Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...
Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ... Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...
5. Duitsland 5.1 Inleiding In de voorgaande drie hoofdstukken heb ik de opsporing en sanctionering van wangedrag van werknemers, door werkgevers, in Nederland onderzocht. Uit deze hoofdstukken blijkt dat de opsporingsbevoegdheid van de werkgever uitgebreid wordt genormeerd, door algemene, niet-arbeidsrechtelijke, wettelijke regels en lagere regelgeving. Regels over het gebruik van onrechtmatig verkregen bewijs ontbreken daarentegen. De bevoegdheid van de werkgever tot het opleggen van een straf aan een werknemer is evenmin (wettelijk) geregeld. In de jurisprudentie zijn weliswaar voorbeelden van zaken over opsporing en sanctionering door werkgevers te vinden, maar ook daar ontbreken eenduidige en harde regels over door werkgevers onrechtmatig verkregen bewijs en de bevoegdheid tot het opleggen van een straf. Voorgaande bevindingen wettigen naar mijn mening de conclusie, dat opsporing en sanctionering door werkgevers, een onderontwikkeld deel van het Nederlandse arbeidsrecht is. Dit doet de vraag rijzen of in andere rechtsstelsels regels bestaan voor opsporing en sanctionering door werkgevers. De in een ander land ontwikkelde regels kunnen een bron van inspiratie zijn voor de verbetering van dit onderdeel van het Nederlandse arbeidsrecht, en een toetssteen voor de door mij voorgestelde uitbreidingen. 1 De selectie van het vergelijken (onderdeel van een) rechtsstelsel is tot stand gekomen onder meer onder invloed van de toegankelijkheid van het te vergelijken rechtssysteem en de beschikbaarheid van literatuur en jurisprudentie. 2 Voorts is de selectie van het rechtsstelsel gegrond op de keuze voor een land met een vergelijkbare maatschappijstructuur, waar zich vergelijkbare maatschappelijke problemen voordoen. 3 Dit heeft geleid tot de keuze voor Duitsland. 4 Bij mijn keuze voor 1 Vgl. De Boer 1992, p. 42: ‘Ik voor mij trek hieruit de conclusie dat de beoefenaar van de rechtsvergelijking zich vooral zou moeten bezighouden met het opsporen, vergelijken en beoordelen (…) van buitenlandse alternatieven voor de wijze waarop een bepaalde rechtsvraag in eigen kring (…) wordt opgelost. Aldus kan buitenlands recht fungeren als toetssteen voor de kwaliteit van het eigen recht en als bron van inspiratie voor de vernieuwing of verbetering daarvan.’ Zie ook Sauveplanne 1981, p. 6-8. 2 Overigens ben ik er mij van bewust dat het in dit hoofdstuk te verrichten bescheiden onderzoek naar een deel van het Duitse arbeidsrecht, wellicht niet als (volledige) rechtsvergelijking mag worden gezien, maar eerder als een uitstapje naar het Duitse recht (over wat rechtsvergelijking nu precies is, lopen de meningen uiteen (De Boer 1992, p. 39-41; Sauveplanne 1981, p. 4 )). Desalniettemin kan de beschrijving van het betreffende gedeelte van het Duitse arbeidsrecht de blik verruimen en inspirerend werken bij de verbetering van het corresponderende deel van het Nederlandse arbeidsrecht. Uitgebreid over rechtsvergelijking: D. Kokkini-Iatridou e.a., Een inleiding tot het rechtsvergelijkend onderzoek, Deventer: Kluwer 1988 en F. Gorlé, G. Bourgeois, H. Bocken & F. Reyntjes, Rechtsvergelijking, Brussel: Story-Scientia 1991. 3 Zie De Boer 1992, p. 47-48. 4 Aangenomen mag worden dat in een en dezelfde regio de maatschappijstructuren elkaar meestal niet veel ontlopen. Het is dan ook verstandig de blik in eerste instantie te richten op de rechtsstelsels uit 259
- Page 223 and 224: werkzaamheden, 85 maar ook ten aanz
- Page 225 and 226: gesteld waarom wél ten aanzien van
- Page 227 and 228: overtreding van die voorschriften b
- Page 229 and 230: De CAO Welzijn en Maatschappelijke
- Page 231 and 232: Overige disciplinaire bepalingen Ee
- Page 233 and 234: Ook in een derde CAO kwam een derge
- Page 235 and 236: sprake was van een arbeidsreglement
- Page 237 and 238: De personeelshandboeken vormen nog
- Page 239 and 240: ondernemingsovereenkomst in de indi
- Page 241 and 242: of overeenstemming is bereikt met d
- Page 243 and 244: egelgeving, is het legaliteitsbegin
- Page 245 and 246: 4.5.2 Het legaliteitsbeginsel Het l
- Page 247 and 248: ‘Art. 1 Niemand mag tot straf ver
- Page 249 and 250: Daarnaast is het beginsel opgenomen
- Page 251 and 252: De Hoge Raad vernietigde de uitspra
- Page 253 and 254: waarborgen zouden wel als inspirati
- Page 255 and 256: edrijfstak-CAO’s lijkt dan het me
- Page 257 and 258: Op deze wijze kan het handelen van
- Page 259 and 260: voorziet in een regeling op grond w
- Page 261 and 262: (cumulatieverbod) en ‘geen straf
- Page 263 and 264: In de leden twee tot en met negen s
- Page 265 and 266: ondernemingsregeling, in strijd zij
- Page 267 and 268: straffen een incidenteel karakter h
- Page 269 and 270: grondslag voor het tuchtrechtelijk
- Page 271 and 272: 4.8 Samenvatting en conclusie Nadat
- Page 273: niveau, maar voorgesteld werd allee
- Page 277 and 278: 5.2.1 Enkele bijzonderheden van het
- Page 279 and 280: In tegenstelling tot het Nederlands
- Page 281 and 282: De Duitse rechtspraak stelt, meer d
- Page 283 and 284: (‘Tarifvertrag’) worden afgewek
- Page 285 and 286: nietigheid van het ontslag te beroe
- Page 287 and 288: ongewenste intimiteiten van een mee
- Page 289 and 290: zouden hebben kunnen rechtvaardigen
- Page 291 and 292: Indien het ontslag een gevolg is va
- Page 293 and 294: ondernemingsraad, voor zover dit no
- Page 295 and 296: hoofdstuk 2). In 5.3.1.2 ga ik in o
- Page 297 and 298: arbeidsovereenkomst of een collecti
- Page 299 and 300: sprake zijn van een ‘Nortwehrsitu
- Page 301 and 302: Abs. 1 BDSG toegestaan, voor zover
- Page 303 and 304: §87 Abs. 1 nr. 6 BetrVG instemming
- Page 305 and 306: omstandigheden zou het gerechtvaard
- Page 307 and 308: controledoeleinden afluisteren. Voo
- Page 309 and 310: Het antwoord op de vraag of bewijs,
- Page 311 and 312: 5.3.2.2 BVerfG 9 oktober 2002 In ok
- Page 313 and 314: Bovendien had de ondernemingsraad g
- Page 315 and 316: competentierecht een dergelijke san
- Page 317 and 318: Achtereenvolgens bespreek ik de ‘
- Page 319 and 320: (§611 BGB), der den Arbeitnehmer g
- Page 321 and 322: aangezegd. 250 De combinatie van wa
- Page 323 and 324: wettelijke regeling van disciplinai
5. Duitsland<br />
5.1 Inleiding<br />
In de voorgaande drie hoofdstukken heb ik de opsporing en sanctionering <strong>van</strong><br />
wangedrag <strong>van</strong> <strong>werknemers</strong>, door werkgevers, in Nederland onderzocht. Uit<br />
deze hoofdstukken blijkt dat de opsporingsbevoegdheid <strong>van</strong> de werkgever<br />
uitgebreid wordt genormeerd, door algemene, niet-arbeidsrechtelijke, wettelijke<br />
regels en lagere regelgeving. Regels over het gebruik <strong>van</strong> onrechtmatig<br />
verkregen bewijs ontbreken daarentegen. De bevoegdheid <strong>van</strong> de werkgever tot<br />
het opleggen <strong>van</strong> een straf aan een werknemer is evenmin (wettelijk) geregeld.<br />
In de jurisprudentie zijn weliswaar voorbeelden <strong>van</strong> zaken over opsporing en<br />
sanctionering door werkgevers te vinden, maar ook daar ontbreken eenduidige<br />
en harde regels over door werkgevers onrechtmatig verkregen bewijs en de<br />
bevoegdheid tot het opleggen <strong>van</strong> een straf.<br />
Voorgaande bevindingen wettigen naar mijn mening de conclusie, dat<br />
opsporing en sanctionering door werkgevers, een onderontwikkeld deel <strong>van</strong> het<br />
Nederlandse arbeidsrecht is. Dit doet de vraag rijzen of in andere rechtsstelsels<br />
regels bestaan voor opsporing en sanctionering door werkgevers. De in een<br />
ander land ontwikkelde regels kunnen een bron <strong>van</strong> inspiratie zijn voor de<br />
verbetering <strong>van</strong> dit onderdeel <strong>van</strong> het Nederlandse arbeidsrecht, en een<br />
toetssteen voor de door mij voorgestelde uitbreidingen. 1 De selectie <strong>van</strong> het<br />
vergelijken (onderdeel <strong>van</strong> een) rechtsstelsel is tot stand gekomen onder meer<br />
onder invloed <strong>van</strong> de toegankelijkheid <strong>van</strong> het te vergelijken rechtssysteem en<br />
de beschikbaarheid <strong>van</strong> literatuur en jurisprudentie. 2 Voorts is de selectie <strong>van</strong> het<br />
rechtsstelsel gegrond op de keuze voor een land met een vergelijkbare<br />
maatschappijstructuur, waar zich vergelijkbare maatschappelijke problemen<br />
voordoen. 3 Dit heeft geleid tot de keuze voor Duitsland. 4 Bij mijn keuze voor<br />
1 Vgl. De Boer 1992, p. 42: ‘Ik voor mij trek hieruit de conclusie dat de beoefenaar <strong>van</strong> de<br />
rechtsvergelijking zich vooral zou moeten bezighouden met het opsporen, vergelijken en<br />
beoordelen (…) <strong>van</strong> buitenlandse alternatieven voor de wijze waarop een bepaalde rechtsvraag in<br />
eigen kring (…) wordt opgelost. Aldus kan buitenlands recht fungeren als toetssteen voor de kwaliteit<br />
<strong>van</strong> het eigen recht en als bron <strong>van</strong> inspiratie voor de vernieuwing of verbetering daar<strong>van</strong>.’ Zie ook<br />
Sauveplanne 1981, p. 6-8.<br />
2 Overigens ben ik er mij <strong>van</strong> bewust dat het in dit hoofdstuk te verrichten bescheiden onderzoek naar<br />
een deel <strong>van</strong> het Duitse arbeidsrecht, wellicht niet als (volledige) rechtsvergelijking mag worden<br />
gezien, maar eerder als een uitstapje naar het Duitse recht (over wat rechtsvergelijking nu precies is,<br />
lopen de meningen uiteen (De Boer 1992, p. 39-41; Sauveplanne 1981, p. 4 )). Desalniettemin kan de<br />
beschrijving <strong>van</strong> het betreffende gedeelte <strong>van</strong> het Duitse arbeidsrecht de blik verruimen en<br />
inspirerend werken bij de verbetering <strong>van</strong> het corresponderende deel <strong>van</strong> het Nederlandse<br />
arbeidsrecht. Uitgebreid over rechtsvergelijking: D. Kokkini-Iatridou e.a., Een inleiding tot het<br />
rechtsvergelijkend onderzoek, Deventer: Kluwer 1988 en F. Gorlé, G. Bourgeois, H. Bocken & F.<br />
Reyntjes, Rechtsvergelijking, Brussel: Story-Scientia 1991.<br />
3 Zie De Boer 1992, p. 47-48.<br />
4 Aangenomen mag worden dat in een en dezelfde regio de maatschappijstructuren elkaar meestal niet<br />
veel ontlopen. Het is dan ook verstandig de blik in eerste instantie te richten op de rechtsstelsels uit<br />
259