07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

schuld <strong>van</strong> de werknemer aan het wangedrag vast, of is de kantonrechter <strong>van</strong><br />

oordeel dat de situatie voor zijn risico komt, dan is een vergoeding niet op zijn<br />

plaats. 270 De C-factor dient dan op nul te worden gesteld.<br />

In een zaak die in 2001 voor de Kantonrechter Den Haag diende, was<br />

sprake <strong>van</strong> een situatie die een ontbinding wegens gewijzigde omstandigheden<br />

noodzakelijk maakte. Het betrof een verpleegster die door de werkgeefster werd<br />

verdacht <strong>van</strong> betrokkenheid bij het onverklaarbaar overlijden <strong>van</strong> één of meer<br />

patiëntjes. Door de politie was ze ter zake wel al als getuige gehoord, maar <strong>van</strong><br />

een verdenking was nog geen sprake. Naar aanleiding <strong>van</strong> schriftelijke<br />

verklaringen <strong>van</strong> collega’s, waarin werd aangegeven dat ze niet meer met de<br />

werkneemster wilden samenwerken en ze het vertrouwen in haar totaal waren<br />

verloren, bestond volgens de kantonrechter in redelijkheid onvoldoende hoop op<br />

herstel <strong>van</strong> de relatie tussen partijen, hernieuwde acceptatie en alsdan<br />

rehabilitatie <strong>van</strong> de verpleegster, door respectievelijk bij de werkgeefster. De<br />

arbeidsovereenkomst moest dan ook als reddeloos worden beschouwd en het<br />

verzoek tot ontbinding wegens veranderingen in de omstandigheden werd<br />

toegewezen. Maar daarmee stond de schuld <strong>van</strong> de werknemer aan de ontstane<br />

situatie volgens de kantonrechter nog niet vast. Dienaangaande moest de<br />

uitkomst <strong>van</strong> het justitieel onderzoek en de afloop <strong>van</strong> een eventuele strafrechtelijke<br />

vervolging worden afgewacht. Het kwaad was daarentegen al geschied;<br />

de reputatie <strong>van</strong> de werkneemster was al onherstelbaar geschaad en het<br />

leek hoogst kwestieus of de werkneemster nog elders in haar vakgebied aan de<br />

slag zou kunnen. De kantonrechter kende daarom een vergoeding toe <strong>van</strong><br />

ƒ 100.000,-. Hij verbond hier wel de voorwaarde aan dat jegens de<br />

werkneemster geen strafrechtelijke vervolging werd ingesteld respectievelijk<br />

werkneemster bij in kracht <strong>van</strong> gewijsde gegaan vonnis werd vrijgesproken ter<br />

zake <strong>van</strong> de verdenking die de aanleiding vormde tot het ontstaan <strong>van</strong> de<br />

aangevoerde ontbindingsgrond. 271<br />

aan de werknemer was derhalve op zijn plaats geweest. (Deze had eventueel voorwaardelijk kunnen<br />

worden toegekend, zie de bespreking <strong>van</strong> Ktr. ’s-Gravenhage 8 november 2001, JAR 2002, 50<br />

hierboven).<br />

270 Dit was bijvoorbeeld het geval in een zaak die diende voor de Kantonrechter Nijmegen. Een<br />

werknemer was veroordeeld voor ontucht met minderjarigen en de kantonrechter oordeelde dat het<br />

niet reëel was om <strong>van</strong> de werkgever te verwachten dat zij het voortbestaan <strong>van</strong> haar organisatie in de<br />

waagschaal zou stellen ter wille <strong>van</strong> een <strong>van</strong> haar <strong>werknemers</strong>. De situatie lag volgens de<br />

kantonrechter volledig in de risicosfeer <strong>van</strong> de werknemer. Hierdoor was niet alleen de ontbinding<br />

gerechtvaardigd, maar ook het niet toekennen <strong>van</strong> een vergoeding (Ktr. Nijmegen 18 december 1998,<br />

Prg. 1999, 5133). Vgl. Ktr. Groenlo 5 juni 1997, JAR 1997, 219, waarin de kantonrechter, ondanks<br />

het feit dat de werknemer nog niet onherroepelijk was veroordeeld, oordeelde dat de veroordeling en<br />

alle publiciteit daaromheen, welke de positie <strong>van</strong> de werknemer onhoudbaar hadden gemaakt, in de<br />

risicosfeer <strong>van</strong> de werknemer lagen. Toch achtte de kantonrechter een vergoeding <strong>van</strong> de helft <strong>van</strong> de<br />

kantonrechtersformule billijk (C= 0,5), nu de werknemer vele jaren goed had gefunctioneerd, er geen<br />

relatie bestaat tussen de arbeidsverhouding en de gedragingen en het ontslag voor hem ingrijpende<br />

gevolgen zou hebben, gelet op zijn leeftijd alsmede de reden <strong>van</strong> de beëindiging, terwijl <strong>van</strong> een<br />

onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling nog geen sprake was.<br />

271 Ktr. ’s-Gravenhage 8 november 2001, JAR 2002, 50. Zie voor andere voorbeelden Ktr.<br />

’s-Gravenhage 3 oktober 1994, Prg. 1995, 4266 en Ktr. Alkmaar 16 juni 1989, Prg. 1989, 3172.<br />

170

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!