Auteursrechten en gebruiksvoorwaarden - Regionaal Archief ...

Zoeklicht
Tussen 1980 en 2005 zijn er zes delen genealogische bronnenpublicaties over Nijmegen en
de regio verschenen. Deze Zoeklicht-reeks was een gezamenlijk project van de afdeling
Kwartier van Nijmegen van de Nederlandse Genealogische Vereniging, de Stichting
Zoeklicht en het Gemeentearchief Nijmegen (tegenwoordig Regionaal Archief Nijmegen
(RAN). Gezien de diversiteit van de bronnen kunnen ook niet-genealogen baat hebben bij de
raadpleging van de reeks.
Omdat de artikelen in de delen Zoeklicht op Nijmegen (1980), Zoeklicht Kwartier van
Nijmegen (1985), Zoeklicht zonder Grenzen (1990), Zoeklicht bij Zilver (1995), Zoeklicht
2000 en Zoeklicht 2005 van blijvend belang zijn voor historisch en genealogisch onderzoek
in de regio Nijmegen, heeft het Regionaal Archief Nijmegen na overleg met het bestuur van
de Stichting besloten deze bronnenpublicaties op de website van het RAN te zetten. De
bronnen zijn op woordniveau doorzoekbaar.
Auteursrechten en gebruiksvoorwaarden
De publicaties van de Stichting Zoeklicht Nijmegen worden beheerd door het Regionaal
Archief Nijmegen en zijn te gebruiken onder de voorwaarden van de Creative Commons
Naamsvermelding-NietCommercieel 3.0 Nederland licentie.

Genealogisch onderzoek in Nijmegen en omgeving
Deze bijdrage is een aanpassing van het artikel onder dezelfde titel in Zoeklicht
op Nijmegen (1980) door N.A. Hamers. Door samenwerking van de auteur
met het gemeentearchief is het artikel aangevuld en aangepast aan de huidige
situatie, omdat de mogelijkheden voor onderzoek sinds 1980 aanmerkelijk zijn
verruimd.
Wanneer iemand de geschiedenis van zijn voorgeslacht of dat van een ander wil onderzoeken,
komt hij - nadat hij in eigen omgeving en bij familieleden de eerste gegevens
verzameld heeft - al spoedig terecht in een archief. Het gebouw waar de Nijmeegse
archivalia zijn ondergebracht, is het vroegere Arsenaal aan het Mariënburg.
Het archief bezit een bibliotheek, waarin .allerlei werken op het gebied van geschiedenis van
staat, stad en kerk, kunst en recht, aanwezig zijn, alsook vele boeken en tijdschriften op het
terrein van genealogie en heraldiek. Bijzondere vermelding verdienen de vele inventarissen
van in ons land aanwezige archieven. Ook wie dus niet direct in de Nijmeegse archivalia te
zoeken heeft, kan er goed terecht voor het naslaan van archiefinventarissen van elders.
Voor bijzonderheden over personen en zaken die de familiegeschiedenis kunnen verrijken,
kan men er de Staatscouranten (tot 1960) naslaan, alsook voor plaatselijke gebeurtenissen
de Nijmeegse dag- en weekbladen. Het aantal boeken, dat deze bibliotheek herbergt, is
ruim 10.000, waarbij nog geteld moeten worden de tientallen tijdschriften-series van
vroeger en nu, waaronder speciaal genoemd moet worden het tijdschrift 'Numaga' van de
historische vereniging van dezelfde naam, waarin ook van tijd tot tijd genealogische
bijdragen verschijnen.
Op de studiezaal staat een beperkte handbibliotheek met naslagwerk. De overige boeken
moeten via de diverse alfabetische en systematische catalogi worden opgezocht en kunnen
evenals de archiefstukken aan de leeszaalbalie worden aangevraagd. Men kan de boeken
alleen raadplegen op de studiezaal; uitlening vindt niet plaats.
Archivalia
Het archief van de gemeente Nijmegen herbergt diverse soorten archivalia, ook stukken die
geen betrekking hebben op het gebied van de huidige gemeente. Er bevinden zich ook
gedeponeerde archieven die ook de regio bestrijken. Een opsomming van die archieven,
welke voor genealogisch en heraldisch onderzoek van belang zijn, moge hier volgen.
A. Stads- en gemeentearchieven
Dit archief is wel het belangrijkste en beslaat de periode vanaf de Middeleeuwen tot circa
1946. Het oudste gedeelte van de archivalia bestrijkt de periode tot 1815 (Oud-Archief =
DAN).
J.A.B.M. DE JONG, Het olld-archief der gemeente Nijmegen 1196-1815, 4 din. 1. Inventaris, Il. Regestenlijst (tot 1591), lIl.
BrievenIijst, IV. Brievenlijst (vervolg tot 1591), lijst van kaarten en tekeningen; index, Nijmegen 1960.
Het nieuwe gedeelte van de archivalia bestrijkt de periode van 1815-1946: het archief van de
secretarie van de gemeente ( = Secr. Arch. Nijmegen).
Inventaris in handschrift.
Daarnaast zijn nog archieven van diverse gemeentelijke commissies, diensten, bedrijven en
instellingen aanwezig (1875-1960).
Er zijn enige gedrukte en vele handschriftelijke inventarissen.
7

B. Rechterlijke archieven
Ook hierbij is een onderscheid gemaakt tussen oud- en nieuw-archief. Het oudste archief
bestrijkt stad en schependom van 1410-1811 (Oud-rechterlijk archief = ORAN)
A. DELAHAYE, Rechterlijk archief der stad Nijmegen 1410-1811, Nijmegen 1951 (met naam- en zaakregister).
Ook uit de periode na 1811 zijn archiefstukken te raadplegen, zoals die van de Rechtbank
van Eerste Aanleg, Vredegerecht en Rechtbank van Koophandel. Deze archieven bevinden
zich weliswaar in het rijksarchief te Arnhem, maar van die uit de periode 1811-1838 bezit het
gemeentearchief microfiches.
H.A.M. JANSSEN: Inventaris van de Rechterlijk Archieven van Nijmegen 1811-1838, Nijmegen 1970 (getypt).
C. Notariële archieven
Nijmegen is één van de plaatsen in Gelderland, waarvan notariële archieven zijn bijgehouden
en bewaard van vóór 1811. Deze archieven van de periode 1758-1905 zijn op het
gemeentearchief aanwezig. Op de verleden akten zijn er repertoria. Alle namen, voorkomende
in deze akten, ook die van de getuigen, zijn in een kaartsysteem ondergebracht. Het
klapperen is thans gevorderd tot ca. 1840. Voor de periode na 1840 zal men zich moeten
behelpen met de repertoria. Het kaartsysteem staat in laden in de studiezaal opgesteld,
zodat deze archieven zeer goed toegankelijk zijn gemaakt.
D. Gildearchieven
Deze bijzonder interessante archieven van gilden bevatten vele gegevens ter aankleding van
de genealogie. Bewaard zijn archivalia van schippers (vanaf 1455), bakkers (1544), timmerlieden
(1550), brouwers (1562), smeden (1568), wevers (1592), chirurgijns en barbiers
(1611), kleermakers (1615), voerlieden (1705), schoenmakers (1785) en kramers (1820).
Van al deze archieven zijn plaatsingslijsten of inventarissen aanwezig. Voor een aantal inventarissen: P.e. BOEREN,
Inventaris van de archieven der Nijmeegsche Gilden, Nijmegen 1942 (getypt).
E. Archief der Nijmeegse Broederschappen
Dit unieke archief is niet alleen belangrijk voor informaties omtrent bezittingen van deze
broederschappen, maar ook voor genealogisch en heraldisch onderzoek, vooral wat betreft
de Middeleeuwen. Dit archief bestrijkt de tijd van 1330-1965 ( = Broed.).
J. G. CR. J OOSTING, Het Oud-Archief der Nijllleegsche Broederschappen (met regestenlijst tot 1788), Nijmegen 1891. (1330-
1820). Van het gedeelte na 1820 een plaatsingslijst.
F. Archieven der Weeshuizen
Deze archieven bevatten vele persoonlijke gegevens in overdrachtsakten enz. Ook kan men
er allerlei gegevens aantreffen over in de weeshuizen opgenomen kinderen. Het archief
begint in 1560 en tot 1965 zijn stukken voorhanden ( = Weesh.).
L. SORMANI, Inventaris van de archieven vdn het Borger-Kinderen Weeshuis, het Arme-Kinderhuis en de Beide Weeshuizen
te Nijmegen (met regestenlijst tot 1815), Nijmegen 1915. (Tot 1915) Van het gedeelte na 1915 een plaatsingslijst.
G. Archief van het Oud-Burgeren Gasthuis
Dit archief bevat vele gegevens over Nijmeegse burgers, bezittingen van het Gasthuis en
zijn bewoners ( = OBG). Het archief bestrijkt de periode 1330-1967.
E.M. REKKING, Inventaris van het Oud-Burgeren Gasthuis te Nijmegen, Nijmegen 1944 (met lijst van akten tot 1700, geen
naamregister, getypt). Voor het gedeelte na 1817: G.A. BooMsMA, Inventaris van het archief van het Oud-Burgeren
Gasthuis 1817-1967, , inv. reeks nr 8, Nijmegen 1985.
H. Polderarchieven
Hieronder vallen de archieven van de polderdistricten Circul van de Ooy (1580-1969), Rijk
van Nijmegen (1596-1944), Maas en Waal (1740-1944), Rijk van Nijmegen en Maas en Waal
(1944-1969) en bovendien van ruim 30 dorpspolders en buitenpolders (1590-1958), voornamelijk
uit het Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal.
8
Van deze archieven zijn getypte inventarissen aanwezig.

.1. Archieven der Nederlands Hervormde Gemeenten
Deze archieven betreffen die van Nijmegen (1585-1948) en 'Nijmegen Stad en Land (1948-
1972) met de daarbij gedeponeerde archieven van Beek en Ubbergen (1771-1956), Millingen,
Zeeland, Leuth en Kekerdom (1826-1948), Ooij en Persingen (1772-1948) en Hees en
Neerbosch (1845-1961).
A.e.M. DE WILDT, Inventaris van de archieven van de Nederlands Hervormde Gemeente te Nijmegen 1591-1948, inv. reeks
nr 4, Nijmegen 1982. Van het archief van 'Nijmegen Stad en Land' en de daarbij gedeponeerde archieven is een
plaatsingslijst.
Daarnaast zijn nog gedeponeerd de archieven van de hervormde gemeenten Over- en
Nederasselt (1639-1967) en Heumen en Malden (1748-1967).
M.M.M. DE MOL en M.A.F.T. VAN SON, Inventaris van de archieven van de Nederlands Hervormde Gemeenten te Heumen
en Malden 1748-1967 en te Over- en Nederasselt 1639-1967, inv. reeks nr 5, Nijmegen 1983.
J. Archief der Evangelisch Lutherse Gemeente te Nijmegen
Dit archief bestrijkt de periode 1644-1961.
F. VAN ABEELEN, Inventaris van het archief van de Evangelisch Lutherse Gemeente te Nijmegen, Nijmegen 1977 (getypt).
K. Archief der Waalse gemeente te Nijmegen
Dit archief begint in 1666 en loopt door tot 1973.
Een bruikbare inventaris is nog niet vervaardigd.
L. Familiearchieven
Deze archieven bevatten vele gegevens over voornamelijk Nijmeegse geslachten, waarvan
de oudste zijn die van Biesman (1381-1686), In de Betouw (1395-1899), De Groot Jamin
(1523-1912), Van Bijlandt (1574-1825), Engelen van Pijlsweert (1623-1778), Scheers (1677-
1930) en Van Suchtelen (1761-1909).
Van enige archieven zijn getypte inventarissen aanwezig.
Hiermee zijn wel de in het Nijmeegse archiefdepót aanwezige archieven vermeld, die het
meest nuttig zijn voor genealogisch en heraldisch onderzoek.
Voor wie een uitvoeriger overzicht wenst, kan verwezen worden naar: I.I.A. BUYLINCKX, Uw Gemeentearchief-Wegwijzer
voor geiilteresseerden in en gebruikers van de archieven en verzamelingen, berustende in het gemeentearchief van Nijmegen,
derde druk, Nijmegen 1982.
Uiteraard zijn er meer bronnen die op Nijmegen en omgeving betrekking hebben, maar
daarvoor mogen wij verwijzen naar de literatuur.
Rijksarchieven in Nederland, 2 dIn., 's-Gravenhage 1973. Archieven in Gelderland, Alphen aan den Rijn 1979.
De Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB-boeken) van Nijmegen, Schependom, Neerbosch,
Hees, zijn in het bovenstaande niet genoemd. Zij zijn eigendom van het Rijksarchief
in Gelderland, maar zijn in bruikleen gegeven aan het gemeentearchief te Nijmegen. De
DTB-boeken van andere dorpen rond Nijmegen berusten dus in het R.A. in Gelderland te
Arnhem. Wel berusten in het gemeentearchief toch verschillende registers - in afschrift of
microfiche - van gemeenten of parochies uit de omgeving. Deze zullen in de volgende
bijdrage in deze bundel ter sprake komen.
Bovendien zij hier betreffende de Nederlands Hervormde kerkelijke archieven van Nijmegen
en omgeving - zoals bijvoorbeeld de archieven van het Classikaal Bestuur (1598-1839) -
medegedeeld, dat deze in het R.A. te Arnhem te raadplegen zijn.
Van R.K. parochies zijn stukken aanwezig in de archieven van de bisdommen Roermond
(ondergebracht in het R.A. te Maastricht) en 's-Hertogenbosch. Van de Statie der Jezuïeten
(Lage Markt, later Sint-Ignatius-, thans Sint- Canisiusparochie) bevinden zich stukken op de
pastorie en in het archief van de Nederlandse Provincie der Jezuïeten (Berchmanianum,
Houtlaan) te Nijmegen; van een aantal van die stukken zijn fotocopieën aanwezig in het
gemeentearchief.
Inventaris in handschrift ook in het gemeentearchief.
9

Begin van het onderzoek
Iedereen die met genealogisch onderzoek begint heeft, alvorens hij naar een archief gaat,
zich op de hoogte gesteld van de eerste beginselen van het genealogisch onderzoek en hij
heeft verzameld wat er binnen zijn familiekring aan stukken: akten, uittreksels, trouwboekjes,
paspoorten, foto's, bidprentjes enz., aanwezig is.
Voor de eerste stappen op het terrein van de genealogie kunnen wij het beste verwijzen naar: Van ouders naar voorouders,
uitg. N.G.V. Amsterdam 1983. Zie ook de aldaar vermelde literatuur.
Al spoedig vraagt men zich af, of er niets omtrent zijn eigen voorouders is gepubliceerd.
Men kan eenvoudig aan deze informatie komen door in de repertoria na te slaan, of de
familienaam reeds in publicaties voorkomt.
De publicaties verschenen vóór 1 januari 1971 zijn verwerkt in: E.A. VAN BERESTEYN, Genealogisch Repertorium, 2 din., 's­
Gravenhage 1972. Publicaties na 1970 in Gens Nostra: N.A. Hamers, Register van namen der geslachten die voorkomen in
de jaargangen I ffm XXXVIII (1945-1983) in Gens Nostra, uitg. NGV Amsterdam 1984.
Voorts verdient het aanbeveling in het Verenigingscentrum der Nederlandse Genealogische
Vereniging te Naarden na te gaan, door middel van het Centraal Naamregister, of er de
laatste tien jaar nog iets is gepubliceerd. Ook kan men daar de Contactdienst raadplegen en
zien, of er door leden ooit een onderzoek naar het betreffende geslacht is gedaan. Om zeker
te zijn, is het vooral aan te raden te informeren, of het Centraal Bureau voor Genealogie te
's-Gravenhage ook een dossier op de naam bezit.
Ook in het gemeentearchief te Nijmegen zijn dossiers aanwezig betreffende Nijmeegse
families, waarover correspondentie is gevoerd. Daaruit kan blijken, wie er een onderzoek
heeft ingesteld of heeft laten instellen, en de resultaten ervan liggen erin vast. Uiteraard zijn
deze gegevens niet openbaar. Men kan echter wel vragen, of met betrekking tot het geslacht
ooit een onderzoek is verricht.
leder die voor genealogisch onderzoek inventarissen ter hand neemt, kijkt veelal onmiddellijk
naar de index, of de betreffende familienaam er voorkomt. Er zij hier echter gewezen op
het feit, dat slechts een zeer klein aantal van de in het archief voorkomende familienamen in
de tekst van de inventaris is opgenomen en dus in de index is geplaatst. Het merendeel van
de namen staat uiteraard in de stukken zelf!
Omdat amateur-genealogen maar al te vaak vergeten een inventaris grondig door te nemen,
willen wij er hier in het bijzonder op wijzen, dat ieder zich goed moet oriënteren, voordat hij
met een onderzoek begint. De kennis van een globaal overzicht van de geschiedenis van
stad en omgeving en van het betreffende tijdperk waarin men zoekt, is zeker noodzakelijk.
Juist een inventaris - vooral de inleiding - is één der bronnen waar men deze kennis kan
opdoen en hiervan goede notitie nemen is géén verloren tijd! Tijd besteed aan het
doornemen van een inventaris, waaruit men aantekeningen maakt die voor het eigen
onderzoek van belang kunnen zijn, is wélbestede tijd!
Periodisering
De periodisering van de geschiedenis van stad en omgeving wijkt weinig af van de algemeen
gangbare: Middeleeuwen: tot 1591; Nieuwe Tijd: 1591-1795; Bataafs-Franse Tijd: 1795-1811;
Nieuwste Tijd: 1811-heden.
Deze indeling betreft uiteraard de geschiedenis van de stad: tot 1870 een vesting met een
verdedigingsgordel die lag in het gebied dat de stad behoorde en dat Schependom werd
genoemd. Onder dit schependom vielen de dorpen en gehuchten Hees, Neerbosch, Hatert
met Sint-Anna en Driehuizen, maar ook Broerdijk en Hengstdal. Voor de dorpen in de
omgeving van Nijmegen zie het hierna volgende artikel in deze bundel.
Met het oog op de bij genealogisch onderzoek gehanteerde methode zullen de perioden met
hun bronnen in anti-chronologische volgorde beschreven worden.
10

Registers van de Burgerlijke Stand
NIEUWSTE TUD (1811-heden)
Mét de Bevolkingsregisters zijn de Registers van de Burgerlijke Stand de primaire bronnen
voor genealogisch onderzoek. De BS-registers beginnen in 1811 en in het archief zijn deze
aanwezig wat de geboorte- en huwelijksregisters betreft tlm 1902 en overlijdensregisters tlm
1912 (In rijksarchief te Arnhem resp. tlm 1912 en 1932). Het is daarom noodzakelijk dat
men, alvorens met het onderzoek in de gemeente Nijmegen - dus ook in Hees, Neerbosch
en Hatert - te beginnen, uitgaat van gegevens die dateren van vóór 1902/12. De BS is de
enige exacte bron voor deze periode. De data en namen zijn over het algemeen juist, althans
zoals zij voorkomen in de akten, zij het dat er natuurlijk ook fouten zijn ingeslopen, waarop
straks nader wordt ingegaan.
De BS is in 1811 ingevoerd, dus feitelijk in de periode dat het hele gebied - Nijmegen en
omgeving - ingelijfd was bij Frankrijk. De akten werden dus ook in de Franse taal
opgemaakt, hetgeen soms wel moeilijkheden kan opleveren. De familienaam werd niet in
het Frans vertaald, maar in de meeste gevallen wel de voornamen van geborenen, huwelijkspartners
en overledenen. Zo zal men erop verdacht moeten zijn, dat bijvoorbeeld Jan
Jacobs is ingeschreven als Jean Jacques; Theodorus, Dorus of Dirk als Thierry enz. Veelal
vinden wij deze voornamen nog terug in latere huwelijksakten, omdat de volledige namen
waren overgenomen uit de in het Frans gestelde geboorteakte.
Per tien jaar, te beginnen met 1813, zijn steeds klappers vervaardigd - meestal genoemd
tienjarige tafels -,zowel van geboorten als van huwelijken en overlijdens, dus van 1813-1822,
1823-1832 enz. De klappers geven de data van aangifte van geboorte of overlijden (in de
eerste jaren is soms ook de datum van geboorte resp. overlijden toegevoegd) en het
nummer van de akte of het nummer van het folioblad waarop de akte staat ingeschreven.
Geboorte en overlijden zijn niet steeds op de werkelijke geboorte- of sterfdag aangegeven.
Men dient dus altijd de akte zelf na te slaan om de precieze datum te vinden; trouwens, daar
vindt men meer dan alleen namen en datum! Daarentegen geven de data van de huwelijken
in de tienjarige tafels steeds de werkelijke trouwdatum.
Omtrent de schrijfwijze van de namen in de registers van de eerste tientallen jaren van de
BS moet opgemerkt worden, dat de namen door de ambtenaren niet precies zo geschreven
werden als zij later voorkomen; de naam Huibers bijvoorbeeld vindt men niet in de
huwelijken, echter wel Hubers en Huijbers. Soms - o.a. in de huwelijksregisters - worden
de namen geschreven zoals zij in de doopboeken voorkomen. Bij geboorte-inschrijvingen
lette men niet direct op de schrijfwijze van de familienaam zoals die voorkwam in de
huwelijksakte van de ouders; daardoor wijzigde zich de spelling. Dit komt ook voor in de
overlijdensregisters: de ambtenaar schreef de naam van de overledene in, zoals hij die
meende te verstaan van degene die het overlijden kwam aangeven. De laatste moest ook
nog mededelen, hoe oud de overledene was en wie de ouders van de overledene waren. Dat
deze opgaven veelal niet klopten met de werkelijkheid, kan ieder zich indenken. Voor de
oudste perioden zijn dus de huwelijksakten in vergelijking met de geboorte- en overlijdensakten
het meest betrouwbaar.
Doop- of geboortebewijzen moesten door de partners overgelegd worden, indien zij zich in
ondertrouw wensten te begeven. Indien één der ouders of beide ouders van bruid of
bruidegom niet meer in leven waren, werden bewijzen van overlijden overgelegd. Als beide
ouders van een der partners overleden waren, was men zelfs verplicht ook de overlijdens- of
begraafakten van de vier grootouders over te leggen. In de oudste registers schreef men
uittreksels van de overgelegde akten nog in bij de huwelijksakten, later niet meer. Indien
11

één van de partners reeds tevoren gehuwd was geweest, werd uiteraard ook de overlijdensakte
van de vorige echtgenote of echtgenoot vereist. Al deze stukken werden bewaard en
worden de 'Bijlagen van de huwelijksakte' genoemd. Daaronder bevindt zich meestal ook
een certificaat dat de bruidegom aan zijn verplichtingen inzake de Nationale Militie heeft
voldaan. Dit interessante stuk vermeldt meestal een volledig signalement van de betrokkene:
lengte, kleur van ogen, haar en wenkbrauwen, vorm van neus, voorhoofd en kin,
merkbare tekenen enz. Al deze bijlagen zijn op microfiches aanwezig tlm 1882 in het
Nijmeegs gemeentearchief; de originelen bevinden zich in het rijksarchief te Arnhem
alwaar men deze ter inzage kan aanvragen onder het nummer van de betreffende huwelijksakte
van dat jaar.
In Arnhem bevinden zich eveneens de ondertrouwregisters, dus afkondigingsregisters, waar
méér echtparen vermeld staan dan in de huwelijksregisters, omdat een aantal afgekondigde
huwelijken elders is voltrokken. Ze staan niet in het overzicht op de leeszaal. Deze dient
men.speciaal aan te vragen. In het Nijmeegse archief zijn hiervan (nog) geen microfiches.
Rekening houdend met het voorgaande kan men - uitgaand van een naam en geboortedatum
vóór 1902 te Nijmegen - in de registers der BS de voorouders van deze persoon
terugvinden tot 1811, als deze steeds in de gemeente Nijmegen leefden. De tienjarige tafels
zijn hierbij onontbeerlijk. De huwelijksakten (met bijlagen) vormen de meest betrouwbare
bron. Een zeer nuttige ingang, zowel op mannen als vrouwen, voor de huwelijksakten, is op
de leeszaal aanwezig.
R. HOPPE, Civiele huwelijken 1811-1902 in provincie Gelderland, dl. I Nijmegen (1785-1902), Nijmegen 1980.
Een onderzoek in deze bronnen is vrij gemakkelijk en minder tijdrovend dan in het
rijksarchief te Arnhem, omdat alle van de BS-bijlagen (tlm 1882) en klappers op microfiches
in de leeszaal aanwezig zijn.
In het bijzonder moet gewezen worden op enkele speciale registertjes van de BS, de Z.g.
Bijvoegsels. Vanaf 1814 zijn jaarlijks deze registertjes bijgehouden: doodgeboren of voor
aangifte overleden kinderen 1814-1825, gerechtelijk besluit inzake familienaam Weijntjes,
Wint jes en Wijntjes in 1827, echtscheidingen 1819, 1921, 1826, 1832, 1835 en 1837 en een
vondeling in 1814 (de akten staan niet in de normale BS-registers). Deze registertjes zijn op
microfiches aanwezig in de leeszaal.
Bevolkingsregisters
Een zeer belangrijke bron naast de registers van de Burgerlijke Stand is het Bevolkingsregister
van de gemeente Nijmegen, waaronder dus ook Hees, Neerbosch en Hatert behoorden.
Hieronder willen wij ook rekenen de volkstellingsregisters van 1827 en 1840, maar dan
met de opmerking, dat dit eerste register - begonnen als volkstellingsregister - is doorgezet
als bevolkiIigsregister. Over het algemeen geven deze registers een duidelijk beeld van de
bevolking van de gemeente vanaf 1827 tot 1920.
Op de eerste serie (1827-1850) bestaat een inventaris met een gedegen, lezenswaardige
inleiding, waarin nadere bijzonderheden betreffende de registratie en deze registers zijn
beschreven. Het meest vermeldenswaard is misschien wel, dat bij het inbinden van enige
exemplaren fouten zijn gemaakt, zodat corresponderende pagina's niet altijd tegenover
elkander zijn geplaatst.
De indeling is naar wijken, met letters van het alfabet aangegeven, veelal met straat en
nummer, waar één of meer gezinnen per blad vermeld staan. De oudste registers vermelden
geen geboortedatum en -plaats, maar enkel de leeftijd der personen zoals deze dit zelf bij de
telling opgaven. Dat die leeftijden niet altijd kloppen, zal ieder begrijpen. Het ligt ook voor
12

de hand dat de oudere registers niet corresponderen met de inschrijvingen in de Burgelijke
Stand. Pas later zijn deze registers op elkaar afgestemd. In deze latere registers staan de
gezinshoofden met leden van het gezin en inwonenden veelal alfabetisch per blad genoteerd.
Er staan daarin dan ook opgenomen geboorte- en eventuele overlijdensdata, alle
kinderen behalve de levenloos geborenen (die wij wel in de BS aantreffen, meestal in het
overlijdensregister - in de klapper terug te vinden onder de naam van de vader - of in een
aparte lijst van doodgeboren kinderen achterin het overlijdensregister of in de eerder
genoemde Bijvoegsels). Ook vinden wij er het beroep van het gezinshoofd, eventueel van
de kinderen, en bovendien de (familie)relatie met de inwonenden. Vestiging, vertrek en
verhuizing staan vermeld, meestal met plaats van herkomst en vertrek, maar men vergat
nogal eens de datum daarbij te vermelden.
Tot deze reeks bevolkingsregisters behoren ook aparte registers van vestiging van 1830-1840
en van 1861-1920, alsook een register van vertrek van 1862-1920. Voorts nog registers
betreffende dienstboden (mannelijke en vrouwelijke), militairen, bewoners van het Oud­
Burgeren Gasthuis, het Huis van Arrest enz ..
Gelukkig voor genealogen zijn op de bevolkingsregisters moderne ingangen gemaakt, zodat,
via deze klappers de gezinnen en personen gemakkelijk te vinden zijn wat betreft de periode
1827-1920. Alle klappers en ook de registers zijn via microfilms in de leeszaal te raadplegen.
De registratie van de bevolking na 1920, evenals de BS na 1902, berust op de afdeling
Bevolking en Burgerlijke Stand ten stadhuize en is dus niet te raadplegen. Na 1938 zijn
peroonskaarten ingevoerd en deze berusten daar ook. Het is echter mogelijk afschriften van
persoonskaarten van overleden tussen 1938 en 1984 te verkrijgen bij het Centraal Bureau
voor Genealogie te 's-Gravenhage.
Voor de aanvang van de bevolkingsregisters zijn er verschillende bronnen die ons kunnen
inlichten omtrent vestiging en vertrek o.a. een register met ingekomen personen van 1818-
1830, waarvan een deel elders in deze bundel is opgenomen.
Zie voor diverse bronnen inzake bevolking, vfestiging en vertrek, naturalisatie e.d.: Afstemmen op Afstammen, Nijmegen
1980, p. 12-13.
Kerkelijke registers
Hoewel velen misschien vinden, dat het raadplegen van kerkelijke registers - zoals doop-,
trouw- en begraafboeken, alsook lidmatenregisters - in deze periode onnodig is, omdat de
BS-registers voldoende inlichtingen bevatten, geven de kerkelijke registers toch informatie
die wij in de BS- en Bevolkingsregisters niet kunnen vinden. Wij denken hierbij aan
vestiging en vertrek vóór 1827, aan doop data en doopgetuigen (peter en meter), kerkelijke
huwelijksdata (die door de partners veelal als de werkelijke huwelijksdatum werd
beschouwd en waarnaar de jubilea werden gevierd).
Zo bevinden zich in het depot van het Nijmeegs gemeentearchief: van de Nederlands
Hervormde Gemeente Nijmegen doopboeken tot 1940, trouwboeken tot 1972, lidmatenregisters
tot 1930; van de Waalse Gemeente doop- en trouwboek tot 1833 en een lidmatenboek
dat doorloopt tot 1971. Het trouwregister van de Nederlands Hervormde Gemeente Hees­
Neerbosch eindigt in 1835. Het trouwboek van de r.-k. parochie Neerbosch loopt door tot
1847 en de begraafregisters tot 1910. Ook een lijst van gedoopten is te raadplegen, waarin
tevens lijsten van vormelingen van 1833, 1837 en 1840. Zie overzicht in de bijlage DTB bij
dit artikel.
Memories van Successie
Deze belangrijke bronnen zijn niet in het gemeentearchief aanwezig maar in het rijksarchief
te Arnhem. Hopelijk zullen deze t.Z. t. ook te Nijmegen op microfiches te raadplegen zijn.
13

Secundaire bronnen
Juist vanaf het ontstaan van de gemeente (mairie) Nijmegen (1811) zijn de secundaire
bronnen in groten getale voorhanden. Hier zij alleen gewezen op enkele belangrijke en
bijzondere bronnen, temeer daar hierover elders is gepubliceerd. Men denke aan de
archieven van de gemeentelijke secretarie en commissies, notariële archieven, die tot 1905
beschikbaar zijn, de rechterlijke en militaire archieven, archieven van polderdistricten,
voormalig kramersgild (1820-1965), smedenambt (tot 1886), weversambt (tot 1826), schippersgilde
(tot 1933), familiearchieven en particuliere collecties enz. enz,
Vooral de archieven van het Oud-Burgeren Gasthuis bevatten veel gegevens, waarvan
lijsten van opgenomen vrouwen zijn gepubliceerd in Afstemmen op Afstammen, Nijmegen
1980, p. 103 e.v. en van mannen in Zoeklicht op Nijmegen (1980). p. 54 e.v.; beide van 1712-
1822. Een lijst van mannen en vrouwen van 1822-1859 vindt men in deze bundel. Ook de
Weeshuisarchieven zijn als bron erg belangrijk.
Zie: BUYLINCKX, t.a.p. J.L.J.G.M. CEULEMANS en H.A.M. JANSSEN, Secundaire Nijmeegse genealogische bronnen uitde1ge
en 20e eeuw, in Afstemmen op Afstammen, Nijmegen 1980, p. 8 e.v.
Kerkelijke registers
BATAAFS-FRANSE TIJD (1795-1811)
Wel zijn de kerkelijke registers de primaire bronnen, zoals zij dat ook zijn vóór 1795.
Opgemerkt moet worden, dat nagenoeg alle registers na hun afsluiting in 1811 vonnissen
bevatten inzake voor- en achternamen.
In de trouwregisters der Nederduits Gereformeerde Gemeente werden achterin ook huwelijken
ingeschreven (1791-1809) die op attestatie van het stadsbestuur of elders zijn voltrokken.
Van de Doopsgezinden werd in 1805 een lijst opgemaakt van namen en data van
kinderen (1751-1805). Zie voorts het overzicht in bijlage DTB bij dit artikel.
Registers van huwelijkscommissarissen
Na de omwenteling die door de Fransen in 1795 tot stand was gebracht, kwam een jaar later
in Nijmegen de gehele registratie van huwelijken aan de burgerlijke overheid. Nagenoeg
alle huwelijksafkondigingen en huwelijksbevestigingen geschiedden voor de huwelijkscommissarissen.
Dit gold voor het gehele Nijmeegse gebied, dus ook voor het Schependom met
Hees, Neerbosch en Hatert, al blijken niet alle huwelijken die wij in de katholieke registers
van Neerbosch aantreffen, ook te Nijmegen zijn afgekondigd. De inschrijvingen in deze
registers zijn uitvoeriger dan die in de kerkelijke registers: geboorteplaatsen, leeftijden,
vorige echtgeno(o)t(e), soms ouders enz. worden van de partners vermeld. Uiteraard is de
volgorde aangehouden van de ondertrouw, waarna elke dag waarop de volgende afkondiging
geschiedde werd aangetekend en als laatste de datum van het huwelijk. De bijlagen die
overgelegd moesten worden zijn enkel bewaard gebleven uit de jaren 1796-1798, waaronder
ook stukken betreffende huwelijken die elders gesloten zijn, als één der parijen in Nijmegen
woonde (1796-1797). De Franse Republikeinse Kalender is in Nijmegen en omgeving
uiteraard niet gebruikt, want dit gebied viel toen onder de Bataafse Republiek en tot aan de
inlijving bij Frankrijk, onder het Koninkrijk Holland. Wel zal men er mee geconfronteerd
worden bij onderzoek in secundaire bronnen zoals bijvoorbeeld ontlastbrieven. De maandaanduiding
'Louwmaand, Sprokkelmaand, Lentemaand' enz. voor januari, februari, maart
enz. is hier evenals elders doorgevoerd.
14
Een klapper zowel op mannen als vrouwen vinden we het genoemde werk van R. HOPPE, Civiele huwelijken.

De registratie van overleden en begraven personen is na 1811 opnieuw ter hand genomen in
verband met de noodzakelijkheid om bewijzen te kunnen overleggen bij het aangaan van
een huwelijk. Vandaar ook dat lijsten en klappers zijn aangelegd zowel op dopen (sinds
1780, zowel van stad als Schependom) als op overlijden of begraven (sinds 1783, wat de stad
betreft). De registratie van aangegeven lijken en begraven personen in het Schependom
vindt men in lijsten en klappers: Nederlands Hervormde gemeente Neerbosch (1797-1810)
en bovendien r.-k. parochie Neerbosch, waaronder Hatert (1780-1795, met een onderbreking
in de jaren 1786-1789). Zie bijlage DTB-bronnen.
Secundaire bronnen
Voor deze periode zijn nogal veel bronnen beschikbaar die kunnen bijdragen tot het
verkrijgen van de nodige achtergrondinformatie voor een familiegeschiedenis. Allereerst
een Nominatieve lijst van wijken, straten, huizen en bewoners van Nijmegen:
A.H.A.M. TIELEN, Voorlopige lijst van eigenaars en panden in de wijken A,B,C, en D van Nijmegen in 1795, met index
(OAN, inv. nr. 682, map 8) (getypt)
Voorts een Kohier der ordinaire verponding en van het Straat- en pompgeld van 1792-1810,
met alfabetisch register (aAN inv. nrs. 1374-1377), waarbij vergelijking mogelijk is met de
Kohieren der grondbelasting, belasting op deuren en vensters, personele belasting en roerende
goederen in 1812 (aAN inv. nrs. 1384-1386). Bovendien zijn er nog lijsten van de hoogstaangeslagenen
in de belasting, van de oudste inwoners der stad (aAN inv. nr. 3112) en een lijst
van stembevoegde burgers in 1798.
Een belangrijke bron voor deze tijd is het register met afschriften van brieven van readmissie
van personen die zich in Nijmegen wensten te vestigen van 1798-1810, welke lijst in
Zoeklicht op Nijmegen (1980), p. 32 e.v. werd opgenomen. Nauw hiermee samenhangend is
de aanname van personen tot Nijmeegs burger sinds 1795, die nogal wat voeten in aarde
had. (Zie SCIllMMEL, Burgerrecht, hoofdstuk lIl, 1794-1810, p. 105 e.v.) Op het burgerrecht
wordt in de volgende periode nader ingegaan.
Ander secundaire bronnen, zoals de rechterlijke en notariële archieven, zijn feitelijk dezelfde
als vóór 1795; zij zullen in de volgende periode aan de orde komen.
Kerkelijke registers
NIEUWE TIJD (1591-1795)
De primaire bronnen voor onderzoek in deze periode zijn vanzelfsprekend de doop-, trouwen
begraafregisters der verschillende kerkgenootschappen.
Na 1591 tot het midden van de 17 e eeuw was het aantal gereformeerden binnen de stad in de
minderheid, maar in de 17e eeuw nam hun aantal sterk toe, mede door vestiging van
vreemden en door het wegtrekken van katholieke gezinnen. Ook de pestepidemieën van
1635/36 en 1665 zijn oorzaak van het verminderen van het aantal autochtone katholieken.
De politiek-religieuze stituatie in de stad was - evenals elders in de Republiek -, dat
stadsbestuurders en andere belangrijke personen tot de gereformeerde religie behoorden.
De middenstand en ook een deel der lagere bevolkingsgroepen bleef katholiek. In het
Schependom echter bleven de katholieken verreweg in de meerderheid; alleen in Hees
woonde een aantal gereformeerde gezinnen. Doordat de uitoefening van de katholieke
godsdienst verboden was, zijn bij tijden geen priesters in de stad aanwezig geweest (eerste
helft 17e eeuw); zo al dopen en huwelijken zijn genoteerd - volgens de decreten van het
Concilie van Trente moesten hiervan boeken worden aangelegd -, de registers zijn in ieder
15

geval niet bewaard gebleven. Het oudste register der katholieken begint eerst in 1659.
Hoe de kerkelijke situatie toen lag en veranderde, Ieze men in: L.J. ROGIER, Over de onflVikkeling van de procentuele
verhouding der gezindten te Nijmegen, in Numaga IV (1957), p. 37-79. J.A. SCHIMMEL, Het katholicisme te Nijmegen na de
reductie 1592-1672, in Numaga XVI (1969), p. 71-95.
Een opgave van de registers van de verschillende kerkelijke genootschappen van Nijmegen
en het Schependom, die indertijd in het rijksarchief te Arnhem berustten maar reeds
geruime tijd in bruikleen zijn afgestaan aan het gemeentearchief te Nijmegen, is in gedrukte
vorm aanwezig.
H.L. DRIESSEN, De Retroacta van den Burgerlijken Stand in Gelderland, Utrecht z.j. (1933), p. 76 e.v.
Dit werk is sterk verouderd, maar alle registers dragen het inv. nr. zoals daarin vermeldt.
Een volledig bijgewerkt overzicht zie bijlage DTB-bronnen als bijlage bij dit artikel. Alle
registers zijn in microfiches in de studiezaal aanwezig.
Nederduits Gereformeerde Gemeente
De oudste inschrijvingen (1591-1592) van gedoopte kinderen staan genoteerd vooraan in
het register der kerkeraadshandelingen, gepubliceerd in Zoeklicht op Nijmegen (1980) p.91.
In de doopboeken, die in 1608 beginnen, staan - zoals ervaring geleerd heeft - in de eerste
helft van de 17e eeuw ook dopen van kinderen van katholieke ouders ingeschreven. Het
komt regelmatig voor, dat de doopinschrijvingen niet chronologisch staan aangetekend. De
dopen die onderaan de folio's, veelal in ander handschrift, ingeschreven werden, waren
meestal dopen van schipperskinderen, voornamelijk van Maasschippers. Een enkele maal
zal men de doop van eenzelfde kind ook elders in een doopregister aantreffen, bijvoorbeeld
in dat van Eijsden, Dordrecht of een andere plaats langs de Maas. Het hield verband met
het burgerschap. De boeken en de moderne klappers zijn op microfiches in de studiezaal te
raadplegen.
De huwelijksregisters, feitelijk ondertrouw- of afkondigingsregisters, beginnen al in 1592.
De inschrijving in deze registers kunnen wij beschouwen als de officiële registratie van de
overheid. Afkondigingen van katholieke echtparen zijn daarin ook aangetekend, behoudens
van katholieken die dit niet wensten. Maar daarover straks meer. De opmerking dient
gemaakt te worden, dat de oudste registers afschriften zijn van verloren gegane exemplaren.
Het slecht leesbare schrift zal oorzaak zijn geweest, dat bij het afschrijven fouten zijn
ingeslopen.
Als begraafregisters zouden wij kunnen beschouwen de lijsten en registers wegens ontvangst
voor graf- en luigelden. De oudste aantekeningen hiervan vinden wij in deze periode al
vroeg. Van deze inschrijvingen zijn helaas geen getypte lijsten. Wel is een klapper in
bewerking.
In de grafregisters treft men op een folio of gedeelte ervan een lijst van personen aan, die in
één en hetzelfde graf zijn begraven in de loop van de tijd. Deze wijze van notatie maakt het
ons gemakkelijk de familiebetrekkingen te reconstrueren.
Ook lidmatenboeken zijn in datzelfde archief aanwezig: het oudste van 1698-1784 en het
tweede van 1785-1842 met attestatievermeldingen, waardoor datum van vestiging en vertrek
ons zeer van dienst kunnen zijn. Men lette vooral op de volgorde van inschrijving, waardoor
soms gezinssamenstelling gemakkelijk wordt gemaakt. Ook hierop is een klapper vervaardigd.
Waals Gereformeerde Gemeente
De oudste originele boeken bevinden zich in het archief van dit kerkgenootschap. Afschriften
zijn gemaakt vanaf 1644, zowel van dopen als van huwelijken tot 1772; nadien zijn de
inschrijvingen origineel. Het doopboek eindigt in 1812 en het trouwboek in 1833.
In het archief van de Waalse Kerk bevinden zich ook lidmatenboeken, lopende van 1661-
16

1688 en van 1688-1971. Deze zijn op microfiches in de studiezaal te raadplegen. Merkwaardig
is dat dopen van kinderen uit eenzelfde echtpaar nu eens ingeschreven werden in de
registers der Waalse, dan weer in die van de Nederduits Gereformeerde Gemeente.
Evangelisch Lutherse Gemeente
Zowel doop-, trouw- als begraafboeken dateren vanaf 1673, maar vele hiaten maken het
onderzoek erg moeilijk. Men bedenke hierbij, dat de garnizoenen deels bestonden uit
Duitse soldaten die veelal lutheraan waren. Ook Rijnschippers wil men er nog wel in
aantreffen.
Lidmaten staan in een der registers genoteerd.
Doopsgezinde Gemeente
Evenals elders veelal het geval is, zijn van deze gemeente ook geen registers bewaard
gebleven. Alleen kennen wij een naamlijst van leden van deze gemeente met vermelding
van echtparen en namen en data van geboorte van hun kinderen van 1751-1805.
Joodse Gemeente
Te raadplegen is een 'Protocol' aangaande huwelijken van Joden vanaf 1733, opgemaakt in
1776, een register met Hebreeuws-Nederlandse tekst, dat gegevens bevat van 1753-1810, en
een besnijdenisregistertje van 1782-1816.
Zie omtrent onderzoek naar Joodse families in Nijmegen en omgeving: N.A. HAMERS, Een Nijmeegs Besllijdenisregistertje,
in Gens Nostra XXVI (1971), p. 416-425.
Rooms-Katholieke Staties
Om hierboven vermelde redenen beginnen de inschrijvingen in de ons bekende, bewaard
gebleven registers erg laat. Het enige, dat wij vóór 1659 omtrent katholieken kunnen
vinden, zijn de huwelijksafkondigingen voor de predikant in de Sint-Steven, ingeschreven in
de registers van de Nederduits Gereformeerde Gemeente. Dit is echter niet altijd geschied.
Men kon zich ook tijdelijk elders vestigen en daar huwen. Uitwijkplaatsen waar katholieken
trouwden en kinderen lieten dopen waren o.a. Huissen, Emmerik, Kleef, Wyler en
Middelaar. Soms treft men in een latere periode de inschrijving toch ook aan in een register
van de staties binnen de stad. Dopen, huwelijken en enkele begravens in Wyler vindt men in
een artikel elders in deze bundel. Een andere mogelijkheid was te huwen voor burgemeesters.
Een deel van deze huwelijken vinden wij in het Raadssignaat van 14 februari 1694. Het
is een lijst die naar oude gegevens sinds 1592 is samengesteld; deze is gepubliceerd in
Zoeklicht op Nijmegen (1980), p.90.
Er waren vier staties binnen de stad: die der Minderbroeders, Augustijnen, Predikheren en
Jezuïeten en tijdelijk een van de St. Steven (1672-1676 tijdens de Franse bezetting). De
registers der Minderbroeders bevatten vele hiaten waarvan die van 1666-1675 het grootste is.
In die der Augustijnen staan de aantekeningen niet geheel chronologisch en worden soms in
het ene register vermeld, soms is een ander over de zelfde tijd! Huwelijksinschrijvingen van
1721-1726 ontbreken. De inschrijvingen uit de tweede helft van de 18e eeuw vermelden
daarentegen van bruid en bruidegom de ouders en de plaats van herkomst! Het oudste
register van de Predikheren is vooral in de eerste jaren bijzonder slecht leesbaar. Die der
Jezuïeten zijn bijzonder goed bijgehouden en er zijn - zover geconstateerd - geen hiaten.
Inzoverre gemeente- of parochieleden uit het Schependom niet in de stad huwden en hun
kinderen daar lieten dopen, kunnen wij deze aantekeningen aantreffen in de Nederduits
Gereformeerde Gemeente Hees-Neerbosch of in de r.-k. parochie Neerbosch. Ook in de
kerkelijke registers van Millingen, Zyflich, Wyler en andere parochies over de grens vindt
men dopen van Nijmeegse families.
17

Nederduits Gereformeerde Gemeente Hees-Neerbosch
Deze gemeente omvatte het hele Schependom, dus Hees, Neerbosch en Hatert, maar sinds
1738 ook Weurt. De doop- en trouwinschrijvingen beginnen voor in de 17e eeuw. Maar daar
het trouwboek eindigt in 1655 en een volgende eerst in 1772 begint ontbreken bijna 120 jaar
trouwinschrijvingen. Waarschijnlijk werd een groot deel van de huwelijken in de kerk te
Nijmegen afgekondigd.
Rooms-Katholieke parochie Neerbosch
De parochie omvatte het gehele Schependom, waaronder Hengstdal, Broerdijk, Hatert en
Hees en voor de periode 1725-1796 ook het dorp Weurt.
Het oudste register dat eigendom is van het archief der Nederlandse Dominicanen, is geheel
in microfiches in de studiezaal aanwezig. Dit register eindigt in 1682/85, waarna er voor een
periode van 20 jaar geen gegevens gevonden kunnen worden. De overlijdens vertonen drie
grote hiaten, zodat met behulp van deze parochieregisters al met al moeilijk een sluitende
genealogie kan worden opgesteld.
Voor het onderzoek in het Schependom zij hier nogmaals opgemerkt, dat inschrijvingen van
hier woonachtige personen ook in de stadsregisters kunnen vool'komen. Ook met behulp
van de registers van de omliggende parochies als Ewijk, Wijchen, Overasselt, Heumen,
Groesbeek en Ubbergen, is het soms mogelijk de ontbrekende schakels te vinden. Maar het
onderzoek blijft erg moeilijk.
Een volledig overzicht van de DTB-inschrijvingen is als bijlage bij deze bijdrage opgenomen.
In dit overzicht zijn ook de verouderde klappers vermeld. Men is thans doende per
doopboek klappers te vervaardigen: op voor- en achternaam van de vader met alle
vermeldingen uit de inschrijvingen. De gereedgekomen klappers zijn door middel van een *
bij het doopboek vermeld. De huwelijken worden op lijsten getypt. Op graf- en luigelden is
eveneens een klapper als ook op een deel der lidmaten.
Het vroegere fichessysteem is geheel verlaten. In de collectie op de leeszaal treft men enkel
nog overlijdensvermeldingen aan.
Secundaire bronnen
Het aantal secundaire bronnen is bijzonder groot. Het oud-archief van de stad herbergt een
belangrijk aantal, daarnaast levert het oud-rechterlijk archief ook vele bronnen, terwijl in
het notarieel archief, de gilde- en familiearchieven een schat van gegevens liggen om de
genealogie uit te breiden of aan te kleden. Ook de gedeponeerde archieven zoals die van
Broederschappen, Weeshuizen, polderarchieven, kerkarchieven etc.! Al deze bronnen de
revue te laten passeren, is ondoenlijk. Vandaar dat wij een keuze moeten maken uit de
grote hoeveelheid en slechts enkele belangrijke zaken aan de orde willen stellen. Een aantal
artikelen hierover, veelal met lijsten, zijn gepubliceerd in Zoeklicht op Nijmegen (1980) en
ook in deze bundel zijn dergelijke lijsten opgenomen.
Burgerschap
Vestiging in en vertrek uit de stad zijn veelal niet eenvoudig te achterhalen. Leveren bij
onderzoek de lidmaten registers der verschillende kerkgenootschappen niets op, dan kunnen
de burgerboeken misschien uitkomst brengen wat de vestiging betreft. Voor deze periode
kunnen de burgerboeken van 1501-1600 (zie bij volgende periode) en van 1600-1810 ons
vele gegevens verschaffen omtrent beroep, herkomst, religie, kinderen enz. van de nieuw
aangenomen burgers.
18
Gelukkig is een werk verschenen dat vele gegevens omtrent nieuwe burgers bevat: J .A. SCHIMMEL, Burgerrecht te Nijmegen
1592-1810, Tilburg 1966. In totaal geeft de schrijver 6490 personen die het burgerrecht sinds 1592 verkregen. Door een
index op de aangenomen burgers is gemakkelijk te vinden, of een bepaalde persoon hierin voorkomt. Helaas zijn de
namen voorkomend in de aantekeningen op deze lijst niet in de index opgenomen, maar het archief beschikt over een
aanvullende index die op aanvraag ingezien kan worden.

gen, volmachten enz. sedert 1758. Wij dienen er rekening mee te houden dat dergelijke
handelingen tevoren geschiedden door het schepengericht, maar dat dit gericht ook naast de
notarissen tot 1810 dergelijke handelingen verrichtte. Zoals gezegd is in studiezaal een
toegang op de namen uit deze archieven aanwezig.
Oud-rechterlijke archieven
Deze archieven bestrijken ook de tijdvakken vóór 1591 en ná 1795 en zijn dus ook nuttig
voor onderzoek in de andere perioden. In het eerder genoemde werk van DELAHAYE worden
deze archieven uitvoerig beschreven; wij verwijzen hiernaar met nadruk. De archieven
bevatten een grote schat genealogisch materiaal, voornamelijk in de stukken van de vier
gerichten. Er zijn getuigenboeken en protocollen van de roeidragers. Wil men hierin iets
zoeken, dan moet men wel aanwijzingen hebben, want een ingang op namen is er niet.
Anders ligt het bij zaken die de Raad behandelde: deels geeft de inventaris uitvoerig de
namen en handelingen van de 'criminelen', deels alleen de protocollen, terwijl de bijlagen
weer volledig met naam en handeling gepubliceerd zijn, evenals de voogdij stellingen. Dit is
ook het geval bij het Burgemeestersgericht. Misschien is het Schepengericht wel het
belangrijkste; ook hier weer protocollen zonder ingang op namen, maar wel ingangen op de
bijlagen van criminele en civiele zaken.
Er zij hier opgemerkt, dat de archieven in zaken van Appel (inv.nrs. 1794, 1795) niet in
Nijmegen, maar op het rijksarchief te Arnhem te raadplegen zijn. Zij zijn daarheen
overgebracht, omdat deze stukken van het Oud-rechterlijk archief van het Ambt Rijk van
Nijmegen daar ook thuis horen.
De voluntaire zaken die het Schepengericht behandelde, zijn als bron voor secundaire
gegevens van onschatbare waarde. Zij beginnen reeds in 1410. Voor genealogisch onderzoek
is de registratie van morgengaven - waarover elders in deze bundel - een bijna
primaire bron. Ook transporten (overdrachten onroerende goederen), pandveiligheden
(hypotheken) en volmachten kunnen goede hulp bieden. Besloten en open testamenten
bevatten uiteraard vele gegevens die voor ons doel dienstig kunnen zijn. De namen van de
testateurs van de bewaarde besloten testamenten zijn in de inventaris opgenomen, evenals
die der open testamenten. Bovendien is in de studiezaal aanwezig een getypte index op de
testateurs uit de rechterlijke protocollen.
De Bijlagen van het Buitengericht zijn met naam en toenaam in de inventaris vermeld.
Ondanks het ontbreken van duidelijke ingangen op de protocollen, zijn de rechterlijke
archieven toch zeer bruikbare bronnen, dank zij de index van de inventaris.
Bewoning en bezitting
Het rechterlijk archief is tevens de bron om er achter te komen, waar de gezochte personen
gewoond hebben of panden in hun bezit hebben gehad, zowel in de stad als in het
Schependom. Een kadaster zoals dit sinds 1830 bestaat, was er niet. Kent men de bewoners
en de ligging van een pand in het begin van de 1ge eeuw, dan kan men de bewoning
vervolgen in het rechterlijk archief. De eerder genoemde archivaris heeft juist uit dit archief
vele gegevens geput voor zijn publicaties. Belangrijk voor ons doel is zijn werk over straten
e.d. te Nijmegen, waarin hij vele panden en hun bewoners in de loop der eeuwen vermeldt.
H.D.J. VAN SCHEVICHAVEN, Oud-Nijmegen's Straten, Markten, Pleinen, Open Ruimten en Wandelplaatsen. Nijmegen 1896.
In het archief berust een onvolledige index op persoonsnamen die in dit werk genoemd
worden. Met behulp van dit handschriftje en het boek is het mogelijk van bepaalde
personen vast te stellen waar zij woonachtig waren.
Ook heeft dezelfde archivaris meegewerkt aan de totstandkoming van een zelfde soort werk
voor het Schependom.
20
H.D.J. VAN SCHEVICHAVEN, Het Schependom van Nijmegen in Woord en Beeld, Hees 1912 (met index).

Voor ligging en beschrijving van panden in Nijmegen is eveneens te raadplegen:
C.A. NEIJBOER. Merkwaardige huizen in Nijmegen, Nijmegen, z.j.
Er zijn ook andere bronnen die het mogelijk maken de woonplaats of bezittingen van
personen binnen stad en Schependom te vinden. Deze moeten wij zoeken in het stedelijk
oud-archief. Wij willen op de voornaamste bronnen wijzen.
Dit zijn de lijsten van straatgeld uit het begin der 17e eeuw, het verpondingskohier van 1649,
de kladkohieren vanfamiliegeld over het laatste kwart van de 17e eeuwen het begin van de
18e eeuw. Er zijn daarnaast vele lijsten uit laatstgenoemde periode, zoals rekeningen en
kohieren van haardstedengeld en lijsten van straatgeld. Deze lijsten zijn ingedeeld naar
hopmanschappen, die wij met veel reserve stadswijken zouden kunnen noemen.
Voor het Schependom willen wij wijzen op de kohieren van familiegeld van 1694 en van het
begin van de 18e eeuw, maar in het bijzonder op de lijst van huizen, personen etc. van 1750
(OAN inv.nr. 2525).
De laatstgenoemde lijst is gepubliceerd in het reeds genoemde boek Afstemmen op Afstammen, Nijmegen 1980, p.39 e.v.
Weten wij waar de betreffende personen gewoond hebben, dan kunnen wij verder zoeken in
de Protocollen van Bezwaar, die zich in het Rechterlijk archief bevinden. In deze boeken is
voor elk perceel een folio uitgetrokken. Daar vindt men de respectievelijke eigenaars in de
loop der tijd met verwijzing naar de Schepenprotocollen, waarin overdrachten, hypotheken.
boedelscheidingen etc. staan ingeschreven. Met behulp van deze bronnen is het vaak
mogelijk de afstamming op te voeren, wanneer de kerkelijke registers ons in de steek laten.
Omtrent bezittingen van Nijmegenaren en hun opvolgers die buiten stad en Schependom
lagen, mogen wij verwijzen naar de verschillende publicaties in 'Gelre, Vereeniging tot
Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht' en op meer recente
publicaties van het rijksarchief in Gelderland. Deze literatuur en bronnen kunnen ons vaak
helpen bij het leggen van familiebanden bij overerving van onroerende goederen.
In het bijzonder willen wij noemen: J.J. BARON SLOET e.a., Register op de Leenaktenboeken van het Kwartier van Nijmegen,
Arnhem 1924. A.P. VAN SCHILFGAARDE, Inventaris van het Archief van het Huis Bergh, Arnhem 1932. A.P. VAN
SCHILFGAARDE, Register op de Leenen van het Huis Berg/I. Arnhem 1932.
Graven
In deze periode is tenslotte vermeldenswaard de registratie van graven. Hiervóór maakten
wij melding van twee grafregisters van de Sint-Steven, waarin per graf met nummer
aangetekend werd, wie er begraven was. In datzelfde archief van de Nederduits Gereformeerde
Gemeente zijn - naast nog zeven boeken betreffende verpachtingen van zitplaatsen
in de kerk - ook enkele registers bewaard, waarin de overdrachten van de graven werden
bijgehouden. Door middel van deze bronnen is het veelal mogelijk familiebanden te leggen,
vooral in de periode waarin kerkelijke registers, zoals die der katholieken, ontbreken. De
eigenaars van de graven waren - hetgeen men misschien niet zou verwachten - namelijk niet
alleen gereformeerden, maar ook katholieken, zij het dan dat deze veelal 's nachts in het
graf werden bijgezet.
De grafzerken zijn rond 1900 overgetekend en in een handschrift vastgelegd door VAN
SCHEVICHAVEN. Dit werk met minitieus getekende zerken is op aanvrage ter inzage. Niet
lang geleden is met name de restauratie en het aanleggen van een vloerverwarming in de
kerk een deel der zerken op een andere plaats in de vloer aangebracht, een ander deel is
verdwenen, zodat van het oorspronkelijke geheel weinig meer over is. Gelukkig is tijdig
vastgelegd, hoe de zerken in de dertiger jaren van deze eeuw nog werden aangetroffen.
R.T. MUSCHART, Grafzerken en Grafmonumenten in de Groote- of St. Stevenskerk te Nijmegen, in Gelre XXXIX (1936),
p.227 e.v. (zie ook: Grafzerken in Gelderland, 1940) met aanvulling hierop in Gelre XLIV (1941), p.205 e.v.
Hoe de nog resterende grafzerken nu gevonden kunnen worden, kan de koster van de kerk
mededelen. Hij heeft een nieuw lijst aangelegd van de thans nog aanwezige zerken.
21

MIDDELEEUWEN (vóór 1591)
Deze periode wordt veelal het minst interessant geacht en bij genealogische onderzoekingen
verwaarloosd. Eén der redenen is dikwijls, dat men niet weet waar en hoe men moet
zoeken. Een andere reden zal zijn, dat het oude schrift velen parten speelt. Het laatste kan
zelfs een beletsel genoemd worden. Met name de oude schepenprotocollen zijn vaak door
schrift en vele afkortingen nagenoeg onleesbaar. Bronnenpublicaties raadplegen is voor
deze periode dan ook een eerste vereiste.
Van de vele bronnenpublicaties willen wij allereerst wijzen op de reeds in het voorgaande genoemde werken van DE JONG,
waarin regesten en brieven tot 1592 zijn opgenomen, van DELAHAYE, waarin de oude schepenprotocollen, testamenten etc.
vermeld worden, van JOOSTING met volledige regesten, van SORMANI eveneens met regesten en de getypte inventarissen van
HEKKING en van de Beurs van Burghardt van den Bergh e.a.
Biografische gegevens kunnen ook geput worden uit de Stadsrekenboeken, die gedeeltelijk
zijn gepubliceerd. Vanaf 1543-1592 is men genoodzaakt de originelen te raadplegen.
Stadsrekenboeken van Nijmegen van 1382-1543, 8 din., Nijmegen 1910-1918, uitgegeven gedeeltelijk door H.D.J. VAN
SCHEVICHAVEN en J.C.J. KLEIJNTJENS S.J. en gedeeltelijk door de laatste.en L. SORMANI.
Het oudste burgerboek (1537-1600) is volledig bewerkt en in twee delen beschreven met alle
aangenomen burgers.
J.A. SCHIMMEL Burgerrecht te Nijmegen (1337-1600), 2 din, Nijmegen z.j. (getypt).
Samen met de in het hiervoor genoemde werk van VAN GENT vermelde namen en merken is
het vóór het einde van de 16e eeuw mogelijk familierelaties te ontdekken.
Officiële registratie van geboorte, huwelijk en overlijden bestond er in deze periode niet,
zoals later het geval was. Een enkel restant van een dergelijke registratie is bewaard
gebleven en wij zijn dus aangewezen op grafschriften en andere secundaire bronnen die dat
van huwelijk en overlijden of begraven van (een aantal meestal welgestelde) personen
enigszins benaderen.
Huwelijken
Huwelijken zijn aan de hand van schepenprotocollen voor de jaren, waarvan deze registers
bewaard gebleven zijn, tamelijk nauwkeurig vast te stellen. Vanaf 1430 werden in de
protocollen zogenaamde morgengaven ingeschreven, een schenking die de bruidegom daags
na de eerste huwelijksnacht zijn bruid schonk. Over deze gaven, ingeschreven in de periode
1523-1537 is elders in deze bundel een bijdrage opgenomen, terwijl die vanaf 1542-1616 in
Zoeklicht op Nijmegen (1980) werd gepubliceerd. (p.122 e.v.).
In het archief van de Sint-Stevenskerk berust een handschriftje met huwelijksproclamaties
over het jaar 1590. Ook deze zijn in Zoeklicht op Nijmegen gepubliceerd (p. 98 e.v.).
Overlijden, overluiden en begraven
De sterfjaren van vele personen verschaffen ons de rekeningen der Nijmeegse Broederschappen,
waarin onder het hoofd Geluchten lijsten van personen voorkomen, voor wie bij
hun begraven één of meer kaarsen werden ontstoken. Deze geluchten voorkomend in de
rekeningen van de H. Kruisbroederschap over de periode 1547-1590 zijn opgenomen in
Zoeklicht op Nijmegen (1980). p.105 e.v. In een bijdrage in deze bundel zijn de namen der
overledenen vermeld, uit de rekeningen van de Ellendige Broederschap (1490-1590).
Het archief van de Sint-Steven levert voorts nog een rekenboekje, waarin overluidingen zijn
aangetekend. De namen zijn gepubliceerd in Zoeklicht op Nijmegen (1980), p.100 e.v.
In het eerder genoemde handschriftje van 1590 uit het archief van de Sint-Steven staat
voorts nog een lijst van afgekondigde 'zielen', die vóór 1590 zijn gestorven. In een bijdrage
in Zoeklicht op Nijmegen (1980), p.94 e.v. treft men de namen van deze personen aan.
22

Uitgeweken Nijmegenaren vermeld in een obituarium van Emmerik tussen 1570-1601 zijn
gepubliceerd:
P. SEESING, Een obituarium van de St. Maartenskerk te Emmerik, in Numaga XXVIII (1981) p. 12 e.v.
Formulierenboek
Tot slot willen wij hier een bron vermelden, die niet op het gemeentearchief te Nijmegen
aanwezig is. Het is een boek, waarin voorbeelden van akten zijn opgenomen van 1491-1585.
Deze zijn geput uit de schepenprotocollen, waarvan echter nu een groot deel verloren is
gegaan. Door toedoen van de toenmalige eigenaar is het boek thans eigendom van het
Archief van de Nederlandse Provincie der Jezuïeten te Nijmegen. Op deze bron is een
namenregister vervaardigd, waarvan een copie op het gemeentearchief berust.
N.A. HAMERS. Een Nijmeegs Formulierenboek, in Numaga XXVI (1979), p. 154-155.
Het Formulierenboek is via microfiches in de studiezaal te raadplegen.
Andere bronnen
De raadsignaten (lopend vanaf 1558) en schepenprotocollen (vanaf 1410) vermelden Zeer
veel personen. Alleen een diepgaand onderzoek in deze en andere bronnen kunnen
bijzonderheden over personen van voor 1591 aan het licht brengen. Uiteraard is omtrent
stedelijke functionarissen meer te vinden dan van de gewone burgers. Onlangs is een zo
volledig mogelijke lijst van Nijmeegse schepenen gepubliceerd met bron- en literatuurvermeldingen.
G. NUSTEN en J. DE WINTER, Nijmeegse schepenen 1233-1591, in Het stadhuis van Nijmegen, Nijmegen 1982, p.l71 e.v.
Wij zijn ervan overtuigd de bronnen niet uitputtend te hebben vermeld, maar menen
hiermee wel de serieuze genealoog voldoende aan- en vingerwijzigingen te hebben gegeven,
waar en hoe gezocht moet worden. Komt men nog voor moeilijkheden te staan, dan is er in
de studiezaal altijd wel iemand bereid enige hulp te verlenen. Men denke er echter wel aan,
dat men zelf in staat moet zijn het oude schrift te lezen. Voor hen' die die kunst nog niet
machtig zijn, worden door het gemeentearchief geregeld cursussen oud-schrift gegeven.
BIJLAGE: Bronnen op microfiches betreffende Nijmegen aanwezig in G.A. Nijmegen
Oud-archief
Stadsrekeningen
Raadsignaten
Rechtelijk archief
Schepenprotocollen
Rechtbank v. Eerste Aanleg
Vredegerecht
Notarieel archief
Protocollen der notarissen
Kerkelijke registers
1414-1415
1544-1592
1558-1795
1414-1795
1811-1838 1
1811-1838 1
DTB-registers - zie bijlage bij dit en het volgende
artikel.
Burgerlijke Stand
Tienjarige tafels
Geboorteregisters
Huwelijksregisters
Overlijdensregisters
Huwelijksbijlagen
Noten
1 Rijksarchief in Gelderland
2 Staatsarchiv Düsseldorf
3 Archief Ned. Provo der Jezuïeten, Nijmegen
1758-ca 1850
1811-1902
1811-1902
1811-1902
1811-1902
1811-1882 1
Bijvoegsels bij BS-registers (waarbinnen index)1
Een vondeling 1814
Doodgeboren kinderen 1814-1815
Echtscheidingen 1819, 1821, 1826, 1832, 1835, 1837
Een naamsvaststelling 1827
Bevolkingsregisters
Alle registers van 1827-1920 met namenindex
Oud-Burgers
Stamreeksen OBG 18/1ge eeuw
Publicaties
De Gelderlander 1960-1977
Personalia uit couranten 1957-1961
Bijzondere bronnen van elders afkomstig
Cartularium Gravendael 15e eeuw 2
Formulierenboek 1491-1585 3
Collectie Hooft van Huysduynen
met index op familienamen 1500-1900
Huwelijksdispensaties Bisdom Roermond
met indices op plaats- en familienamen 1668-1805 5
4 Archief Heemkundekring De Duffeit
5 Archief Bisdom Roermond (gedeponeerd op Rijksarchief
in Limburg)
23

BIJLAGE: Overzicht van DTB-bronnen
Aantekeningen
De tussen ( ) vermelde nummers 1164 t/m 1275 verwijzen naar inv. nrs in H.L. DRIESSEN, De retroacta van den
burgerlijken stand in Gelderland, Utrecht 1933.
Nummers gevolgd door de letters a, b, c enz. verwijzen deels naar de aanvullingen in DRIESSEN, deels aanwinsten
van originele registers, in archieven op het gem. arch. en/of uit collecties aanwezig in gedeponeerde archieven op
het gem. arch. en/of waarvan de herkomst, door middel van een noot hieronder is aangegeven.
m op microfiche in de studiezaal aanwezig
f in fotocopie aanwezig
* klapper(s) op microfiche aanwezig.
Nederduits Gereformeerde Gemeente
Dopen
1591-1592 (1)1
1592-1608 geen
1608-1634 (1164)*m
1634-1657 (1165)*m
1657-1685 (1166)*m
1685-1720 (1167)*m
1721-1767 (1168)*m
1767-1773 (1169)*m
1773-1794 (1170)*m
1773-1811 (l171)*m
1811-1829 (94)1
1829-1839 (95)1
1839-1865 (96) 1
1865-1890 (97)1
1891-1940 (98)'
klapper
1608-1811m
Ondertrouw/trouwen
1592-1625 (1172)m
1625-1643 (1173)m
1643-1667 (1174)m
1666-1674 (1177)m
1667-1704 (1175)m
1704-1739 (1176)m
1738-1746 (1178)m
1746-1754 (1179)m
1755-1764 (1180)m
1765-1779 (1181)m
1780-1790 (1182, 1184)m
1791-1810 (1183, 1185)m
1811-1830 (117)1
1830-1852 (118)1
1852-1889 (119)1
1890-1972 (120)1
Waals Gereformeerde Gemeente
dopen
1644-1812 (1202)m
Klapper
1780-1811
trouwen
1644-1833 (1203)m
Evangelisch Lutherse Gemeente
dopen
1674-1810 (1204)m
1770-1805 (52)1
1804-1907 (53)1
Klapper
1780-1811
trouwen
1673-1810 (1204)m
1811-1899 (54)1
Doopsgezinde Gemeente
Lijst van echtparen met kinderen: 1752-1805 (1206)m
Joodse Gemeente
geboren besnijdenis
1753-1810 (1228)m 1782-1816 (1229, 1230)m
Statie Jezuïeten
dopen trouwen
1680-1707 (1214)m 1679-1707 (1214)m
1707-1767 (1215)m 1706-1812 (1217)m
1768-1811 (1216)m
Klapper overlijden/begraven
1780-1811 Zie Ned. Ger. Gem.
24
Overlijden/overluiden/begraven
1594-1811 (550-620)2 1798-1810 (1195)m
1635-1672 (526)' 1796-1810 (1198)m
1660-1780 (527' 1797-1798 (1196)m
1660-1830 (528, 529)' 1806-1810 (1201)m
1722-1737 (1186)m 1830-1870 (539)'
1725-1742 (1187)m
1738-1739 (1188)m
1740-1743 (1188a)m
1740-1763 (1189)m
1743-1750 (1190)m
1751-1782 (l191)m
1764-1779 (1192)m
1769-1786 (1199)m
1780-1796 (1193)m
1784-1796 (1197)m
1787-1805 (1200)m
1796 (1194, 1195)m
overlijden/begraven
Zie Ned. Ger. Gem.
overlijden/begraven
1675-1720 (1204)m
1720-1761 geen
1761-1777 (1204)m
1777-1810 (1205)m
Zie Ned. Ger. Gem.
trouwen
1776-1796 (1232)m
Parochie Sint-Steven
dopen
1672-1676 (1227)m
Statie Predikheren
dopen
1675-1729 (1225)m
1730-1811 (1226)m
Klapper
1780-1811
Lidmaten
1698-1784 (110)4m
1784-1842 (111)4m
1843-1880 (112)4
1881-1930 (113)4
Klapper
1698-1842m
lidmaten
1661-1688 (1203a)5m
1687-1971 (1203b)5m
1727-1840'm
lidmaten
1675-1810 (1204)m
1813-1897 (54)1
1838 (55)1
1845 (56)'
1890-1897 (57)'
1910 (58)'
1935-1937 (59, 60)'
overlijden/begraven
1791-1812 (1231)m
Zie Ned. Ger. Gem
trouwen
1672-1676 (1227)m
trouwen
1677-1729 (1225)m
1730-1813 (1226)m
overlijden/begraven
Zie Ned. Ger. Gem.

Statie Augustijnen
dopen trouwen
1674-1693 (1207a)m 1681 (1212a)m
1677-1681 (1207, 1212a)m 1681-1709 (1208)m
1681-1709 (1208)m 1693-1707 (1207)m
1693-1707 (1207)m 1710-1721 (1209)m
1710-1721 (1209)m 1720 (1207)m
1719-1721 (1213)m 1722-1726 geen
1719-1725 (1207)m 1726-1744 (1209)m
1726-1744 (1209)m 1733-1738 (121O)m
1731-1739 (121O)m 1744-1770 (1211)m
1744-1770 (1211)m 1771-1811 (1212)m
1771-1811 (1212)m
klapper overlijden/begraven
1780-1811 Zie Ned. Ger. Gem.
Burgerlijke Gemeente
Huwelijken voor burgemeesters: 1592-1694 8
1796 (1233, 1248, 1249
1250, 1251, 1252)m
1797 (1234, 1248, 1249,
1252)m
Statie Minderbroeders
dopen
1659-1665 (1218, 1219)m
1666-1674 geen
1674-1683 (1220)*m
1674-1719 (1221)m
1674-1743 (1219)m
1683-1712 (1218)m
1719-1732 (1222)*m
1744-1759 (1223)*m
1760-1811 (1224)*m
Klapper
1780-1811
trouwen
1659-1665 (1218, 1219)m
1666-1674 geen
1674-1683 (1220)m
1674-1719 (1221)m
1674-1743 (1219)m
1683-1712 (1218)m
1719-1732 (1222)m
1744-1759 (1223)m
1760-1811 (1224)m
overlijden/begraven
Zie Ned. Ger. Gem.
Huwelijken voor commissarissen: overlijden/begraven
1799 (1236)m 1805 (1242)m
1800 (1237)m 1806 (1243)m
1801 (1238)m 1807 (1244)m
1802 (1239)m 1808 (1245)m
1806-1810 (1261)m
1807-1809 (1262)m
1810-1811 (1263)m
Klapper
1798 (1235, 1248)m 1803 (1240)m 1809 (1246)m 1783-1810
1804 (1241)m 1810 (1247)m A-F (1253, 1257)m
Klapper G-M (1254, 1258)m
R. HOPPE, Civiele huwelijken 1811-1902 in provo Gelderland; dl. 1. Nijmegen N-S (1255, 1259)m
(1795-1902), Nijmegen 1980.
T-Z (1256, 1260)m
Nederduits Gereformeerde Gemeente in het Schependom
dopen
1622-1670 (1267a)m
1670-1771 (1268)*m
1772-1811 (1269)*m
trouwen
1620-1655 (1267a)m
1655-1772 geen
1772-1835 (1270)m
Katholieke parochie in het Schependom
dopen
1673-1685 (1275c)9m
1685-1702 geen
1702-1710 (1272a)m
1702-1743 (1272)m
1710-1724 (1272b)m
1726 (1272a)m
1733-1745 (1272b)m
1740 (1272a)m
1744-1792 (1273)m
1750-1846 (1273a)lOf
1775-1788 (1273)m
1792-1811 (1274)m
trouwen
1673-1682 (1275d)9m
1682-1702 geen
1702-1720 (1272a)m
1703-1748 (1272)m
1748-1796 (1273)m
1796-1815 (1275b)m
1796-1847 (1275a)m
Vormelingen 1833, 1837,
1840 (1275a)m
Noten
1 A.e.M. DE WILDT, Inventaris van de archieven van
de Nederlands Hervormde gemeente te Nijmegen
1591-1948, Nijmegen 1982; kerkeraadshandelingen.
Deze lijst van dopen in: Zoeklicht op Nijmegen
(1980), p.91.
2 DE WILDT, t.a.p., kerkrekeningen.
3 DE WILDT, t.a.p., grafregisters.
4 DE WILDT, t.a.p., lidmatenregisters.
5 Gem. arch. Nijmegen, Archief der Waalse gemeen-
overlijden/begraven
1759-1784 (1265)m 1797-1810 (1266, 1267)m
1785 geen 1801-1810 (1271)m
1786-179(> (1266)m 1811 (zie BS)m
1796-1810 (1264)m 1812 (1267 en BS)m
1797-1801 (1271)m
overlijden/begraven
1673-1682 (1275e)9m
1682-1690 geen
1690-1701 (1272b)m
1701-1780 geen
1780-1785 (1275)m
1786-1789 geen
1790-1795 (1275)m
1818-1846 (1275b)m
1849-1945 1O m
1849-1910 1O m
Zie ook Ned. Ger. Gem. van het Schependom.
te; lidmatenlijst.
6 Bib!. Wallone, Amsterdam, aanv. 5.
7 Inv. Evangelisch Lutherse Gemeente; zie ook: vestiging
en vertrek 1929-1943 (69).
8 OAN, raadsignaat 14.2.1694; lijst in Zoeklicht op
Nijmegen (1980), p.90.
9 Arch. Ned. Provo der paters Dominicanen, Albertinum,
Nijmegen.
10 Arch. parochie Neerbosch.
25