Wij zijn de bouwers van een komende aarde - Leuven
Wij zijn de bouwers van een komende aarde - Leuven Wij zijn de bouwers van een komende aarde - Leuven
84 | Het Socialisme in Leuven De stadsschouwburg en de stadsbibliotheek werden afgewerkt. De socialisten weten het teruglopen van de arbeidersbevolking van Leuven aan het stilvallen van de sociale woningbouw. De stad zou inderdaad nooit meer de 42 000 inwoners halen van weleer en bleef hangen op 38 000 inwoners. Het college meende dat de krotten pas afgebroken mochten worden nadat voor nieuwe woonst gezorgd was. Daartoe werd besloten de onteigening van de gronden tussen de Remyvest, de Tervuursestraat en de Brusselsestraat op gang te brengen. de beeldentuin van constantin meunier Het schepencollege stak heel wat geld in de verfraaiing van het openbare domein en in broodnodige investeringen. Het was echter niet altijd even duidelijk wie daarvan de vruchten plukte. Dat kwam tot uiting in de polemiek rond de aanleg van het Ladeuzeplein. Doms wilde de opsmuk van de stad afronden met een indrukwekkend cultureel hoogstandje ook om het imago van de BWP in de betere kringen op te vijzelen. De herwaardering van het Fochplein was al een eerste aanzet daartoe. In januari 1936 zocht het stadsbestuur Henry Van de Velde aan voor de bouw van een technische school aan de Rijschoolstraat, een lang gekoesterde wens van de BWP. De Volksplaats (nu het Ladeuzeplein) lag er, in contrast met de nieuwe universiteitsbibliotheek in 1928, wat droevig bij. Het plein was opgehoogd met asresten van het gasbedrijf en verhard met aangestampte aarde, weliswaar omzoomd met bomen. Sylvain Van de Weyer had op het Martelarenplein moeten wijken en troonde nu hoog over een zielloze vlakte. Als eerbetoon aan Constantin Meunier wilde Doms van het plein een streng geometrisch opgebouwde beeldentuin maken in harmonie met het bibliotheekgebouw. Dat plan beviel rector Ladeuze die zo zijn redenen had om Doms in zijn ambitie te volgen. De universitaire leidsman ergerde zich allang aan het lawaaierige volkse vermaak (markten en kermissen) voor zijn bibliotheek. Dat stoorde de academische stilte in de bibliotheek. Het plein zelf en het gebruik ervan deed in zijn ogen afbreuk aan de architectonische uitstraling van het gebouw en het prestige van de universiteit. En zo groeide een rooms-rood vergelijk rond een ode aan de arbeid, de ‘Voie triomphale ou sacrée du Travail’ van de ‘ouvriëristische’ Meunier. Deze laatste werd in sommige katholieke kringen trouwens gewaardeerd als de ‘Michelangelo des Travailleurs’. Ook bij socialisten stond deze grootmeester van het sociaal realisme goed aangeschreven. Stad en universiteit deelden het Leuvens chauvinisme rond de figuur van Meunier, die les had gegeven aan de stadsacademie. In het Anatomisch Amfitheater had hij zijn indrukwekkende werken gemodelleerd, waarvan gipsen replica lang in de wandelzaal van het stadhuis te zien waren. Henry Lacoste ontwierp een waterbassin in de vorm van een getrapte waterval afgezoomd met beelden en bomen. Op een schaalmodel na werd het nooit uitgevoerd. Het project dat de ontwerper in zijn artistieke ijver had uitgebreid tot en met het stadspark werd kort vóór de gemeenteraadsverkiezingen voorgesteld aan een geselecteerd publiek en meteen voorwerp
van een felle electorale polemiek. De oppositie kraakte het project af met argumenten waar de BWP als arbeiderspartij weinig kon tegen inbrengen. De katholieken vonden dat het voorstel niets te maken had met echte urbanisatie, die zich bij voorrang moest bezighouden met het probleem van de krotwoningen. Nieuwkomer Rex bezorgde het project de doodsteek door in een verkiezingsblad uit te pakken met een fotoreportage over de gangetjes, ‘haarden van tering, ontucht en communisme’. Doms kreeg het project ook moeilijk verkocht aan zijn volkse achterban, waarmee hij al overhoop lag. De BWP mocht nog repliceren dat huisjesmelkers de rangen van de katholieke partij en Rex bevolkten, de toon voor een afgang was gezet. Met de nieuwe coalitie van katholieken en Rex verdween de droom van Doms en Ladeuze in het stadsarchief. Het schaalmodel ging verloren in de bombardementen van de geallieerden. Beide promotoren stierven in 1940. De Volksplaats werd als een laat eerbetoon omgedoopt tot Monseigneur Ladeuzeplein. Het volksvermaak en de kermis bleef. De auto’s verdwenen ondergronds en ook de markt kwam terug. In een interview met De Nieuwe Tijd (mei 1938) moest voormalig burgemeester en katholiek lijsttrekker Van der Vaeren toegeven dat Leuven mooier geworden Schaalmodel Ladeuzeplein 1919-1950 | 85 was. Maar dat verbloemde letterlijk de ‘dictatuur’ van Doms. Die had niets gedaan aan de werkloosheid en de tientallen steegjes en krotten. Maar vooral: hij had de financiële reserves opgebruikt en een lege stadskas achtergelaten. De meer begoede kiezer mocht zich niet laten verleiden door de projecten van Doms. Hij bleef toch nog de kopman van een partij van ‘Godloochenaars die kristene werklieden broodroofden en met nieuwe belastingen de kleine burgerij lieten bloeden en de stadskas hadden leeg gemaakt.’ Grondplan Ladeuzeplein
- Page 33 and 34: vanaf 25 jaar wel stemrecht, maar m
- Page 35 and 36: Na 1890 vond dit voorbeeld navolgin
- Page 37 and 38: ‘Poter Cloos van de Voortstroot
- Page 39 and 40: estuur nam uit voorzorg nooit gezie
- Page 41 and 42: schuld van de dood van zes betogers
- Page 43 and 44: 1886-1918 | 43 ‘Groter gespuis he
- Page 45 and 46: Katholieke spotprent op het kartel
- Page 47 and 48: BWP stelde voor dat contract niet m
- Page 49 and 50: De algemene staking van 1913 - ‘l
- Page 51 and 52: De materiële schade was niet te va
- Page 53 and 54: inspanningen van De Proletaar gesma
- Page 55 and 56: Ter gelegenheid van de intrede van
- Page 57 and 58: ‘wij zijn de jonge garde van ’t
- Page 59 and 60: wat gezien de vooroorlogse traditie
- Page 61 and 62: ouw van sociale huurwoningen als du
- Page 63 and 64: vormige arbeiderswoningen langsheen
- Page 65 and 66: nam de partij duidelijk stelling. O
- Page 67 and 68: ook de vakbondsactiviteiten kennen
- Page 69 and 70: de lonen niet zouden ophouden. Midd
- Page 71 and 72: ‘ter verovering! de arbeidersstan
- Page 73 and 74: mutualiteiten Onder het motto ‘Ho
- Page 75 and 76: werkersbonden en wijkclubs Op polit
- Page 77 and 78: waren doeltreffend gebleken in de v
- Page 79 and 80: voor een vestiging in Leuven zijn o
- Page 81 and 82: mochten katholiek gediplomeerden ge
- Page 83: de binnenstad. Publieke voorziening
- Page 87 and 88: vaak in Anderlecht. Ook daardoor wa
- Page 89 and 90: 1919-1950 | 89 Socialistische affic
- Page 91 and 92: 1919-1950 | 91 De jeugdherberg met
- Page 93 and 94: ning. Op het arrondissementeel cong
- Page 95 and 96: Alle takken van de beweging werden
- Page 97 and 98: 1919-1950 | 97 Vakbondsaffiche n.a.
- Page 99 and 100: 1919-1950 | 99 ‘Onze Ajotters en
- Page 101 and 102: de Turnkring, communisten en buiten
- Page 103 and 104: hoe de eenheid tussen de SJW en de
- Page 105 and 106: partijleiding in botsing waren geko
- Page 107 and 108: werklozen die, zonder rekening te h
- Page 109 and 110: socialistisch verzet Aanvankelijk
- Page 111 and 112: en anderen minder te spreken. Hij w
- Page 113 and 114: Onthaal Alfons Roelandts Op 29 apri
- Page 115 and 116: in de naoorlogse partijleiding. Zow
- Page 117 and 118: log had hij alle bruggen met de reg
- Page 119 and 120: epiloog De koningskwestie kreeg een
- Page 121 and 122: ‘wij zijn de smeden der rode toek
- Page 123 and 124: zorgen te maken om de woningnood of
- Page 125 and 126: 1951-1994 | 125
- Page 127 and 128: het paarse parlement Toen de BSP bi
- Page 129 and 130: de schoolstrijd De rode jaren viele
- Page 131 and 132: Stop de Loge, 13 oktober 1955 1951-
- Page 133 and 134: ogend palmares van zes jaren invest
<strong>van</strong> <strong>een</strong> felle electorale polemiek. De oppositie<br />
kraakte het project af met argumenten<br />
waar <strong>de</strong> BWP als arbei<strong>de</strong>rspartij weinig<br />
kon tegen inbrengen. De katholieken<br />
von<strong>de</strong>n dat het voorstel niets te maken had<br />
met echte urbanisatie, die zich bij voorrang<br />
moest bezighou<strong>de</strong>n met het probleem<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> krotwoningen. Nieuwkomer Rex<br />
bezorg<strong>de</strong> het project <strong>de</strong> doodsteek door in<br />
<strong>een</strong> verkiezingsblad uit te pakken met <strong>een</strong><br />
fotoreportage over <strong>de</strong> gangetjes, ‘haar<strong>de</strong>n<br />
<strong>van</strong> tering, ontucht en communisme’.<br />
Doms kreeg het project ook moeilijk verkocht<br />
aan <strong>zijn</strong> volkse achterban, waarmee<br />
hij al overhoop lag. De BWP mocht nog<br />
repliceren dat huisjesmelkers <strong>de</strong> rangen<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> katholieke partij en Rex bevolkten,<br />
<strong>de</strong> toon voor <strong>een</strong> afgang was gezet. Met<br />
<strong>de</strong> nieuwe coalitie <strong>van</strong> katholieken en Rex<br />
verdw<strong>een</strong> <strong>de</strong> droom <strong>van</strong> Doms en La<strong>de</strong>uze<br />
in het stadsarchief. Het schaalmo<strong>de</strong>l ging<br />
verloren in <strong>de</strong> bombar<strong>de</strong>menten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
geallieer<strong>de</strong>n. Bei<strong>de</strong> promotoren stierven<br />
in 1940. De Volksplaats werd als <strong>een</strong> laat<br />
eerbetoon omgedoopt tot Monseigneur<br />
La<strong>de</strong>uzeplein. Het volksvermaak en <strong>de</strong><br />
kermis bleef. De auto’s verdwenen on<strong>de</strong>rgronds<br />
en ook <strong>de</strong> markt kwam terug.<br />
In <strong>een</strong> interview met De Nieuwe Tijd<br />
(mei 1938) moest voormalig burgemeester<br />
en katholiek lijsttrekker Van <strong>de</strong>r Vaeren<br />
toegeven dat <strong>Leuven</strong> mooier gewor<strong>de</strong>n<br />
Schaalmo<strong>de</strong>l La<strong>de</strong>uzeplein<br />
1919-1950 | 85<br />
was. Maar dat verbloem<strong>de</strong> letterlijk <strong>de</strong><br />
‘dictatuur’ <strong>van</strong> Doms. Die had niets gedaan<br />
aan <strong>de</strong> werkloosheid en <strong>de</strong> tientallen<br />
steegjes en krotten. Maar vooral: hij had <strong>de</strong><br />
financiële reserves opgebruikt en <strong>een</strong> lege<br />
stadskas achtergelaten. De meer begoe<strong>de</strong><br />
kiezer mocht zich niet laten verlei<strong>de</strong>n door<br />
<strong>de</strong> projecten <strong>van</strong> Doms. Hij bleef toch nog<br />
<strong>de</strong> kopman <strong>van</strong> <strong>een</strong> partij <strong>van</strong> ‘Godloochenaars<br />
die kristene werklie<strong>de</strong>n broodroof<strong>de</strong>n<br />
en met nieuwe belastingen <strong>de</strong> kleine<br />
burgerij lieten bloe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> stadskas<br />
had<strong>de</strong>n leeg gemaakt.’ Grondplan La<strong>de</strong>uzeplein