07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

elangrijkste randvoorwaarden voor het rechtmatig toepassen <strong>van</strong><br />

cameratoezicht is dat het gebruik <strong>van</strong> de camera’s kenbaar is. 150 Dit betekent dat<br />

de werkgever geen heimelijk gebruik <strong>van</strong> camera’s mag maken ter observatie<br />

<strong>van</strong> zijn <strong>werknemers</strong>. 151<br />

Bij de behandeling <strong>van</strong> het wijzigingsvoorstel <strong>van</strong> artikel 139f Sr<br />

maakte de Minister <strong>van</strong> Justitie (Korthals) onderscheid tussen twee vormen <strong>van</strong><br />

cameragebruik door werkgevers. De eerste is het gebruik <strong>van</strong> camera’s door een<br />

ondernemer onder andere in winkels of bedrijfsterreinen ter voorkoming <strong>van</strong><br />

diefstal of overvallen. De wettelijke bepaling staat hieraan op geen enkele wijze<br />

in de weg. Op dergelijke plaatsen blijft cameratoezicht mogelijk, mits dit op<br />

duidelijke wijze kenbaar is gemaakt. Van het kenbaar maken zou bovendien een<br />

preventieve werking uitgaan. Over de wijze <strong>van</strong> kenbaar maken zei de minister<br />

dat het gaat om de kenbaarheid <strong>van</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> de camera’s. Dit kan<br />

bijvoorbeeld door het zichtbaar ophangen <strong>van</strong> de camera of het plaatsen <strong>van</strong> een<br />

bordje. 152<br />

De tweede vorm <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> camera’s is het gebruik door de<br />

werkgever teneinde onregelmatigheden <strong>van</strong> <strong>werknemers</strong> te constateren. Het gaat<br />

dan om toezicht op de werkvloer. Werkgevers kunnen hierbij een<br />

gerechtvaardigd belang hebben, bijvoorbeeld ten behoeve <strong>van</strong> de beveiliging<br />

<strong>van</strong> het bedrijf of om schadetoebrengend handelen te stoppen. Onder<br />

omstandigheden kan de werkgever onwenselijk gedrag <strong>van</strong> <strong>werknemers</strong><br />

vastleggen, maar hierbij dient terughoudendheid te worden betracht. De<br />

werkgever mag volgens de minister alleen camera’s inzetten indien daartoe een<br />

noodzaak bestaat en het doel daar<strong>van</strong> vooraf concreet is bepaald. Ook dient vast<br />

te staan dat geen minder ingrijpende maatregelen bestaan om het doel te<br />

wederrechtelijkheid ontbreekt. Onder wederrechtelijk wordt verstaan ‘zonder daartoe gerechtigd te<br />

zijn’ (Kamerstukken II 2000/01, 27 732, nr. 3, p. 5-6, p. 11-12 en nr. 5, p. 6).<br />

150 Het artikel is gewijzigd bij Wet <strong>van</strong> 8 mei 2003 tot wijziging <strong>van</strong> de artikelen 139f en 441b <strong>van</strong> het<br />

Wetboek <strong>van</strong> Strafrecht (uitbreiding strafbaarstelling heimelijk cameratoezicht), inwerkingtreding 1<br />

januari 2004 (Stb. 2003, 365). Over de gevolgen <strong>van</strong> de wijziging <strong>van</strong> art. 139f Sr voor het<br />

arbeidsrecht zijn de volgende bijdragen verschenen: M.P. <strong>van</strong> der Stroom, ‘Camera’s op de<br />

werkvloer’, Juridisch up to date 2003-23/24, p. 16-20; L.C. Roelofs, ‘Verborgen cameratoezicht op<br />

de werkplek: straks nog toelaatbaar?’, ArbeidsRecht (10) 2003-10, p. 21-27; K. Ostendorf,<br />

‘Uitbreiding strafbaarstelling heimelijk cameratoezicht en de consequenties daar<strong>van</strong> op de werkplek’,<br />

Sociaal Recht (18) 2003-10, p. 305-310; D.J. Rutgers & H.H. de Vries, ‘De Hoge Raad en<br />

cameratoezicht op de werkvloer’, ArbeidsRecht (8) 2001-10, p. 18-23.<br />

151 Tijdens de parlementaire behandeling werd gevraagd waarom geen nadere, dat wil zeggen scherpere,<br />

eisen werden gesteld aan het gebruik <strong>van</strong> cameratoezicht op de werkvloer. De minister antwoordde<br />

dat voor cameratoezicht, toegepast door werkgevers op de werkvoer, reeds specifieke, scherpere<br />

eisen gelden. Als voorbeeld verwees hij naar de regeling <strong>van</strong> art. 27 lid 1 onderdeel l <strong>van</strong> de WOR.<br />

Verder wees hij op de verplichting <strong>van</strong> art. 611 <strong>van</strong> Boek 7 <strong>van</strong> het BW en stelde dat de regels <strong>van</strong><br />

goed werkgeverschap onder andere met zich brengen dat de werkgever niet zonder noodzaak zijn<br />

<strong>werknemers</strong> bij voortduring aan cameratoezicht mag blootstellen (met verwijzing naar het Hof in de<br />

KOMA-zaak). Genoemde eisen bleven volgens de minister naast de voorgestelde strafbaarstelling<br />

bestaan (Kamerstukken II 2000/01, 27 732, nr. 5, p. 15).<br />

152 Kamerstukken II 2000/01, 27 732, nr. 7, p. 1-2.<br />

45

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!