de muur nog herinnert.<br />
Sinds de verbouwing van het weeshuiscomplex in 1878 is het uiterlijk van het<br />
weeshuis niet veel veranderd (behalve dan de uitbreiding in 1887 en 1900). In 1878<br />
verbouwde Pieter van der Kemp de oostvleugel op het grondgebied van het<br />
voormalige klooster Bethlehem. <strong>De</strong> oostelijke vleugel omsloot samen met de<br />
regentenkamer en de middeleeuwse kern de speelplaats. Vanaf 1870 was het<br />
gehele complex van de <strong>Hessenberg</strong> omringd met een hoge stenen muur. <strong>De</strong><br />
<strong>Hessenberg</strong> is altijd een moeilijk bereikbare locatie geweest in de Nijmeegse<br />
binnenstad. <strong>De</strong> ingang van het weeshuis lag aan de Doddendaal, toenmalig nummer<br />
150. Dit was de makkelijkste manier om het gebied de <strong>Hessenberg</strong> te bereiken.<br />
Toentertijd liepen aan de noordzijde van de <strong>Hessenberg</strong> alleen wat kleine gassen<br />
vanuit de Houtstraat en de Lange Hezelstraat richting de <strong>Hessenberg</strong>.<br />
.<br />
Rond de eeuwwisseling breidde het weeshuis twee keer uit. <strong>De</strong> eerste uitbreiding<br />
was in 1887, toen werd aan het Pijkegas een afzonderlijk gebouw voor de grote<br />
jongens gebouwd. In 1900 maakten de opslagruimten aan de <strong>Hessenberg</strong>gas plaats
voor een afzonderlijke afdeling voor de kleine jongens. Het 'kleine jongenshuis' werd<br />
ontworpen door A. van den Bogaard en faciliteerde huisvesting voor ongeveer 30<br />
jonge wezen. <strong>De</strong> kleine jongensspeelplaats nam de plek in van de kapel, die was<br />
gesloopt. Het inwoneraantal van <strong>Nijmegen</strong> groeide in die jaren aanzienlijk en met<br />
deze twee nieuwe uitbreidingen werd de capaciteit van het weeshuis een stuk groter.<br />
Buiten waren drie speelplaatsen voor de wezen. Er was een meisjesspeelplaats ten<br />
westen van het weeshuis. Voor de kleine jongens en de grote jongens waren er twee<br />
afzonderlijke speelplaatsen ten oosten van het weeshuis, die gescheiden werden<br />
door een muur.<br />
Op de plattegrond uit 1912 is de interne indeling te zien die door de verbouwing in<br />
1878 is ontstaan. Met de twee uitbreidingen in 1887 en 1900.<br />
1. Verbouwde oostelijke vleugel<br />
2. Regentenkamer<br />
3. Middeleeuwse kern<br />
4. Jongensgebouw<br />
5. Kleine jongensgebouw<br />
6. Kleine jongensspeelplaats.<br />
Aan het gedeelte Lange Hezelstraat en Jodenberg dat nog onder ons<br />
onderzoeksgebied valt, staan woonhuizen. <strong>De</strong>ze woonhuizen staan er nog steeds, in<br />
dezelfde staat als in 1912. <strong>De</strong> huizen aan de Lange Hezelstraat hadden een<br />
woongedeelte op de 1 e en 2 e verdieping en een ruimte voor een winkel of bedrijf op<br />
de begane grond. <strong>De</strong> huizen op de Jodenberg werden uitsluitend gebruikt voor<br />
bewoning op alle verdiepingen.<br />
In 1818 veranderde het Arme Kinderen Huis in het Roomsch Katholiek Weeshuis,<br />
voluit het Roomsch Katholieke Weeshuis Broeders van Onze Lieve Vrouw van Zeven<br />
Smarten. Daarin zouden worden opgenomen: alle ouderloze, verlatene of te<br />
vondeling gelegde kinderen van Rooms Katholieke ouders, die binnen deze stad zijn<br />
overleden of woonachtig zijn geweest. Hoe men bepaalde wat de afkomst en het<br />
geloof van de ouders was is niet duidelijk. Het weeshuis was uitsluitend voor wezen<br />
van Nijmeegse burgers.<br />
In het weeshuis werden zowel<br />
jongens als meisjes opgevangen en<br />
gehuisvest. Er werd in het weeshuis<br />
een onderscheid gemaakt tussen de<br />
‘kleine jongens’ en de ‘grote<br />
jongens’. <strong>De</strong> grote jongens<br />
verbleven in het weeshuis tot ze<br />
maximaal 21 jaar oud waren. Bij<br />
welke leeftijd de scheiding ligt tussen<br />
de kleine jongens en de grote<br />
jongens is niet bekend. Voor beide<br />
categorieën waren speciale<br />
gebouwen, slaapzalen en<br />
speelplaatsen. <strong>De</strong> leeftijdsgroepen<br />
leefden dus gescheiden. Het<br />
foto van wezen. Omstreeks 1920/1930<br />
weeshuis werd geleid door broeders.<br />
<strong>De</strong>ze broeders zorgden ook voor het onderwijs aan de wezen.<br />
21
<strong>De</strong> straat de Jodenberg doet verwachten dat er aan de straat Joden wonen of<br />
hebben gewoond. Echter is deze straat vernoemd naar een oud Gelderse adellijke<br />
familie, het geslacht Jode (Joede). Toch blijft het vermoeden bestaan dat deze<br />
straatnaam een verbastering van Joedenbergh naar Jodenberg niet geheel toevallig<br />
is. Aangezien er veel joden aan of in de buurt van de Jodenberg leefden. Na de<br />
beruchte bloedbeschuldiging van 1716 waarin meerdere Joden terecht werden<br />
gesteld leek <strong>Nijmegen</strong> een stad te worden die Joden minder zou gaan accepteren.<br />
Toch trok <strong>Nijmegen</strong> in het begin van de 20e eeuw weer Joden aan. Aan het begin<br />
van de negentiende eeuw was het merendeel van de joodse inwoners van <strong>Nijmegen</strong><br />
armlastig. Zij hielden zich vooral bezig met straathandel en handel in tweedehands<br />
goederen. Aan het einde van de eeuw verbeterde de economische situatie. Zo werd<br />
het wonen in <strong>Nijmegen</strong> in het begin van de twintigste eeuw weer aantrekkelijker voor<br />
Joden. In 1929 woonden er 471 geregistreerde Joden in <strong>Nijmegen</strong>. <strong>De</strong> Joodse<br />
gemeenschap in <strong>Nijmegen</strong> was één van de belangrijkste in Nederland mede dankzij<br />
het tolerante klimaat van de stad. Vele Joodse winkels en bedrijven vestigden zich<br />
omstreeks 1900 t/m 1945 in de buurt van de <strong>Hessenberg</strong>. Hieronder volgt een lijst<br />
met Joodse winkels die tussen 1900 en 1945 in <strong>Nijmegen</strong> waren gevestigd:<br />
* Van Buren, slagerij, Ganzenheuvel<br />
* Glaser, Galanteriezaak, hoek Houtstraat/Hezelstraat<br />
* Glaser, juwelier, Hezelstraat<br />
* Israëls slagerij, Ganzenheuvel<br />
* Bakkerij, <strong>De</strong> Vries, Houtstraat<br />
* Wolff Bella, slagerij, Ganzenheuvel<br />
* Zodick, stoffenwinkel, Houtstraat.<br />
Het is dus goed mogelijk dat aan de Lange Hezelstraat en aan de Jodenberg Joden<br />
hebben gewoond, aangezien de buurt bekend stond om de aanwezigheid van Joden,<br />
Joodse winkels en zelfs een geïmproviseerde synagoge in een woonhuis aan het<br />
<strong>Hessenberg</strong>gas (vroegere gas tussen de Houtstraat en de Stikke Hezelstraat. Echter<br />
valt dit niet met bronnen aan te tonen.<br />
Aan het gedeelte van de Lange Hezelstraat dat nog in ons onderzoeksgebied valt<br />
waren woonhuizen die een functie hadden tot huisvesting maar ook tot bedrijvigheid.<br />
Op de begane grond was in elk huis een winkel of bedrijf gevestigd. <strong>De</strong> Lange<br />
Hezelstraat is de oudste winkelstraat van Nederland en al eeuwen dé winkelstraat<br />
van <strong>Nijmegen</strong>. <strong>De</strong> burgers die hier woonden hadden het relatief breed. <strong>De</strong> Lange<br />
Hezelstraat zorgde dus voor werkgelegenheid. <strong>De</strong> huizen aan de Jodenberg stonden<br />
in een smal gas en waren in vergelijking tot de huizen aan de Lange Hezelstraat<br />
minder hoogstaand.<br />
Voor de wezen en de broeders van het weeshuis had de <strong>Hessenberg</strong> een functie tot<br />
huisvesting. <strong>De</strong> wezen die gehuisvest waren op de <strong>Hessenberg</strong> verbleven daar tot<br />
hun 21 e .<br />
Ook kan je stellen dat de <strong>Hessenberg</strong> een verzorgende taak had in verhouding tot de<br />
rest van de stad. <strong>De</strong> broeders van het weeshuis zorgden ervoor dat de wezen van<br />
Nijmeegse burgers van de straat werden gehouden en opgevoed, geschoold en<br />
verzorgd werden. <strong>De</strong> wezen waren direct afhankelijk van de liefdadigheid van de<br />
broeders om te voorzien in hun levensonderhoud. Wezen hadden nooit een goede<br />
naam in de stad. Het waren kinderen die niet voor niets ten vondeling waren gelegd<br />
of wiens ouders leven door God was weggenomen. Je liet je eigen kinderen niet met<br />
22
of in de buurt van wezen spelen. Het is niet voor niets dat de wezen een eigen<br />
school en speelplaats hadden, zodat zij afgezonderd van andere kinderen uit de stad<br />
opgroeide. <strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> lag achteraf, vanaf de drukke straten niet te zien. Als stad<br />
zijnde was men niet trots op het weeshuis, het was een kant van de stad die men niet<br />
graag zag. Daarom kan je wel stellen dat de <strong>Hessenberg</strong> een gebied was dat los<br />
stond van de rest van de stad.<br />
23
Tijdvak 4<br />
Naoorlogs<br />
<strong>Nijmegen</strong> anno 1957<br />
24
Inleiding <strong>Nijmegen</strong> na de Tweede Wereldoorlog<br />
Door de industrialisatie en modernisering van de vorige eeuw was <strong>Nijmegen</strong> rond<br />
1900 een moderne stad geworden. Ze had spoorwegen, een tram, straatverlichting,<br />
een kanaal en zelfs enige fabrieken. <strong>De</strong> werkgelegenheid was inmiddels erg<br />
toegenomen en daardoor de welvaart. Echter zag <strong>Nijmegen</strong> zich niet langer als<br />
industriestad, het richtte zich dan ook vooral op onderwijs en dienstverlening. Dit<br />
werd benadrukt doordat de stad in 1923 een universiteit kreeg. <strong>De</strong> zwakke<br />
economische positie van de stad maakte haar nog extra kwetsbaar toen in 1929<br />
wereldwijd de crisis uitbrak. In het kader van de werkverschaffing werd met behulp<br />
van 163 man het Goffertpark aangelegd. In deze periode breidde <strong>Nijmegen</strong> zich<br />
enorm uit, maar de vele nieuwbouw deed het oude niet vergeten: de Belvedère, het<br />
raadshuis, de Waag en de St. Stevenskerk werden eind 19 e eeuw grondig<br />
gerestaureerd en boden de stad historische waarde. Wel verplaatste het nieuwe<br />
<strong>Nijmegen</strong> zich steeds meer naar de bovenstad, waardoor de benedenstad in verval<br />
raakte. Dit werd versterkt met de komst van de Waalbrug in 1936.<br />
Het centrum van <strong>Nijmegen</strong> net na de<br />
bombardementen van februari 1944<br />
Maar als in 1940 de Duitsers binnenvallen<br />
wordt deze door de Nederlandse genie<br />
onbruikbaar gemaakt om de opmars van<br />
Hitlers troepen te vertragen. Helaas heeft dit<br />
weinig effect, want op dezelfde dag capituleert<br />
Nederland, en valt ook <strong>Nijmegen</strong> onder Duits<br />
bezit. Echter is er in <strong>Nijmegen</strong> niet veel van<br />
de bezetting te merken, met uitzondering van<br />
de joden, tot 22 februari 1944, wanneer de<br />
geallieerden met bommenwerpers een groot<br />
deel van de stad verwoesten. Hierbij vallen er<br />
bijna 800 doden en minstens 1000 doden. <strong>De</strong><br />
schade is erg groot, met name in het oude<br />
centrum van <strong>Nijmegen</strong>. In september van dat<br />
jaar werd Nederland bevrijd door middel van<br />
de operatie Market Garden, maar de stad zou nog een half jaar deel uitmaken van de<br />
frontlinie. Ook hierbij vielen er nog velen doden en was er veel materiële schade.<br />
<strong>De</strong> wederopbouw die hierop volgde kwam erg traag op gang. Als eerst werden er<br />
noodwoningen en noodwinkels gebouwd. Vervolgens werd de verwoeste bovenstad<br />
geheel herbouwd en vernieuwd. Straten werden verbreedt en rechtgetrokken, en<br />
<strong>Nijmegen</strong> kreeg er een plein bij, namelijk het Plein 1944. Ook de historische<br />
elementen van de stad werden gerenoveerd. Zo werd onder andere de toren van de<br />
St. Stevenskerk gerepareerd en werd het stadhuis in oude glorie hersteld. <strong>De</strong> eerst<br />
fase van de wederopbouw werd rond 1956 voltooid. Na de oorlog kreeg <strong>Nijmegen</strong><br />
ook te kampen met een enorme woningnood en ging dan ook enorm uitbreiden aan<br />
de randen van de stad. Dit vond met name plaats aan de Zuid- en Westkant van de<br />
stad.<br />
Van deze wederopbouw is nog steeds veel terug te zien in de stad. Vooral de<br />
winkelpanden aan de Burchtstraat, de Molenstraatkerk, het stationsgebouw en de<br />
schouwburg zijn hier goede voorbeelden van.<br />
25
<strong>De</strong> <strong>Hessenberg</strong> na de Tweede Wereldoorlog<br />
Anno 1957<br />
<strong>De</strong> door het bombardement verwoeste<br />
Rooms Katholieke Weeshuis.<br />
Na de bombardementen van 22 februari<br />
1944 was het centrum van <strong>Nijmegen</strong><br />
vrijwel geheel verwoest. Ook de<br />
<strong>Hessenberg</strong> had ernstige schade<br />
opgelopen, en dan met name het (kleine)<br />
jongenshuis en de school van het RK<br />
weeshuis. Zo wordt in een document van<br />
de overheid over de defensie en<br />
oorlogsschade in de periode 1939 – 1945<br />
vermeld: ‘RK Weeshuis aan de<br />
<strong>Hessenberg</strong> ernstig beschadigd<br />
(Lammerts van Buren 72)’. Ook op het<br />
kaartje op de volgende pagina en de foto<br />
hiernaast is goed te zien dat het weeshuis<br />
bijna een voltreffer heeft gehad, waardoor meer dan de helft van het klooster is<br />
weggevaagd.<br />
In 1954 wordt het complex opgekocht door het Gemeenschappelijk<br />
Administratiekantoor, en wordt het flink verbouwd en gerestaureerd onder leiding van<br />
architect <strong>De</strong>ur. Hij drukt flink zijn eigen stempel op het gebouw (met name d.m.v. de<br />
vervanging van veel hout door staal) en tast de architectuurhistorische waarde dan<br />
ook flink aan. Later (rond 1960) gaan delen hiervan ook weer plat om plaats te<br />
maken voor uitbreidingen van het kantoor van de Gelderlander. Nog weer later (maar<br />
dan praten we over eind jaren ’90 van de 20 ste eeuw) gingen zelfs alle resten van het<br />
weeshuis tegen de vlakte, en bleef alleen het toegangspoortje nog intact.<br />
Het oorspronkelijke gebouw van de Gelderlander was echter veel minder beschadigd<br />
door de bombardementen, en had, na de papierschaarste van de oorlog, zelfs zijn<br />
functie weer teruggekregen. Een oud, persoonlijk document bewijst zelfs dat de<br />
kelders van het gebouw van de Gelderlander in de oorlog functioneerde als<br />
geïmproviseerde schuilkelder voor de in- en omwonenden van de wijk (voor het<br />
volledige document, zie bijlage). Nadat rond 1960 delen van het oude RK Weeshuis<br />
waren gesloopt was er plek voor uitbreiding van het kantoor. Dit werd typerende snel<br />
opgezette naoorlogse bouw (dat twintig jaar later weer tegen de vlakte zou gaan).<br />
26
Het is moeilijk na te gaan wie er na het bombardement op <strong>Nijmegen</strong> nog op de<br />
<strong>Hessenberg</strong> is blijven wonen, omdat<br />
het nogal een chaotische periode was<br />
qua woonruimte. Wat we wel weten is<br />
dat na het bombardement, en dus na<br />
de verwoesting van het RK Weeshuis,<br />
er geen katholieke wezen meer hebben<br />
gewoond op de <strong>Hessenberg</strong>, ook al is<br />
het grootste deel hiervan na de oorlog<br />
gerestaureerd. Ook weten we dat er na<br />
de oorlog geen joden meer hebben<br />
gewoond in de wijk. Of er tijdens de<br />
bezetting nog wel joden woonden, en<br />
zo ja, wat daarmee gebeurd is, is niet<br />
zo te zeggen. Het zou dan ook een<br />
heel onderzoek apart zijn om te<br />
achterhalen wat er met de joden die er<br />
Kaartje <strong>Hessenberg</strong> 1944: oorlogsschade.<br />
Rood: verwoest; Gelig: onbeschadigd/licht<br />
beschadigd<br />
27<br />
eventueel gewoond hebben is gebeurd<br />
tijdens de oorlog. Wel is het opvallend<br />
dat er rond 1912 nog wel een aantal<br />
joden in en rondom de wijk wonen, en<br />
in 1950 niet meer. Het is dus meer dan<br />
aannemelijk dat de bezetting iets te maken heeft met deze extreme afname. Na de<br />
oorlog hebben sommige gebouwen op het terrein ook nog een tijd gefungeerd als<br />
geïmproviseerde studentenhuizen. Dit was echter een noodoplossing, en heeft dan<br />
ook niet lang geduurd.<br />
Na de oorlog was de status van de wijk ook drastisch veranderd. Het was vrijwel al<br />
zijn religieuze bebouwingen kwijt geraakt,<br />
of in ieder geval waren deze gebouwen<br />
hun religieuze functie en status verloren.<br />
<strong>De</strong> afgezonderde ligging ten opzichte van<br />
de rest van de stad behield de wijk echter<br />
wel, waardoor het geheel een beetje een<br />
verborgen en achterliggend karakter<br />
kreeg. Ook al lag hoorde de wijk officieel<br />
bij het oude centrum van de stad, had het<br />
geen hoge prioriteit gekregen bij het<br />
wederopbouwings- en herintergratieplan<br />
van het oude centrum. Er stonden dus<br />
wel verschillende gebouwen, maar het<br />
oogde niet bepaald onderhouden, en alles<br />
bij elkaar was het een beetje een<br />
rommeltje. Hierdoor werd de wijk door<br />
veel <strong>Nijmegen</strong>aren in deze tijd gezien als<br />
een soort onbelangrijk, vergeten wijkje<br />
waar je niet hoefde te komen, en zeker<br />
niet hoefde te wonen.<br />
Bewoners <strong>Hessenberg</strong> zitten buiten
Nawoord<br />
Aan de hand van de strikte structuur en opbouw die onze methode voorschrijft<br />
hebben wij ons onderzoek uitgevoerd. <strong>De</strong> methode, die de basis was voor onze<br />
manier van onderzoeken, heeft een grote bijdrage geleverd voor het slagen van ons<br />
onderzoek. Natuurlijk zijn we tijdens ons onderzoek tegen problemen aangelopen,<br />
maar geen van deze problemen waren te wijten aan de methode. Één onderzoek<br />
bewijst niet de bruikbaarheid van de ontwikkelde methode, maar ons onderzoek kan<br />
wel als voorbeeld dienen om te laten zien wat het resultaat kan zijn van de methode.<br />
Wanneer onze onderzoeksmethode op grotere schaal wordt toegepast bij<br />
geschiedkundig onderzoek kan de bruikbaarheid ervan worden aangetoond.<br />
Wanneer er in onze methode gebreken worden geconstateerd, hopen wij dat deze<br />
worden aangepast. Op deze manier kan onze methode zich nog verder ontwikkelen.<br />
Geschiedkundig onderzoek is en blijft altijd een reflectie van de werkelijkheid zoals<br />
deze is geweest. <strong>De</strong>ze werkelijkheid is alweer veranderd voor je het hebt kunnen<br />
vastleggen op papier. Terugblikkend op het onderzoek kun je stellen dat de<br />
<strong>Hessenberg</strong> een wijk is die erg veel ontwikkeling heeft doorgemaakt. Het heeft een<br />
lange geschiedenis, waarin het veel verschillende functies, gebouwen, en bewoners<br />
heeft gehad. Het begon als een grafveld, waar inwoners van Ulpia Noviomagus<br />
Batavorum werden begraven. Daarna werd het omgevormd tot een kloostercomplex,<br />
waar vooral begijnen onderdak vonden. Het kloostercomplex kreeg uiteindelijk de<br />
functie als weeshuis, maar na het bombardement van 1944 raakte de wijk enigszins<br />
in verval. <strong>De</strong> Gelderlander had er nog lange tijd zijn hoofdkwartier, totdat de<br />
nieuwbouw plannen op tafel kwamen. Niet zomaar een ontwerp, maar een complex<br />
waar het historische aspect van de wijk sprekend naar voren komt. Kortom, een wijk<br />
met een rijke geschiedenis. Er zal ongetwijfeld veel verloren zijn gegaan door de<br />
eeuwen heen, maar met dit onderzoek is met de kennis die nog bestond, een<br />
overzichtelijk geheel gecreëerd.<br />
Als wij terugkijken op de onderzoeksperiode, zijn we erg tevreden. We hebben veel<br />
geleerd van het onderzoek, zowel op geschiedkundig gebied, als op<br />
onderzoekkundig gebied. We hebben geleerd dat niet alle informatie zomaar voor het<br />
grijpen ligt, maar dat je hier soms uren voor moet spitten in het archief, of zelfs bij<br />
mensen langs moet gaan die er verstand van hebben. Dit vonden wij achteraf gezien<br />
misschien juist wel het leukste deel van het onderzoek. Vooral het gevoel van<br />
ontdekkingen doen, die maar weinig mensen eerder hebben gedaan. Maar dit<br />
leverde soms juist ook stress op, omdat het soms veel langer duurt om bepaalde<br />
informatie te vinden dan je van tevoren dacht. Maar toch voelde het vaak als een<br />
soort jongensdroom om op zoek te gaan naar schatten. En als we terug kijken vinden<br />
we dat we die zeker hebben gevonden.<br />
Het was een interessant en fascinerend onderzoek om te doen, en we hebben er dan<br />
ook zeker van genoten. Nu is het hopen dat ons onderzoek over een jaar of honderd<br />
weer tevoorschijn komt, en aangevuld wordt met de veranderingen die tegen die tijd<br />
alweer tot de geschiedenis behoren. Want zo zien wij het, dit onderzoek is eigenlijk<br />
nooit af.<br />
28
Litertuur:<br />
Bronnenlijst<br />
<strong>De</strong> 20 dagen van <strong>Nijmegen</strong> – Camps, R. , Krul, S. , Lemmens, G. , Meerkerk, E.M.<br />
van. , Peterse, H. , Roeloffs, R.J.A. (serie)<br />
Cultuur histories profiel –Hövel, A. van (archief: Br 6141)<br />
<strong>Nijmegen</strong> in kaart gebracht 12 – Giesbertz, H.(archief: STZ D1/3/12)<br />
Romeins <strong>Nijmegen</strong> –Willems, W.J.H<br />
<strong>Nijmegen</strong>, geschiedenis van de oudste stad van Nederland – Bots, J.A.H. , Brabers,<br />
J.B.A.M. , Klep, P.M.M. , Kuijs, J.A.E. , Willems, W. , (3 delig)<br />
Historische Atlas van <strong>Nijmegen</strong> –Gunterman, B.<br />
Oud <strong>Nijmegen</strong>, Kerken en kloosters – onbekend (archief: A707)<br />
Sites:<br />
www.dehessenberg.nl<br />
www.nijmegen.nl/archief<br />
http://www.nijmegencity.nl/diversen/historie/joodse-gemeenschap.htm<br />
http://www2.nijmegen.nl/wonen/projecten/in_en_om_het_centrum/<strong>Hessenberg</strong><br />
http://www2.nijmegen.nl/wonen/oudste_stad/historienijmegen<br />
http://www.bertsgeschiedenissite.nl/middeleeuwen/eeuw6/eeuw6nijmegen.htm<br />
http://145.11.60.41/IMAP/meta/Alg_gesch_Nijm.pdf<br />
http://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Klooster_<strong>Hessenberg</strong><br />
http://www.voorouderslimburg.nl/maastricht/klooster-cellebroeders.htm<br />
http://www.benedenstad.info/site/blogs/media/blogs/bsn/historie/Rapport%20inventari<br />
satie%20wederopbouw%20<strong>Nijmegen</strong>%20centrum.pdf<br />
http://issuu.com/co.creatie/docs/hessenberg_deel1_<br />
http://albany.instantsites.nl/servlet/com.cubicinternational.site.manager.ShowPhotoAl<br />
bumPage?customerID=nationaltrading/isite&language=&type=page35<br />
www2.nijmegen.nl/mmbase/attachments/850713/gb08061.pdf<br />
http://www2.nijmegen.nl/bezoek/cultuur_bezienswaardigheden/kijkennaarkunst/kunst_op_ko<br />
mst/op_de_hessenberg<br />
29
Bijlage<br />
Persoonlijk document<br />
30
Dankbetuiging<br />
Binnen dit onderzoek hebben wij ondersteuning gekregen van verschillende mensen<br />
en instanties. <strong>De</strong>ze willen wij hierbij bedanken voor hun bijdrage aan dit onderzoek.<br />
Loek Janssen<br />
Voor de goede en sturende begeleiding.<br />
Ben Luderer<br />
Voor zijn hulp met de oriëntatie, en zijn toevoegende kennis.<br />
<strong>Regionaal</strong> <strong>Archief</strong> <strong>Nijmegen</strong><br />
Voor de hulp bij het zoeken naar informatie, en het leveren van verscheidene<br />
documenten.<br />
31