07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

dat volgens de Hoge Raad mede wordt bepaald door art. 8 EVRM. 42 Een<br />

inbreuk op dit recht levert in beginsel een onrechtmatige daad op. 43<br />

Indien tussen partijen al een rechtsverhouding bestaat, kan doorwerking<br />

plaatsvinden door middel <strong>van</strong> reflexwerking. De aan het grondrecht ten<br />

grondslag liggende waarde, het recht op privacy, komt dan tot uitdrukking bij de<br />

invulling <strong>van</strong> een op die verhouding toepasselijke civielrechtelijke bepaling. 44<br />

Vervolgens vindt een belangenafweging plaats tussen het recht op privacy en de<br />

belangen <strong>van</strong> de wederpartij, zonder dat daarbij wordt getoetst aan de<br />

grondrechtelijke beperkingsclausules. 45<br />

2.3.1.2 De reikwijdte <strong>van</strong> het privacyrecht<br />

Reeds in 1890 werd geschreven over de betekenis <strong>van</strong> het recht op privacy. Het<br />

werd omschreven als het recht om met rust gelaten te worden, een omschrijving<br />

waarmee het recht op privacy sindsdien nog lange tijd min of meer werd<br />

gelijkgesteld. 46 Pas eind jaren tachtig <strong>van</strong> de vorige eeuw kreeg Nederland een<br />

grondwettelijke bepaling waarin het recht op privacy werd geregeld. 47 In de<br />

42<br />

Mensenrechtenverdragen geven niet altijd duidelijkheid over eventuele horizontale werking <strong>van</strong> hun<br />

voorschriften. Soms kan dit uit de tekst <strong>van</strong> de bepalingen worden afgeleid, soms moet de vraag naar<br />

de horizontale werking door het nationale recht worden beantwoord. De Nederlandse rechter is vrij in<br />

zijn uitleg <strong>van</strong> de bepalingen <strong>van</strong> het EVRM en kan daaraan horizontale werking toekennen indien<br />

dit hem de gewenste oplossing toeschijnt. De Nederlandse rechter is in het algemeen echter<br />

terughoudend geweest bij het toekennen <strong>van</strong> horizontale werking aan (nationale en internationale)<br />

grondrechten (Hartkamp 2000, p. 26-27).<br />

43<br />

HR 9 januari 1987, NJ 1987, 928, m. nt. <strong>van</strong> E.A. Alkema (Edamse bijstandsmoeder).<br />

44<br />

Deze vorm <strong>van</strong> doorwerking typeert Verhey als de ‘zuiver privaatrechtelijke rechtsvinding’ (Verhey<br />

1992, p. 422 en 426-431).<br />

45<br />

Verhey 1992, p. 419-420. Vgl.: Van Dooren 1997, p. 127-132; Gerbranda & Kroes 1993, p. 137, p.<br />

161. Verhey 1992, p. 422-432 maakt op het gebied <strong>van</strong> horizontale werking via de rechter<br />

onderscheid tussen directe werking, indirecte werking en zuiver privaatrechtelijke rechtsvinding. De<br />

directe werking komt overeen met niveau vijf <strong>van</strong> de door de regering gehanteerde glijdende schaal.<br />

Met de indirecte werking wordt bedoeld dat het grondrecht niet direct wordt toegepast, maar wel een<br />

inspiratiebron vormt voor de rechter en dus samen met andere overwegingen de rechterlijke<br />

oordeelsvorming beïnvloeden (te vergelijken met de niveaus twee tot en met vier <strong>van</strong> voornoemde<br />

glijdende schaal). Doorwerking in het kader <strong>van</strong> zuiver privaatrechtelijke rechtsvinding houdt in dat<br />

de rechter niet naar de grondwettelijke bepaling verwijst, waardoor geen sprake is <strong>van</strong> zichtbare<br />

doorwerking, maar wel de met het grondrecht corresponderende waarde – het recht op privacy – tot<br />

zijn recht laat komen.<br />

46<br />

Samuel D. Warren en Louis D. Brandeis, ‘The right to privacy’, Harvard Law Review 15 december<br />

1890. Buruma 2001, p. 33 e.v. Uitgebreid over dit recht in verband met ‘computerprivacy’ F.<br />

Kuitenbrouwer, Het recht om met rust gelaten te worden. Over privacy, Amsterdam: Balans 1991.<br />

Van der Heijden heeft het in dit verband over de paradox <strong>van</strong> privacy op de werkplek. Op het werk<br />

wordt een werknemer juist niet met rust gelaten, maar hij wordt verwacht actief zijn deel <strong>van</strong> de<br />

overeenkomst na te komen (Van der Heijden 1992, p. 14). De Vries 2000, p. 79 wijst er mijns inziens<br />

terecht op dat deze zogenaamde paradox een farce is, aangezien het recht op privacy uiteraard geen<br />

absoluut recht is, maar zeer flexibel is en in verschillende omstandigheden een wisselende inhoud en<br />

betekenis kan krijgen. Het gaat er om dat de werknemer wel degelijk een beroep kan doen op het<br />

recht op privacy, het heeft immers horizontale werking en het strekt zich uit tot de werkplek, maar<br />

het heeft dan een defensieve werking: het stelt grenzen aan hetgeen de werknemer heeft te dulden<br />

<strong>van</strong> de werkgever. Zie ook Verhulp 1999, p. 137; de Vries 2001, p. 39, 40; Terstegge & de Vries<br />

1994, p. 7.<br />

47<br />

Blok 2002, p. 39.<br />

18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!