07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

(met name bij kortdurende) detentie <strong>van</strong> belang dat de werknemer kan worden<br />

ver<strong>van</strong>gen door een andere tijdelijke kracht. 243 Ook de omstandigheid dat de<br />

werkgever een groot bedrijf en een bijzonder groot personeelsbestand heeft, met<br />

als gevolg dat schommelingen in de opkomst <strong>van</strong> het personeel voor de<br />

werkgever tot de normale verschijnselen behoren, kan <strong>van</strong> belang zijn. De<br />

afwezigheid <strong>van</strong> de werknemer hoeft de voortgang <strong>van</strong> de productie in dat geval<br />

niet te belemmeren. 244 In het geval <strong>van</strong> voorarrest werkt bovendien de<br />

onschuldpresumptie in het voordeel <strong>van</strong> de werknemer; in dat stadium is immer<br />

nog slechts sprake <strong>van</strong> een verdenking (zie ook 3.6.2).<br />

Tot slot kan <strong>van</strong> belang zijn of de werknemer de werkgever tijdig in<br />

kennis heeft gesteld <strong>van</strong> de werkelijke reden <strong>van</strong> zijn afwezigheid. Indien de<br />

werknemer hem hierover in eerste instantie verkeerd heeft ingelicht, door<br />

bijvoorbeeld te zeggen dat hij ziek thuis is, terwijl hij in de gelegenheid was om<br />

de werkgever op de hoogte te stellen <strong>van</strong> de werkelijke reden <strong>van</strong> zijn<br />

afwezigheid, 245 kan dit meespelen bij beantwoording <strong>van</strong> de vraag of sprake is<br />

<strong>van</strong> een zodanige vertrouwensbreuk dat de arbeidsovereenkomst deswege zou<br />

moeten worden ontbonden. 246<br />

geschorst: de primaire grond <strong>van</strong> het verzuim is het voorarrest en deze grond ligt niet in de risicosfeer<br />

<strong>van</strong> de werkgever ex art. 7:628 lid 1 BW (zie ook W.A. Zondag in zijn noot onder Hof<br />

’s-Gravenhage 9 september 2005, JIN 2005, 411). Dit betekent naar mijn mening daarentegen niet<br />

dat het verzuim in de risicosfeer <strong>van</strong> de werknemer ligt: de werknemer behoort op grond <strong>van</strong> het<br />

beginsel <strong>van</strong> de onschuldpresumptie voor onschuldig te worden gehouden (zie 3.6.2.3). Niettemin<br />

kan dit niet tot de onredelijke conclusie leiden dat de voorlopige hechtenis meer in de risicosfeer <strong>van</strong><br />

de werkgever dan <strong>van</strong> de werknemer zou liggen. Dit geldt des te meer nu de werknemer, indien de<br />

strafzaak eindigt zonder oplegging <strong>van</strong> een straf of maatregel (bijvoorbeeld bij een vrijspraak, maar<br />

ook bij ontslag <strong>van</strong> rechtsvervolging of indien de zaak reeds is gestrand bij een <strong>van</strong> de voorvragen<br />

<strong>van</strong> art. 348 Sv), op grond <strong>van</strong> art. 89 Sv de schade welke hij heeft geleden als gevolg <strong>van</strong> de<br />

voorlopige hechtenis, <strong>van</strong> de Staat vergoed kan krijgen. Hieronder valt bijvoorbeeld schade ten<br />

gevolge <strong>van</strong> omzetdaling en te derven inkomsten (Rb. Amsterdam 13 maart 1989, NJ 1989, 521). De<br />

werknemer kan derhalve het door het voorarrest misgelopen loon terugvorderen <strong>van</strong> de Staat (aldus<br />

ook Van Veen & Balkema 1982, p. 137-138). Voorts is denkbaar dat een vergoeding wordt gegeven<br />

in geval <strong>van</strong> verlies <strong>van</strong> functie of de onmogelijkheid zijn bedrijf te hervatten (Cleiren & Nijboer<br />

2001, art. 89 Sv, aant. 3, met verwijzing naar Rb. Amsterdam 8 november 1927, W 11 734). Zie ook<br />

Corstens 2002, p. 397-400; Borsboom 1983, p. 126-128.<br />

243 Zie ook Ktr. Haarlem 7 juli 2005, LJN AU0195.<br />

244 Ktg Eindhoven 24 november 2003, JAR 2004, 6; Rb. Haarlem 9 augustus 1994, JAR 1994, 193. Zie<br />

ook Ktr. Utrecht 28 december 1994, Prg. 1995, 4260 en Ktr. Harderwijk 30 juli 1987, Prg. 1987,<br />

2767.<br />

245 Dit is bijvoorbeeld niet het geval indien de verdachte werknemer gedurende zijn voorarrest op grond<br />

<strong>van</strong> art. 62 lid 2 onder a Sv jo. art. 76 Sv is onderworpen aan beperkingen met betrekking tot het<br />

ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> bezoek, telefoonverkeer en briefwisseling (Corstens 2002, p. 407-410). Zie<br />

bijvoorbeeld Ktr. Utrecht 25 november 1997, JAR 1998, 24.<br />

246 Ktr. Utrecht 25 november 1997, JAR 1998, 24. Zie ook HR 14 november 1986, NJ 1987, 935. Zie<br />

ook Ktr. Tiel 20 juli 1977 en Rb. Arnhem 9 juli 1978, Prg. 1980, 1424. Overigens mag <strong>van</strong> de<br />

werkgever worden verwacht dat hij zich bij een ontslag wegens hechtenis maximaal inspant om het<br />

detentieadres <strong>van</strong> de werknemer te achterhalen. Dit adres is voor het CWI <strong>van</strong> essentieel belang om<br />

de werknemer in de gelegenheid te stellen verweer te voeren. Indien de werkgever aannemelijk heeft<br />

gemaakt dat hij zich voldoen heeft ingespannen om het detentieadres <strong>van</strong> de werknemer te<br />

achterhalen, zonder het gewenste resultaat, zal het CWI zelf proberen het adres te achterhalen. Op<br />

grond <strong>van</strong> art. 54 SUWI heeft het CWI de bevoegdheid hiertoe een verzoek te richten aan het<br />

Ministerie <strong>van</strong> Justitie. In de ‘Beleidsregels Ontslagtaak CWI’ oktober 2005, is een modelbrief als<br />

161

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!