07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ewijsmateriaal en het geschonden vormvoorschrift moet een direct causaal<br />

verband bestaan. Dit betekent dat bewijsmateriaal niet behoeft te worden<br />

uitgesloten indien ook andere factoren aan die verkrijging hebben<br />

bijgedragen. 284<br />

Voor de sanctie <strong>van</strong> bewijsuitsluiting worden in het strafrecht drie<br />

argumenten aangevoerd. Als eerste kan het preventie- of effectiviteitsargument<br />

worden genoemd. Dit heeft tot doel het gedrag <strong>van</strong> de strafvorderlijke<br />

autoriteiten in de goede richting te sturen door middel <strong>van</strong> een directe sanctie op<br />

ongewenst gedrag. 285 Het tweede argument is het reparatie-argument en houdt in<br />

dat door uitsluiting <strong>van</strong> het bewijsmateriaal het gedane onrecht jegens de<br />

verdachte zo veel mogelijk wordt hersteld. In de derde plaats wordt door de<br />

bewijsuitsluiting aan het publiek gedemonstreerd dat ook de overheid zich aan<br />

de regels moet houden op straffe <strong>van</strong> sancties. Dit noemt men het demonstratieargument.<br />

286<br />

Naast deze argumenten voor bewijsuitsluiting zijn een aantal argumenten<br />

tegen bewijsuitsluiting aan te voeren. Een daar<strong>van</strong> is het belang <strong>van</strong> de<br />

waarheidsvinding. De waarheidsvinding is gediend bij het aan het licht brengen<br />

<strong>van</strong> alle belangrijke feiten. Met name in het geval <strong>van</strong> zware misdrijven weegt<br />

dit belang zwaar. Het is dan moeilijker te verkroppen dat bepaald bewijs niet<br />

mag meewerken tot de bewezenverklaring, met als gevolg dat de verdachte<br />

wordt vrijgesproken. Bovendien kan dit tot publieke onrust leiden. 287 Het belang<br />

<strong>van</strong> de waarheidsvinding kan daarentegen ook als argument vóór<br />

bewijsuitsluiting dienen. De schending <strong>van</strong> rechtsbeschermende regels bij het<br />

vergaren <strong>van</strong> bewijs kan immers tot onbetrouwbaar bewijs leiden (zie de<br />

bespreking <strong>van</strong> het ‘nemo tenetur’-beginsel). Dit is uiteraard niet altijd het<br />

geval, maar met de uitsluiting <strong>van</strong> het onrechtmatig bewijs wordt tevens het<br />

Mulder 1994, p. 201). Als gevolg <strong>van</strong> codificatie <strong>van</strong> de sancties in art. 359a Sv lijkt deze discussie<br />

thans achterhaald. Voor de gevallen die niet onder art. 359a Sv vallen, kan als rechtsgrond voor<br />

bewijsuitsluiting worden aangevoerd dat ook de overheid zich aan de regels dient te houden. Indien<br />

de overheid zich niet houdt aan de door de wetgever vastgelegde regels voor onderzoek, welke regels<br />

mede zien op bescherming <strong>van</strong> grondrechten en vrijheden <strong>van</strong> burgers, behoort dit te worden<br />

gesanctioneerd. Vormverzuimen die niet onder de regeling <strong>van</strong> art. 359a Sv vallen, zijn<br />

vormverzuimen tijdens het onderzoek ter terechtzitting (Kamerstukken II 1993/94, 23 705, nr. 3, p.<br />

24). Corstens 2002, p. 654-655; Embregts 2003, p. 102, 103 en 107. Zie ook C.P.M. Cleiren en<br />

P.A.M. Mevis, ‘Het dubbelzijdig karakter <strong>van</strong> onrechtmatig strafvorderlijk overheidsoptreden’, in:<br />

C.P.M. Cleiren e..a. (red.), Voor risico <strong>van</strong> de overheid?, Rotterdam: Sanders Instituut 1996.<br />

284 Kamerstukken II 1993/94, 23 705, nr. 3, p. 25-26. Zie ook HR 30 maart 2004, NJ 2004, 344.<br />

Bewijsmateriaal dat voortvloeit uit het onrechtmatig verkregen bewijs, het secundaire bewijs (het<br />

primair onrechtmatig verkregen bewijs is het bewijs dat direct voortvloeit uit de onrechtmatige<br />

gedraging) of de zogenaamde ‘fruits of the poisonous tree’, kan als ‘besmet’ bewijsmateriaal als<br />

ontoelaatbaar terzijde worden geschoven (Corstens 2002, p. 662; Embregts 2003, p. 122-123).<br />

285 Hier kunnen kanttekeningen bij worden gemaakt, zie Embregts 2003, p. 111-112.<br />

286 Corstens 2002, p. 655; Embregts 2003, p. 105.<br />

287 Corstens 1999, p. 656; Embregts 2003, p. 109. Een hiermee samenhangend argument is dat bij lichte<br />

delicten de kosten <strong>van</strong> bewijsuitsluiting (vrijspraak) zwaarder wegen dan de baten. Als belangrijkste<br />

argument is hiertegen in te brengen dat dit de onrechtmatige opsporing in de hand zou werken<br />

(Embregts 2003, p. 110).<br />

72

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!