07.08.2013 Views

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

estraffing door de strafrechter niet hoeft te vrezen voor allerlei nieuwe<br />

ingrijpende reacties. Een tweede bestraffing kan bovendien onredelijk/onrechtvaardig,<br />

ondoelmatig 179 en in strijd met het, uit het beginsel <strong>van</strong> goed werkgeverschap,<br />

voortvloeiende evenredigheidsbeginsel zijn. 180 Kortom, de werknemer<br />

heeft er een gerechtvaardigd belang bij dat de werkgever, bij het<br />

uitoefenen <strong>van</strong> zijn bevoegdheid tot het opleggen <strong>van</strong> een disciplinaire straf, in<br />

ieder geval rekening houdt met het feit dat hem (de werknemer) ter zake <strong>van</strong> het<br />

wangedrag reeds een straf is opgelegd. 181<br />

Gelet op het voorgaande kan het volgende worden geconcludeerd. Aan<br />

het ‘ne bis in idem’-beginsel komt, als gevolg <strong>van</strong> het feit dat de straffen<br />

verschillende belangen dienen, geen externe werking toe. Niettemin mag de<br />

werkgever ook niet geheel voorbij gaan aan de strafoplegging door de<br />

strafrechter. De oplossing ligt in een gematigde doorwerking <strong>van</strong> het beginsel:<br />

de werkgever behoudt zijn bevoegdheid tot het opleggen <strong>van</strong> een disciplinaire<br />

straf, maar houdt bij het vaststellen en opleggen <strong>van</strong> die straf rekening met het<br />

feit dat de werknemer reeds door de strafrechter bestraft is. 182 Dit kan hij doen<br />

door de zwaarte <strong>van</strong> de door hem op te leggen straf aan te passen, of door<br />

helemaal <strong>van</strong> het opleggen <strong>van</strong> een straf af te zien. 183 Hiermee wordt niet alleen<br />

tegemoet gekomen aan de onredelijkheid <strong>van</strong> een dubbele bestraffing, maar<br />

tevens aan het evenredigheidsbeginsel (zie voorgaande subparagraaf). 184 Deze<br />

179<br />

Bij ondoelmatigheid kan worden gedacht aan de situatie dat de strafrechter uit het oogpunt <strong>van</strong><br />

reïntegratie een voorwaardelijke ge<strong>van</strong>genisstraf heeft opgelegd en de werkgever wenst over te gaan<br />

tot een strafontslag.<br />

180<br />

De Doelder voegt daar nog aan toe de mogelijke strijd met de zorgvuldigheid, die in het<br />

maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien <strong>van</strong> de wederpartij (art. 6:162 BW) (De Doelder 1981,<br />

p.175). Zie ook Röling 1936, p. 70-77. Hij noemt drie bezwaren <strong>van</strong> en meervoudige reactie: het kan<br />

onrechtvaardig werken, het kan ondoelmatig zijn en het kan in strijd zijn met ‘ne bis in idem’.<br />

181<br />

Hetgeen tot gevolg zou kunnen hebben dat ‘niet voldoende niet-bestrafte wederrechtelijkheid’ meer<br />

over is (De Doelder 1981, p. 148).<br />

182<br />

Deze benadering sluit aan bij de wijze waarop in het ambtenarentuchtrecht wordt geoordeeld over de<br />

samenloop <strong>van</strong> een strafrechtelijke en een tuchtrechtelijke straf. Als regel geldt dat voor een feit dat<br />

zowel een strafbaar feit als een tuchtvergrijp oplevert, een strafrechtelijke én een tuchtrechtelijke<br />

straf kan worden opgelegd. Er is dan geen sprake <strong>van</strong> schending <strong>van</strong> het ‘ne bis in idem’-beginsel,<br />

aangezien beide sanctiestelsels andere belangen beschermen. Dit betekent niet dat het betreffende<br />

ambtelijke orgaan bij het nemen <strong>van</strong> het besluit geen rekening moet houden met de strafrechtelijke<br />

bejegening. De strafrechtelijke vervolging of veroordeling moet, indien mogelijk, bij de<br />

belangafweging voorafgaand aan het betrokken besluit worden betrokken (Hof ’s-Hertogenbosch 22<br />

juni 1992, TAR 1992, 193; Afd. Rechtspraak Raad <strong>van</strong> State 11 augustus 1986, AB 1987, 402;<br />

Voorzitter Afd. rechtspraak raad <strong>van</strong> State 19 oktober 1984, AB 1985, 425. Zie ook Verhulp e.a.<br />

2005, p. 135; Coolen 1989, p. 381).<br />

183<br />

Dit geldt ook indien schriftelijk is overeengekomen dat de werkgever gerechtigd is een straf op te<br />

leggen, bijvoorbeeld in het geval <strong>van</strong> een boetebeding ex art. 7:650 BW. Dit geeft hem immers de<br />

bevoegdheid een straf op te leggen en niet de verplichting.<br />

184<br />

Het evenredigheidsbeginsel en de in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen zorgvuldigheid<br />

kunnen mijns inziens ook met zich meebrengen dat de strafrechter rekening dient te houden met een<br />

reeds door de werkgever opgelegde sanctie. Aldus ook De Doelder 1981, p. 174-177, die geheel<br />

terecht opmerkt dat de betrokken rechter zich dient af te vragen of een ongelimiteerde opeenhoping<br />

<strong>van</strong> straffen naar aanleiding <strong>van</strong> één misstap nog wel in verhouding staat tot die misstap. Zie ook<br />

Taat 1948, p. 95; Röling 1936, p. 72: ‘Indien het feit ontslag uit een betrekking meebrengt, is dat een<br />

leed, waarmede de strafrechter zooveel mogelijk moet rekening houden.’ Voor een uitgebreide<br />

144

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!