1996 BRABANTS HEEM JAARGANG 48 - Hops
1996 BRABANTS HEEM JAARGANG 48 - Hops
1996 BRABANTS HEEM JAARGANG 48 - Hops
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
IN MEMORIAM<br />
Li Miep Mandos-van de Pol<br />
il december 1915 - 30 januari <strong>1996</strong><br />
Op 30 januari <strong>1996</strong> overleed in haar<br />
woonhuis aan de Willibrorduslaan<br />
te Waalre Miep Mandos-van de Pol,<br />
houdster van de bronzen legpenning<br />
van de stichting Brabants Heem.<br />
Hoewel afkomstig uit het land van<br />
Maas en Waal was zij geaard in het<br />
Brabantse. Aanvankelijk haar man<br />
Hein Mandos steunend in diens<br />
werk als neerlandicus en in zijn hobby's<br />
rond de heemkunde verzorgde<br />
ze jarenlang met Nettie Frankenvan<br />
der Sterren de technische kanten<br />
van het tijdschrift Brabants<br />
Heem, een gastvrij huis biedend te<br />
Eindhoven en later te Waalre. Hier<br />
was ze haar man ook behulpzaam<br />
met de groeiende collecties spreekwoorden<br />
en volkskunde. Toen Hein<br />
Mandos na het afscheid van Brabants<br />
Heem in 1975 de tijd niet<br />
gegeven werd die immense verzamelingen<br />
uit te werken, nam Miep - na<br />
eerst haar man tijdens zijn lange<br />
ziekte verpleegd te hebben - na diens<br />
dood in 1978 de draad daarvan<br />
opnieuw op. Met niet aflatende volhoudendheid<br />
klampte ze ieder aan<br />
die haar dienstbaar zou kunnen zijn<br />
dit nieuwe levensdoel te verwezenlijken.<br />
Hooggeleerden, vooral uit het<br />
Nijmeegse, vormden een redactieraad<br />
en zetten haar koers mee uit.<br />
Een Hein Mandos-stichting werd in<br />
het leven geroepen voor de voortgang:<br />
de secretaris van het Noordbrabants<br />
Genootschap, enkelen vanuit<br />
de stichting Brabants Heem, een<br />
nagenoeg afgestudeerde op spreekwoorden<br />
en een computerdeskundige,<br />
die mevrouw Mandos de weg op<br />
het nieuwe medium leerde, maakten<br />
deel uit van deze stichting. Zo ontstond<br />
in 1988 De Brabantse Spreekwoorden.<br />
Na drie drukken verscheen<br />
in 1992 een aanzienlijk aangevulde<br />
vierde druk. Door toedoen van de<br />
rubriek 'Bij wijze van spreke gesproken'<br />
op Omroep Brabant was namelijk<br />
het materiaal overvloedig blijven<br />
binnenstromen. De spreekwoorden<br />
waren echter slechts een klein deel<br />
van de geweldige documentatie die<br />
in huize Mandos te Waalre verzameld<br />
was en in het spreekwoordenboek<br />
'aan de Brabanders werd teruggegeven',<br />
zoals Miep dat uitdrukte.<br />
Ook het volkskundige deel van de<br />
collectie wachtte op bewerking. Er<br />
werd gestart met de voorbereiding<br />
van een tweede boek met als thema<br />
de in Brabant levende en geleefd<br />
hebbende tradities rond de jaarfeesten.<br />
De bewerking van het materiaal<br />
van Sint Maarten tot Sinterklaas was<br />
net aan de computer toevertrouwd,<br />
toen op 5 december, vlak voor haar<br />
tachtigste verjaardag, de dokters<br />
Miep Mandos velden met de mededeling<br />
van een onomkeerbaar ziekteproces<br />
dat haar vanaf dat moment<br />
alles uit de handen sloeg. De collecties<br />
van Hein en Miep Mandos TM\len<br />
een plaats krijgen in het Rijksarchief<br />
in Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch<br />
en hopelijk kan zo het<br />
laatst aangevangen werk nog eens<br />
door andere even volhoudenden voltooid<br />
worden.<br />
Wim de Bakker C<br />
L! Wiro Heesters<br />
24 september 1914 - 13 maart <strong>1996</strong><br />
Op 13 maart <strong>1996</strong> overleed pater<br />
Wiro Heesters, een nijver onderzoeker<br />
van het Brabantse verleden.<br />
Pater Wiro werd in 1914 geboren te<br />
Haaren. Sinds zijn priesterwijding in<br />
1941 woonde en werkte hij als leraar<br />
te Sint-Oedenrode, de plaats waar<br />
hij zich zo mee identificeerde. Hij<br />
stond daar bekend om zijn buitengewone<br />
kennis van de natuur, als<br />
bekwaam fotograaf en als musicus.<br />
<strong>BRABANTS</strong> gO ; <strong>HEEM</strong><br />
Zijn grootste bekendheid genoot hij<br />
echter als archeoloog. Hij begon<br />
met zijn archeologische belangstelling<br />
in september 1961 als ontdekker<br />
van steentijd-nederzettingen op<br />
bouwrijp gemaakte terreinen te<br />
Nijnsel. Sindsdien verrichtte hij daar<br />
en elders te Sint-Oedenrode tot in<br />
1975 allerlei noodopgravingen op<br />
nieuwbouwlokaties, niet alleen van<br />
terreinen uit de steentijd, maar ook<br />
uit de brons- en ijzertijd en uit de<br />
middeleeuwen. Vele van zijn vondsten<br />
zijn tentoongesteld in het in<br />
1976 geopende museum in het<br />
St.-Paulus Gasthuis te Sint-Oedenrode.<br />
Ook leidde hij in 1968 een<br />
opgraving te Milheeze. In 1976 verrichtte<br />
hij bovendien een opgraving<br />
in de bouwput van het 'plan Gertru'<br />
te 's-Hertogenbosch, waarmee in feite<br />
de basis werd gelegd voor het huidige<br />
archeologische onderzoek in die<br />
stad. Hij publiceerde veel over zijn<br />
onderzoekingen, vooral in Heemschild,<br />
het periodiek van de heemkundekririg<br />
van Sint-Oedenrode,<br />
maar in de jaren 1964-1983 ook in<br />
Brabants Heem. Ook was hij gedurende<br />
negen jaargangen (1975-1983)<br />
redacteur van Brabants Heem.<br />
Hij schreef bovendien boeken over<br />
de archeologie en geschiedenis van<br />
Sint-Oedenrode (1972,1981),<br />
Schijndel (1984) en Liempde (1987).<br />
Pater Wiro was een bescheiden persoonlijkheid,<br />
maar door al zijn activiteiten<br />
heeft hij zichzelf onvergetelijk<br />
gemaakt.<br />
Nico Arts U
m AUTEURS m<br />
Cees Vanwesenbeeck (Bergen op Zoom, 1949) behaalde in 1973 het diploma Middelbaar<br />
Archiefambtenaar aan de Rijksarchiefschool, waarna hij in dienst kwam bij<br />
de Gemeentelijke Archiefdienst te Bergen op Zoom. Sinds 1995 is hij gemeentearchivaris.<br />
Hij publiceerde verschillende artikelen en boeken over de geschiedenis<br />
van Bergen op Zoom en West-Brabant. Hij is redactie-secretaris van de serie Studies<br />
uit Bergen op Zoom.<br />
Nico M.A. Arts (Eindhoven, 1954) studeerde culturele antropologie aan de Rijksuniversiteit<br />
te Leiden en culturele pre- en protohistorie aan de Universiteit van<br />
Amsterdam; specialiseerde zich in de archeologie van Zuidnederlandse jagers en verzamelaars<br />
en middeleeuwse archeologie; is sinds 1989 gemeentelijk archeoloog van<br />
Eindhoven en sinds 1992 ook van Helmond.<br />
Anton L.M. Vissers (Zijtaart, 1941) werkt als leraar schilderen op een internaat voor<br />
zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Hij is lid van de heemkundekring H.N. Ouwerling<br />
te Deurne en is gespecialiseerd in genealogisch onderzoek, onder meer<br />
betreffende de Deurnese pottenbakkers en hun familie. Hij publiceerde eerder in het<br />
Genealogisch tijdschrift voor Oost-Brabant.<br />
Martien M.P. van Asseldonk (Zijtaart, 1954) studeerde elektrotechniek en was<br />
werkzaam bij de N.V. Philips te Veldhoven. Van 1981 tot 1985 leidde hij een technische<br />
school in de krottenwijken van Nairobi (Kenia). Sinds 1986 is hij als projectmanager,<br />
tolk en vertegenwoordiger van een hulporganisatie werkzaam in diverse<br />
ontwikkelingsprojecten in Sri Lanka. Met medewerking van het Streekarchivariaat<br />
Langs Aa en Dommel vertaalde en bewerkte hij in 1988 de oudste Latijnstalige cijnsregisters<br />
van de heer van Helmond en de hertog van Brabant betreffende Veghel.<br />
Illustraties IM..S. omslag<br />
Voorzijde linksboven: Fragment v.m olii/vertschilderij<br />
De liefdesbrief Amir Adriacn de Lelie<br />
(Tilburg 1755-1820 Amsterdam)<br />
(Noordbrabants Museum, 't-Hertogenbosch/<br />
bruikleen Rijksdienst Beeldende Kunst).<br />
Voorzijde links: Het kasteel te Wouw op een<br />
schilderij van H. de Gort uit 1775 (Museum<br />
Het Markiezenhof, Bergen op Zoom).<br />
Voorzijde rechtsboven: Gouden kroon, geslagen<br />
te Oijen tussen 1362 en 1399 onder<br />
Johanna van Brabant (Noordbrabants Museun<br />
's-Hertogenbosch).<br />
Voorzijde onder: "t Jachthuis te St. Odenroij<br />
in Peellant 1651', tekening in pen en penseel<br />
(Katholieke Universiteit Brabant/Brabant-<br />
Collectie).<br />
Achterzijde boven: Plattegrond van de vesting<br />
Willemstad in 1586, getekend door landmeter<br />
Symon Damass van Dueren (Rijksarchief in<br />
Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch).<br />
Achterzijde onder: Glazen stolp met fruitmotieven,<br />
afkomstig uit Esch (Noordbrabstflti<br />
Museum, 's-Hertogenbosch).<br />
<strong>HEEM</strong><br />
Stichting Brabants Heem<br />
Postbus 1203<br />
5200 BG 's-Hertogenbosch<br />
Contactpersoon: Harrie Boot<br />
tel./fax: (0<strong>48</strong>6) 46 19 82<br />
Bestuursleden:<br />
C.J.M. Leijten (voorzitter),<br />
J.C. van der Westerlaken (vice-voorzitter),<br />
H.N.G.M. Boot (secretaris),<br />
S.C.M. Dickens (penningmeester),<br />
J.D. Bonnerman,<br />
J.A. Hendrikx,<br />
M.W.J.C.N. van Molenbroek-Vogels,<br />
J.P.A. Pennings,<br />
A.J.S. van Riet,<br />
M. Schreurs-Janssen,<br />
M.J.A.H. Smits van Oyen-de Laat (leden).
RABANTS <strong>HEEM</strong><br />
Cees Vanwesenbeeck, 'Vastelavont nader ouder costumen'.<br />
Westbrabantse vastenavondvieringen<br />
Nico Arts en Anton Vissers, Pottenbakkers op de Zeilberg.<br />
Productieplaatsen van roodbakkend aardewerk te Deurne,<br />
1613-1917<br />
Martien van Asseldonk, Het graafschap Rode.<br />
Bouwsteen van het middeleeuwse kwartier Peelland<br />
Heemkundige tijdschriftenparade.<br />
De oogst van het eerste kwartaal <strong>1996</strong><br />
Boekennieuws<br />
In memoriam Miep Mandos-van de Pol en pater Wiro Heesters 80<br />
MI i M<br />
<strong>HEEM</strong><br />
4i<br />
5i<br />
59<br />
67<br />
73
00<br />
3<br />
<strong>BRABANTS</strong> <strong>HEEM</strong><br />
Driemaandelijks tijdschrift voor archeologie, geschiedenis en volkskunde<br />
Uitgegeven door de Stichting Brabants Heem en de Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening
<strong>BRABANTS</strong> <strong>HEEM</strong><br />
Driemaandelijks tijdschrift voor archeologie,<br />
geschiedenis en volkskunde<br />
Jaargang <strong>48</strong><br />
nummer 3 <strong>1996</strong><br />
Een uitgave van de stichting Brabants Heem<br />
en de stichting Brabantse Regionale<br />
Geschiedbeoefening<br />
Redactieadres:<br />
Tijdschrift <strong>BRABANTS</strong> <strong>HEEM</strong><br />
Postbus 1033<br />
5200 BA 's-Hertogenbosch<br />
tel.: (073) 614 61 93<br />
fax: (073) 612 35 46<br />
Redactie:<br />
Nico Arts, Jac. Biemans, Arnoud-Jan<br />
Bijsterveld, Harrie Boot, Hermien de<br />
Bruiin-Franken, Cor van der Heijden,<br />
Peter Nissen, Jan van Oudheusden<br />
(redactiesecretaris), Patrick Timmermans<br />
Eindredactie:<br />
Jan van Oudheusden<br />
l'a t riek Timmermans<br />
Ontwerp en lay-out:<br />
NIKA Grafische Vormgeving, Vught<br />
Druk:<br />
Lecturis bv, Eindhoven<br />
Abonnementen en losse nummers:<br />
<strong>BRABANTS</strong> <strong>HEEM</strong> verschijnt vier keer<br />
per jaar. Prijs losse nummers: ƒ 9,50.<br />
Abonnementen: ƒ 27,50 per jaar,<br />
buitenland ƒ 30,00. Voor leden van<br />
kringen waarvan de kringpenningmeester<br />
de abonnementen administreert ƒ 25,00<br />
per jaar. Betaling abonnementen a ƒ 27,50<br />
en ƒ 30,00 na toezending van acceptgiroformulier.<br />
Abonnementen a ƒ 25,00 te<br />
betalen aan de kringpenningmeester.<br />
Abonnementen kunnen met elk numme<br />
ingaan. Berekening geschiedt per kalenderjaar.<br />
Wanneer opzegging de uitgever niet<br />
uiterlijk i december bereikt, wordt het<br />
abonnement automatisch voor het nieuv<br />
kalenderjaar verlengd.<br />
Opgave abonnementen en verkoop losse<br />
nummers:<br />
Tijdschrift <strong>BRABANTS</strong> <strong>HEEM</strong><br />
t.a.v. Ria de Folter-Sebregts<br />
Postbus 1033<br />
5200 BA 's-Hertogenbosch<br />
tel.: (073) 614 61 93<br />
fax: (073) 612 35 46<br />
ISSN oi66-43ix<br />
TEN GELEIDE<br />
Dit nummer van Brabants Heem opent met opzienbarend nieuws. In maart <strong>1996</strong> deed een<br />
gezelschap van historici, archeologen, kunsthistorici en andere specialisten in de sacristielduis<br />
van de Sint-Martinuskerk in Sint-Oedenrode een bijzondere ontdekking: tussen de relieken<br />
van Sint Oda troffen zij een ivoren kam uit de twaalfde eeuw aan die hoogstwaarschijnlijk<br />
werd gebruikt bij liturgische handelingen. Redactielid en kenner van de middeleeuwse<br />
geschiedenis Arnoud-Jan Bijsterveld was ter plaatse en doet verslag van deze unieke vondst.<br />
In het artikel 'De kam van Sint Oda' plaatst hij de liturgische kam in een historische context<br />
en trekt hij een vergelijking met soortgelijke kammen die zich in verschillende kerken en<br />
musea in Europa bevinden. Daaruit blijkt dat de kam van Sint Oda een voor Nederland<br />
uniek voorwerp is.<br />
Het is algemeen bekend dat na de Sint-Elisabethsvloed in 1421 de Biesbosch is ontstaan.<br />
Veel minder bekend is dat het gebied dat toen overstroomde veel groter is geweest. Het water<br />
reikte zelfs tot aan Woudrichem, Aalburg en Waalwijk. In de jaren na de ramp wisten de<br />
inwoners van het Land van Heusden en Altena en de Langstraat de oprukkende zee door<br />
middel van nieuwe dijken te bedwingen. In het artikel 'De zee neemt, de zee geeft' toont<br />
Wim Braams aan dat de Sint-Elisabethsvloed ook positieve gevolgen heeft gehad: het op de<br />
zee teruggewonnen land bleek namelijk bijzonder vruchtbaai te zijn.<br />
In de jaren 1832-1833 werden verschillende delen van Noord-Brabant getroffen door een<br />
vreemde ziekte: de cholera. Artsen zaten met de handen in het haar en zij wisten maar vagelijk<br />
dat de ziekte te maken had met hygiënische omstandigheden. Daarom drongen zij er bij de<br />
overheid op aan om maatregelen te nemen tegen de vervuiling van straten, huizen en het<br />
drink- en waswater. Veel mocht dit echter niet baten; telkens weer stak de cholera-epidemie<br />
ergens anders de kop op waarbij de ziekte talloze slachtoffers maakte. In het artikel<br />
'Kuitkramp en rijstewater' (twee symptomen van cholera) maakt Klaas de Graaff duidelijk dat<br />
met name beurtschippers en militairen bijdroegen aan de verbreiding van de cholerabacterie.<br />
De Zusters van de Choorstraat, een van de vele congregaties die gestalte gaven aan de katholieke<br />
renaissance in de negentiende eeuw, vervulden tussen 1924 en 1955 een voortrekkersrol<br />
in de zorg voor 'zwakzinnige' meisjes. In het opvoedingsinternaat Huize St. Vincentius in<br />
Udenhout combineerden de zusters onderwijs met opvoeding. In het artikel 'Het is hard<br />
werken geweest, dag en nacht' laat historica José Eijt onder rneer zien dat deze intensieve<br />
manier van werken met zwakzinnige meisjes ook zijn schaduwzijden had.<br />
Nico Arts, gemeentelijk archeoloog van Eindhoven en Helmond, bekeek de oogst van heemkundeperiodieken<br />
uit het tweede kwartaal van <strong>1996</strong>. Hij vroeg zich hierbij af hoeveel aandacht<br />
deze tijdschriften aan archeologie besteden.<br />
Dit nummer van Brabants Heem wordt traditiegetrouw afgesloten met een aantal besprekingen<br />
van recent verschenen publicaties op het gebied van de geschiedenis, de archeologie en de<br />
volkskunde.<br />
Op het moment dat dit nummer van Brabants Heem verschijnt, beleeft het Provinciehuis in<br />
's-Hertogenbosch Drie Historische Dagen. Tijdens deze dagen presenteert het cultuurhistorisch<br />
bedrijf zich in al zijn facetten aan het publiek. De uiteenlopende onderwerpen die<br />
in Brabants Heem aan bod komen, vormen een goede afspiegeling van deze veelvormigheid<br />
en daarom ziet dit nummer dan ook het licht tijdens de Drie Historische Dagen.
DE KAM'VANSINTODA<br />
Een bijzondere liturgische kam uit de kerkschat van Sint-Oedenrode<br />
ARNOUD-JAN BIJSTERVELD<br />
In maart <strong>1996</strong> werden in Sint-Oedenrode,<br />
voor het eerst sinds 1907, de relieken van de<br />
heilige Oda aan een officieel onderzoek<br />
onderworpen. Daarbij werden niet alleen de<br />
zogenoemde primaire relieken (de stoffelijke<br />
resten van de heilige) bekeken, maar ook de<br />
secundaire relieken: voorwerpen die sinds<br />
mensenheugenis met Sint Oda in verband<br />
worden gebracht. Deze bestaan uit een<br />
aardewerken kan, een staf en een kam.<br />
Met name het laatste voorwerp bleek alle<br />
verwachtingen te overtreffen: het gaat hier om<br />
een liturgische kam die uit de twaalfde eeuw<br />
dateert en uniek is in Nederland. Vooruitlopend<br />
op de definitieve publicatie van het<br />
reliekenonderzoek wordt hier een eerste verslag<br />
gedaan van de bevindingen omtrent deze kam.'<br />
Sint Oda was, volgens de vrome overlevering, een<br />
Schotse prinses die nabij Luik, op weg naar het graf<br />
van de kort voordien overleden Sint Lambertus, van<br />
blindheid werd genezen (afb. i). 2 Toen haar vader haar<br />
vervolgens wilde uithuwelijken, vluchtte zij terug naar<br />
het vasteland en vestigde zich ten langen leste in Sint-<br />
Oedenrode, waar zij in 726 op 36-jarige leeftijd zou<br />
zijn overleden. Omstreeks noo werden haar stoffelijke<br />
<strong>BRABANTS</strong> [~81 l <strong>HEEM</strong><br />
resten opgegraven en plechtig bijgezet in de aan haar<br />
gewijde kerk. Aan deze kerk werd vervolgens, mogelijk<br />
omstreeks 1150, een gemeenschap van kanunniken verbonden<br />
dat haar naam droeg. Dit kapittel werd na de<br />
val van 's-Hertogenbosch in 1629 en de Vrede van<br />
Munster in 16<strong>48</strong> opgeheven. In de jaren 1808-1810<br />
werd op de plek van de grotendeels afgebroken kapittelkerk<br />
voor de katholieken van Sint-Oedenrode een<br />
nieuwe parochiekerk gebouwd. Deze werd gewijd aan<br />
Sint Martinus, de patroonheilige van de oude<br />
parochiekerk in Eerschot. Toen in 1913-1914 wederom<br />
een nieuwe kerk werd gebouwd, bleef ook daarin het<br />
koor van de oude kapittelkerk uit 1498 gespaard.<br />
Op zaterdag 23 maart <strong>1996</strong> verzamelde zich in de<br />
sacristie van de Sint-Martinuskerk een gezelschap van<br />
historici, archeologen, kunsthistorici en andere specialisten<br />
om de relieken van Sint Oda te visiteren (afb. 2). 3<br />
Het doel van deze visitatie was het vaststellen van de<br />
samenstelling van de relieken van Sint Oda, het<br />
beschrijven en fotograferen van die relieken, het dateren<br />
van de bewaarde voorwerpen en het doen van<br />
fysisch-antropologisch en dateringsonderzoek van de<br />
botresten. Het onderzoek naar de botresten van<br />
Sint Oda, die bewaard zijn in een viertal reliekhouders,<br />
zal elders worden gepubliceerd.<br />
Uit de literatuur was bekend dat er ook enkele voorwerpen<br />
bewaard werden die, aldus de overlevering, van<br />
Sint Oda zouden zijn geweest. Volgens pastoor A.J. van<br />
Erp (1903-1944) en H. Vermeulen bewaarde men in de<br />
eerste decennia van deze eeuw in het kerkarchief in<br />
Sint-Oedenrode een kannetje, 'een gedeelte van een<br />
ivoren, prachtig besneden haarkam' en een stok of pelgrimsstaf,<br />
'die in verband worden gebracht met Sint<br />
Oda'. 4 Van Erp stelde voorzichtig dat er geen bewijzen<br />
waren van de echtheid van de kam en het kannetje.<br />
Deze voorwerpen zouden bij de viering van het twaalfde<br />
eeuwfeest van de sterfdag van de heilige in 1926 aan<br />
de gelovigen zijn getoond. Op de officiële inventarislijst<br />
van de kerkschat van de Sint-Martinusparochie uit de<br />
jaren zestig kregen deze voorwerpen echter geen plaats.<br />
Oudere getuigenissen hierover ontbreken tot nu toe. 5<br />
Tijdens de visitatie bleken alle voornoemde voorwerpen<br />
zich in de kluis van de sacristie te bevinden. De<br />
zogenaamde staf van Sint Oda bleek een 102 cm lange