07.08.2013 Views

Narratief verband - CWI

Narratief verband - CWI

Narratief verband - CWI

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

38 HOOFDSTUK 2. PARANOIA<br />

iets belangrijks voor Cleever gaan betekenen, iets hogers. Zo functioneert<br />

deze passage ook, als onderdeel van een reeks passages die uiteindelijk het<br />

verhaal zijn metaforische betekenis geven. De opeenstapeling van interpreta-<br />

ties die een in aanvang vermoede metaforische relatie steeds weer blijken te<br />

bevestigen, is de temporele component van paranoia. De paranoïcus ziet de<br />

opeenvolgende gebeurtenissen als onderdeel van een systematische reeks die<br />

een hogere macht of mogendheid betekent. Zo interpreteert Cleever elke ge-<br />

beurtenis als een bevestiging van de door hemzelf bewerkstelligde identificatie<br />

met C. D. van Maanen. Voor lezers bestaat de reeks elementen uit tekstuele<br />

eenheden die, in opeenvolging, uiteindelijk iets als een thema moeten gaan<br />

betekenen. Raats interpretatie (als metafoor) van de aangehaalde passage is<br />

in zekere zin afhankelijk van een structuur waarvoor diezelfde interpretatie<br />

blind is (het metonymische).<br />

Het gevolg van Raats nauwkeurige lezing van Paranoia is dat hij het<br />

drama van Cleever opnieuw opvoert: de dramatische ironie die in de taal<br />

aanwezig zou zijn, leidt op dezelfde manier tot een interpretatie, als be-<br />

paalde signalen in de (verhaal-)werkelijkheid ertoe leiden dat Cleever zich<br />

uiteindelijk van het dak afstort. Zowel Raat als Cleever maken ‘fouten’ die<br />

op een bepaalde manier wenselijk zijn, maar net zo goed ter discussie gesteld<br />

kunnen worden, omdat er feitelijk geen aanwijzingen voor zijn.<br />

Het lijkt erop dat de paranoia van Raat de paranoia van Cleever tot gevolg<br />

heeft. Culler (1980) beschrijft hoe sommige verhalen gelezen kunnen worden<br />

alsof de interpretatie ervan de fabula tot gevolg heeft. Paranoia is zo’n<br />

verhaal. Om de problematiek rond Paranoia, paranoia en de lezer, op scherp<br />

te stellen wil ik wat dieper ingaan op de analyse van Culler. Culler begint<br />

zijn tekst met een karakterisering van een bepaalde traditie in de narratologie<br />

waarin veel onderzoek is gedaan naar focalisatie. Hij stelt dan: als focalisatie<br />

de oorzaak is van onzekerheid over wat er gebeurt in een verhaal, dan moet<br />

het bestaan van een fabula een aanname zijn. Immers, als er geen ‘ware’<br />

ordening van de gebeurtenissen is, kan er ook geen onduidelijkheid ontstaan<br />

als gevolg van verschillende gezichtspunten. De presuppositie is dus dat<br />

de fabula voorafgaat aan de story. De hiërarchie hoeft echter niet alleen<br />

temporeel te zijn, maar lijkt ook vaak van causale aard: er vindt een reeks

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!