07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

innocentiae met zich dat bekentenissen niet door middel <strong>van</strong> misleiding of<br />

dwang mogen worden verkregen. In tegendeel, de verdachte behoort de loop <strong>van</strong><br />

het onderzoek te kunnen beïnvloeden. Indien nog geen gerechtelijk<br />

vooronderzoek is ingesteld, heeft de verdachte het recht de rechter-commissaris<br />

te verzoeken een onderzoek in te stellen; de zogenaamde mini-instructie ex art.<br />

36a-e Sv. 252 Verder is de verdachte gedurende het gerechtelijke vooronderzoek<br />

bevoegd bepaalde getuigen op te geven bij de rechter-commissaris (art. 208 Sv)<br />

en is hij bevoegd getuigen ter terechtzitting te doen oproepen (art. 263 Sv).<br />

Niet alleen politie en justitie dienen de onschuldpresumptie te<br />

respecteren, ook de strafrechter mag geen blijk geven <strong>van</strong> zijn overtuiging<br />

omtrent schuld of onschuld <strong>van</strong> de verdachte. Deze uitwerking <strong>van</strong> de<br />

onschuldpresumptie wordt verwoord in art. 271 lid 2 Sv: ‘Noch de voorzitter,<br />

noch een der rechters geeft op de terechtzitting blijk <strong>van</strong> enige overtuiging<br />

omtrent schuld of onschuld <strong>van</strong> de verdachte.’ Dientengevolge behoren politie<br />

en justitie voorzichtig te zijn in hun berichtgeving aan de media. Voorkomen<br />

moet worden dat de verdachte nog voor het rechterlijk oordeel als schuldige<br />

wordt gezien, hetgeen tevens de strafrechter zou kunnen beïnvloeden.<br />

Tot slot vloeit uit het beginsel <strong>van</strong> de onschuldpresumptie voort dat de<br />

verdachte niet mag worden belast met het bewijs <strong>van</strong> zijn onschuld. Hij is niet<br />

verplicht te antwoorden op hem gestelde vragen en bij redelijke twijfel omtrent<br />

de schuld <strong>van</strong> de verdachte, slaat de weegschaal in het voordeel <strong>van</strong> de<br />

verdachte door: in dubio pro reo. Dit betekent evenwel niet dat het niet bewezen<br />

worden <strong>van</strong> de schuld, bewijs oplevert <strong>van</strong> de onschuld <strong>van</strong> de verdachte. De<br />

onschuldpresumptie is immers slechts een regel <strong>van</strong> procesrecht die (onder<br />

meer) het recht geeft vrijuit te gaan indien het ten laste gelegde niet wordt<br />

bewezen.<br />

Het ‘nemo tenetur’-beginsel kan worden gekarakteriseerd als een <strong>van</strong> de meest<br />

omstreden beginselen <strong>van</strong> ons strafrecht. 253 Het betekent dat niemand gehouden<br />

is zichzelf te bezwaren of te beschuldigen: niemand hoeft mee te werken aan<br />

zijn eigen veroordeling. Niet alleen bestaat onenigheid over de vraag naar het<br />

bestaan <strong>van</strong> het beginsel in ons strafproces, 254 maar ook over de inhoud en<br />

reikwijdte <strong>van</strong> het beginsel bestaat onenigheid. Met name over de vraag hoe ver<br />

‘nemo tenetur’ zich buiten het zwijgrecht uitstrekt. In art. 14 lid 3 onder g<br />

252 Zie ook Corstens 2002, p. 297.<br />

253 Voor een uitgebreide bespreking waarin tevens wordt ingegaan op de betekenis <strong>van</strong> het beginsel voor<br />

meldingsplicht <strong>van</strong> artsen bij euthanasie zie J.M. Reijntjes (red.), Nemo tenetur, Arnhem: Gouda<br />

Quint 1996.<br />

254 Voor een overzicht <strong>van</strong> enerzijds standpunten waarin het bestaan wordt ontkend en anderzijds<br />

standpunten waarin het bestaan juist wordt erkend zie Koops 2000, p. 29, 30. Het standpunt <strong>van</strong><br />

Corstens 1999, p. 263 kan daaraan worden toegevoegd: ‘Dit uitgangspunt – ook wel aangeduid als de<br />

nemo-tenetur-regel (nemo tenetur prodere se ipsum) – kent de Nederlandse strafrechtspleging niet’,<br />

met verwijzing onder meer naar een uitspraak <strong>van</strong> de HR 15 februari 1977, NJ 1977, 557. Na het<br />

wijzen <strong>van</strong> de zaak Funke door het EHRM kan naar mijn mening de betekenis <strong>van</strong> het beginsel voor<br />

het Nederlandse strafrecht moeilijk worden ontkend (zie noot 94). Zie ook Knoops & Stevens 2003,<br />

p. 285.<br />

66

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!