07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

egeling omtrent de verwerking <strong>van</strong> persoonsgegevens, kan naar mijn mening<br />

niet de conclusie rechtvaardigen dat het belang <strong>van</strong> de werknemer bij<br />

bescherming <strong>van</strong> zijn fundamentele rechten, zoals het recht op privacy,<br />

ondergeschikt is aan het belang <strong>van</strong> de werkgever. 126 De instemming kan slechts<br />

een aanwijzing zijn dat de werkgever een gerechtvaardigd belang bij de<br />

verwerking heeft. 127<br />

Tot slot vloeit uit de artikelen 9 tot en met 14 WBP nog een aantal<br />

vereisten voort waar de werkgever op moet letten bij de verwerking <strong>van</strong><br />

persoonsgegevens in het kader <strong>van</strong> de opsporing <strong>van</strong> wangedrag. Zo dient hij<br />

rekening te houden met de verwantschap tussen het doel <strong>van</strong> de verwerking en<br />

het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen, de aard <strong>van</strong> de betreffende<br />

gegevens, de gevolgen <strong>van</strong> de beoogde verwerking voor de betrokken<br />

werknemer, de wijze waarop de gegevens zijn verkregen en de mate waarin<br />

jegens de betrokken werknemer wordt voorzien in passende waarborgen. Op<br />

grond <strong>van</strong> art. 10 WBP mogen de camerabeelden in beginsel niet langer dan 24<br />

uur worden bewaard. 128 Uit art. 11 WBP volgt dat een werkgever die diefstal uit<br />

de kassa wil opsporen met behulp <strong>van</strong> een camera, de camera alleen op de kassa<br />

mag richten. Ze mogen alleen dat gedeelte <strong>van</strong> de werkplek bestrijken dat<br />

overeenkomt met het geformuleerde doel. 129 Op grond <strong>van</strong> de artikelen 12, 13 en<br />

14 WBP dient de werkgever te voorkomen dat camerabeelden kunnen worden<br />

gemanipuleerd, hetgeen valt aan te merken als onrechtmatige verwerking.<br />

worden genomen (Kamerstukken II 1997/98, 25 892, nr. 3, p. 87, 88). In de vorige paragraaf is al<br />

duidelijk geworden dat het recht op privacy ook in de verhouding ‘werkgever-werknemer’ in acht<br />

moet worden genomen.<br />

126<br />

Zie ook de President <strong>van</strong> de Rechtbank en het Hof in de KOMA-zaak (Hof ’s-Hertogenbosch 2 juli<br />

1986, NJ 1987, 451). Zie 2.3.1.<br />

127<br />

Aldus ook Van der Stroom 2003, p. 17.<br />

128<br />

Art. 10 bevat een bepaling over bewaartermijnen. Op de website <strong>van</strong> het CBP is een informatieblad<br />

verschenen waarin wordt ingegaan op de bewaartermijnen <strong>van</strong> persoonsgegevens. Het CBP geeft als<br />

richtsnoer dat video-opnamen na 24 uur moeten worden vernietigd, tenzij een langere bewaartermijn<br />

noodzakelijk is. In dat geval is volgens het CBP een maximale bewaartermijn <strong>van</strong> twee weken<br />

gerechtvaardigd, mits een goede onderbouwing wordt gegeven. Indien na het zien <strong>van</strong> de<br />

videobeelden blijkt dat daarop een incident is waar te nemen, mogen ze langer worden bewaard,<br />

bijvoorbeeld voor het nemen <strong>van</strong> een vervolgactie in het kader <strong>van</strong> opsporing of vervolging <strong>van</strong> een<br />

strafbaar feit (Registratiekamer, ‘In beeld gebracht. Privacyregels voor het gebruik <strong>van</strong> videocamera's<br />

voor toezicht en beveiliging’, ’s-Gravenhage: Registratiekamer 1997) (Vgl. art. 38 lid 6<br />

Vrijstellingsbesluit, waarin de 24-uursbepaling voor cameratoezicht dat is vrijgesteld <strong>van</strong> melding ex<br />

art. 27 WBP is opgenomen). Daarnaast is meer recentelijk een informatieblad <strong>van</strong> het CBP op de<br />

website verschenen: ‘Camera’s op de werkplek’, Informatieblad nummer 3, maart 2004, CBP.<br />

129<br />

De Vries & Rutgers 2001b, p. 64-65. Op grond <strong>van</strong> het tweede lid <strong>van</strong> art. 11 WBP dient een<br />

werkgever de nodige maatregelen treffen opdat de persoonsgegevens, gelet op de doeleinden<br />

waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, juist en nauwkeurig zijn. Dit<br />

betekent dat de werkgever de gegevens continue moet toetsen. Hij kan namelijk aansprakelijk<br />

worden gesteld voor de gevolgen <strong>van</strong> beslissingen die op basis <strong>van</strong> foutieve, verouderde, niet ter zake<br />

doende of onrechtmatig verkregen gegevens zijn genomen (zie ook Terstegge 2001, p. 23 en De Laat<br />

& Rutgers 2005, p. 1318).<br />

39

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!