Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
16 HOOFDSTUK 1. DE PERNICIEUZE PLOT<br />
In deze drie passages wordt narrativiteit afgebakend door te wijzen op een<br />
causaal <strong>verband</strong> tussen gebeurtenissen op het niveau van de fabula. Als<br />
een stuk tekst niet verder te ontleden is in afzonderlijke onderdelen, dan<br />
noemt Tomashevsky het thema van een dergelijke passage een motief. Deze<br />
motieven zijn wederzijds aan elkaar gerelateerd en vormen zo het staketsel<br />
van het verhaal. Een motief is gebonden als het niet uit het verhaal verwijderd<br />
kan worden, zonder de connecties die ermee bestaan te verstoren (68). Een<br />
voorbeeld van een gebonden motief is het klassieke tonen van een revolver in<br />
het derde bedrijf als daarmee in het vierde en moord wordt gepleegd. Het<br />
motief van de revolver is gebonden, omdat zonder een revolver geen moord<br />
gepleegd kan worden. Dat het tonen van de revolver met de moord te maken<br />
heeft, is een gevolg van wat Tomashevsky motivatie noemt. Hij citeert een<br />
uitspraak van Tjechov die het concept uitlegt: ‘if one speaks about a nail<br />
beating into the wall at the beginning of a narrative, then at the end the<br />
hero must hang himself on that nail’ (79). Het feit dat de held zich aan de<br />
spijker ophangt, is de motivatie voor het in de muur slaan van de spijker, en<br />
dus ook voor het vertellen daarover. De gedachte is dat als de spijker niet<br />
essentieel was voor het vervolg van het verhaal, er ook niet over verteld had<br />
hoeven worden. De uitwijking naar een concept als motivatie is echter een<br />
indicatie voor het feit dat relaties tussen motieven moeilijk structureel uit te<br />
leggen zijn. Immers, de revolver en de spijker zijn misschien logische vereisten<br />
voor een toekomstig sterfgeval, maar het tonen ervan niet. Dat de lezer<br />
kennis neemt van deze objecten, zegt echter niets over een mogelijke moord<br />
in de rest van het verhaal. Het is enkel de aanname dat een dergelijk motief<br />
gemotiveerd is door een geïmpliceerde auteur of verteller dat de connectie<br />
bestaat. Van de connectie zelf – en dit geldt voor alle causale <strong>verband</strong>en –<br />
is in de tekst geen representatie. Het invullen van een <strong>verband</strong> tussen twee<br />
uiteenliggende motieven is het aanvullen van iets dat niet aanwezig is.<br />
Stel dat in een verhaal de volgende zin voorkomt: ‘Piet pakte het pistool<br />
en schoot Jan dood’. Het lijkt vanzelfsprekend om aan te nemen dat Piet<br />
(of Piets schot) de oorzaak is van de dood van Jan. Dit is echter niet de<br />
causaliteit waar het de formalisten om gaat. De causaliteit in mijn triviale<br />
voorbeeldzin is als het ware opgelost. Er is namelijk niets in de tekst wat