Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
geweten. Sterker nog, als ook de overige personages, en niet alleen Cleever,<br />
de werkelijkheid ‘verkeerd’ interpreteren, hoe kunnen hun visies dan de lezer<br />
helpen de verhaalwereld ‘goed’ te zien? De notie van een gemiddelde heeft<br />
hier geen betekenis. Het probleem vindt zijn oorsprong in een fundamenteel<br />
kenmerk van verhalen, namelijk dat de fabula altijd gerepresenteerd wordt<br />
via vertellers en/of focalisators. We kunnen dus nooit een niet-gemedieerde,<br />
objectieve blik werpen in de verhaalwereld. De tekst kan nooit het bewijs<br />
leveren voor de onbetrouwbaarheid van deze of gene focalisator. De keuze<br />
voor wie de lezer ‘gelooft’ wordt in bepaalde zin zelf gedreven door paranoia,<br />
omdat zij is gebaseerd op <strong>verband</strong>en in het verhaal, die misschien wel anders<br />
gelegd hadden kunnen worden.<br />
In Paranoia valt herhaaldelijk een relativerende strategie waar te nemen.<br />
Een voorbeeld daarvan geeft de externe verteller wanneer Cleever, op de<br />
vlucht voor zijn imaginaire achtervolgers, een steeg inslaat die ‘donker en<br />
leeg’ is.<br />
Zijn ontsnapping was bijna geslaagd: niet meer dan één achter-<br />
volger was hem op de hielen blijven zitten en hield gelijke pas<br />
met hem. Opeens stond Cleever stil en draaide zich om. Er was<br />
niemand te zien, maar wat bewees dit, waar er zoveel portieken<br />
waren en bovendien de achtervolger zich gemakkelijk zijwaarts, op<br />
een open stuk afbraakterrein, aan het gezicht kon ontrekken. (45)<br />
De focalisatie ligt bij Cleever. De overdeterminatie van het feit dat er slechts<br />
één achtervolger is overgebleven die ‘in gelijke pas’ met Cleever loopt, wekt<br />
sterk de indruk dat hij misschien zijn eigen achtervolger is. Kijken is ety-<br />
mologisch en semantisch in <strong>verband</strong> te brengen met achtervolging en jacht.<br />
Cleever voelt zich opgejaagd en de oorzaak daarvan ligt (wellicht) bij hem<br />
zelf. Maar, als Cleever zich omdraait, ziet hij niemand, waarop volgt ‘maar<br />
wat bewees dit’. En hier heeft Cleever volkomen gelijk: het bewijst in het<br />
geheel niets. Is er een ‘achtervolger’ of ordinaire voetganger? De reden dat<br />
Cleever niets ziet is misschien maar ten dele correct. Op een afbraakter-<br />
rein had de ‘achtervolger’ zich inderdaad kunnen verbergen. Dat niemand<br />
antwoord op Cleevers vraag ‘Is daar iemand?’ heeft natuurlijk geen bewijs-<br />
35