07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

‘Verdachtskündigung’: de ‘Verdachtskündigung’ is een strafsanctie, welke<br />

discriminerend en stigmatiserend werkt en kan nog ingrijpender zijn dan een<br />

strafrechtelijke (ge<strong>van</strong>genis)straf. Bovendien zou de rechtsorde zich geen<br />

dubbele moraal kunnen veroorloven: op staatsrechtelijk gebied geldt het<br />

onschuldvermoeden, maar een extreme maatregel als ontslag zou bij een<br />

verdenking reeds mogelijk zijn. Hoefs komt daarentegen tot de conclusie dat het<br />

onschuldvermoeden niet aan de ‘Verdachtskündigung’ in de weg staat. Volgens<br />

Hoefs pleit het grote onderscheid tussen een overheidsstraf en een<br />

‘Verdachtskündigung’, in structuur en doel, tegen het toekennen <strong>van</strong> een<br />

strafkarakter aan de ‘Verdachtskündigung’. De ‘Verdachtskündigung’ omvat, in<br />

tegenstelling tot de straf <strong>van</strong> overheidswege, geen waardeoordeel.<br />

Dientengevolge bestaat volgens hem geen inhoudelijk aanknopingspunt tussen<br />

onschuldvermoeden en ‘Verdachtskündigung’. 303 Ook het BAG heeft<br />

geoordeeld dat het onschuldvermoeden ex art. 6 lid 2 EVRM niet aan de<br />

geldigheid <strong>van</strong> een ‘Verdachtskündigung’ in de weg staat en voerde ter<br />

verklaring het volgende aan:<br />

‘Würde man mit der Anwendung des Art. 6 Abs. 2 MRK 304 im Privatrecht<br />

ernst machen, so bliebe zudem bis zu einer strafrechtlichen Verurteilung<br />

überhaupt keine Kündigungsmöglichkeit, und der Arbeitgeber könnte auf den<br />

begründeten Verdacht einer strafbaren Handlung nur mit einer sicherlich<br />

zulässigen Suspendierung des Arbeitnehmers reagieren, was dem<br />

Arbeitnehmer im Ergebnis eine bezahlte Freistellung bis zum Abschluß des<br />

Strafverfahrens verschaffen würde.’ 305<br />

Tot slot is door de rechtspraak en de meerderheid <strong>van</strong> de schrijvers ook de<br />

mogelijkheid <strong>van</strong> een gewone ‘Verdachtskündigung’ onderschreven. 306 Het<br />

303 Hoefs 2001, p. 90-93. Egli meent dat art. 6 lid 2 EVRM wel degelijk invloed heeft op de<br />

rechtmatigheid <strong>van</strong> een ‘Verdachtskündigung’. In Duitsland is immers de indirecte doorwerking <strong>van</strong><br />

grondrechten in privaatrechtelijke rechtsverhoudingen erkend. Voorts kan het beginsel <strong>van</strong> het<br />

onschuldvermoeden uit het aan de grondwet ten grondslag liggende rechtsstaatprincipe worden<br />

afgeleid. Het beginsel <strong>van</strong> de onschuldpresumptie dient volgens Egli hoe dan ook als constitutioneel<br />

waardeoordeel bij de toepassing en uitleg <strong>van</strong> vage rechtsbegrippen in het privaatrecht, waaronder de<br />

invulling <strong>van</strong> het begrip ‘dringende reden’, in acht te worden genomen. De rechter dient hier<br />

rekening te houden met het onschuldvermoeden, door een onverwijld ontslag alleen dan toelaatbaar<br />

te verklaren, indien de voor het ontslag rele<strong>van</strong>te omstandigheden volledig zijn bewezen (Egli 2000,<br />

p. 92-93). Verder wijst Egli op de rechtsonzekerheid voor de werknemer, als gevolg <strong>van</strong> de vrijheid<br />

<strong>van</strong> de werkgever te kiezen voor een ‘Verdachts-’ dan wel ‘Tatkündigung’. Bovendien meent Egli<br />

dat in de praktijk helemaal geen behoefte bestaat aan de mogelijkheid <strong>van</strong> een ‘Verdachtskündigung’.<br />

Dit blijkt volgens hem ui het geringe aantal uitspraken <strong>van</strong> het BAG over de ‘Verdachtskündigung’.<br />

Bovendien worden ‘Verdachtskündigungen’ maar zelden geldig geoordeeld. Dientengevolge besluit<br />

Egli met de conclusie dat in Duitsland noch een voldoende rechtsgrond, noch een dwingende<br />

praktische behoefte aan het rechtsinstituut <strong>van</strong> de onverwijlde ‘Verdachtskündigung’ bestaat, dat wil<br />

zeggen aan de verdenking als zelfstandige, dringende reden voor ontslag (Egli 2000, p. 93-94).<br />

304 EVRM (MMK).<br />

305 BAG 14 september 1994, 2 AZR 164/94.<br />

306 Met een ‘gewone’ Verdachtskündigung wordt een gewoon ontslag op grond <strong>van</strong> een verdenking<br />

bedoeld: de werkgever dient de opzegtermijn en de bepalingen <strong>van</strong> de Kündigungsschutzgesetz in<br />

acht te nemen: het ontslag mag niet sociaal ongerechtvaardigd zijn (zie 5.2.2.1).<br />

315

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!