07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2.4.1.2 Opsporingsmethoden<br />

In het kader <strong>van</strong> de opsporing kan gebruik worden gemaakt <strong>van</strong> verschillende<br />

opsporingsmethoden. Dit zijn bevoegdheden ter opsporing <strong>van</strong> strafbare feiten,<br />

die geen dwang met zich brengen. Gedacht kan worden aan het doorzoeken <strong>van</strong><br />

een huis, het afluisteren <strong>van</strong> een telefoon of het observeren <strong>van</strong> iemand. 211 Een<br />

aantal <strong>van</strong> die opsporingsmethoden vertonen overeenkomsten met de door<br />

werkgevers gehanteerde opsporingsmethoden. Het betreft observatie met<br />

gebruik <strong>van</strong> camera’s, 212 het opnemen <strong>van</strong> vertrouwelijke communicatie, en het<br />

opnemen <strong>van</strong> telecommunicatie. 213 Deze bijzondere opsporingsbevoegdheden<br />

zijn geregeld of gewijzigd bij de Wet Bijzondere opsporingsbevoegdheden (Wet<br />

Bob). 214<br />

Het gebruik <strong>van</strong> camera’s bij de opsporing <strong>van</strong> strafbare feiten vindt<br />

plaats in het kader <strong>van</strong> observatie <strong>van</strong> een persoon. Onder observatie wordt<br />

verstaan het heimelijk waarnemen of volgen <strong>van</strong> personen of objecten.<br />

Onderscheid kan worden gemaakt tussen stelselmatige en niet-stelselmatige<br />

observatie. In de wet is alleen de stelselmatige observatie geregeld: het al dan<br />

niet heimelijk, systematisch en gericht waarnemen en/of volgen <strong>van</strong> een persoon<br />

met als te verwachten resultaat dat daardoor een min of meer volledig beeld kan<br />

worden verkregen <strong>van</strong> bepaalde aspecten <strong>van</strong> zijn of haar leven (bij invoering<br />

<strong>van</strong> de Wet Bob geplaatst in art. 126g Sv en art. 126o Sv). 215 Doorslaggevend<br />

1997, p. 128). Overigens kunnen met controlebevoegdheden in beperkte mate inbreuken op rechten<br />

en vrijheden worden gemaakt. In dat geval spreekt men <strong>van</strong> niet-strafvorderlijke dwangmiddelen<br />

(Kamerstukken II, 1996/97, 25 403, nr. 3, p. 6. Corstens 2002, p. 252-255, 261-262, 284-286;<br />

Enschedé/Bosch & Sutorius 2002, p. 113; Lensing & Mulder 1994, p. 39; Minkenhof/Reijntjes 2002,<br />

p. 12-13.<br />

211<br />

Mevis 2004, p. 222. Er bestaat een grote verscheidenheid aan technieken. De ontwikkeling is zo snel<br />

gegaan dat het onmogelijk is <strong>van</strong> tevoren te beschrijven wat wel en niet mag (Reijntjes 1989, p. 9).<br />

Naast de wettelijk geregelde opsporingsmethoden die inbreuk op grondrechten kunnen maken,<br />

bestaan niet-wettelijke opsporingsmethoden. Voorbeelden zijn het inzetten <strong>van</strong> speurhonden,<br />

radarapparatuur en dactyloscopisch onderzoek (Simmelink 1987, p. 34).<br />

212<br />

Daarnaast worden camera’s in een vroegere fase <strong>van</strong> het strafproces ingezet voor toezicht en<br />

controle, bijvoorbeeld in het verkeer. De politie heeft ter uitvoering <strong>van</strong> zijn taak tot handhaving <strong>van</strong><br />

de openbare orde ex art. 2 Politiewet de bevoegdheid gebruik te maken <strong>van</strong> videocamera’s. Zo heeft<br />

de politie de bevoegdheid camera’s te plaatsen in probleemgebieden, zoals de Amsterdamse Wallen.<br />

Op deze registraties door de politie is overigens de Wet Politieregisters <strong>van</strong> toepassing en niet de Wet<br />

bescherming Persoonsgegevens (zie 2.3.2.1 en art. 2 lid 2 sub c WBP). De bevoegdheid tot toezicht<br />

op openbare plaatsen komt op grond <strong>van</strong> Hoofdstuk XI <strong>van</strong> de Gemeentewet ook de burgemeester<br />

toe. Van deze bevoegdheid, die wel wordt genormeerd door de WBP, heeft het gebruik de laatste<br />

jaren een grote vlucht heeft genomen. Met name in uitgaansgebieden en bij voetbalwedstrijden wordt<br />

steeds meer gebruik gemaakt <strong>van</strong> camera’s als toezichtmaatregel. Aangezien camera’s inbreuk op het<br />

recht op privacy maken, is behoefte ontstaan aan normering <strong>van</strong> deze vorm <strong>van</strong> toezicht<br />

(Kamerstukken II 1997/98, 25 760, nr. 1, p. 23). Dit heeft geleid tot een wijziging <strong>van</strong> de artikelen<br />

over cameratoezicht in niet en wel voor het publiek toegankelijke plaatsen, per 1 januari 2004 (art.<br />

139f Sr en art. 441b Sr) (Stb. 2003, 198). Zie uitgebreid 2.6.1.<br />

213<br />

Deze onderzoeksmethoden vallen onder observatie in de ruimste zin <strong>van</strong> het woord (Buruma 2001, p.<br />

33).<br />

214<br />

Stb. 1999, 245.<br />

215<br />

Stcrt. 2000, 25 (Aanwijzing opsporingsbevoegdheden). Inwerkingtreding Bob was 1 februari 2000,<br />

Stb. 2000, 32. Art. 126g Sv regelt de stelselmatige observatie als bijzondere opsporingsbevoegdheid<br />

58

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!