07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Het antwoord op de vraag of bewijs, verkregen in strijd met het<br />

instemmingsrecht <strong>van</strong> de ondernemingsraad, in een civiele procedure kan<br />

worden gebruikt, is volgens Hoefs omstreden. Op grond <strong>van</strong> het grondwettelijk<br />

recht op bewijsvoering is het verkrijgen en gebruiken <strong>van</strong> bewijs in beginsel<br />

toegestaan. Daarentegen is het volgens Hoefs tevens een algemeen<br />

rechtsprincipe dat de uitbuiting <strong>van</strong> een onrechtmatige toestand moet worden<br />

afgekeurd, zodat onrechtmatig handelen geen voordeel kan opleveren. Het zou<br />

een prikkel tot onrechtmatig handelen zijn, indien de vruchten <strong>van</strong> dat handelen<br />

zouden mogen worden gebruikt. Zou ondanks de afkeurenswaardige wijze <strong>van</strong><br />

verkrijgen, het gebruik in een procedure mogelijk zijn, dan zou de rechtsorde<br />

tegenstrijdig en inconsequent kunnen lijken. Derhalve is de mogelijkheid tot het<br />

gebruiken <strong>van</strong> onrechtmatig verkregen bewijs beperkt. Als regel geldt dat het<br />

materiaal niet tot het bewijs kan meewerken, indien dit verkregen is in strijd met<br />

het belang dat de geschonden regel beoogde te beschermen. Of in het concrete<br />

geval een verbod tot gebruik <strong>van</strong> onrechtmatig verkregen bewijs bestaat, is<br />

werkgever, zoals art. 12 GG en art. 14 GG). Vervolgens is het aan de werknemer aan te tonen in<br />

welke sfeer <strong>van</strong> het ‘Persönlichkeitsrecht’ hij is getroffen en hoe zwaar de schending was (Hoefs<br />

2001, p. 249-250). Lingeman & Göpfert gaan in op het door een privé-detective, als gevolg <strong>van</strong><br />

schending <strong>van</strong> het ‘Persönlichkeitsrecht’, onrechtmatig verkregen bewijs. Zij stellen dat de schending<br />

<strong>van</strong> het ‘Persönlichkeistrecht’ kan leiden tot ontoelaatbaarheid <strong>van</strong> het verkregen bewijs. Of dit het<br />

geval is, dient te worden beoordeeld aan de hand <strong>van</strong> een concrete belangenafweging, waarbij met<br />

name <strong>van</strong> belang is of de werkgever met de inzet <strong>van</strong> de detective slechts heeft willen controleren of<br />

de verschuldigde arbeidsprestaties werden geleverd. Uitsluiting <strong>van</strong> het door een detective verkregen<br />

bewijs is in ieder geval aan de orde, indien de detective de werknemer bijzonder hardnekkig<br />

achtervolgt, de werknemer bijvoorbeeld bij privé-afspraken schaduwt en daarbij de grenzen <strong>van</strong> de<br />

persoonlijke levenssfeer expliciet overschrijdt. De werkgever is verplicht de inzet <strong>van</strong> de privédetective<br />

te staken, zodra hij <strong>van</strong> deze situatie kennis neemt. Tot slot speelt in de Duitse rechtspraak,<br />

met name bij door privé-detectives verkregen bewijs, de vrije bewijswaardering ex §286 ZPO een<br />

belangrijke rol. Het door een detective vergaarde bewijs <strong>van</strong> een ontslaggrond houdt voor de rechter<br />

niet altijd stand: rechters stellen hoge eisen aan de betrouwbaarheid <strong>van</strong> dit bewijs: ‘Für den<br />

betroffenen Arbeitnehmer ist gerade der Detektivbericht oft eine “Fundgrube” (goudmijn, MMK), um<br />

den angeblich kündigungsrele<strong>van</strong>ten Sachverhalt zu erschüttern.’ (Lingemann & Göpfert 1997, p.<br />

375-376, met verwijzing naar BAG 3 april 1986, Der Betrieb 1986, p. 2187 en LAG Keulen 14<br />

december 1995, NZA-RR 1996, p. 376, 378). Samengevat gezegd: bij de inzet <strong>van</strong> een privédetective<br />

ter opsporing <strong>van</strong> wangedrag, vormt de rechtmatige vergaring en toelaatbaarheid <strong>van</strong> het<br />

bewijs niet per definitie een probleem, maar de bewijswaardering door de rechter, en dientengevolge<br />

de bruikbaarheid in een eventuele ontslagprocedure, vormt wel vaak een probleem. Als oorzaak <strong>van</strong><br />

de onbruikbaarheid <strong>van</strong> het door privé-detectives verzamelde bewijs, voeren Lingemann & Göpfert<br />

1997, p. 376-377 aan, dat de privé-detectives vaak niet op de hoogte zijn <strong>van</strong> de voor een ontslag<br />

rele<strong>van</strong>te feiten. De oplossing is volgens hen, dat de detective in een zeer vroeg stadium over de<br />

omstandigheden die een ontslag rechtvaardigen wordt geïnformeerd. Gelet op de hoge kosten die de<br />

inzet <strong>van</strong> een detective met zich brengen, is het vinden <strong>van</strong> een oplossing voor dit probleem, voor<br />

werkgevers <strong>van</strong> belang. Bovendien heeft het BAG bepaald dat deze kosten voor vergoeding in<br />

aanmerking komen, indien de werkgever, naar aanleiding <strong>van</strong> een concrete verdenking tegen de<br />

werknemer, een detective de opdracht heeft gegeven de werknemer te observeren en wordt bewezen<br />

dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan opzettelijk handelen in strijd met het contract<br />

(BAG 3 december 1985, BB 87, 689. Zie ook Schaub, Koch & Linck 2005, p. 465; Uhmann 2002, p.<br />

82). Lingemann & Göpfert wijzen er in dit verband op dat aan de verdenking dermate hoge eisen<br />

worden gesteld, dat een werkgever niet kan vertrouwen op de mogelijke vergoeding <strong>van</strong> de<br />

detectivekosten (ex §91 ZPO) (Lingemann & Göpfert 1997, p. 377).<br />

293

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!