07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Voornoemde beginselen komen tevens in de bepalingen <strong>van</strong> de WBP<br />

tot uitdrukking. Het transparantiebeginsel is uitgewerkt in art. 33 en art. 34<br />

WBP: deze bepalingen vereisen dat de werkgever duidelijkheid geeft aan de<br />

<strong>werknemers</strong> over de in te zetten opsporingsmethoden. Uit het aan de WBP ten<br />

grondslag liggende transparantiebeginsel vloeit voort, dat in die situaties waarin<br />

deze verplichting niet vóóraf geldt, de verplichting in ieder geval ná de inzet <strong>van</strong><br />

de opsporingsmethoden dient te worden nageleefd. Op deze wijze kan het<br />

handelen <strong>van</strong> de werkgever, tijdens de opsporingsfase, worden gecontroleerd.<br />

Voorts komt het beginsel <strong>van</strong> zuiverheid <strong>van</strong> oogmerk terug in de bepaling <strong>van</strong><br />

art. 9 WBP; de verzamelde gegevens mogen niet worden gebruikt op een wijze<br />

die onverenigbaar is met het doel waarvoor ze zijn verkregen. Het<br />

vertrouwensbeginsel staat weliswaar niet letterlijk in de WBP, maar bij juiste<br />

toepassing <strong>van</strong> de bepalingen <strong>van</strong> de WBP zal mijns inziens niet snel sprake<br />

kunnen zijn <strong>van</strong> geschonden vertrouwen bij de werknemer. Aan het<br />

gelijkheidsbeginsel wordt voldaan door ten allen tijde de normen <strong>van</strong> de WBP<br />

na te leven. Verder wordt met de instemming <strong>van</strong> de ondernemingsraad<br />

eveneens aan de beginselen <strong>van</strong> goed werkgeverschap tegemoetgekomen (met<br />

name het zorgvuldigheidsbeginsel). Overigens vloeien voornoemde beginselen<br />

voor het detective- of recherchebureau tevens uit de Privacygedragscode voort.<br />

Bij de heimelijke inzet <strong>van</strong> camera’s wordt aan het vertrouwensbeginsel<br />

tegemoet gekomen door het uit art. 139f Sr en art. 441b Sr voortvloeiende<br />

kenbaarheidsvereiste. Tot slot worden voornoemde beginselen bij onderzoek<br />

naar (strafrechtelijke) gegevens over een sollicitant of werknemer gewaarborgd<br />

door de bepalingen <strong>van</strong> de NVP-Sollicitatiecode en de Wet Justitiële gegevens<br />

en strafvorderlijke gegevens.<br />

2.5.5 Onrechtmatig verkregen bewijs<br />

Een werkgever die bij zijn opsporingsactiviteiten een <strong>van</strong> de in 2.3 besproken<br />

regels schendt, handelt onrechtmatig. Het hieruit voortvloeiende bewijs is dan<br />

onrechtmatig verkregen. 314 Heeft de werkgever (of het recherchebureau)<br />

bepalingen <strong>van</strong> de WBP geschonden, dan staan de werknemer een aantal acties<br />

open (zie 2.3.2.3). Verder kan de ondernemingsraad actie ondernemen indien de<br />

ondernemer heeft verzuimd de vereiste instemming te vragen voor een regeling<br />

met betrekking tot een bepaalde opsporingsmethode waarvoor die instemming is<br />

vereist (zie 2.3.3). Een sollicitant kan bij het niet naleven <strong>van</strong> de NVP-<br />

314 In navolging <strong>van</strong> de in de literatuur heersende opvatting knoop ik hiermee aan bij het normatieve<br />

kader <strong>van</strong> art. 6:162 lid 2 BW. Zie W.H. <strong>van</strong> Soeren, ‘Onrechtmatig verkregen bewijs in de civiele<br />

procedure’, AA (35) 1986-7/8, p. 483-489; M. Kremer, Onrechtmatig verkregen bewijs in civiele<br />

zaken (diss. Groningen), Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999, p. 95-135; M.C.D. Embregts,<br />

Uitsluitsel over bewijsuitsluiting. Een onderzoek naar de toelaatbaarheid <strong>van</strong> onrechtmatig<br />

verkregen bewijs in het strafrecht, het civiele recht en het bestuursrecht (diss. Tilburg), Deventer:<br />

Kluwer 2003, p. 56; H.H. de Vries, ‘Opsporingstechnieken in de onderneming en het recht op<br />

privacy’, in: E. Verhulp & W.A. Zondag, Disfunctioneren en wangedrag <strong>van</strong> <strong>werknemers</strong>, Deventer:<br />

Kluwer 2003, p. 215-247. Naar mijn mening komt de in art. 6:162 lid 2 BW genoemde<br />

rechtvaardigingsgrond reeds aan de orde bij de toetsing of sprake is <strong>van</strong> rechtmatig handelen <strong>van</strong> de<br />

werkgever.<br />

80

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!