Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
40 HOOFDSTUK 2. PARANOIA<br />
zijnerzijds, dan zou het verhaal ook aan kracht verliezen. We moeten dus<br />
óók aannemen dat Oidipous de moord werkelijk, voorafgaand aan het verhaal<br />
gepleegd heeft.<br />
Er bestaat een hele traditie in de receptie van Sophocles’ tragedie die<br />
de interpretatie-‘fout’ van Oidipous herhaalt (Goodhart, ¢¡¤£¦¥¨§¤©§£ :<br />
Oedipus’ and Laius’ Many Murderers). De interpretaties van het Oidipous-<br />
verhaal die Goodhart bespreekt, gaan ofwel mee in Oidipous’ eigen interpre-<br />
tatie. In dat geval wordt als het ware over de epistemologische onzekerheid<br />
heen gelezen. Ofwel de onzekerheid in het verhaal wordt als een zwakte van<br />
het stuk gezien (Voltaire). Hoe kunnen we zowel de kracht en invloed van<br />
het stuk verklaren en tegelijkertijd recht doen aan de tekst tot op het de-<br />
tail? Het antwoord op deze vraag ligt in de grenslijn tussen fabula en story,<br />
zoals Culler duidelijk maakt. Het Oidipousverhaal eist een reading in two<br />
registers (Culler 1980:31).<br />
De interpretatie is als het ware zelf gestructureerd (cultureel, historisch)<br />
waardoor wat er gebeurt in de fabula, gelezen kan worden als een gevolg<br />
van de structuur van die interpretatie. In Paranoia zowel als in het ver-<br />
haal van Oidipous zijn onzekerheden over de verhaalwereld de aanleiding tot<br />
de aporetische verhouding tussen fabula en story. Deze onzekerheden zijn<br />
het gevolg van verschillende focalisaties. We kunnen op basis van de tekst<br />
nooit uitsluitsel krijgen over wie er ‘gelijk’ heeft. Door te kiezen voor één<br />
interpretatie produceren lezers wat er in de fabula gebeurt. Net zoals de<br />
plotstructuur van het Oidipousverhaal op een bepaalde manier de schuld van<br />
Oidipous produceert.<br />
De epistemologische onzekerheid – als we die als zodanig interpreteren –<br />
omtrent Oidipous’ schuld is te vergelijken met de onzekerheid over Cleevers<br />
paranoia. Als immers de overige personages ook onbetrouwbaar zijn, komt de<br />
status van Cleevers betrouwbaarheid op losse schroeven te staan. Het is the-<br />
oretisch onbeslisbaar wie we moeten geloven. We moeten dus ook Paranoia<br />
in twee ‘registers’ lezen: de paranoia is zowel oorsprong van de betekenis van<br />
het verhaal, als het gevolg. Daarbij komt nog het tropologisch spanningsveld<br />
tussen metonymie en metafoor waarvan de EsEsser passage een voorbeeld<br />
is (De Man 1972). Beide hebben een deconstructrie van paranoia tot gevolg.