Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...
Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ... Wangedrag van werknemers - RePub - Erasmus Universiteit ...
3.6.1 Ne bis in idem Het ‘ne bis in idem’-beginsel ziet op het verbod van samenloop 163 van meerdere straffen voor hetzelfde feit. 164 Onderscheid kan worden gemaakt tussen interne en externe samenloop. 165 Interne samenloop houdt in dat sancties binnen hetzelfde rechtsgebied – in dit onderzoek binnen het arbeidsrecht – cumuleren. In dat geval dienen de sancties hetzelfde belang: dat van de werkgever. Van externe samenloop is sprake bij cumulatie van een sanctie uit het ene rechtsgebied met een sanctie uit een ander rechtsgebied. In dit onderzoek: een arbeidsrechtelijke straf of ordemaatregel cumuleert met een sanctie uit het strafrecht. 166 In die situatie dienen de sancties verschillende belangen: enerzijds die van de werkgever en anderzijds die van de overheid. In het hiernavolgende wordt bezien wat de consequentie is van toepassing van het ‘ne bis in idem’beginsel voor interne en externe sanctiesamenloop in het arbeidsrecht. 3.6.1.1 Interne samenloop Bij interne samenloop van sancties kan worden onderscheiden tussen enerzijds de samenloop van een straf met een andere straf, en anderzijds samenloop van een straf met een ordemaatregel. Toepassing van het ‘ne bis in idem’-beginsel heeft tot gevolg dat een werkgever ter zake van hetzelfde wangedrag niet twee maal een straf mag opleggen. 167 Het beginsel staat daarentegen niet in de weg aan het opleggen van een straf naast een ordemaatregel, alhoewel dit in strijd met het, uit het beginsel van goed werkgeverschap voortvloeiende, evenredigheidsbeginsel kan zijn. De toetsing aan dit beginsel vindt in de arbeidsrechtelijke rechtspraak meestal op impliciete wijze plaats en het speelt met name een rol bij het treffen van disciplinaire maatregelen. 168 Het evenredigheidsbeginsel houdt in 163 Zie uitgebreid over dit onderwerp de special van het Nederlands Juristenblad over de samenloop van sancties, NJB 1992-41. 164 Aangezien we in het arbeidsrecht niet te maken hebben met deliktsomschrijvingen, maar steeds de feitelijke gedraging wordt aangevoerd ter rechtvaardiging van een sanctie, doen zich – in tegenstelling tot in het strafrecht – geen problemen voor met betrekking tot het vereiste van ‘hetzelfde feit’. Hetzelfde geldt ten aanzien van de samenloop van een arbeidsrechtelijke sanctie met een strafrechtelijke veroordeling en bestraffing. Zie ook De Doelder 1981, p. 163. 165 Zie over interne en externe werking en samenloop van sancties: Verheul 1994, p. 46-48 en 71; Rogier 1992, p. 145 en 153. 166 Hier kan het bestuursstrafrecht eventueel aan worden toegevoegd. Het is namelijk mogelijk dat wangedrag van een werknemer aanleiding geeft tot een bestuursstrafrechtelijke straf, zoals een verkeersboete (zie art. 2 WAHV en Rogier 1992, p. 94-97). 167 Aldus ook SER-advies 93/11, Arbeidstuchtrecht, p. 8 (mening van deel van de Raad bestaande uit de werknemersleden en de kroonleden mevrouw Asscher-Vonk, Halberstadt, Franken en Meulenberg). Bovendien vindt deze opvatting steun in het wettelijke tuchtrecht, alwaar de materiële variant van het beginsel algemeen van toepassing wordt geacht (Lenos 1998, p. 265; Leijten 1992, p. 1389 en 1392; De Doelder 1981, p. 152 en 174). 168 Zie bijvoorbeeld Zie bijvoorbeeld Ktr. Zwolle 24 mei 2005, JIN 2005, 299 r.o. 5.4: afgezet tegen de aard en de ernst van de overtreding en het gegeven dat gesteld noch gebleken is dat de werkgever feitelijk is benadeeld, had de werkgever moeten volstaan met een op-non-actiefstelling en een berisping. Zie verder Ktr. Utrecht 29 juli 1998, JAR 1998, 189 en Pres. Rb. Almelo 12 februari 1986, Prg. 1986, 2482. Zie verder Heerma van Voss 1999, p. 66 en Zondag 2003a, p. 51, beiden met een uitgebreide verwijzing naar lagere jurisprudentie. 140
dat de voor de werknemer nadelige gevolgen van een sanctie niet onevenredig mogen zijn aan de met de sanctie te dienen doelen en de ernst van het wangedrag. 169 Indien de toepassing van één straf of maatregel al onevenredig kan zijn aan de met de sanctie te dienen doelen en de ernst van het wangedrag, kan de toepassing van meerdere sancties zeker onevenredig zijn aan de met de sanctie te dienen doelen en de ernst van het wangedrag. 170 3.6.1.2 Externe samenloop Bij externe samenloop van sancties kan worden onderscheiden in de samenloop van: een arbeidsrechtelijke straf met een strafrechtelijke straf (1); een arbeidsrechtelijke straf met een strafrechtelijke maatregel (2); een arbeidsrechtelijke ordemaatregel met een strafrechtelijke straf (3); een arbeidsrechtelijke ordemaatregel met een strafrechtelijke maatregel (4). In deze situaties is van belang dat met de straffen verschillende belangen worden gediend. 171 Op de situaties 2,3 en 4 is het ‘ne bis in idem’-beginsel niet van toepassing: in die varianten is geen sprake van de samenloop van twee straffen. Bij variant 3 of 4 kan worden gedacht aan de situatie dat de werknemer een langdurige vrijheidsstraf of tbs krijgt opgelegd en de werkgever wil overgaan tot de ordemaatregel van opzegging van de arbeidsovereenkomst. Dit is vanzelfsprekend, aangezien de werknemer niet meer aan zijn verplichtingen voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomst kan voldoen. Situatie 2 doet zich bijvoorbeeld voor indien een werknemer door de strafrechter is veroordeeld en de maatregel van ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel krijgt opgelegd (art. 36e Sr), 172 en de werkgever vanwege de veroordeling voor het strafbare feit een straf oplegt. Indien de werkgever verder alle eisen en regels voor het opleggen van een straf in acht neemt, is hij hiertoe gerechtigd. De conclusie dat het beginsel in de situaties 2,3 en 4 geen toepassing verdient, levert verder dan ook geen problemen op. 169 Heerma van Voss 1999, p. 65; Zondag 2003a, p. 50-51. Zie ook SER-Advies 93/11, Arbeidstuchtrecht, p. 9 (mening van deel van de Raad bestaande uit werknemersleden alsmede de kroonleden mevrouw Asscher-Vonk, Halberstadt, Franken en Meulenberg). 170 Aldus ook Verheul 1994, p. 63. Vgl. Lenos 1998, p. 282-288 (zie 3.9.2.2). Ook in het ambtenarenrecht wordt een dubbele (interne) bestraffing als mogelijk strijdig met het evenredigheidsbeginsel gezien (Ambtenarengerecht Amsterdam 21 november 1991, TAR 1992, 47; Rb. Rotterdam 15 maart 1990, TAR 1990, 141; CRvB 22 januari 1998, TAR 1998, 73 en CRvB 10 december 1992, TAR 1993, 37, waarin de combinatie van een aantal straffen onevenredig werd geoordeeld met het gepleegde plichtsverzuim). 171 Rogier 1992, p. 153 geeft er in dit verband de voorkeur aan te spreken over het ‘una via’-beginsel: het gaat om de keuze tussen twee sancties uit verschillende rechtsgebieden.; strafrecht en bestuursrecht. Het ‘una via’-beginsel houdt in dat de overheid, indien meerdere soorten overheidssancties voorhanden zijn, een keuze dient te maken voor één weg met uitsluiting van de andere (Rogier 1992, p. 143). Ik geef in mijn onderzoek de voorkeur te spreken over het ‘ne bis in idem’-beginsel, aangezien het ‘una via’-beginsel specifiek ziet op een door de overheid te maken keuze. Mijn betoog is gebaseerd op de gedachte achter het ‘ne bis in idem’-beginsel: voor een zelfde feit behoort niet twee maal een straf te worden opgelegd. Bijgevolg richt ik me niet op de mogelijkheid van een keuze: ik ga uit van het feit dat de werkgever wordt geconfronteerd met het voldongen feit van een strafrechtelijke veroordeling. 172 Zie over deze maatregel: Kooijmans 2002, p. 57-95; Corstens 2002, p. 329-335. 141
- Page 106 and 107: omdat werknemers hiervoor behoren t
- Page 108 and 109: echtsbescherming is het van belang
- Page 110 and 111: Uitsluiting van het onrechtmatig ve
- Page 112 and 113: werknemer, heeft verkregen. 364 Het
- Page 114 and 115: is gepleegd, de klassieke beginsele
- Page 117 and 118: 3. Sancties door de werkgever 3.1 I
- Page 119 and 120: Niettemin is het begrip ‘sanctie
- Page 121 and 122: het hiernavolgende wordt bezien wel
- Page 123 and 124: Het tweede kenmerk doet de vraag ri
- Page 125 and 126: opgelegd bij een bewezenverklaring
- Page 127 and 128: De tegenstellingen tussen de absolu
- Page 129 and 130: 3.4 Vergelijking van arbeidsrechtel
- Page 131 and 132: sanctie noodzakelijk is ter beëind
- Page 133 and 134: ontslag op staande voet heeft niet
- Page 135 and 136: 3.4.2.3 Ontbinding wegens een dring
- Page 137 and 138: 3.4.2.5 Ontbinding wegens wanpresta
- Page 139 and 140: Kortom, het ontslag moet noodzakeli
- Page 141 and 142: 3.5.1.1 Ne bis in idem Het ‘ne bi
- Page 143 and 144: het Nederlandse strafrecht in het M
- Page 145 and 146: ‘geen straf zonder schuld’ zou
- Page 147 and 148: werkgever jegens de werknemer verge
- Page 149 and 150: gevangenisstraf voor een persoon al
- Page 151 and 152: groot belang voor de rechtsbescherm
- Page 153 and 154: Vooropgesteld kan worden dat toepas
- Page 155: hetzelfde feit, maar het betreft ve
- Page 159 and 160: wangedrag en de aard van de functie
- Page 161 and 162: gematigde doorwerking van het ‘ne
- Page 163 and 164: Dit is een logische gevolgtrekking
- Page 165 and 166: gebaseerde ontbinding van de arbeid
- Page 167 and 168: werking van het rechtsbeginsel van
- Page 169 and 170: aanleiding van een strafrechtelijke
- Page 171 and 172: ook indien de verdenking alleen bij
- Page 173 and 174: - De aanwezigheid van een relatie t
- Page 175 and 176: een dringende reden 236 en subsidia
- Page 177 and 178: (met name bij kortdurende) detentie
- Page 179 and 180: wordt de toestemming voor opzegging
- Page 181 and 182: van extra zware eisen aan het schul
- Page 183 and 184: wordt beoordeeld. Deze overige omst
- Page 185 and 186: inkomen, worden gecompenseerd. 266
- Page 187 and 188: Het is de vraag of de toekenning va
- Page 189 and 190: arbeidsrecht centraal heb gesteld,
- Page 191 and 192: en terug- en invordering sociale ze
- Page 193 and 194: In latere regelgeving die tot stand
- Page 195 and 196: oogpunt van rechtsbescherming aan s
- Page 197 and 198: verschijnsel sanctiesamenloop. De
- Page 199 and 200: sanctierecht. Daar kunnen burgers a
- Page 201 and 202: 3.10 Samenvatting en conclusie In d
- Page 203 and 204: gehouden met voor hetzelfde feit re
- Page 205 and 206: 4. De legitimatie van straffen door
3.6.1 Ne bis in idem<br />
Het ‘ne bis in idem’-beginsel ziet op het verbod <strong>van</strong> samenloop 163 <strong>van</strong> meerdere<br />
straffen voor hetzelfde feit. 164 Onderscheid kan worden gemaakt tussen interne<br />
en externe samenloop. 165 Interne samenloop houdt in dat sancties binnen<br />
hetzelfde rechtsgebied – in dit onderzoek binnen het arbeidsrecht – cumuleren.<br />
In dat geval dienen de sancties hetzelfde belang: dat <strong>van</strong> de werkgever. Van<br />
externe samenloop is sprake bij cumulatie <strong>van</strong> een sanctie uit het ene rechtsgebied<br />
met een sanctie uit een ander rechtsgebied. In dit onderzoek: een<br />
arbeidsrechtelijke straf of ordemaatregel cumuleert met een sanctie uit het<br />
strafrecht. 166 In die situatie dienen de sancties verschillende belangen: enerzijds<br />
die <strong>van</strong> de werkgever en anderzijds die <strong>van</strong> de overheid. In het hiernavolgende<br />
wordt bezien wat de consequentie is <strong>van</strong> toepassing <strong>van</strong> het ‘ne bis in idem’beginsel<br />
voor interne en externe sanctiesamenloop in het arbeidsrecht.<br />
3.6.1.1 Interne samenloop<br />
Bij interne samenloop <strong>van</strong> sancties kan worden onderscheiden tussen enerzijds<br />
de samenloop <strong>van</strong> een straf met een andere straf, en anderzijds samenloop <strong>van</strong><br />
een straf met een ordemaatregel. Toepassing <strong>van</strong> het ‘ne bis in idem’-beginsel<br />
heeft tot gevolg dat een werkgever ter zake <strong>van</strong> hetzelfde wangedrag niet twee<br />
maal een straf mag opleggen. 167 Het beginsel staat daarentegen niet in de weg<br />
aan het opleggen <strong>van</strong> een straf naast een ordemaatregel, alhoewel dit in strijd<br />
met het, uit het beginsel <strong>van</strong> goed werkgeverschap voortvloeiende, evenredigheidsbeginsel<br />
kan zijn. De toetsing aan dit beginsel vindt in de arbeidsrechtelijke<br />
rechtspraak meestal op impliciete wijze plaats en het speelt met name een rol bij<br />
het treffen <strong>van</strong> disciplinaire maatregelen. 168 Het evenredigheidsbeginsel houdt in<br />
163<br />
Zie uitgebreid over dit onderwerp de special <strong>van</strong> het Nederlands Juristenblad over de samenloop <strong>van</strong><br />
sancties, NJB 1992-41.<br />
164<br />
Aangezien we in het arbeidsrecht niet te maken hebben met deliktsomschrijvingen, maar steeds de<br />
feitelijke gedraging wordt aangevoerd ter rechtvaardiging <strong>van</strong> een sanctie, doen zich – in<br />
tegenstelling tot in het strafrecht – geen problemen voor met betrekking tot het vereiste <strong>van</strong><br />
‘hetzelfde feit’. Hetzelfde geldt ten aanzien <strong>van</strong> de samenloop <strong>van</strong> een arbeidsrechtelijke sanctie met<br />
een strafrechtelijke veroordeling en bestraffing. Zie ook De Doelder 1981, p. 163.<br />
165<br />
Zie over interne en externe werking en samenloop <strong>van</strong> sancties: Verheul 1994, p. 46-48 en 71; Rogier<br />
1992, p. 145 en 153.<br />
166<br />
Hier kan het bestuursstrafrecht eventueel aan worden toegevoegd. Het is namelijk mogelijk dat<br />
wangedrag <strong>van</strong> een werknemer aanleiding geeft tot een bestuursstrafrechtelijke straf, zoals een<br />
verkeersboete (zie art. 2 WAHV en Rogier 1992, p. 94-97).<br />
167<br />
Aldus ook SER-advies 93/11, Arbeidstuchtrecht, p. 8 (mening <strong>van</strong> deel <strong>van</strong> de Raad bestaande uit de<br />
<strong>werknemers</strong>leden en de kroonleden mevrouw Asscher-Vonk, Halberstadt, Franken en Meulenberg).<br />
Bovendien vindt deze opvatting steun in het wettelijke tuchtrecht, alwaar de materiële variant <strong>van</strong> het<br />
beginsel algemeen <strong>van</strong> toepassing wordt geacht (Lenos 1998, p. 265; Leijten 1992, p. 1389 en 1392;<br />
De Doelder 1981, p. 152 en 174).<br />
168<br />
Zie bijvoorbeeld Zie bijvoorbeeld Ktr. Zwolle 24 mei 2005, JIN 2005, 299 r.o. 5.4: afgezet tegen de<br />
aard en de ernst <strong>van</strong> de overtreding en het gegeven dat gesteld noch gebleken is dat de werkgever<br />
feitelijk is benadeeld, had de werkgever moeten volstaan met een op-non-actiefstelling en een<br />
berisping. Zie verder Ktr. Utrecht 29 juli 1998, JAR 1998, 189 en Pres. Rb. Almelo 12 februari 1986,<br />
Prg. 1986, 2482. Zie verder Heerma <strong>van</strong> Voss 1999, p. 66 en Zondag 2003a, p. 51, beiden met een<br />
uitgebreide verwijzing naar lagere jurisprudentie.<br />
140