07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2.4.2.3 Klassieke beginselen <strong>van</strong> strafprocesrecht<br />

Thans bespreek ik een aantal klassieke beginselen <strong>van</strong> strafprocesrecht waaraan<br />

de verdachte in het strafrecht rechtsbescherming ontleent. 247<br />

Als eerste kan worden gewezen op een <strong>van</strong> de belangrijkste strafprocesrechtelijke<br />

beginselen, de onschuldpresumptie of preasumptio innocentiae: een<br />

verdachte burger heeft het recht voor onschuldig te worden gehouden, totdat zijn<br />

schuld in rechte is komen vast te staan. 248 Het beginsel is gecodificeerd in art. 6<br />

lid 2 EVRM. Het ziet niet op een feitelijk vermoeden <strong>van</strong> onschuld, maar op een<br />

normatieve aanwijzing dat een verdachte niet als schuldige of reeds<br />

veroordeelde mag worden behandeld. 249 Het beoogt verdachten te beschermen<br />

tegen het zwaard <strong>van</strong> vrouwe Justitia voordat haar vonnis is geveld. 250<br />

‘Zij dient als tegengif voor de invloed die uitgaat <strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> het<br />

vooronderzoek, en <strong>van</strong> de ervaringsregel dat de meeste beschuldigden ook<br />

inderdaad schuldig zijn; (…) een tegengif waaraan te meer behoefte bestaat<br />

naarmate in de strafrechtspleging een sterker lekenelement een rol speelt.’ 251<br />

Het beginsel brengt met zich dat geen straf wordt ondergaan vóór de<br />

veroordeling. Dit betekent ook dat de strafvorderlijke autoriteiten de verdachte<br />

bij de toepassing <strong>van</strong> dwangmiddelen niet als een reeds veroordeelde mogen<br />

behandelen. Gelet op het ingrijpende, ‘straffende’ karakter <strong>van</strong> dwangmiddelen,<br />

is de toepassing <strong>van</strong> deze opsporingsbevoegdheden dan ook aan strenge<br />

voorwaarden gebonden (zie ook 2.4.1.1): de verdachte mag geen slachtoffer<br />

worden <strong>van</strong> arbitrair overheidsoptreden. Voorts brengt de preasumptio<br />

247 Ik bespreek niet alle beginselen. Alleen die beginselen die naar mijn mening rele<strong>van</strong>t kunnen zijn in<br />

verband met de rechtsbescherming <strong>van</strong> de werknemer tegen opsporingshandelingen <strong>van</strong> werkgevers,<br />

komen aan de orde. De beginselen die ik buiten beschouwing laat zijn: het ‘fair trial’-beginsel ex art.<br />

6 EVRM (een <strong>van</strong> de meest fundamentele beginselen <strong>van</strong> het strafrecht), het autonomiebeginsel (OM<br />

en verdachte zijn vrij in het bepalen <strong>van</strong> hun procespositie,), het vervolgingsmonopolie <strong>van</strong> het<br />

Openbaar Ministerie (alleen het Openbaar Ministerie is bevoegd tot de vervolging <strong>van</strong> strafbare<br />

feiten) en het opportuniteitsbeginsel (het Openbaar Ministerie kan <strong>van</strong> vervolging afzien op gronden<br />

aan het algemeen belang ontleend, art. 167 lid 2 Sv en art. 242 lid 2 Sv). Zie Corstens 2002, p. 50-51;<br />

Enschedé/Bosch & Sutorius 2002, p. 50-51, 79 en p. 120-125; Lensing & Mulder 1994, p. 25-28,<br />

136-147 en p. 153-161.<br />

248 Het beginsel houdt nauw verband met het beginsel ‘geen straf zonder schuld’, waarover meer in<br />

hoofdstuk 3. Zie over de onschuldpresumptie Corstens 2002, p. 53, 54; N. Keijzer, ‘Enkele<br />

opmerkingen over de praesumptio innocentiae in strafzaken’, in: Balkema e.a., Naar eer en geweten<br />

(Liber amoricum J. Remmelink), Arnhem: Gouda Quint 1987, p. 235-253; Lensing & Mulder 1994,<br />

p. 57-66. Zie voor een bespreking <strong>van</strong> de onschuldpresumtpie in het kader <strong>van</strong> het voorarrest J. uit<br />

Beijerse, Op verdenking ge<strong>van</strong>gengezet. Het voorarrest tussen beginselen en praktische behoeften<br />

(diss. Rotterdam), Nijmegen: Ars Aequi libri 1998.<br />

249 Dientengevolge is het beginsel <strong>van</strong> de onschuldpresumptie niet in strijd met het beginsel ‘geen proces<br />

zonder verdenking’. Dat beginsel vereist namelijk dat voor de uitoefening <strong>van</strong> bepaalde<br />

bevoegdheden de feitelijke verdenking <strong>van</strong> een gepleegd strafbaar feit bestaat, of ernstige bezwaren<br />

tegen de verdachte.<br />

250 Keijzer 1987, p. 245.<br />

251 Keijzer 1987, p. 242, die het citaat heeft ontleend aan H. Packer, The limits of the criminal sanction,<br />

Stanford, CA: Stanford University Press 1968, p. 160, 161, en vervolgens heeft vertaald.<br />

65

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!