Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...
Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...
Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
escherming persoonsgegevens (WBP), heeft de wetgever aan deze in art. 10 lid<br />
2 en 3 Gw neergelegde verplichting voldaan. 86<br />
In de memorie <strong>van</strong> toelichting bij de WBP werd overwogen dat in het<br />
Nederlandse systeem, buiten de werkingssfeer <strong>van</strong> art. 10 lid 1 Gw, als<br />
algemeen uitgangspunt geldt dat noch de handelingsvrijheid <strong>van</strong> degene die<br />
persoonsgegevens verwerkt, noch het recht op bescherming <strong>van</strong> de persoonlijke<br />
levenssfeer <strong>van</strong> de betrokkene in abstracto zwaarder weegt. Als beide belangen<br />
dreigen te botsen, dienen zij tegen elkaar te worden afgewogen, waarbij<br />
rekening moet worden gehouden met de bijzondere grondwettelijke waarde <strong>van</strong><br />
het recht op bescherming <strong>van</strong> de persoonlijke levenssfeer. Met de WBP werd<br />
slechts beoogd voor deze afweging het nodige instrumentarium aan te reiken. 87<br />
Uit deze overweging kan worden afgeleid dat de materiële normen en<br />
beginselen 88 die aan de WBP ten grondslag liggen ook gelding kunnen hebben<br />
indien de WBP strikt genomen niet <strong>van</strong> toepassing is. Deze normen zijn in onze<br />
maatschappij dermate geaccepteerd, dat ze indirect <strong>van</strong> toepassing zijn op<br />
onderzoek door de werkgever dat weliswaar buiten de werkingssfeer <strong>van</strong> de<br />
WBP valt, maar waarbij wel persoonsgegevens worden verwerkt. 89 Het gaat om<br />
de volgende normen en beginselen: 90<br />
ontwikkeling <strong>van</strong> het recht verloopt, is een technologieneutraal juridisch begrip ontwikkeld, wat<br />
minder snel veroudert ten gevolge <strong>van</strong> technologische ontwikkelingen. Dit neutrale begrip is<br />
‘gegevensverwerking’ en vormt het object <strong>van</strong> regelgeving <strong>van</strong> de WBP. Met dit begrip ‘wordt<br />
aangesloten bij de realiteit <strong>van</strong> netwerkvorming waarin de computers <strong>van</strong> weleer vaak slechts een<br />
ondergeschikt knooppunt vormen’ (Kamerstukken II 1997/98, 25 892, nr. 3, p. 6, 7).<br />
86 Met de invoering <strong>van</strong> de WBP is de Nederlandse wetgeving in overeenstemming gebracht met de<br />
Europese privacyrichtlijn 95/46/EG (Richtlijn <strong>van</strong> 23 november 1995, PbEg L281, p. 31-50). Zie<br />
Kamerstukken II 1997/98, 25 892, nr. 3, p. 5-7 (MvT) en over de gehele totstandkomingsgeschiedenis<br />
p. 3-6. Toetsing aan de vraag of het recht op privacy in een concreet geval is aangetast, of dat sprake<br />
is <strong>van</strong> een gerechtvaardigde inbreuk op het recht op privacy, kan uitblijven indien de WBP <strong>van</strong><br />
toepassing is. De wetgever zei hierover: ‘Niet elke verwerking <strong>van</strong> persoonsgegevens vormt een<br />
inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Wanneer dit wel en niet het geval is, kan in zijn<br />
algemeenheid niet worden aangegeven; het is afhankelijk <strong>van</strong> de aard <strong>van</strong> de gegevens en de wijze<br />
waarop deze worden gebruikt. Wel kan worden aangenomen dat (bij, MMK) de verwerking <strong>van</strong><br />
gevoelige gegevens, gelet op hun aard, onafhankelijk <strong>van</strong> de samenhang waar in zij worden gebruikt,<br />
veelal een dergelijke inbreuk wordt gemaakt. Het wetsvoorstel geeft ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 10,<br />
derde lid, <strong>van</strong> de Grondwet, de betrokkene aanspraken met betrekking tot de verwerking <strong>van</strong> hem<br />
betreffende gegevens, ongeacht de vraag of er sprake is <strong>van</strong> een inbreuk op de persoonlijke<br />
levenssfeer.’ (Kamerstukken II 1997/98, 25 892, nr. 3, p.7). Uitgebreid over de WBP: J.H.J Terstegge<br />
e.a. (red.), Wet bescherming persoonsgegevens, Deventer: Kluwer 2001; H.H. de Vries & D.J.<br />
Rutgers, Wet bescherming persoonsgegevens. Toepassing in arbeidsverhoudingen, Deventer: Kluwer<br />
2001.<br />
87 Kamerstukken II 1997/98, 25 890, nr. 3, p. 9.<br />
88 De Vries 2001, p. 55 merkt mijns inziens terecht op dat dit met uitzondering <strong>van</strong> de procedurele<br />
verplichtingen geldt, zoals de melding <strong>van</strong> de verwerking bij het CBP. Zie ook De Vries & Rutgers<br />
2001a, p. 62.<br />
89 Dit volgt ook uit de algemene aanvaarding <strong>van</strong> de horizontale werking <strong>van</strong> het recht op privacy,<br />
hetgeen in de WBP tot uitdrukking is gekomen door het dwingendrechtelijke karakter <strong>van</strong> de<br />
wettelijke bepalingen (Kamerstukken II 1997/98, 25 890, nr. 3, p. 10). Aldus ook de Vries die met<br />
betrekking tot de werking <strong>van</strong> de normen <strong>van</strong> de WBP ten aanzien <strong>van</strong> traditionele, analoge<br />
cameratechnieken die niet rechtstreeks onder de WBP vallen, stelt dat de WBP-normen toch indirect<br />
<strong>van</strong> toepassing zijn omdat veel <strong>van</strong> de in de WBP vastgelegde normen maatschappelijk reeds zijn<br />
29