Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...
Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ... Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...
2. de werknemer kan op een andere plek binnen dezelfde vestiging of in een andere vestiging van het bedrijf te werk worden gesteld. 57 Bovendien dient ter beoordeling van de sociale rechtvaardigheid van een ontslag altijd een belangenafweging plaats te vinden. Dit geldt althans voor een ‘personen-’ en ‘verhaltensbedingt’ ontslag; bij een ‘betriebsbedingt’ ontslag is een belangenafweging uitgesloten. Voor een afweging van de werknemersbelangen is na het wegvallen van de arbeidsplaats en de onmogelijkheid van verdere tewerkstelling geen plaats meer. Verder is een ontslag sociaal ongerechtvaardigd indien het in strijd met het ‘ultima ratio’-beginsel is. Het ontslagrecht wordt namelijk door de gedachte beheerst, dat het ontslag een laatste redmiddel, ‘ultima ratio’, moet zijn. Uit het, nauw met het ‘Ultima ratio Prinzip’ samenhangende, evenredigheidsbeginsel vloeit volgens het BAG voort, dat de werkgever vooraf dient te toetsen of het ontslag kan worden voorkomen door het treffen van een andere, minder ingrijpende maatregel, zoals een waarschuwing of overplaatsing. Verder dient voor ieder ontslag te worden getoetst of het kan worden voorkomen, door de arbeidsovereenkomst onder andere arbeidsvoorwaarden voort te zetten. Tot slot wordt voor ieder ontslag een negatief vooruitzicht vereist (‘negative Zukunftsprognose’): er bestaat alleen een grond voor ontslag, indien van de werkgever, wegens te verwachten verstoring van de arbeidsverhouding, een voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet kan worden gevergd. 58 De geldigheid van het ontslag wordt beoordeeld naar de omstandigheden zoals deze zich voordeden op het tijdstip van het ontslag. 59 De werkgever heeft de stelplicht en bewijslast van de ontslaggronden (§1 Abs. 2 S. 4 KSchG). 60 Indien de werknemer het ontslag sociaal ongerechtvaardigd acht, kan hij binnen een week bij de ondernemingsraad bezwaar indienen (§3 KschG). Bedoeling van de bezwaarprocedure is de, met de bedrijfsverhoudingen vertrouwde, ondernemingsraad tussen de werkgever en de werknemer te laten bemiddelen. 61 De werknemer dient zich binnen drie weken na het ontslag (de bemiddeling door de ondernemingsraad schort deze termijn niet op) bij het Arbeitsgericht op de 57 Zie bijvoorbeeld BAG 22 juli 1982, 2 AZ 30/81. 58 Zie bijvoorbeeld BAG 17 januari 1991, 2 AZR 375/90 en BAG 22 juli 1982, 2 AZR 30/81. Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1364-1365; Otto 1997, p. 143-146; Stahlhacke & Preis 1995, p. 271-272; Jacobs 1993, p. 115-116; Kuip 1993, p. 301-305. Tot slot dient, met name bij een ‘personenbedingt’ en bij een ‘verhaltensbedingt’ ontslag, een belangenafweging plaats te vinden en geldt in het Duiste ontslagrecht het ‘Prognoseprinzip’: de rechtmatigheid van het ontslag wordt beoordeeld aan de hand van de omstandigheden zoals die bekend zijn op het moment van het ontslag. Feiten die zich hebben voorgedaan na de ontslagaanzegging, kunnen de rechtmatigheid van het ontslag niet beïnvloeden (Stahlhacke & Preis 1995, p. 272-274). 59 Indien de werknemer bijvoorbeeld wordt ontslagen wegens vaak te laat komen, en blijkt achteraf ook nog van een diefstal, welke zich heeft voorgedaan voor de ontslagaanzegging, mag de werkgever deze diefstal ook aan het ontslag ten grondslag leggen (Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1365). 60 Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1366. 61 Dit dient te worden onderscheiden van de plicht van de werknemer ex §102 BetrVG tot het horen van de ondernemingsraad bij een voorgenomen ontslag. Zie hierover 5.2.3.3 (Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1433-1434). 268
nietigheid van het ontslag te beroepen; doet hij dit niet, dan wordt het ontslag, van begin af aan, als rechtsgeldig beschouwd (§4 jo. §7 KSchG). 62 Een ‘personenbedingte Kündigung’ wordt gekenmerkt door het feit dat de werknemer, als gevolg van persoonlijke eigenschappen en vaardigheden, niet meer in staat is de verschuldigde arbeidsprestatie geheel, of gedeeltelijk te voldoen. 63 Hier vallen met name geestelijke en lichamelijke gebreken en ziekte onder, die de inzetbaarheid van de werknemer aanzienlijk beperken en afgenomen vaardigheden ten gevolge van een hoge leeftijd. Deze omstandigheden kunnen echter alleen dan een ‘personenbedingt’ ontslag sociaal rechtvaardigen, indien ze tevens tot een aanzienlijke verstoring van de financiële belangen en bedrijfsbelangen leiden. 64 Andere voorbeelden van ‘personenbedingte’ redenen zijn het ontbreken van de nodige kennis, intrekken van een vlieglicentie, alcohol- of drugsverslaving, detentie en bepaalde delicten. 65 Het meest voorkomende ‘personenbedingter’ ontslag is het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid: het Duitse ontslagrecht kent geen ontslagverbod tijdens ziekte. 66 Wordt een werknemer wegens ‘personenbedingte’ redenen ontslagen, dan dient een zorgvuldige belangenafweging plaats te vinden. 67 Schuld is geen vereiste voor een ‘personenbedingt’ ontslag. 68 Het onderscheid met een ‘verhaltensbedingt’ ontslag is soms moeilijk te maken. In beginsel geldt het volgende: een ‘personenbedingte’ reden doet zich voor bij niet stuurbaar handelen van de werknemer, terwijl een ‘verhaltensbedingte’ reden berust op door de wil gestuurd gedrag van de werknemer. Kort gezegd kan het onderscheid als volgt worden aangegeven: een ‘verhaltensbedingte’ ontslaggrond doet zich voor indien de werknemer niet wil, een ‘personenbedingte’ ontslaggrond doet zich voor indien de werknemer niet kan. 69 Dientengevolge behoeft een ontslag wegens ‘personenbedingte’ redenen niet door een waarschuwing vooraf te worden gegaan: een waarschuwing heeft geen zin bij gedrag dat niet stuurbaar is. 70 Met een ‘verhaltensbedingte Kündigung’ kan de werkgever op het gedrag van de werknemer reageren. Onder ‘Verhalten’ wordt verstaan: ieder door de wil van de werknemer gestuurd handelen. 71 Als ontslaggrond komt zowel gedrag in aanmerking waarmee de hoofdverplichtingen uit de arbeidsovereenkomst worden geschonden, als gedrag dat inbreuk maakt op de 62 Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1434-1449. 63 Stahlhacke & Preis 1995, p. 344. 64 Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1367. 65 Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1369-1377. 66 Otto 1997, p. 146-148; Stahlhacke & Preis 1995, p. 343 e.v.; Kuip 1993, p. 305-306; Jacobs 1993, p. 116-118. 67 Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1368. 68 Kuip 1993, p. 306. 69 Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1367, p. 1377. 70 Schaub, Koch & Linck 2005, p. 522. Uitgebreid over de waarschuwing als vereiste voor een geldig ontslag Schaub, Koch & Linck 2005, p. 519-523. 71 Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1377. 269
- Page 233 and 234: Ook in een derde CAO kwam een derge
- Page 235 and 236: sprake was van een arbeidsreglement
- Page 237 and 238: De personeelshandboeken vormen nog
- Page 239 and 240: ondernemingsovereenkomst in de indi
- Page 241 and 242: of overeenstemming is bereikt met d
- Page 243 and 244: egelgeving, is het legaliteitsbegin
- Page 245 and 246: 4.5.2 Het legaliteitsbeginsel Het l
- Page 247 and 248: ‘Art. 1 Niemand mag tot straf ver
- Page 249 and 250: Daarnaast is het beginsel opgenomen
- Page 251 and 252: De Hoge Raad vernietigde de uitspra
- Page 253 and 254: waarborgen zouden wel als inspirati
- Page 255 and 256: edrijfstak-CAO’s lijkt dan het me
- Page 257 and 258: Op deze wijze kan het handelen van
- Page 259 and 260: voorziet in een regeling op grond w
- Page 261 and 262: (cumulatieverbod) en ‘geen straf
- Page 263 and 264: In de leden twee tot en met negen s
- Page 265 and 266: ondernemingsregeling, in strijd zij
- Page 267 and 268: straffen een incidenteel karakter h
- Page 269 and 270: grondslag voor het tuchtrechtelijk
- Page 271 and 272: 4.8 Samenvatting en conclusie Nadat
- Page 273: niveau, maar voorgesteld werd allee
- Page 276 and 277: Duitsland is bovendien van belang g
- Page 278 and 279: geleid tot theorievorming over de b
- Page 280 and 281: 5.2.2 Het Duitse ontslagrecht Evena
- Page 282 and 283: KSchG). 44 Het wettelijke maximum v
- Page 286 and 287: nevenverplichtingen die uit de wet
- Page 288 and 289: 5.2.2.2 Buitengewone opzegging Zoal
- Page 290 and 291: handelingen in verband met het werk
- Page 292 and 293: van personeel bij aanstelling, over
- Page 294 and 295: over, of verzuimt de werkgever de o
- Page 296 and 297: de verwerking van persoonsgegevens
- Page 298 and 299: werknemers. Voorwaarde is dat een c
- Page 300 and 301: elang. De BDSG is zonder meer van t
- Page 302 and 303: arbeidsovereenkomst, noch bij onder
- Page 304 and 305: veroordelingen) en onderzoek naar t
- Page 306 and 307: 1. das nicht zu seiner Kenntnis bes
- Page 308 and 309: gebruik van de telefoon mogelijk ma
- Page 310 and 311: derhalve afhankelijk van het belang
- Page 312 and 313: algemene ‘Persönlichkeitsrecht
- Page 314 and 315: grondrechtelijke bescherming geniet
- Page 316 and 317: echtvaardigingsgrond voor het werkv
- Page 318 and 319: die niet volgens de formele regels
- Page 320 and 321: BGB (de uitoefening dient billijk t
- Page 322 and 323: ‘Vertragsstrafen’ zijn straffen
- Page 324 and 325: sprake zijn van de aanwezigheid van
- Page 326 and 327: of in het concrete geval sprake is
- Page 328 and 329: echtvaardigen, kunnen een ‘Verdac
- Page 330 and 331: Naast deze vereisten dient het onts
- Page 332 and 333: BAG gaat ervan uit dat als een onve
nietigheid <strong>van</strong> het ontslag te beroepen; doet hij dit niet, dan wordt het ontslag,<br />
<strong>van</strong> begin af aan, als rechtsgeldig beschouwd (§4 jo. §7 KSchG). 62<br />
Een ‘personenbedingte Kündigung’ wordt gekenmerkt door het feit dat de<br />
werknemer, als gevolg <strong>van</strong> persoonlijke eigenschappen en vaardigheden, niet<br />
meer in staat is de verschuldigde arbeidsprestatie geheel, of gedeeltelijk te<br />
voldoen. 63 Hier vallen met name geestelijke en lichamelijke gebreken en ziekte<br />
onder, die de inzetbaarheid <strong>van</strong> de werknemer aanzienlijk beperken en<br />
afgenomen vaardigheden ten gevolge <strong>van</strong> een hoge leeftijd. Deze<br />
omstandigheden kunnen echter alleen dan een ‘personenbedingt’ ontslag sociaal<br />
rechtvaardigen, indien ze tevens tot een aanzienlijke verstoring <strong>van</strong> de financiële<br />
belangen en bedrijfsbelangen leiden. 64 Andere voorbeelden <strong>van</strong> ‘personenbedingte’<br />
redenen zijn het ontbreken <strong>van</strong> de nodige kennis, intrekken <strong>van</strong> een<br />
vlieglicentie, alcohol- of drugsverslaving, detentie en bepaalde delicten. 65 Het<br />
meest voorkomende ‘personenbedingter’ ontslag is het ontslag wegens<br />
arbeidsongeschiktheid: het Duitse ontslagrecht kent geen ontslagverbod tijdens<br />
ziekte. 66 Wordt een werknemer wegens ‘personenbedingte’ redenen ontslagen,<br />
dan dient een zorgvuldige belangenafweging plaats te vinden. 67 Schuld is geen<br />
vereiste voor een ‘personenbedingt’ ontslag. 68 Het onderscheid met een<br />
‘verhaltensbedingt’ ontslag is soms moeilijk te maken. In beginsel geldt het<br />
volgende: een ‘personenbedingte’ reden doet zich voor bij niet stuurbaar<br />
handelen <strong>van</strong> de werknemer, terwijl een ‘verhaltensbedingte’ reden berust op<br />
door de wil gestuurd gedrag <strong>van</strong> de werknemer. Kort gezegd kan het<br />
onderscheid als volgt worden aangegeven: een ‘verhaltensbedingte’ ontslaggrond<br />
doet zich voor indien de werknemer niet wil, een ‘personenbedingte’<br />
ontslaggrond doet zich voor indien de werknemer niet kan. 69 Dientengevolge<br />
behoeft een ontslag wegens ‘personenbedingte’ redenen niet door een<br />
waarschuwing vooraf te worden gegaan: een waarschuwing heeft geen zin bij<br />
gedrag dat niet stuurbaar is. 70<br />
Met een ‘verhaltensbedingte Kündigung’ kan de werkgever op het gedrag<br />
<strong>van</strong> de werknemer reageren. Onder ‘Verhalten’ wordt verstaan: ieder door de<br />
wil <strong>van</strong> de werknemer gestuurd handelen. 71 Als ontslaggrond komt zowel<br />
gedrag in aanmerking waarmee de hoofdverplichtingen uit de arbeidsovereenkomst<br />
worden geschonden, als gedrag dat inbreuk maakt op de<br />
62<br />
Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1434-1449.<br />
63<br />
Stahlhacke & Preis 1995, p. 344.<br />
64<br />
Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1367.<br />
65<br />
Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1369-1377.<br />
66<br />
Otto 1997, p. 146-148; Stahlhacke & Preis 1995, p. 343 e.v.; Kuip 1993, p. 305-306; Jacobs 1993, p.<br />
116-118.<br />
67<br />
Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1368.<br />
68<br />
Kuip 1993, p. 306.<br />
69<br />
Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1367, p. 1377.<br />
70<br />
Schaub, Koch & Linck 2005, p. 522. Uitgebreid over de waarschuwing als vereiste voor een geldig<br />
ontslag Schaub, Koch & Linck 2005, p. 519-523.<br />
71<br />
Schaub, Koch & Linck 2005, p. 1377.<br />
269