07.08.2013 Views

Onderzoeksprojecten (11500 - 12000 van 24496)

Onderzoeksprojecten (11500 - 12000 van 24496)

Onderzoeksprojecten (11500 - 12000 van 24496)

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

www.researchportal.be - 20 Jul 2013 23:23:29<br />

<strong>Onderzoeksprojecten</strong> (<strong>11500</strong> - <strong>12000</strong> <strong>van</strong> <strong>24496</strong>)<br />

Het fabriceren <strong>van</strong> (Silicium)-Germanium op isolator substraten door middel <strong>van</strong> de Germanium condensatie techniek<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: The scaling of the classical bulk silicon metal-oxide-semiconductor field effect transistor (Si MOSFET's)in the last years approaches its<br />

fundamental limits. This increases the need for innovative device structures and new materials in order to continue the historic progress in<br />

information processing. As channel length of MOSFETs is deeply scaled down to sub-100nm, enhancing the carrier mobility in the channel is<br />

required to improve the performance of CMOS circuits. For this purpose Ge is a promising material for MOSFETs. It poses superior transport<br />

properties since its electron and hole mobility are respectively two and fourfold larger than those in Si.<br />

In order to integrate Ge CMOS technology, it is pivotalto develop new techniques for manufacturing thin Ge substrates. The disad<strong>van</strong>tage of the<br />

currently available bulk substrates is that (i) they are fragile, (ii) 2.3 times heavier than Si, thus making wafer handling extremely difficult in<br />

conventional IC's manufacturing tools (iii) h<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Kern- en Stralingsfysica<br />

Onderzoekers:<br />

• Wilfried Vandervorst<br />

Damage-Associated Molecular Patterns: onthullen <strong>van</strong> de moleculaire communicatie tussen stervende kankercellen en<br />

het immuunsysteem<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Calreticuline dat gepresenteerd wordt aan het celoppervlak (ecto-CRT) en gesecreteerd ATP zijn cruciale schade-geassocieerde<br />

moleculaire patronen (DAMPs) voor immunogene apoptose. In ons geval doelen we met immunogene apoptose op een type kankerceldood die<br />

apoptotisch <strong>van</strong> aard is maar samengaat met een verhoogde mate <strong>van</strong> immunogeniciteit. Dit in tegenstelling tot de immuunonderdrukkende of<br />

tolerogene celdood die doorgaans geobserveerd wordt bij normale fysiologische apoptose. DAMPs, die een belangrijke rol spelen in het mediëren<br />

<strong>van</strong> deze verhoogde immunogeniciteit, zijn moleculen die normaal verborgen blijven binnenin de levende cellen (waar ze hoofdzakelijk nietimmunologische<br />

functies uitoefenen) maar die een immunomodulerende functie verwerven eens gesecreteerd of gepresenteerdaan het<br />

celoppervlak <strong>van</strong> stervende/gestresseerde/beschadigde cellen. Voorgaand beschreven induceerders <strong>van</strong> immunogene apoptose (bepaalde<br />

chemotherapeutica) hingen af <strong>van</strong> een endoplasmatisch reticulum (ER)-geba<br />

Organisaties:<br />

• Labo voor Celdoodonderzoek & Therapie<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrizia Agostinis<br />

• Abhishek GARG<br />

Development of Biofunctional Porous Coatings for Bone Implants (Ontwikkeling <strong>van</strong> biofunctionele poreuze deklagen<br />

voor botimplantaten)<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De vergrijzing <strong>van</strong> de bevolking in combinatie met een verhoogde levensstandaard zorgt wereldwijd voor een forse stijging in de vraag<br />

naar orthopedische en orale implantaten. Ondanks de hoge slaagkansen, gaat dit eveneens gepaard met een toenemend aantal gevallen <strong>van</strong><br />

implantaatfalen, watzich typisch manifesteert als destabilisatie <strong>van</strong> het implantaat op langere termijn (loosening). Osseointegratie, een rigide fixatie<br />

<strong>van</strong> het implantaat door een nauw contact met bot zonder tussenkomst <strong>van</strong> zacht weefsel, wordt beschouwd als een sleutelvoorwaarde voor een<br />

langdurigestabiliteit. Titaanlegeringen zijn <strong>van</strong>daag de dag het meest gebruikte materiaal voor lastdragende implantaten en bieden omwille <strong>van</strong> hun<br />

uitstekende biocompatibiliteit mogelijkheid tot osseointegratie. Dit doctoraatsonderzoek spitst zich dan ook toe op de ontwikkeling <strong>van</strong> deklagen op<br />

Ti of Ti-6Al-4V om een betere interactie met bot te bewerkstelligen. Daarbij ligt de focus voornamelijk op de aanmaak <strong>van</strong> poreuze Ti deklagen.<br />

Dezela<br />

Organisaties:<br />

• Functionele Materialen<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Vleugels<br />

• Annabel Braem<br />

Herstel en duurzaam beheer <strong>van</strong> wierookbossen in Ethiopië: een bio-economische analyse<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Boswellia papyrifera (Del) Hochst is een multifunctionele loofboomsoortmet een hoge economische, culturele en ecologische waarde.<br />

Wierook <strong>van</strong> deze boomsoort wordt als grondstof verhandeld en gebruikt in de farmaceutische, voedings-, cosmetische- en chemische industrie, in<br />

verschillendereligies en als geurstof in koffieceremonies in Ethiopië. Echter, deze hulpbron neemt af door onduurzaam beheer, zoals de teelt <strong>van</strong><br />

gewassen, vrij grazen <strong>van</strong> dieren en willekeurig afsnijden <strong>van</strong> de bladeren voor veevoeder en overtapping voor wierook. Deze studie heeft als doel:<br />

a) de effecten te beoordelen <strong>van</strong> het afsnijden <strong>van</strong> de bladeren voor voedergewassen, het tappen voor wierook en het vrij grazen <strong>van</strong> dieren op de<br />

biofysische toestand <strong>van</strong> de Boswellia papyrifera bossen <strong>van</strong> Ethiopië, b) de voorraden aan biomassa en bodem-organische koolstof in Boswellia<br />

papyrifera bossen te beoordelen, c) de trade-offs tussen de conservering, productieve bosbouw en de verschuiving naar de teelt <strong>van</strong> gewassen te<br />

evaluere<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Bio-economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Erik Mathijs<br />

• Bart Muys<br />

• Mesfin Tilahun Gelaye<br />

Ontwikkelen en valideren <strong>van</strong> een instaptoets voor de cursus Maatschappelijke Oriëntatie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Om de reeds verworven competenties <strong>van</strong> inburgeraars te screenen ervaart de Vlaamse overheid de nood aan een instaptoets, zodat een<br />

inburgeringstraject op maat en zo doelgericht en efficiënt mogelijk kan verlopen. Het onderzoeksproject heeft tot doel een instaptoets te ontwikkelen<br />

en te valideren op een wetenschappelijk verantwoorde wijze. De instaptoets moet meer specifiek aangeven in welke mate de module<br />

Maatschappelijke Oriëntatie dient te worden gevolgd door een nieuwe inburgeraar.<br />

Organisaties:


• EduBROn<br />

Onderzoekers:<br />

• Rita Rymenans<br />

• Sven De Maeyer<br />

Ervaring aan de grens. Hedendaagse armoedebestrijding in Vlaanderen<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het Vlaamse decreet betreffende de armoedebestrijding uit 2003 installeert twee werksoorten als pijlers voor armoedebestrijding. Zowel<br />

binnen de Verenigingen Waar Armen Het Woord Nemen als binnen de methodiek <strong>van</strong>ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting, staat<br />

het gebruik <strong>van</strong> individuele ervaringen <strong>van</strong> armen centraal. Ervaring <strong>van</strong> armen wordt ingezet om niet-armen te sensibiliseren voor het specifieke<br />

perspectief <strong>van</strong> armen, maar ook als een instrument in de empowerment <strong>van</strong> armen zelf. De aanleiding voor dit onderzoek is twijfel over die<br />

mobilisatie <strong>van</strong>ervaring. De inzet <strong>van</strong> het werk is het <strong>van</strong>zelfsprekende gebruik <strong>van</strong> de term minstens even op te schorten en de werking <strong>van</strong> de<br />

term en de ermee verbonden rationaliteit en sturende technologie zelf te onderzoeken op haar effecten op het niveau <strong>van</strong> subjectvorming. Het werk<br />

<strong>van</strong> Michel Foucault bood handvatten om dit onbehagen te exploreren. Methodische handvatten in de meest gebruikte zin <strong>van</strong> het woord biedt zijn<br />

werk niet, we<br />

Organisaties:<br />

• OE Educatie, Cultuur en Samenleving<br />

Onderzoekers:<br />

• Daniël Wildemeersch<br />

• Jan Masschelein<br />

• Stijn Suijs<br />

Evolutie <strong>van</strong> het South-Rayan duinenveld (Centraal Egypte) en de interactie met het fluviatiel systeem <strong>van</strong> de Nijl<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: mso-hansi-font-family:'Times New Roman';mso-ansi-language:NL-BE" lang="NL-BE">Deze thesis heeft als doel de recente duindynamiek<br />

en de interactie tussen eolische en fluviatiele processen op verschillende temporele en ruimtelijke schalen te onderzoeken. HetZuid-Rayan duinveld<br />

(South-Rayan Dune Field, SRDF) (Centraal Egypte) werd geselecteerd als voornaamste studiegebied omdat het een typevoorbeeldis qua<br />

duindynamiek en daarom zeer geschikt is om eolische-fluviatiele interactie te bestuderen.mso-hansi-font-family:'Times New Roman';mso-ansilanguage:NL-BE"<br />

lang="NL-BE">Ineen eerste stap werd een multi-temporele analyse met Landsat-TM5 beelden uitgevoerd om de migratie <strong>van</strong><br />

woestijnduinen te detecteren in het SRDFtussen 1984 en 2003. De near-infrared (nabij-infrarood) (NIR) spectralebanden <strong>van</strong> de oudere en<br />

recentere Landsat-TM5 beelden werden gecombineerd in een bi-temporele laagstapeling (BTLS), waarmee de duinmigratie en de algemene<br />

zanddrift over het gehele duinveld kon achterhaald worde<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Geografie<br />

Onderzoekers:<br />

• Gert Verstraeten<br />

• Ihab Mohamed<br />

Fellowship Ms. HO KHANH VAN <strong>van</strong>uit de Can Tho Universiteit te Vietnam.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Education package Can Tho University: Master fellow for two year to study the Master program of Food Technology.<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Hendrickx<br />

Cysteamine in de behandeling <strong>van</strong> cystinoseGevolgen naast cystineverlaging<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> deze thesis was om het effect <strong>van</strong> cysteamine te beoordelenin de behandeling <strong>van</strong> cystinose, naast het verlagen <strong>van</strong> het<br />

intracellulaire cystinegehalte. Op dit moment is cysteamine de enige behandeling voor de zeldzame ziekte cystinose, maar door de jaren heen werd<br />

het medicijn getest voor vele andere mogelijke indicaties. Cysteamine wordt sinds 1976 gebruikt voor de behandeling <strong>van</strong> cystinose. De toediening<br />

kan de progressie naar eindstadium nierfalen vertragen en extra-renale complicaties voorkomen, zeker indien de behandeling wordt gestart op<br />

jonge leeftijd. Naast deze al langer bekende werking <strong>van</strong> cysteamine, heeft het medicijn ook andere effecten. Zo wordt de therapietrouw bemoeilijkt<br />

door het ontstaan <strong>van</strong> halitose na de inname <strong>van</strong> cysteamine. Dit bleek te worden veroorzaakt door het metabolisme <strong>van</strong> cysteamine naar<br />

methaanthiol en dimethylsulfide. Recent werd een nieuw cysteamine preparaatmet vertraagde afgifte getest waardoor cysteamine vrijkomt in de<br />

dunne darm. Dit pre<br />

Organisaties:<br />

• Groei, Proliferatie, Kind & Adolescent<br />

Onderzoekers:<br />

• Elena Levtchenko<br />

• Lambertus <strong>van</strong> den Heuvel<br />

Poly-SIGE for MEMS-above-CMOS Integration: Study of Piezoresistivity with Application to Pressure Sensors (Poly-SIGE<br />

voor de integratie <strong>van</strong> MEMS bovenop CMOS: studie <strong>van</strong> piezoresistiviteit met toepassing op druksensoren)<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Micro-elektromechanische systemen (MEMS) werden voor het eerst geïntroduceerd in de jaren 60 in de vorm <strong>van</strong> druksensoren. De<br />

technologie is snel geëvolueerd <strong>van</strong> innovatieve concepten tot praktische demonstraties en vroege producten. MEMS zijn tegenwoordig<br />

"gemeengoed" geworden. De volgende stap in de microtechnologische ontwikkeling is de monolithische integratie <strong>van</strong> MEMS en de bijhorende<br />

stuur- en uitleeselektronica op hetzelfde CMOS substraat. Door voor de structurele laag <strong>van</strong> de MEMS een polykristallijne silicium-germanium<br />

(poly-SiGe) legering te gebruiken (in plaats <strong>van</strong> polykristallijn silicium) kan er met relatief lage procestemperaturen gewerkt worden. Dit laat onder<br />

andere toe om MEMS te bouwen bovenop een CMOS circuit. Dit leidt tot kleinere en mogelijks goedkopere MEMS met verbeterde prestaties. In het<br />

verleden heeft imec het potentieel <strong>van</strong> poly-SiGe voor MEMS integratie bovenop aluminium CMOS al bewezen door de presentatie <strong>van</strong>,<br />

bijvoorbeeld, een geïntegreerde poly-SiGe micro-<br />

Organisaties:<br />

• Departement Elektrotechniek (ESAT)<br />

Onderzoekers:<br />

• Christina De Meyer<br />

• María Del Pilar González Ruiz


Gas Balancing and Line-pack Flexibility. Concepts and Methodologies for Organizing and Regulating Gas Balancing in<br />

Liberalized and Integrated EUGas Markets. (Gasbalancering en netwerkflexibiliteit. Concepten en methodologieën voor de<br />

organisatie en regule<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Om de efficiëntie <strong>van</strong> de aardgassector te verbeteren en zo de welvaart <strong>van</strong> de vele energieverbruikers in Europa te verhogen heeft de<br />

EU besloten om de Europese aardgasmarkten te hervormen. Ontvlechting <strong>van</strong> de industrie in competitieve activiteiten productie en levering en<br />

niet-competitieve gereguleerde netwerkdiensten, en de vrijmaking en integratie <strong>van</strong>de nationale aardgasmarkten vormen hierbij de hoekstenen.<br />

Deze hervormingen zorgen nu voor nieuwe uitdagingen met betrekking tot het organiseren <strong>van</strong> een veilige, betrouwbare en efficiënte<br />

aardgasbevoorrading waarbijde coördinatie <strong>van</strong> de verschillende onafhankelijke actoren cruciaal is.De balanceringsregels vormen een belangrijk<br />

coördinatiemechanisme voor de werking <strong>van</strong> het aardgassysteem. Enerzijds moeten deze regels zorgen voor de continuïteit <strong>van</strong> het fysische<br />

systeem door een evenwicht te bewaren tussen injectie, afname en opslag <strong>van</strong> gas binnen operationele limieten. Anderzijds moeten deze regels<br />

zorgen voor een correcte allocatie<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Toeg. Mechanica & Energieconversie<br />

Onderzoekers:<br />

• William D'haeseleer<br />

• Nico Keyaerts<br />

Verveling en dagelijks leven in de hedendaagse grafische roman.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De focus <strong>van</strong> dit onderzoek slaat op hedendaagse grafische romans die bij de lezer een gevoel <strong>van</strong> verveling en routine opwekken. Dit<br />

wordt niet gedaan door te kijken naar het thema <strong>van</strong> de verveling, hoe belangrijk dat <strong>van</strong>daag ook geworden is, maar door te zien of het idee <strong>van</strong><br />

verveling gelinkt is aan bepaalde structurele kenmerken <strong>van</strong> het werk. Het onderzoekzal zich toespitsen op de manier waarop bepaalde visuele<br />

strategieën herhaling, minimalisme, tabulariteit- een impact hebben op de temporele dimensie <strong>van</strong> het werk en de verhaalslijn op deze manier<br />

blokkeren. Het corpus bestaat uit hedendaagse grafische romans die het idee <strong>van</strong> vervelingcentraal stellen, meer bepaald het werk <strong>van</strong> Daniel<br />

Clowes, Adrian Tomine en Chris Ware.<br />

Organisaties:<br />

• Literatuur en Cultuur<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Baetens<br />

Eenzaamheid in de midden-adolescentie: Determinanten, correlaten en implicaties voor psychologische aanpassing<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: NL" lang="NL">Eenzaamheid in de adolescentie: Ontwikkelingsverloop, antecedenten, en gevolgen.Eenzaamheid wordt gedefinieerd als<br />

de onaangename emotionele reactie op eendiscrepantie tussen iemands werkelijke en gewenste sociale netwerk. Eenzaamheidsonderzoek in de<br />

adolescentie is bijzonder rele<strong>van</strong>t omdat het sociale netwerk substantieel verandert tijdens deze periode. Tot op heden is er echter een gebrek aan<br />

langdurige studies over eenzaamheid in de adolescentie en de overgang naar de volwassenheid. Dit doctoraat wil hieraan tegemoet komen en<br />

onderzocht meer specifiek de ontwikkeling <strong>van</strong> eenzaamheid doorheen de adolescentie, in combinatie met de antecedenten, psychische gevolgen,<br />

en de mechanismen die hieraan ten grondslag liggen.Een eerste doelstelling <strong>van</strong> dit doctoraat was het uitspitten <strong>van</strong> de relatie tussen eenzaamheid<br />

en depressieve symptomen. Geeft eenzaamheid aanleiding tot depressieve symptomen, of omgekeerd, leiden depressieve symptomen tot meer<br />

eenzaamheid doorheen de tijd? O<br />

Organisaties:<br />

• OE School- en Ontwikkelingspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc Goossens<br />

• Janne Vanhalst<br />

Verborgen krachten in de organisatie: een politiek model <strong>van</strong> organisatieverandering<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het vertrekpunt <strong>van</strong> dit onderzoek was dat veel veranderingen falen. Het lijkt wel of veranderingsprojecten bij voorbaat gedoemd zijn om<br />

te mislukken. Tal <strong>van</strong> studies over het succes of falen <strong>van</strong> veranderingsprogrammas geven een faalratio <strong>van</strong> rond de 70% (voor een overzicht<strong>van</strong><br />

de faalratios die vermeld worden in verschillende studies. Daarenboven blijft deze faalratio constant over de jaren heen. De vraag die in dit<br />

onderzoek gesteld werd, is of aan dit falen geen dieperliggende politieke oorzaken ten grondslag liggen. De hypothese werd geformuleerd dat een<br />

politieke benadering <strong>van</strong> organisatieverandering een betere verklaring geeft voor het falen of slagen <strong>van</strong> veranderingen. Veranderingsprojecten<br />

worden voortdurend doorkruist door allerhande obstakels en belemmeringen die een politieke invloed laten vermoeden en waarop de gangbare<br />

veranderingsmodellen geen adequaat antwoord kunnen formuleren.Een wetenschappelijk antwoord op deze hypothese was niet eenvoudig te<br />

formuleren. Al vroeg in<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Van Hootegem<br />

• Guido Maes<br />

Analyse <strong>van</strong> Li-silicaatoplossing<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Deze offerte kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut TANC (UHasselt) en anderzijds Heraeus<br />

Electro-Nite International. Het onderzoeksinstituut TANC levert aan Heraeus Electro-Nite International de onderzoeksresultaten naar 'Analyse <strong>van</strong><br />

Li-silicaat oplossing' onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Toegepaste en Analytische Chemie<br />

• Instituut voor Materiaalonderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Robert CARLEER<br />

Identificatie <strong>van</strong> aviaire pathogene Escherichia coli genen specifiek geïnduceerd gedurende kippeninfecties via<br />

recombinase-gebaseerde in vivoexpressie technologie<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Aviaire pathogene Escherichia coli (APEC) behoren tot de extra-intestinale pathogene Escherichia coli (ExPEC) <strong>van</strong> mens en dier. APEC<br />

veroorzaakt gelokaliseerde colibacillosis of systemische infecties bijpluimvee. Deze laatste begint als een infectie <strong>van</strong> de bovenste luchtwegen om<br />

zich vervolgens te ontwikkelen tot een systemische infectie.In het algemeen zijn ExPEC gekarakteriseerd door een grote verscheidenheid aan


virulentie geassocieerde factoren die mogelijk deel uitmaken <strong>van</strong>de pathogenese. De belangrijkste virulentiefactoren die duidelijk ExPECen ook<br />

APEC definiëren zijn echter nog niet geïdentificeerd. Daarbij iser weinig kennis over de pathogenese <strong>van</strong> APEC. ExPEC kan niet<br />

duidelijkonderscheiden worden door moleculaire epidemiologie waardoor onderscheid tussen aviaire ExPEC en humane ExPEC bemoeilijkt wordt.<br />

Dit kan mogelijk een zoönotische risico vormen. Het hoofddoel <strong>van</strong> deze studie was de identificatie <strong>van</strong> genen <strong>van</strong> APEC stammen die specifiek<br />

geïnduceerd worden tijdens infectie<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Gentechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Bruno Goddeeris<br />

• Huruma Nelwike Tuntufye<br />

FT IR onderzoek <strong>van</strong> een contaminatie op rubberen stoppen<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Deze offerte kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut TANC (UHasselt) en anderzijds Datwyler<br />

Pharma. Het onderzoeksinstituut TANC levert aan Datwyler Pharma de onderzoeksresultaten naar 'FT IR onderzoek <strong>van</strong> een contaminatie op<br />

rubberen stoppen' onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Toegepaste en Analytische Chemie<br />

• Instituut voor Materiaalonderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Robert CARLEER<br />

DSC analyse voor 1 staal<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Deze offerte kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut TANC (UHasselt) en anderzijds Oleon. Het<br />

onderzoeksinstituut TANC levert aan Oleon de onderzoeksresultaten naar 'DSC analyse voor 1 staal' onder de voorwaarden zoals vastgelegd in<br />

voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Toegepaste en Analytische Chemie<br />

• Instituut voor Materiaalonderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Robert CARLEER<br />

De rol <strong>van</strong> processen op electronschaal in het botsingsvrije magnetische reconnectieregime<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Wetenschap uit de toekomstige ruimteopdracht MMS. Wij zal doen simulaties voor de MMS mission. De simulatie zijn over magnetic<br />

reconnection in plasmas. Wij gebruiken onze state of the art computer methodes. De belangreikste code is Celeste3D die wij gbruik voor magnetic<br />

reconneciton simulaties. De MMS mission is een NASA opdracht <strong>van</strong> 4 satellieten om reconnection te bestuderen. Wij hulpen de NASA MMS<br />

mission en studeren nieuwe fundamentele problemen in magnetische reconnection.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Plasma-astrofysica<br />

Onderzoekers:<br />

• Gio<strong>van</strong>ni Lapenta<br />

• Andrey Divin<br />

Nieuwe bacteriofagen voor de biocontrole <strong>van</strong> Dickeya spp. in de aardappelproductieMicrobiologische karakterizering en<br />

controleperspectieven<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De bacteriële pathogeen Dickeya spp. is een belangrijke oorzaak <strong>van</strong> economische verliezen in verschillende landbouwgewassen en<br />

sierplanten. Specifiek voor de aardappelproductie is Dickeya solani een nieuw verschenen, virulenter Dickeya type, voorkomend in West-Europa.<br />

De bacterie veroorzaakt zwartbenigheid (stengelrot) op het veld enzachtrot <strong>van</strong> de knollen. Omdat er geen chemische<br />

gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar zijn tegen deze pathogeen, richt het onderzoek zich meerop biocontrole door middel <strong>van</strong> antagonisten of<br />

(bacterio)fagen. Deze studie onderzoekt het gebruik <strong>van</strong> fagen in de controle <strong>van</strong> Dickeya solani-infecties in de aardappelteelt, een strategie die<br />

faagtherapie wordt genoemd. Bacteriofagen of bacteriële virussen infecteren specifiek bacteriën en gebruiken de bacteriële cellen om zichzelf te<br />

repliceren. Virulente fagen doden hun gastheercellen en zijn daardoor ideale bacteriële controleagentia.Tijdens het onderzoek werden vier nieuwe<br />

fagen geïsoleerd, de fagen LIMEligh<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Gentechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Maurice De Proft<br />

• Evelien Adriaenssens<br />

Onderhandeling op korte en middellange termijn ondersteund door analyse <strong>van</strong> personeelsplanningsproblemen in<br />

ziekenhuizen<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Wereldwijd ontstaat er een personeelstekort in de zorgsector. Enerzijdsis er de hogere levensverwachting die leidt tot de vergrijzing <strong>van</strong><br />

de bevolking. Het aantal zorgverleners nodig om bejaarden de nodige op<strong>van</strong>g en zorg te verstrekken stijgt. Anderzijds wordt het huidige<br />

zorgpersoneelouder waardoor een significant deel de (vervroegd) pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Een mogelijke oplossing is het efficiënter<br />

inzetten <strong>van</strong> het huidige zorgpersoneel.Een typisch, veelvuldig onderzocht probleem in deze context is het personeelsplanningsprobleem in een<br />

ziekenhuis voor het opstellen <strong>van</strong> uurroosters voor het verpleegkundig personeel. De laatste jaren werden gedetailleerde modellen opgesteld en<br />

gea<strong>van</strong>ceerde algoritmen ontwikkeld om automatisch roosters op te stellen, meestal per afdeling <strong>van</strong> een ziekenhuis. In deze thesis bestuderen we<br />

dit personeelsplanningsprobleem op korte en middellange termijn. Op korte termijn laten we de verschillende afdelingen in een ziekenhuis<br />

samenwerken. Door<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit Wetenschappen Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Causmaecker<br />

• Stefaan Haspeslagh


Misclassificatie in multilevel modellen met toepassing op tandbederf onderzoek<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Epidemiologische studies streven naar associaties tussen risicofactoren en / of bepalende factoren en het optreden <strong>van</strong> ziekte te<br />

verkennen. Het kwantificeren <strong>van</strong> het effect, is het belangrijk dat de risicofactoren en de resultaten worden geregistreerd zonder fouten. Vaak<br />

verkregen de metingen zijn lawaaierig (foutgevoelige) versies <strong>van</strong> de echte onderliggende hoeveelheid primair belang leidt tot onrechte uitkomsten<br />

(voor categorische gegevens).In dit proefschriftonderzochten we de misclassificatie proces in het detecteren <strong>van</strong> de aanwezigheid of afwezigheid<br />

<strong>van</strong> CE. In het bijzonder, onderzochten we verschillende misclassificatie mechanismen bij het scoren <strong>van</strong> CE-gegevens.De hiërarchische<br />

datastructuur (oppervlakte binnen tand in de mond) werd ook in aanmerking genomen. Multilevel modellen voor prevalentie,sensitiviteit, specificiteit<br />

en kappa werden onderzocht. Aangezien een carieuze oppervlak kan het verval proces <strong>van</strong> de naburige oppervlakken beïnvloeden, werden de<br />

modellen ook uitgebre<br />

Organisaties:<br />

• L-BioStat<br />

Onderzoekers:<br />

• Dominique Declerck<br />

• Emmanuel Lesaffre<br />

• Geert Verbeke<br />

• Timothy Mutsvari<br />

De zoektocht naar toxine-afgeleide modulatoren voor spanningsafhankelijke natriumkanalen en hun in vivo effecten in<br />

auto-immune encephalomyelitis<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Spanningsafhankelijke natriumkanalen (afgekort als Nav) zijn kleine eiwitten die zich in het celmembraan bevinden <strong>van</strong> prikkelbare cellen,<br />

zoalszenuwcellen. Bij het ontstaan <strong>van</strong> een elektrische prikkel functioneren ze als een sluis voor natriumionen die de cel instromen. Ze spelen<br />

bijgevolg een belangrijke rol in het geleiden <strong>van</strong> elektrische signalen in hetmenselijk lichaam. Omwille <strong>van</strong> deze cruciale rol leidt een defect in deze<br />

kanalen onvermijdelijk tot ernstige afwijkingen. Zo liggen beschadigde kanalen aan de basis <strong>van</strong> ziektes zoals epilepsie en bepaalde<br />

hartaandoeningen. Recent werd nu ook aangetoond dat deze kanalen een rol kunnen spelen in het ontstaan <strong>van</strong> MS. Deze ziekte wordt<br />

gekenmerkt door de afbraak <strong>van</strong> het isolerende myelinelaagje rond de zenuwen, een sterke ontstekingsreactie in het zenuwstelsel en op langere<br />

termijn het verlies <strong>van</strong> zenuwen in het centraal zenuwstelsel. Er bestaan verschillende types natriumkanalen, die elk een ander nummer hebben.<br />

Voor enkele types werden<br />

Organisaties:<br />

• Lab Toxicologie en Bromatologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Tytgat<br />

• Marijke Stevens<br />

Analyse <strong>van</strong> serine proteasen en serine protease inhibitoren: evolutionaire en structurele inzichten<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Serine proteasen katalyseren de hydrolyse <strong>van</strong> peptide bindingen in eiwitten metbehulp <strong>van</strong> een serine residu in de actieve plaats. In<br />

zowel prokaryoten als ineukaryoten, is digestie de hoofdfunctie <strong>van</strong> de serine proteasen, maar ze komeneveneens tussen in tal <strong>van</strong><br />

fysiologischeprocessen zoals de bloedstolling en deimmuun response. De activiteit <strong>van</strong> deze enzymes wordt geinhibeerd door weer eenandere<br />

groep eiwitten, gekend als serpines (SERine Protease INhibitorS), welkebijgevolg een heel belangrijke rol spelen bij de controle en regulering <strong>van</strong><br />

tal <strong>van</strong>processen. Hoewel het onderzoek naar deze eiwitten intens is en dus het aantalgegevens dat ter beschikking is <strong>van</strong>uit verschillende<br />

experimentele en computationelestudies indrukwekkend, blijven toch heel wat vragen onbeantwoord.Het eerste deel <strong>van</strong> deze thesis handelt over<br />

neuroserpine, een serine proteaseinhibitor <strong>van</strong> weefseltype plasminogeen activator (tPA), een serine protease dat eenbelangrijke regulator is <strong>van</strong><br />

o.a. de bloedstroom naar herse<br />

Organisaties:<br />

• Computerwetenschappen Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Causmaecker<br />

• Srikeerthana Kuchi<br />

Een contextuele catechese in de diocese <strong>van</strong> Hakha, Myanmar: een oproep voor een paradigmale verandering<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: This doctoral project will be an integral approach on researching on the present problems with regard to a contextual catechesis and<br />

implementing a new methodology for an effective catechesis in a heterogeneous religious context in the Catholic church in Myanmar (Burma). The<br />

Catholic church has been a minority church over fifty years in Myanmar, predominantly a Buddhist country where Christianity consists of only five<br />

percent of its population. In view of the mission of the Catholic church, there is no doubt that religious education plays a significant and important<br />

role. However, religious education has not been really effective because the church is confronted with some obstacles. Therefore, this project will<br />

explore some of the predominant obstacles and try to introduce a new and effective catechetical approach with a new methodology. First of all this<br />

dissertation will make a situation analysis of Myanmar and explicate the indispensable scope of this research. In this perspective w<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Pastoraaltheologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Didier Pollefeyt<br />

• Lucas Tha Ling Sum<br />

Anomalous monism and the messy world<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: The aim of this project is to develop a form of anomalous monism as a general model for the relations between different sciences,<br />

especially between physics and chemistry. The status of ontological thinking in the philosophy of science will play a central role in my investigation.<br />

As ingredients I will primarily use, integrate, and modify the notion of a dappled world proposed by Nancy Cartwright, <strong>van</strong> Brakels version of<br />

anomalous monism tailored specifically to the relation between physics andchemistry, and Ereshefskys eliminative pluralism.<br />

Organisaties:<br />

• OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte<br />

Onderzoekers:<br />

• Jaap Van Brakel<br />

• Min Ou Yang<br />

Impact <strong>van</strong> Instant Messaging op het leven <strong>van</strong> adolescenten


K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit doctoraatsproject buigt zich over de rol <strong>van</strong> nieuwemedia in de Modernesamenleving, meer bepaald de latente functies <strong>van</strong><br />

nieuwecommunicatietechnologie. Nieuwe media zijn namelijk niet alleenfunctioneelwanneer we ze effectief gebruiken. Ook wanneer we niet<br />

effectief aanhetbellen, smsen, ... zijn, is het beschikken over de technologiebetekenisvolvoor de gebruiker. Deze studie spitst zich toe op 3 latente<br />

functies<strong>van</strong> nieuwe media (met vooral de gsm als type-voorbeeld): (1)Verbondenheid: de gebruiker voelt zich verbonden met anderendoor het<br />

voortdurende potentiële contact (de gsm als psychologicalneighbourhood), (2) Veiligheid: de technologie verschaft de gebruikereengevoel <strong>van</strong><br />

veiligheid (de gsm als rituele totem) ondanks de risicosdie aangsm-gebruik verbonden zijn, en (3) Status: de technologie verschaft,vooral<br />

bijadolescenten, identiteit en status aan de gebruiker (de gsm als statussymboolof lifestyle item).<br />

Organisaties:<br />

• OE School vr Massacommunicatieresearch<br />

Onderzoekers:<br />

• Keith Roe<br />

• Maria Vanden Abeele<br />

Begenadigde Fundamenten. Problemen en mogelijkheden <strong>van</strong> religieuze ervaring als een categorie voor interreligieuze<br />

dialoog.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De fundamentele vraag die dit doctoraatsproject stuurt, gaat over hoe het thema <strong>van</strong> religieuze ervaring kan functioneren als een<br />

categorie voorinterreligieuze dialoog. Het gaat m.a.w. om reële conversaties tussen personen uit verschillende tradities die bereid zijn om <strong>van</strong><br />

elkaar te leren door hun verhalen en waarden te delen. Een antwoord op onze vraag wordt onderzocht door gebruik te maken <strong>van</strong> de filosofische<br />

en theologische bijdragen <strong>van</strong> Bernard Lonergan (1904-1984). Lonergan beweerde dat religieuze ervaring niet afdoende kon begrepen worden los<br />

<strong>van</strong> concrete handelingen. Op basis <strong>van</strong> dit inzicht moet elke dialoog <strong>van</strong> religieuze ervaringrekening houden met religieuze praktijk (d.w.z.<br />

devotionele en ethischepraxis). De belangrijkste hypothese <strong>van</strong> deze dissertatie is dat religieuze ervaring een betekenisvolle categorie is voor die<br />

personen die expliciet betrokken zijn in een traditie en ernaar streven hun leven in te richten volgens haar leringen en praktijken.<br />

Organisaties:<br />

• OE Systematische Theologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Terrence Merrigan<br />

• John Rogers Friday III<br />

De behandeling <strong>van</strong> geïnterneerden in forensisch psychiatrische contexten. Een exploratief multimethod onderzoek naar<br />

effectieve behandelingsmodellen en voorwaarden ter implementatie in een forensisch psychiatrisch centrum, met<br />

aandacht voor specifieke doe<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Door verschillende auteurs is de laatste jaren gewezen op de precaire situatie <strong>van</strong> de geïnterneerden in België. Hoewel de overheid het<br />

belang <strong>van</strong> behandeling erkent moeten we vaststellen dat er nood is aan een gedegen en voldoende therapeutisch aanbod voor geïnterneerden.<br />

Om hieraan tegemoet te komen besliste de Minister <strong>van</strong> Justitie recent positief advies te verlenen aan de bouw <strong>van</strong> twee Forensisch Psychiatrische<br />

Centra (FPC), waar<strong>van</strong> één in Gent en één in Antwerpen.<br />

De hoofddoelstelling <strong>van</strong> dit project bestaat erin om voorstellen te formuleren met betrekking tot de inhoudelijke en vormelijke invulling <strong>van</strong> het<br />

therapeutisch programma <strong>van</strong> het in Gent geplande FPC. In concreto worden twee subdoelstellingen vooropgesteld:<br />

1.In kaart brengen <strong>van</strong> de ‘state of the art’ met betrekking tot bestaande en momenteel gebruikte behandelingsmodellen en -methodieken voor<br />

specifieke doelgroepen (i.c. personen met persoonlijkheidsstoornissen, psychotische stoornissen, verstandelijke beperkingen, seksuele<br />

stoornissen, etc.) binnen de geïnterneerde populatie, zowel in het buiten- als binnenland.<br />

2.Komen tot aanbevelingen met betrekking tot belangrijke voorwaarden om bestaande behandelingsmodellen aan te passen aan en te<br />

implementeren in een FPC.<br />

Het onderzoek wordt onderverdeeld in vier onderzoeksfasen, gespreid over drie jaar.<br />

Fase 1: literatuurstudie en in kaart brengen en bezoeken <strong>van</strong> ‘good practices’<br />

Uitvoering <strong>van</strong> een – op de richtlijnen <strong>van</strong> de Cochrane Collaboration afgestemde - systematische review gebruikmakend <strong>van</strong> de courante<br />

wetenschappelijke databanken. De voornaamste bedoeling behelst het inventariseren <strong>van</strong> de juridische en beleidsmatige aspecten met betrekking<br />

tot internering in binnen- en buitenland en het in kaart brengen <strong>van</strong> de beschikbare behandelingsmodellen voor specifieke populaties.<br />

Op basis <strong>van</strong> deze literatuurstudie en contacten met experten wordt nagegaan in welke diensten geïnterneerden opgenomen zijn, welke<br />

behandeling daar voorzien wordt, op welke achterliggende theorieën deze modellen gebaseerd zijn, etc. Deze ‘good practices’ zullen worden<br />

geïnventariseerd en eventueel bezocht.<br />

Fase 2: Kwalitatief onderzoek - Delphi-methode<br />

Een aantal uit fase 1 afgeleide stellingen worden voorgelegd aan binnen- en buitenlandse experten aan de hand <strong>van</strong> de Delphi-methode.<br />

Fase 3: Participerende observatie en ‘effect’studie<br />

Uit de ‘good practices’ worden, via purposeful sampling enkele voorzieningen geselecteerd, waar een effectmeting met gestandaardiseerde<br />

meetinstrumenten zal plaatsvinden. Via participerende observatie worden de sleutelprocessen <strong>van</strong> de behandelingsvormen in kaart gebracht.<br />

Fase 4: Integratie <strong>van</strong> de bevindingen<br />

In deze fase wordt aandacht besteed aan de integratie <strong>van</strong> de bevindingen uit fase 1, 2 en 3 en het formuleren <strong>van</strong> voorstellen tot behandeling.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Sociaal-agogisch werk<br />

• Departement Gezondheidszorg Vesalius<br />

• Vakgroep Orthopedagogiek<br />

• Vakgroep Nursing<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefaan De Smet<br />

• Wing Ting To<br />

• Stijn Vandevelde<br />

Actieve vraagsturing om optimaal in te spelen op de beschikbaarheid <strong>van</strong>gedistribueerde energiebronnen<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Momenteel stimuleren de elektriciteitsleveranciers de spreiding <strong>van</strong> de belasting in de residentiële en tertiaire sector enkel op indirecte<br />

wijze, namelijk via een dag-nachttarief en een weekendtarief. Dit laat echter niet toe het energieverbruik af te stemmen op het fluctuerend<br />

energieaanbod afkomstig <strong>van</strong> gedistribueerde hernieuwbare energiebronnen. Om optimaal in te spelen op dit fluctuerend energieaanbod is een<br />

actieve en intelligente houding <strong>van</strong> de elektrische energieverbruikers nodig: actieve vraagsturing genoemd.Dit doctoraat wil enerzijds de<br />

mogelijkheden <strong>van</strong> actieve vraagsturing onderzoeken en de economische en energetische besparingen die het kan bieden kwantitatief evalueren.<br />

Voor de eindgebruiker zal het economisch voordeliger zijn om zoveel mogelijk de eigen (lokaal) geproduceerde energieook zelf te gebruiken<br />

wanneer die beschikbaar is. Verder wordt ook onderzocht in welke mate de invloed <strong>van</strong> gedistribueerde opwekking op het distributienet beperkt kan<br />

worden door het opgenom


Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - ELECTA<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Deconinck<br />

• Bert Vande Meerssche<br />

Structuur-functie analyse <strong>van</strong> de verschillende gamma-secretase complexen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In de opmerkelijke familie <strong>van</strong> intramembrane-klievende proteasen is &#947;-secretase <strong>van</strong> bijzonder functioneel belang. Zijn uitgebreide<br />

lijst <strong>van</strong> fysiologische substraten maakt <strong>van</strong> het enzym een belangrijke speler in een overvloed <strong>van</strong> intracellulaire cascades.#947;-secretaseis onder<br />

meer verantwoordelijk voor de verwerking <strong>van</strong> amyloïd precursorproteïne (APP) in amyloïd-beta peptide (Aß), een belangrijke stap in decomplexe<br />

pathologische cascade die leidt tot Alzheimer disease (AD). Hoewel de betrokkenheid <strong>van</strong>#947;-secretase in de pathogenese <strong>van</strong> AD vrij goed<br />

begrepen is <strong>van</strong>uit een genetisch oogpunt, zijn de biochemische en structurele studies gericht op het ontcijferen <strong>van</strong> het mechanisme <strong>van</strong> de<br />

werking <strong>van</strong> het enzym, nog steeds zeer uitdagend. Dit is vooral een gevolg <strong>van</strong> de hydrofobiciteit en de heterogeniteit <strong>van</strong> dit multi-proteïne<br />

complex. In dit project stellen wij de ontwikkeling <strong>van</strong> krachtige tools voor, zoals op grote schaal expressie en zuivering <strong>van</strong> verschillende#947;secre<br />

Organisaties:<br />

• Departement Menselijke Erfelijkheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart De Strooper<br />

• Alexandra Tolia<br />

Engineers in Belgium 1830-1865<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Engineers played a key role in the industrialisation, #technisation# and mechanisation of modern society. They were not merely perceived<br />

as neutral experts, but rather as highly esteemed, even pivotal figures in society, as partners and actors in the development of modernity. The<br />

complex interaction between the engineers as a professional group and modern society has only rarely been the subject of a systematic historical<br />

analysis; also, current research on the subject often lacks an international framework and perspective.<br />

This research will focus on the professional self-image of engineers, the way in which they represented themselvesas technical and managerial<br />

experts, c.q. the societal functions and characteristics ascribed to them in civil society. In particular, we will investigate how these representations<br />

interacted with the development ofthe modern engineering sciences (c.q. the scientific and professional training of the engineers), the nineteenthcentury<br />

#économie politiq<br />

Organisaties:<br />

• Departement ASRO<br />

Onderzoekers:<br />

• Krista De Jonge<br />

• Willemijne Linssen<br />

The Evaluation of Monument Conservation, as an Implied Process to Define Restoration<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Bouwmaterialen en -technieken<br />

Onderzoekers:<br />

• Koenraad Van Balen<br />

Bone remodeling in the distal forearm<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Osteoporose is de meest voorkomende botziekte en treft miljoenen personen. Osteoporose wordt gekarakteriseerd door een lage<br />

botmassa en een structurele achteruitgang <strong>van</strong> het botweefsel, wat leidt tot een verhoogd risico op botbreuken. Voor een individu leiden botbreuken<br />

tot een sterke vermindering <strong>van</strong> de levenskwaliteit; voor de gemeenschap leiden botbreuken jaarlijks tot enorme kostenposten. Het doel <strong>van</strong> dit<br />

project is om de personen met een risico op botbreuken beter te identificeren. Meer specifiek zullen we biopt-gebaseerde<br />

botremodelleringsalgorithmen verder ontwikkelen voor de simulatie <strong>van</strong> botstructuur in vivo. De simulatiemodellen zullen worden gevalideerd op<br />

basis <strong>van</strong> klinische data <strong>van</strong> de botmicro-architectuur. Onze centrale hypothese is dat leeftijdsgerelateerde veranderingen in botmassa en<br />

botarchitectuur kunnen worden bepaald door specifieke hormonale, biochemische en biomechanische parameters.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Biomechanica<br />

Onderzoekers:<br />

• Gerrit <strong>van</strong> Lenthe<br />

• Ingrid Knippels<br />

Investigation of In-use Stiction and Adhesion in Poly-SiGe MEMS (Onderzoek naar stictie en adhesie <strong>van</strong> poly-SiGe<br />

MEMS)<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Stictie <strong>van</strong> bewegende onderdelen in micro-electromechanische systemen (MEMS) is meestal een niet gewenst schadefenomeen,<br />

uitgezonderd in bepaalde toepassingen zoals memory switches waar een tijdelijke adhesie gewenst is. De oorzaak <strong>van</strong> stictie en de controle er<strong>van</strong><br />

zijn op heden nog niet volledig begrepen.Doel <strong>van</strong> dit onderzoek is de studie <strong>van</strong> stictie en adhesie in MEMS en MEMS-verpakkingen aan de hand<br />

<strong>van</strong> verschillende teststructuren en technieken. Dit vereist het ontwerpen en het testen <strong>van</strong> nieuwe aangepaste teststructuren en het aantonen <strong>van</strong><br />

de bruikbaarheid <strong>van</strong> bestaande testtechnieken. Parameters die een rol spelen bij stictie zullen onderzocht worden en er zal nagegaan worden of er<br />

een mogelijkheid bestaat om de oppervlakte-eigenschappen <strong>van</strong> MEMS te wijzigen om stictie te sturen. Daartoe zullen verschillende zelfassemblerende<br />

monolagen (SAM) aangewend worden, hun effect op stictie zal onderzocht worden, en hun betrouwbaarheid zal nagegaan worden.<br />

Organisaties:<br />

• Functionele Materialen<br />

Onderzoekers:<br />

• Jean-Pierre Celis<br />

• Fangzhou Ling


The Liberalization Process of EU Energy Market: Future of Power Exchanges<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Continuing the liberalization trend of electricity sector within each Member States, the European energy regulations has ad<strong>van</strong>ced its<br />

subjects to the higher level of coordination between nations. Electricity is now in concerns of cross-border trading while Regional Initiatives<br />

establishment is the interim step for the target of one single European power market where national borders do not exist and all Europe markets is<br />

integrated and treated as a whole.However, the national diversity and specific features of electricity sectors (network constraints, natural monopoly,<br />

deep specific assets, etc) create numerous obstacles for the process. An acceptable market designhas to adequately solve the problems of network<br />

limited capacity, strategic behaviors of various participants and players, gaps between nations development and liberalization, conflicts among<br />

national objectives, etc In addition, the concern of energy crisis raises the question of stronger integrating renewable sources int<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - ELECTA<br />

Onderzoekers:<br />

• Ronnie Belmans<br />

• Quynh Chi Trinh<br />

Feature Extraction and Machine Learning Techniques for Various Text Mining Tasks<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De thesis onderzoekt de implementatie, toepassing en evaluatie <strong>van</strong> feature extractie en machine leren technieken voor verscheidene text<br />

mining taken die opereren op internetdocumenten. Alle technieken vereisen de beschikbaarheid <strong>van</strong> tekstuele corpora, die voor deze thesis<br />

geschreven zijn in het Engels, Nederlands en Frans. Associatiemetrieken worden gebruikt voor het extraheren <strong>van</strong> domeinspecifieke terminologie<br />

uit teksten, of,voor het detecteren <strong>van</strong> visuele entiteiten en hun visuele attributen inteksten. Bij sentimentanalyse wordt de mening <strong>van</strong> de schrijver<br />

over eenonderwerp geclassificeerd als positief, negatief of neutraal (objectief). We verbeteren de standaard opstellingen <strong>van</strong> machineleren door<br />

gebruikte maken <strong>van</strong> features toegespitst op linguïstische problemen en door het gebruik <strong>van</strong> leeralgorithmen in een watervalarchitectuur. Het<br />

probleem <strong>van</strong> onvoldoende data voor de leeralgorithmen wordt aangepakt met het gebruik <strong>van</strong> active learning technieken. Ten slotte is er het<br />

herkennen v<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Marie-Francine Moens<br />

• Erik Boiy<br />

Fysiologische rol en in vivo effecten <strong>van</strong> pacifastine-verwante protease-inhiberende peptiden bij insecten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Vanden Broeck<br />

• Bert Breugelmans<br />

Tau-gebaseerde Mabs en Vaccins: ontwikkeling en pre-klinisch testen <strong>van</strong>diagnostisch en therapeutisch potentieel in<br />

transgene modellen <strong>van</strong> Tauopathy Alzheimer's dementie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Immunotherapie is veelbelovend om pathologische proteine-conformeren teneutralizeren die neurodegeneratie veroorzaken, met best<br />

gekende voorbeeld Alzheimer's dementie (AD). Intra-neuronale aggregaten <strong>van</strong> gefosforyleerd proteïne tau zijn echter even typisch en diagnostisch<br />

voor AD, en correleren bovendien in tijd en plaats beter met de progressie <strong>van</strong> de dementie.Vaccinatie is nog niet grondig getest als behandeling<br />

<strong>van</strong> tauopathie, met slechts één experimentele studie bekend in transgene muizen. De duidelijke verbetering door vaccinatie vormen een sterke<br />

aansporingvoor diepgaand onderzoek in deze nieuwe, veelbelovende richting. Het doel <strong>van</strong> dit kennis-platform is tweeledig: (i) fundamentele kennis<br />

opdoen <strong>van</strong> mechanismen waardoor proteïne tau, c.q. zijn post-translationeel gewijzigde isovormen, neuronen beschadigen en eventueel doden;<br />

(ii) fundamentele kennis vertalen naar therapeutische en diagnostische pre-klinische toepassingen.nbsp;<br />

Organisaties:<br />

• Departement Menselijke Erfelijkheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Joris Winderickx<br />

• Freddy Van Leuven<br />

Het ontrafelen <strong>van</strong> de rol <strong>van</strong> zuurstofsensoren in kanker: inzichten voor nieuwe therapeutische perspectieven.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Kanker progressie hangt af <strong>van</strong> de angiogene switch waardoor celdeling verdergaat ondanks de beperkingen in de micro-omgeving <strong>van</strong><br />

de tumor. Desondanks is de vasculatuur <strong>van</strong> de tumor structureel en funktioneel verstoord.De resulterende hypoxia toestand is een belangrijke<br />

conditie in kanker en geeft tevens aanleiding tot het kwaadaardig karakter <strong>van</strong> tumoren. De aanpassing aan de hypoxische omgevingactiveert HIF<br />

transcriptie factoren, die op hun beurt geregeld worden door prolyl-hydroxylases (PHD) oxygen sensor proteines. Recente studies tonen aan dat<br />

deze HIFs een belangrijke rol spelen in tumor progressie en gecorreleerd is meteen lage overlevingskans en een groter risico op ontwikkeling <strong>van</strong><br />

metastasen. Tumoren bestaan, naast kanker cellen, ook uit stroma, een complexcellulair netwerk <strong>van</strong> endotheel cellen, kanker-gerelateerde<br />

fibroblasten en inflammatoire cellen die de kanker cellen omgeven en er zeer intensief mee interageren. Echter, weinig is gekend over deze<br />

interactie, meer bepaald<br />

Organisaties:<br />

• Moleculaire Oncogenese en Angiogenese<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Carmeliet<br />

• Massimiliano Mazzone<br />

• Rodrigo Leite-de-Oliveira<br />

Bioinformatica:ontwikkelen <strong>van</strong> een dataintegratie platform voor netwerkanalyse.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Microbiële en Plantengenetica


Onderzoekers:<br />

• Kathleen Marchal<br />

• Hendrik Blockeel<br />

• Luc De Raedt<br />

Exploreren <strong>van</strong> nieuwe anti-kanker strategieën via manipulatie <strong>van</strong> het endotheliale cel metabolisme.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Net zoals tumorcellen produceren endotheelcellen (EC) energie via aerobe glycolyse, wat wijst op hun voorkeur om glucose anaeroob af<br />

te breken ook al is er voldoende zuurstof in de cel aanwezig. Het is echter onduidelijk of deze metabole reprogrammering noodzakelijk is om hen<br />

toe te laten de hypoxische tumor binnen te dringen en te vascularizeren. Meer nog,de rol <strong>van</strong> de EC mitochondriën, als "metabole kerncentrale" is<br />

momenteel onduidelijk. Dit project heeft daarom als doel de metabole eigenschappen <strong>van</strong> EC te karakteriseren en te manipuleren, tijdens<br />

migratie/proliferatie maar ook in een stabiel bloedvat, met de nadruk op de rol <strong>van</strong> de mitochondriën. Verder zal ik nagaan of gerichte interventie in<br />

EC-specifieke pathways kan aangewend worden om de efficiëntie <strong>van</strong> anti-kanker therapie te verhogen.Om deze doelen te bereiken zal ik gebruik<br />

maken <strong>van</strong> verschillende in vitro en in vivo technieken die mij toelaten om de volgende dingen na te gaan: 1) expressie <strong>van</strong> metabole genen in<br />

migrerende/<br />

Organisaties:<br />

• Angiogenese en Neurovasculaire Link<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Carmeliet<br />

• Katrien De Bock<br />

De tegengestelde krachten <strong>van</strong> de moraal. Friedrich Nietzsche and Charles Taylor over zin, moraal en postmoderniteit.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit onderzoek biedt – voor de eerste keer – een confrontatie tussen twee filosofen die op het eerste gezicht elkaars tegenpolen zijn:<br />

Friedrich Nietzsche (1844-1900), denker <strong>van</strong> het nihilisme en 'de dood <strong>van</strong> God', en Charles Taylor (*1931), filosoof <strong>van</strong> de 'sterke waardering'<br />

(strong evaluation) en de onvermijdelijkheid <strong>van</strong> zingeving. Echter voor beide filosofen staat vast dat de postmoderne mens in een fundamentele<br />

identiteitscrisis verkeert door het verlies <strong>van</strong> een evidente betekenishorizon. Beiden erkennen bovendien ten diepste dát de postmoderne mens zich<br />

moreel gezien in een spanningsveld bevindt, en dat het er op aan komt zich te leren bewegen temidden <strong>van</strong> de tegengestelde krachten <strong>van</strong> de<br />

moraal. Juist in en door de dialoog tussen Nietzsche en Taylor wordt het mogelijk de voorwaarden te onderzoeken <strong>van</strong> een 'derde weg', tussen de<br />

extremen <strong>van</strong> fundamentalisme en moreel relativisme.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor ethiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Willem Lemmens<br />

• Guido Vanheeswijck<br />

• Michiel Meijer<br />

De vorming <strong>van</strong> pre-electorale coalities. Een vergelijkende en exploratieve benadering.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Algemene presentatie <strong>van</strong> het onderzoeksthema Coalitievorming heeft binnen de politieke wetenschappen ruime aandacht gekregen.<br />

Coalities zijn inderdaad een belangrijk aspect in de competitie tussen partijen voor bestuursmacht. Het begrijpen en verklaren <strong>van</strong> het gevormde<br />

coalitietype en <strong>van</strong> welke partij meer kans heeft ertoe te behoren, zijn daarom belangrijke onderzoeksvragen. In de pogingen om deze vragen te<br />

beantwoorden, zijn theorieën over coalitievorming constant geëvolueerd. Dit onderzoeksveld heeft voortdurend zijn theoretische modellen<br />

aangepast in een poging om succesvol de uitkomst <strong>van</strong> het onderhandelingsproces tussen verkiezingen en regeringsvorming te voorspellen. Ze<br />

omvat theorieën uit een waaier aan disciplines binnen de politieke wetenschappen in zijn ruimste zin. 'Rational choice' theorie, speltheorie, microeconomische<br />

analyse, enz. hebben alle een bijdrage geleverd aan onze hedendaagse kennis over coalitievorming. Één <strong>van</strong> de meest recente<br />

aanpassingen en uitbreidingen in deze literatuur, is de verhoogde aandacht voor de institutionele factoren die de keuzes en het gedrag <strong>van</strong> de<br />

partijpolitieke actoren bepalen. Deze institutionele factoren zouden ons in staat moeten stellen te begrijpen en te verklaren waarom de klassieke<br />

'rational choice' georiënteerde voorspellingen in sommige landen beter werken dan in andere. Een andere verandering is de poging om een meer<br />

kwalitatieve benadering te gebruiken. Eerder dan te proberen om de overkoepelende mechanismen verder te corrigeren, hebben een aantal<br />

auteurs opgeroepen en zich ingezet om onderzoek te doen in een poging om de 'black box' <strong>van</strong> het coalitievormingsproces te openen. Dit vergt een<br />

meer kwalitatieve en 'bottomup' methodologie. Één <strong>van</strong> de elementen die echter tot dusver ontbreekt, is de aandacht voor pre-electorale coalities of<br />

kartels. Deze zijn rele<strong>van</strong>t omdat ze een deel zijn <strong>van</strong> de set <strong>van</strong> onafhankelijke of interveniërende variabelen die de uitkomst <strong>van</strong> coalitievorming<br />

kunnen verklaren. Maar hun effect en impact gaan verder dan dat. Kartels beïnvloeden de electorale competitie en daardoor ook de reactie <strong>van</strong> de<br />

kiezers op het electorale aanbod. Ondanks de argumenten om kartels te bestuderen, vertelt het huidig onderzoek ons er zeer weinig over.<br />

Onderzoeken die kartels toch aanraken focussen zich vooral op regeringscoalities. Zowel in kwantitatief als kwalitatief onderzoek worden kartels<br />

verwaarloosd. 'Case studies' vermelden kartels wel af en toe, maar vaak slechts als een interessant randfenomeen (Golder, 2006). Het gebrek aan<br />

aandacht voor kartels is tegelijk treffend en verbazingwekkend. Kartels komen immers vaak voor. In een onderzoek <strong>van</strong> Sona Golder (2006), een<br />

<strong>van</strong> de eerste en enige onderzoekers die getracht hebben een allesomvattend model op te stellen voor kartelvorming, waren er 240 kartels tussen<br />

1946 en 2002 op het nationale niveau in 23 geïndustrialiseerde parlementaire democratieën. 70% <strong>van</strong> deze kartels vormden later ook effectief de<br />

regeringscoalitie. Dit percentage zou nog hoger liggen als ze ook de regeringscoalities meetelde waarbij het kartel samen met een andere<br />

regeringspartner bestuurde. 147 (47,8%) <strong>van</strong> de 364 wetgevende verkiezingen in het onderzoek telden ten minste één kartel. Dat betekent dat in<br />

ongeveer een vijfde (19,2%) <strong>van</strong> alle verkiezingen die Golder bestudeerde, er een regering werd gevormd op basis <strong>van</strong> een pre-electorale<br />

coalitieovereenkomst. Toen Müller & Strøm (2000) de formele coalitieakkoorden in West-Europese landen bestudeerden, kwamen ze tot de<br />

conclusie dat wanneer men alle coalitieregeringen in acht nam, vele beschikten over een 'identificeerbaar coalitieakkoord', en dat meer dan een<br />

derde <strong>van</strong> deze akkoorden gesloten werden voor de verkiezing. Kartels omvatten bovendien ook een normatieve component. Men zou kunnen<br />

stellen dat kartels de mogelijkheid bieden om de beste elementen <strong>van</strong> de meerderheidsvisie op democratie (verhoogde verantwoordelijkheid,<br />

transparantie, identificeerbaarheid <strong>van</strong> de overheid, sterke mandaten) met de beste elementen <strong>van</strong> de proportionele visie (ruime keuze, beter<br />

weerspiegeling <strong>van</strong> kiezersvoorkeuren in het bestuur) te combineren (Golder, 2006). Pre-electorale coalities vormen een belangrijk element in het<br />

functioneren <strong>van</strong> de democratische overheid (die gebaseerd is op partijen). Daarom geloven we dat het nuttig en belangrijk is om onze kennis over<br />

kartels uit te diepen en te verbreden. Concepten en theorieën In de eerste plaats moeten we de definitie <strong>van</strong> een kartel verduidelijken. Is het<br />

voldoende dat een partijleider publiekelijk bekend maakt dat hij met een bepaalde partner wenst te regeren? Is een geschreven overeenkomst<br />

nodig? Moet deze overeenkomst naar de kiezer worden gecommuniceerd? We zullen een continuüm gebruiken, voorgesteld door Golder (2006),<br />

om de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> kartels te bepalen. Dit continuüm varieert <strong>van</strong> nominatieakkoorden tot een publiek engagement om samen te regeren en zal<br />

worden aangevuld met de bijdrage <strong>van</strong> Duverger (1972) die de nood aan een geschreven coalitieakkoord kort aanraakte. We bouwen ook verder<br />

op de bestaande pogingen om kartels te verklaren. Er bestaan ruwweg 2 hypothesen hieromtrent. De eerste werd aangedragen door Shepsle &<br />

Bonchek (1997) en Strøm, Budge & Laver (1994) en behandelt het aspect <strong>van</strong> de kiessystemen. Hoe disproportioneler het kiessysteem, hoe groter<br />

de stimulans voor kartelvorming. Het argument hier is vrij duidelijk: indien een electoraal systeem voortdurend grotere partijen bevoordeelt, zullen<br />

partijleiders aangemoedigd worden om een alliantie te vormen met andere partijen voor de verkiezing. Golder (2006) voegt hier nog een<br />

bijkomende voorwaarde aan toe. Indien disproportionaliteit een invloedsfactor wil zijn, dan moet het aantal partijen voldoende groot zijn. Deze<br />

bijkomende voorwaarde werd vroeger ook al geïntroduceerd door Duverger (1963). De disproportionaliteitshypothese stelt dus dat:


"Disproportionaliteit de waarschijnlijkheid op kartelvorming verhoogt indien het aantal partijen voldoende groot is (Golder, 2006: 26)". De tweede<br />

hypothese benadert kartels als 'signalling devices' die een toekomstige overheid meer identificeerbaar trachten te maken en zo de onzekerheid<br />

over welke partijen de regering zullen vormen, vermindert (Roberts, 1988). Er bestaan andere definities <strong>van</strong> dit concept dat meestal gebruikt wordt<br />

in 'case studies' (bvb. Hancock, 1998; Hillebrand & Irwin, 1999), maar de voorgaande definitie heeft het meeste potentieel voor<br />

veralgemeenbaarheid. Golder (2006) veronderstelt dat de onzekerheid over de identiteit <strong>van</strong> toekomstige regeringen correleert met het aantal<br />

combinaties voor de vorming <strong>van</strong> een mogelijke overheid. Het aantal mogelijke combinaties is duidelijk een toenemende functie <strong>van</strong> het aantal<br />

partijen. Golder (2006: 29) formuleert de signalling hypothese als volgt: "Kartelvorming wordt waarschijnlijker indien er een groot aantal partijen<br />

aanwezig is". We zullen kartelvorming op dezelfde manier benaderen als coalitievorming, nl. als een 'bargaining proces'. De theorie <strong>van</strong> Müller &<br />

Strøm (1999) zal als belangrijkste basis voor onze analyse dienen. De 'trade-off' tussen 'office, policy and votes' die partijleiders maken wanneer ze<br />

een regering vormen, werpt zich ook op bij kartelvorming. Het feit dat kartels zo vaak voorkomen suggereert dat ze een of andere vorm <strong>van</strong> politiek<br />

voordeel opleveren. Maar aangezien ze niet altijd voorkomen, moet het even waar zijn dat er voor partijen ook kosten verbonden zijn aan het<br />

coördineren <strong>van</strong> hun pre-electorale strategieën (Golder, 2006). We verwachten dat partijleiders een kosten-baten analyse voor de vorming <strong>van</strong><br />

kartels en dat deze analyse gebaseerd is op een afweging tussen 'policy, office and votes'. Deze theorie zal worden uitgebreid met de microeconomische<br />

analyse <strong>van</strong> democratie door Anthony Downs (1957) en de implicaties <strong>van</strong> het partijlandschap, opgeworpen door Sona Golder<br />

(2006). Zij stelt dat de mate waarin partijelites worden geconfronteerd met een gematigde of extreme oppositie een invloed uitoefent op de<br />

bereidwilligheid <strong>van</strong> partijen om een compromis te sluiten over de distributieve en beleidsverschillen heen. Aangezien er uitgebreide literatuur<br />

bestaat over post-electorale coalitievorming, zullen we de klassieke coalitietheorieën trachten te integreren in onze analyse. De theorieën <strong>van</strong><br />

Riker, Gamson, De Swaan, enz. zullen nuttig blijken om te verklaren hoe kartels gevormd worden. Ideologische compatibiliteit en coalitiegrootte zijn<br />

twee uitgebreid onderzochte concepten in de klassieke coalitieliteratuur die zeer bruikbaar zijn voor ons onderzoek naar kartels.<br />

Organisaties:<br />

• Politieke Wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• CHRISTIAN DESCHOUWER<br />

Invloed <strong>van</strong> een toekomstig klimaat en interspecifieke interacties op destressrespons <strong>van</strong> planten.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Planten- en vegetatie-ecologie<br />

Onderzoekers:<br />

• I<strong>van</strong> Nijs<br />

• Helena Van De Velde<br />

Democratische representatie voorbij de natiestaat. Het debat over de Europese democratie als testcase voor een Fransliberaal<br />

model.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In mijn postdoctoraal onderzoek wil ik de historisch gegroeide Frans-liberale visie op democratie en de onderliggende opvatting <strong>van</strong><br />

politiekeintegratie uitbouwen tot een model <strong>van</strong> supranationale democratie en inzetten als een alternatief voor de huidige normatieve theorieën<br />

omtrent politieke gemeenschapsvorming in Europa. De dominante modellen <strong>van</strong> supranationale democratie opereren meestal met een te dunne<br />

opvatting <strong>van</strong> politiek (alsof politiek enkel dient om collectieve problemen op te lossen), ofwel met een te dikke opvatting (politiek als de belichaming<br />

<strong>van</strong> een substantiële, gedeelde identiteit). De Frans-liberale traditie heeft daarentegen altijd gewezen op het feit dat de representatieve instellingen<br />

<strong>van</strong> de klassieke natiestaat, naast hun expliciete beleidsfunctie, ook een belangrijke rol spelen in maatschappelijke integratie, evenwel zonder<br />

daarbij een beroep te doen op het idee <strong>van</strong> een substantiële, pre-politieke eenheid. Om die reden zou deze historische stroming wel ee<br />

Organisaties:<br />

• OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie<br />

Onderzoekers:<br />

• Antoon Braeckman<br />

• Raf Geenens<br />

De rol <strong>van</strong> parasieten in het wijzigen <strong>van</strong> trofische interacties en ecosysteem eigenschappen op een lokale en<br />

metagemeenschapsschaal in zoetwater ecosystemen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Biologie Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Ellen Decaestecker<br />

• Koenraad Muylaert<br />

Optimalisatie <strong>van</strong> de meetcondities met gecombineerde micro analytische technieken, in het bijzonder EPMA and MRS,<br />

voor onderzoek over de beschermingsmethoden <strong>van</strong> het kultuurpatrimonium.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In het kader <strong>van</strong> dit doctoraatsonderzoek zullen we trachten bestaande micro- en sporenanalytische technieken zoals elektronen probe Xstralen<br />

micro analyse (EPMA), micro-Raman spectrometrie (MRS) en energie-dispersieve X-stralen fluorescentie (EDXRF) te optimaliseren om de<br />

meest rele<strong>van</strong>tie informatie te verkrijgen voor het vaststellen <strong>van</strong> de verwering <strong>van</strong> kunstobjecten, de optimalisatie <strong>van</strong> conservatietechnieken en de<br />

zogenaamde "preventieve bescherming" <strong>van</strong> het kultuurpatrimonium.<br />

Organisaties:<br />

• Milieuanalyse<br />

Onderzoekers:<br />

• Rene Van Grieken<br />

• Anna De Maeyer-Worobiec<br />

• Barbara Krupinska<br />

De immunopathogenese <strong>van</strong> multiple sclerose.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Multiple sclerose is een complexe neurologische aandoening waarin zowelgenetische als omgevings- en immunologische factoren een rol<br />

spelen, wat uiteindelijk leidt tot een belangrijke functionele beperking in heel wat volwassenen. Het ontsluieren <strong>van</strong> de immunologische<br />

mechanismen die tot deze beperkingen aanleiding geven is een absolute voorwaarde voor de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe therapeutische strategieën.<br />

Dit project combineert informatie over genetische variatie, functionele gegevens op het expressieniveau en functionele data <strong>van</strong>uit


dierexperimenteel onderzoek en hoopt zo te komen tot een beter begrip <strong>van</strong> de immunopathogenese <strong>van</strong> MS. Deze gecombineerde aanpak zal<br />

hopelijk leiden tot complementaire en/of wederzijds bevestigende aanwijzingen voor een hoofdrolspeler in deze immuungemedieerde aandoening.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgr_Exp_Neurologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Robberecht<br />

• Bénédicte Dubois<br />

Noord-Zuid en Oost-West sociale bewegingen in België (1968 - 1989-).<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Public opinion considers Europeanization and globalization as newphenomena and explains their development by abrupt factors after<br />

1989,such as the opening of borders, the increase of migration and thecommunication revolution (internet). However, many scholars state thatthese<br />

transnational contacts and identity formation existed alreadybefore the end of the Cold War, referring to various social movementswith an<br />

international orientation to the South (Third World movements)or to the East (peace movements and/or networks with Eastern Europeandissidents).<br />

Other scholars do not tend to agree with this and arguethat the nation-state has continued to be the most important contextfor social mobilization.<br />

This research project aims at analyzing theroots of contemporary transnationalism by means of five cases of socialmovements in Belgium with an<br />

international orientation (to Vietnam,Latin America, South Africa, Poland and Ethiopia). By comparing theirnetworks and activities, it will research ho<br />

Organisaties:<br />

• Modern.& Samenlev. 1800-2000<br />

Onderzoekers:<br />

• Idesbald Goddeeris<br />

• Patrick Pasture<br />

Onderzoek naar probabilistische formele concept analyse.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgr. Beleidsinformatica (LIRIS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Guido Dedene<br />

• Monique Snoeck<br />

• Jonas Poelmans<br />

Interacties in samengestelde op grafeen gebaseerde elektronische systemen;<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De focus <strong>van</strong> het project is gericht op een analytische beschrijving <strong>van</strong> interagerende elektronen in nieuwe kwasi-één-dimensionale<br />

grafeen-gebaseerde systemen: gedeeltelijk doorgesneden nanobuisjes en kwantum spin Hall (QSH) randtoestanden. In tegenstelling tot hun hogerdimensionale<br />

tegenhangers, vertonen zulke systemen vaak Luttingervloeistof gedrag, in plaats <strong>van</strong> het Fermi-vloeistof gedrag, dit wil zeggen dat de<br />

fundamentele excitaties geen individuele quasi-deeltjes meer zijn, maar dichtheidsgolven die elk lading of spin kunnen meedragen.<br />

Organisaties:<br />

• Theorie <strong>van</strong> de gecondenseerde materie<br />

Onderzoekers:<br />

• Francois Peeters<br />

Strong selection pressures, micro-evolutionary responses, and their impact on community ecology.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In dit project willen we bijdragen tot de conceptuele en methodologische integratie <strong>van</strong> ecologie en evolutionaire biologie, door (1) de<br />

karakteristieken <strong>van</strong> de evolutionaire respons op sterke selectiedrukken (predatie, parasitisme, pollutie en klimaatsverandering) te bestuderen in<br />

een ecologisch realistische context, met aandacht voor verschillende kenmerken en verschillende selectiedrukken, alsook de aanwezigheid <strong>van</strong><br />

een natuurlijke gemeenschap, en door (2) het documenteren en kwantificeren <strong>van</strong> terugkoppelingsmechanismen <strong>van</strong> micro-evolutie naar<br />

gemeenschapsstructuur en het functioneren <strong>van</strong> ecosystemen. Onze analyse <strong>van</strong> micro-evolutie heeft tot doel een omvattend inzicht te genereren<br />

<strong>van</strong> het evolutionair potentieel <strong>van</strong> natuurlijke populaties en belemmeringen <strong>van</strong> evolutie. Dit willen we bewerkstelligen door te werken met<br />

natuurlijke populaties en rekening te houden met selectie op meerdere kenmerken, alsook met interacties tussen verschillende selectiedrukken.<br />

Zowel macro- als micro-evo<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud<br />

Onderzoekers:<br />

• Filip Volckaert<br />

• Luc De Meester<br />

• Luc Brendonck<br />

• Robby Stoks<br />

Perceptie <strong>van</strong> astmaklachten en identificatie <strong>van</strong> astmatriggers<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Verleden<br />

• Omer Van den Bergh<br />

• Ilse Van Diest<br />

• Thomas Janssens<br />

De pulmonale en cardiovasculaire effecten door chronische blootstellingaan nanomaterialen; klemtoon op ontsteking en<br />

atherosclerose.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De algemene doelstelling <strong>van</strong> dit project vloeit voort uit de observatiedat inademing <strong>van</strong> ultra-fijne partikels - zoals nanopartikels (NPs) -<br />

systemische effecten kan veroorzaken, o.a. vasculaire inflammatie, endotheliale dysfunctie en atherosclerose. De effecten <strong>van</strong> zorgvuldig<br />

getypeerd nanopartikels worden bestudeerd aan de hand <strong>van</strong> experimenteel in vitroen in vivo (proefdier) onderzoek. In eerste instantie zullen,<br />

gebruik makend <strong>van</strong> ons in vitro multi-celcultuur model met verschillende longcellen, om de onderliggende mechanismen <strong>van</strong> de pulmonale


lootstelling aan NPs op de inflammatie en endotheliale dysfunctie te bestuderen. In in vivo experimenten zullen wij de proefdieren langdurig<br />

(chronisch) blootstellen aan lage concentraties <strong>van</strong> NPs om te bepalen welke effecten betrokken ziijn, inclusief systemische en pulmonale<br />

inflammatie. Omdat de blootstelling aan gefabriceerde nanopartikels (NPs) voornamelijk schadelijke effecten kan induceren bij staande<br />

cardiovasculaire ziekten, zullen<br />

Organisaties:<br />

• Arbeids-, Milieu-& Verzekeringsgeneesk.<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Hoet<br />

• Dorota Helena Napierska<br />

Exclusieve contracten en marktafscherming in de auto-industrie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Economisten en beleidsmakers worden sinds jaren geconfronteerd met de vraag of verticale contracten de economische welvaart ten<br />

goede komen of schaden. Hoewel economische theorie recent nieuwe inzichten gebracht heeft in deze materie, zijn er nog geen ondubbelzinnige<br />

conclusies. Door devraag empirisch te beantwoorden, willen we deze lacune in de literatuurdichten. Concreet onderzoeken we het effect <strong>van</strong><br />

exclusiviteitscontracten in de distributie <strong>van</strong> auto's. Exclusieve contracten kunnen nieuwe autoproducenten hinderen bij het zoeken naar<br />

distributeurs, waardoor de toetredingskosten stijgen en de contracten dienen als toetredingsbarrière. Een ander probleem ontstaat als toetreders<br />

een zeker aantal dealers nodighebben om hun vaste kosten te recupereren. In dit geval kunnen exclusieve contracten gebruik maken <strong>van</strong> dealers'<br />

gebrek aan coördinatie om toetreding te verhinderen. Deze marktsafschermingstrategieën kunnen ook dienen als handelsbelemmering door<br />

gevestigde binnenlandse bedrijven. And<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Econometrie<br />

Onderzoekers:<br />

• Frank Verboven<br />

• Laura Nurski<br />

Geïntegreerde compromis tussen prestaties in de kop bij prachtbaarzen: voedselopname versus muilbroeden.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In dit onderzoeksproject trachten we de wisselwerking tussen de structurele, functionele en fysiologische eigenschappen in het<br />

mondapparaat <strong>van</strong> prachtbaarzen <strong>van</strong> het Victoriameer te ontrafelen. De conflicterende belangen <strong>van</strong> voedselopname versus muilbroeden worden<br />

bestudeerd bij 2 muilbroedende soorten met verschillende voedingsstrategieën, en de impact op prestaties zoals overleving en fitness worden<br />

bepaald.<br />

Organisaties:<br />

• Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)<br />

Onderzoekers:<br />

• Gudrun De Boeck<br />

• Peter Aerts<br />

Invloed <strong>van</strong> plasma-condities op de groei <strong>van</strong> dikke, vrijstaande (100)<br />

diamantlagen als bestudeerd met Time-Of-Flight.<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: De hoofddoelstelling <strong>van</strong> dit project is het bestuderen <strong>van</strong> de groei en de elektrische transporteigenschappen <strong>van</strong> vrijstaande, (100)<br />

georiënteerde, CVD diamantlagen en de invloed <strong>van</strong> het diamantoppervlak op deze processen. Meer exact zal de groei toegespitst worden op hoge<br />

groeisnelheden <strong>van</strong> ongedopeerde diamantlagen. De invloed <strong>van</strong> de substraatoriëntatie, plasma behandeling voor de groei en plasmacondities<br />

zullen onderzocht worden.<br />

Verder zal, wanneer de gegroeide lagen vrijstaand gemaakt worden door de lagen <strong>van</strong> hun substraat af te halen, elektrische karakterisering<br />

gebeuren door de Time-of-Flight (TOF) techniek om de elektrische transporteigenschappen <strong>van</strong> deze vrijstaande CVD lagen te verduidelijken,<br />

gevolgd door een vergelijking met commercieel beschikbare IIa CVD diamantlagen en met natuurlijk IIa diamant. De invloed <strong>van</strong> de<br />

plasmabehandeling voor en na de groei en de contactconfiguratie bestudeerd door Time-of-Flight zijn de uiteindelijke doelstellingen <strong>van</strong> dit project.<br />

Organisaties:<br />

• Materiaalfysica<br />

• Instituut voor Materiaalonderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Ken HAENEN<br />

Psychosociale en ontwikkelingspsychologische uitdagingen voor jongeren op de weg naar volwassenheid: Een tijd <strong>van</strong><br />

overgang, instabiliteit en diversificatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De weg naar de volwassenheid is lang en uitdagend voor jongeren <strong>van</strong>daagde dag en wordt gekenmerkt door toenemende<br />

identiteitsexploraties en experimentaties. Deels ten gevolge hier<strong>van</strong> wordt de opkomende volwassenheid omschreven als (a) een<br />

overgangsperiode, een periode <strong>van</strong> zich noch adolescent noch volwassene te voelen, (b) een periode <strong>van</strong> zowel structureleals gepercipieerde<br />

instabiliteit, en (c) de periode <strong>van</strong> diversificatie <strong>van</strong> levensmogelijkheden.Het huidige project zal aan de hand <strong>van</strong> vier longitudinale studies dezedrie<br />

kenmerken bestuderen in diverse populaties (studenten, werkende jongeren, en jongeren met een chronische ziekte) <strong>van</strong>uit een expliciet<br />

ontwikkelingspsychologisch perspectief. Meer specifiek zal onderzocht worden (a) de mate waarin een subjectief gevoel <strong>van</strong> volwassenheid een<br />

invloed heeft op en beïnvloed wordt door identiteits- en persoonlijkheidsontwikkeling, motivatie, en welzijn doorheen de opkomende volwassenheid;<br />

(b) de mate waarin structurele of contextuele insta<br />

Organisaties:<br />

• OE School- en Ontwikkelingspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc Goossens<br />

• Koen Luyckx<br />

Optioneel ergatieve markering en de architectuur <strong>van</strong> naamvalssystemen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: The aim of this project is to develop a typologically viable model of optional ergative marking,and to investigate its implications for the<br />

architecture of case systems in general. n.<br />

Organisaties:<br />

• Funct.,Cogn.& Descript.


Onderzoekers:<br />

• Jean-Christophe Verstraete<br />

Identificatie <strong>van</strong> nieuwe genen betrokken bij Charcot-Marie-Tooth neuropathieën gebruik makend <strong>van</strong> "next generation"<br />

sequentiebepaling <strong>van</strong> het volledige genoom.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De ziekte <strong>van</strong> Charcot-Marie-Tooth (CMT) is de meest voorkomende erfelijke perifere neuropathie en is zowel klinisch als genetisch<br />

uiterst heterogeen. Dit project behandelt de identificatie <strong>van</strong> CMT-veroorzakende mutaties en genen voor twee onopgeloste loci (DI-CMTA en<br />

CMT2G) door middel <strong>van</strong> whole genome sequencing. Bovendien zal een cohorte <strong>van</strong> kernfamilies getroffen door DI-CMT en CMT2 systematisch<br />

gescreend worden voor pathogene mutaties in de gekende CMT-genen, waarna uitgebreide genotype/fenotype-correlaties zullen worden<br />

opgesteld. Dit onderzoek draagt bij tot de diagnosestelling en finaal het ontrafelen <strong>van</strong> de pathomechanismen die aan de basis liggen <strong>van</strong><br />

neuropathie.<br />

Organisaties:<br />

• VIB DMG - Neurogenetica<br />

• VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter De Jonghe<br />

• Albena Jordanova<br />

• Kristien Peeters<br />

Optimalisatie <strong>van</strong> de trade-offs tussen biomassaproductie, klimaatfeedback en waterconsumptie in korte-omloop<br />

hakhoutculturen, een modelanalyse.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Op dit moment komt 81% <strong>van</strong> de wereldwijde energieproductie uit fossiele brandstoffen, die eindig zijn en CO2 uitstoten in de<br />

atmosfeer.Om deze redenen, worden alternatieve energiebronnen gezocht. Bio-energie, met name korte omloop hakhout (KOH) cultuur, is een<br />

veelbelovend alternatief voor de opwekking <strong>van</strong> elektriciteit. KOH's kunnen worden gedefinieerd als zorgvuldig onderhouden, hoge-densiteit<br />

aanplantingen <strong>van</strong> snelgroeiende bomen, in dit project populier, die om de 2-5 jaar worden teruggesneden. De oogst wordt vervolgens verbrand of<br />

vergast om elektriciteit op te wekken. De CO2 die wordt uitgestoten door dit proces werd eerder opgenomen uit de atmosfeer tijdens de groei <strong>van</strong><br />

het gewas, dus theoretisch is er geen nieuwe koolstof toegevoegd aan de atmosfeer. KOH beheer (vervoer, oogst, meststoffen, irrigatie),<br />

produceert echter ook bepaalde hoeveelheden CO2 en andere broeikasgassen. Bovendien, verbruikt een KOH veel water, dat nodig kan zijn voor<br />

de omliggende regio's. Dit project zal gebruik maken <strong>van</strong> een computer model om de productie <strong>van</strong> biomassa, de broeikasgasbalans en het<br />

waterverbruik te voorspellen in KOH plantages, voor verschillende beheertypes in verschillende regio's. De algemene doelstelling is het bepalen<br />

<strong>van</strong> een optimaal beheer, voor elke regio, dat houtgroei voor energieproductie maximaliseert, terwijl de uitstoot <strong>van</strong> broeikasgassen en<br />

waterverbruik wordt geminimaliseerd.<br />

Organisaties:<br />

• Planten- en vegetatie-ecologie<br />

Onderzoekers:<br />

• I<strong>van</strong> Janssens<br />

• Toon De Groote<br />

Genetische diversiteit <strong>van</strong> rotavirussen en co-segregatie <strong>van</strong> rotavirus gensegmenten in reassortanten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Rotavirussen hebben een genoom bestaande uit 11 segmenten dsRNA. Reassortering komt veelvuldig voor in de natuur wanneer twee<br />

verschillende rotavirussen eenzelfde cel infecteren, waardoor nieuwe varianten ontstaan die gensegmenten <strong>van</strong> beide ouderstammen bevatten. Dit<br />

proces, waarbij alle 11 rotavirus gensegmenten betrokken zijn, kan een zeer grote genetische diversiteit doen ontstaan. In dit project zullen we een<br />

snelle, krachtige sequentie-onafhankelijke methode op punt stellen voor de bepaling <strong>van</strong> de volledige genoomsequentie <strong>van</strong> rotavirussen. Deze<br />

techniek is gebaseerd op een combinatie <strong>van</strong> een één-primer-RT-PCR in combinatie met pyrosequencing. Deze techniek zal gebruikt worden om<br />

interessante humane en dierlijk rotavirusstalen volledig moleculair te karakteriseren. Ook zullenwe deze techniek aanwenden om na te gaan of 2<br />

recente rotavirusvaccins,bestaande uit levend-verzwakte rotavirusstammen, niet in de humane populatie zullen beginnen te circuleren.Er is maar<br />

weinig geweten over<br />

Organisaties:<br />

• Klinische & Epidemiologische Virologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Van Ranst<br />

• Jelle Matthijnssens<br />

Betrouwbare communicatie tussen neuronen en vesikelrecyclage aan de synaps: "Clathrine-afhankelijke-endocytose" en<br />

"kiss-and-run".<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Onze hersenen bevatten meer dan 100 miljard neuronen, georganiseerd in circuits en gespecialiseerd in de overdracht <strong>van</strong> elektrische<br />

pulsen. Werking <strong>van</strong> deze circuits hangt duidelijk af <strong>van</strong> communicatie tussen neuronen: als één neuron faalt, faalt het circuit. Verscheidene<br />

psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie of drugsverslaging worden veroorzaakt door accumulatie <strong>van</strong> dergelijke circuit defecten. Neuronen<br />

die deel uitmaken <strong>van</strong> een circuit communiceren via vrijstelling <strong>van</strong> neurotransmitters opgeslagen in vesikels. Deze vesikels kunnen fusioneren met<br />

het neuron-membraan aan de synaps. Tijdens intense activiteit funsioneren grotehoeveelheden vesikels en om de betrouwbaarheid en snelheid<br />

<strong>van</strong> communicatie te verzekeren, worden vesikels intensief gerecycleerd.Het werk in het voorgestelde project spitst zich toe op het bepalen <strong>van</strong>de<br />

moleculaire mechanismen <strong>van</strong> vesikelrecyclage, gebruik makend <strong>van</strong> morfologische en functionele testen. Onze studies tonen aan dat er<br />

minstenstwee recyclage<br />

Organisaties:<br />

• Departement Menselijke Erfelijkheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrik Verstreken<br />

Kwantitatieve transmissie-elektronenmicroscopie: Voorbij de grenzen <strong>van</strong> het waarnemen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit project is om precieze metingen te bekomen voor ongekende structuurparameters met behulp <strong>van</strong> kwantitatieve<br />

transmissie-elektronenmicroscopie. Hiervoor wordt gebruikgemaakt <strong>van</strong> statistische parameterschattingstheorie, wat een signifcante verbetering<br />

voor de nauwkeurigheid en precisie moet opleveren in vergelijking met de conventionele interpretatie <strong>van</strong> beelden. Het uitgangspunt <strong>van</strong><br />

statistische parameterschattingstheorie is de beschikbaarheid <strong>van</strong> een fysisch parametrisch model dat de verwachtingswaarden <strong>van</strong> experimentele<br />

metingen beschrijft. De focus ligt op het bepalen <strong>van</strong> atoomposities met picometerprecisie voor zowel zware als lichte atoomtypes, de analyse <strong>van</strong><br />

de chemische samenstelling en de detectie <strong>van</strong> individuele atomen.


Organisaties:<br />

• Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)<br />

Onderzoekers:<br />

• Sandra Van Aert<br />

• Annick De Backer<br />

Naar een geïntegreerde reactieve theorie <strong>van</strong> organisatierechtvaardigheid. De effecten <strong>van</strong> rechtvaardigheidspercepties<br />

op job performance binnenoverheidsorganisaties.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Medewerkers evalueren bestendig de rechtvaardigheid of fairness <strong>van</strong> hunwerkomgeving; krijgt men wat men toekomt? In de literatuur<br />

worden drie dimensies <strong>van</strong> organisatierechtvaardigheid onderscheiden: de rechtvaardigheid <strong>van</strong> de verloning (distributieve dimensie), <strong>van</strong> de<br />

procedures en regels (procedurele dimensie), en <strong>van</strong> de behandeling door leidinggevenden en collegas (interactionele dimensie) (Colquitt,<br />

Greenberg, Zapata-Phelan, 2005). Deze dimensies worden in verband gebracht met effecten op het microniveau <strong>van</strong> affectieve, cognitieve en<br />

gedragsmatige aard (Cohen-Charash Spector, 2001; Colquitt et al. 2001; Cropanzano et al. 2001).Dit onderzoek focust op de effecten <strong>van</strong> de<br />

rechtvaardigheidspercepties op de algemene (gedrags-)prestaties <strong>van</strong> de medewerker (verder job performance) binnen overheidsorganisaties. De<br />

centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe verhouden rechtvaardigheidspercepties en job performance zich totelkaar binnen overheidsorganisaties en<br />

welke mechanismen spelen hierin een<br />

Organisaties:<br />

• OE Instituut voor de Overheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Annie Hondeghem<br />

• Jeroen Maesschalck<br />

• Karlien Delbeke<br />

De fotovertelling: Interculturele appropriatie, genrehybridisering en technologische remediëring <strong>van</strong> een intermediale<br />

praktijk.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Literatuur en Cultuur<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Baetens<br />

Spreken in naam <strong>van</strong> anderen. Een pragmatisch-linguïstische analyse <strong>van</strong> de eerste persoon meervoud in het discours<br />

<strong>van</strong> de Kamer <strong>van</strong> Volksvertegenwoordigers in België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland, 1870-1940.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Door middel <strong>van</strong> een systematisch en comparatief onderzoek naar het gebruik <strong>van</strong> de eerste persoon meervoud in vier West-Europese<br />

Kamers <strong>van</strong> Volksvertegenwoordigers, wil dit project nagaan welke transformaties het fenomeen politieke vertegenwoordiging onderging in een<br />

periode <strong>van</strong> snelle democratisering, en welke identiteiten daarbij tot uitdrukking werden gebracht.<br />

Organisaties:<br />

• Politieke geschiedenis<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Verschueren<br />

• Marnix Beyen<br />

• Henk de Smaele<br />

De rol <strong>van</strong> micro-RNA -221 en -222 in de pathofysiologie <strong>van</strong> virale myocarditis en (hypertensief) hartfalen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Virale myocarditis is een ernstige aandoening, die verantwoordelijk is voor ongeveer 40% <strong>van</strong> de gevallen <strong>van</strong> plotse dood bij jonge<br />

patiënten. Inflammatie <strong>van</strong> het hartspierweefsel speelt een cruciale rol in myocarditis en in hartfalen, en is het sleutelproces dat leidt tot hypertrofie<br />

<strong>van</strong> het hart, afsterven <strong>van</strong> hartspiercellen en tot fibrose. Om deze aandoening beter te begrijpen en nieuwe behandelingsstrategieën uit te werken<br />

is het essentieel om doelwitten te identificeren die kunnen verklaren waarom één patiënt ernstige cardiale inflammatie ontwikkelt, terwijl een andere<br />

patiënt hier<strong>van</strong> gespaard blijft. De ontdekking <strong>van</strong> micro-RNAs (miRs), een nieuwe klasse <strong>van</strong> kleine niet-coderende RNAs, is één <strong>van</strong> de grote<br />

wetenschappelijke doorbraken in de laatste vijftien jaar: het zijn cruciale spelers in de fijnregeling <strong>van</strong> de genexpressie. Ze binden aan messenger<br />

RNAs (mRNAs) en inhiberen desgevallend hun translatie naar proteïnes. Men heeft kunnen aantonen dat miRs een belangrijke rolspe<br />

Organisaties:<br />

• Cardiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Frans Van de Werf<br />

• Ward Heggermont<br />

Nieuwe beeldvormingstechnieken voor cerebrovasculaire aandoeningen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het#946;-amyloïd peptide is een belangrijke speler in het ontstaan <strong>van</strong> cerebrovasculaire disfunctie. Beta-amyloïd medieert direct de<br />

amyloïd angiopathie bij de meeste lobaire hersenbloedingen (CAA) en is ook betrokken bij de ontwikkeling <strong>van</strong> wittestofletsels, een belangrijke<br />

factorin het ontstaan <strong>van</strong> cognitieve achteruitgang.Alhoewel magnetische resonantie technieken indirecte aanwijzingen kunnengeven voor het<br />

bestaan <strong>van</strong> amyloïd angiopathie, is er geen enkele merkervoorhanden die rechtstreeks amyloïd neerslag kan identificeren in de bloedvaten <strong>van</strong><br />

patiënten met sporadische cerebrale amyloïd angiopathie (CAA) of patiënten met vasculaire wittestofaantasting (White matter disease of WMD).<br />

Zonder pathologisch onderzoek kan een definitieve diagnose <strong>van</strong> CAA dusniet gesteld worden. Een nieuwe PET tracer met een hoge aviditeit voor<br />

&#946;-amyloïd peptide is een belangrijke speler in het ontstaan <strong>van</strong> cerebrovasculaire disfunctie. Beta-amyloïd medieert direct de amyloïd<br />

angiopathie bij de<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgr_Exp_Neurologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Vincent Thijs<br />

Globine gekoppelde sensoren en hun rol in bacterien.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.


Organisaties:<br />

• Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)<br />

Onderzoekers:<br />

• Sylvia Dewilde<br />

• Francesca Germani<br />

Het gebruik <strong>van</strong> de indirecte optelstrategie door kinderen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De voorbije 30 jaar is er heel wat onderzoek verricht naar de hoofdrekenstrategieën die gebruikt worden om aftrekopgaven op te lossen.<br />

Eén manier om deze strategieën te categoriseren is via een onderscheid tussen dedirecte aftrekstrategie en de indirecte optelstrategie.<br />

Verscheidene studies hebben aangetoond dat volwassenen de indirecte optelstrategie vaak, efficiënt en op een flexibele manier gebruiken, terwijl<br />

kinderen deze handige strategie zelden rapporteren. Een diepgaandere analyse <strong>van</strong> de data <strong>van</strong> eerdere studies doet echter vermoeden dat zij<br />

soms toch een indirecte optelstrategie gebruiken hoewel ze een directe aftrekstrategie rapporteren. Met het huidige project willen we nagaan of we<br />

ook met een nieuwe - niet op verbale rapportering gebaseerde - onderzoeksmethode vinden dat kinderen de indirecte optelstrategie slechts zelden<br />

gebruiken. In deeerste twee jaren zullen we twee recente studies naar de indirecte optelstrategie bij volwassenen repliceren bij<br />

lagereschoolkinderen. In<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Lieven Verschaffel<br />

• Pol Ghesquière<br />

• Bert De Smedt<br />

• Greet Peters<br />

Detectie <strong>van</strong> nieuwe cytogenetische afwijkingen, cytogenetische patronenen genomische afwijkingen in chronische<br />

lymfatische leukemie (CLL) met behulp <strong>van</strong> nieuwe cytogenetische en moleculaire platformen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Chronische lymfatische leukemie (CLL) en plasmacel aandoeningen zoals multiple myeloma (MM) zijn kwaadaardige ziektes <strong>van</strong> lymfoïde<br />

B-cellen. Beide aandoeningen hebben een variabel ziekteverloop, gaande <strong>van</strong> indolent en zonder indicatie voor therapie tot zeer agressief met<br />

vroegtijdige noodzaak tot behandeling en zelfs falen <strong>van</strong> de therapie. Om het verloop <strong>van</strong> de ziekte te kunnen inschatten, kunnen klinische<br />

stadiëringssystemen en biologische parameters gebruikt worden. Ook (cyto)genetische afwijkingen hebben een prognostische waarde en worden<br />

daarom routinematig opgespoord. Het identificeren <strong>van</strong> recurrente cytogenetische afwijkingen kan hetinzicht in het ontstaan <strong>van</strong> deze ziektes<br />

verbeteren en de ontwikkeling <strong>van</strong> zeer specifieke en doelgerichte behandeling mogelijk maken. DNA bevat de instructies voor het ontwikkelen en<br />

functioneren <strong>van</strong> levende organismen. De DNA strengen zijn opgewonden tot 46 chromosomen (het menselijke genoom) en gelokaliseerd in de<br />

celkern. Cytogenetische afwijkinge<br />

Organisaties:<br />

• Departement Menselijke Erfelijkheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Vandenberghe<br />

• Natalie Put<br />

Identiteitsvorming in Grieks-Romeins Egypte.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: DeGriekse verovering door Alexander de Grote in 332 v. Chr. en de opname in hetRomeinse rijk na Kleopatra's nederlaag in 30 v. Chr.<br />

had belangrijketaalkundige, sociale, culturele en religieuze gevolgen voor Egypte. Ditprojectwil onderzoeken hoe deze veranderingen weerspiegeld<br />

zijn in de evolutie<strong>van</strong>persoonsnamen. De innovatie ligt inde kwantificatie, de brede interdisciplinaire benadering en de techniekhet materiaal te<br />

verzamelen.<br />

Organisaties:<br />

• Oudheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Mark Depauw<br />

• Katelijn Vandorpe<br />

• Willy Clarysse<br />

De rol <strong>van</strong> matrix metalloproteinasen in axon navigatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Godelieve Moons<br />

• Djoere Gaublomme<br />

TAHRIR.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Inst. Internationaal Europees Beleid<br />

Onderzoekers:<br />

• Arnim Langer<br />

Doel <strong>van</strong> de samenwerking is aspecten <strong>van</strong> de grammatica <strong>van</strong> het Spaans <strong>van</strong> Córdoba te exploreren.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Doel <strong>van</strong> de samenwerking is aspecten <strong>van</strong> de grammatica <strong>van</strong> het Spaans <strong>van</strong> Córdoba te exploreren <strong>van</strong>uit de premisse dat hun<br />

uitdrukkingswijze en effectief gebruik in een natuurlijke context geconditioneerd zijn door het verloop <strong>van</strong> de interactie en het bereiken <strong>van</strong><br />

welbepaalde communicatieve doeleinden. De data zullen bestaan uit interactioneletaalproductie in een institutionele context. Het fenomeen dat als<br />

bestekandidaat werd geïdentificeerd voor de initiële focus <strong>van</strong> de empirischeanalyse is de uitdrukking <strong>van</strong> epistemisch oordeel. Bij de redenen voor<br />

deze keuze horen de overvloedige aanwezigheid <strong>van</strong> epistemische indicatoren in het soort institutioneel discours dat als databron zal dienen en de<br />

uitgebreide reeks implicaties die dergelijke studie kan bieden voor het modelleren <strong>van</strong> de grammatica. In functionalistisch perspectief wordt taal<br />

beschouwd als een context-gevoelig systeem; meer in het bijzonder isde cognitief-functionele benadering met haar sterktes in de behandeling<strong>van</strong>


semanti<br />

Organisaties:<br />

• Funct.,Cogn.& Descript.<br />

Onderzoekers:<br />

• Nicole Delbecque<br />

• Bert Cornillie<br />

Ionische vloeistoffen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project richt zich op de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe klassen <strong>van</strong> ionische vloeistoffen die geoptimaliseerd zijn voor toepassingen in de<br />

katalyse ende elektrodepositie <strong>van</strong> metalen. Deze ionische vloeistoffen hebbendaarom bij voorkeur een lage viscositeit, een aanpasbare<br />

hydrofobiciteit en een goed oplossend vermogen voor metaalzouten. De variatie <strong>van</strong>de structuur <strong>van</strong> de verbindingen vindt vooral plaats op het<br />

niveau <strong>van</strong> het anion. Een diepgaand onderzoek naar de fysische eigenschappen <strong>van</strong> deze ionische vloeistoffen wordt uitgevoerd, met nadruk op<br />

temperatuursafhankelijke menging en ontmenging. De toepassingen concentreren zich vooral op katalytische processen op basis <strong>van</strong> zeldzame<br />

aarden in ionische vloeistoffen en de elektrodepositie <strong>van</strong> magnetische samariumkobaltlegeringen.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Moleculair Design en Synthese<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Fransaer<br />

• Christ Glorieux<br />

• Wim Dehaen<br />

• Koen Binnemans<br />

• Dirk De Vos<br />

Het statuut <strong>van</strong> de kwantificerende nomina in het Spaans. Een cognitief-functionele benadering.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doctoraatsonderzoek <strong>van</strong> Katrien Verveckken (aspirant FWO) beoogt een beter inzicht in de functionele organisatie en de diachrone<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> de kwantificerende nomina (KN) in Spaanse binominale groepen (i.e. KN-constructies). KN zijn gewone telbare nomina die naast<br />

hun oorspronkelijke lexicale betekenis de mogelijkheid tot uitdrukken <strong>van</strong> hoeveelheid in zich dragen (e.g.nbsp;hoop, aludnbsp;hatajonbsp;pila<br />

stapel).¿Cuánto bebiste?-Un montónN1 de aguaN2. (Hoeveel heb je gedronken?-Veel/een hoop water.)KN-constructies zijn binominale<br />

constructies en bestaan altijd uit een (onbepaald) lidwoord, het KN (N1), het voorzetselnbsp;en het massanomen (N2). Ze vertonen een zekere<br />

conceptuele en structurele ambiguïteit. Zo kunnen beide nominale entiteiten geprofileerd worden in de KN-constructie. Bij una pila de libros (een<br />

stapel boeken) bijvoorbeeld, kanmen zich afvragen of men naar de stapel (<strong>van</strong> boeken) of naar de boeken (in de vorm <strong>van</strong> een stapel) kijkt, wat<br />

weerspiegeld wordt in<br />

Organisaties:<br />

• Funct.,Cogn.& Descript.<br />

Onderzoekers:<br />

• Nicole Delbecque<br />

• Katrien Verveckken<br />

Belgische steden in de globalisering: achtergestelde gebieden, modellenvoor sociale innovatie en lokale<br />

ontwikkelingscoalities.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit onderzoek analyseert modellen voor sociale innovatie en lokale ontwikkelingscoalities in achtergestelde stedelijke gebieden. De<br />

doelstelling is om het eenzijdig op technologie, internationale competitiviteit en formele organisaties gerichtinnovatieconcept te verruimen tot een<br />

brede, geïntegreerde visie op stedelijke ontwikkeling in de context <strong>van</strong> globalisering. Concreet is het de bedoeling om (1) het lokale<br />

ontwikkelingspotentieel dat aanwezig is in achtergestelde gebieden in vijf Belgischesteden, maar niet gestimuleerd wordt door grootschalige<br />

stedelijke ontwikkelingsprojecten, te identificeren en (2) te onderzoeken onder welke specifieke condities ontwikkelingscoalities ontstaan en erin<br />

slagen om een ontwikkelingsstrategie te bepalen, te onderhandelen en te implementeren die de lokale ontwikkelingskansen stimuleren en<br />

realiseren. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteedt aan de vorming <strong>van</strong> nieuwe ontwikkelingsbevorderende sociale relaties die de<br />

fragmentatie <strong>van</strong> de lokale<br />

Organisaties:<br />

• Departement ASRO<br />

Onderzoekers:<br />

• Frank Moulaert<br />

• Christian Kesteloot<br />

• Stijn Oosterlynck<br />

Een psychofysische studie <strong>van</strong> de perceptie <strong>van</strong> menselijke sociale cues bij de gedomesticeerde hond.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De doorgedreven coöperativiteit <strong>van</strong> de gedomesticeerde hond heeft het voor de mens mogelijk gemaakt te vertrouwen op zijn<br />

perceptuele vaardigheden in situaties waarin de menselijke fysische en perceptuele vaardigheden te kort schieten (bv., politiehonden,<br />

reddingshonden, geleidehonden).Fundamentele kennis over de perceptuele vaardigheden <strong>van</strong> de hond om acties en gebaren <strong>van</strong> mensen te<br />

begrijpen en er op te reageren is <strong>van</strong> grootmaatschappelijk belang. Recente studies tonen aan dat, in tegenstellingtot chimpansees en wolven,<br />

honden hun aandacht kunnen vestigen op menselijke gebaren en deze informatie kunnen verwerken en gebruiken. Echter, systematisch<br />

fundamenteel onderzoek over de perceptuele vaardigheden <strong>van</strong>de hond om menselijke acties te begrijpen is quasi onbestaande. Gebruikmakend<br />

<strong>van</strong> gevestigde paradigmas en een systematische aanpak waarbij de stimulus complexiteit gradueel gedegradeerd wordt <strong>van</strong> videoprojecties naar<br />

puntlicht-figuren zullen we onderzoeken welk type <strong>van</strong> visuele inf<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Karl Verfaillie<br />

• Ben Schouten<br />

NANOALLOY: Geïnduceerde electrodepositie <strong>van</strong> nanostructuren zoals nanodraden en nanobuizen bestaande uit<br />

multilagen <strong>van</strong> cobaltlegeringen voor MEMS toepassingen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: - Studie <strong>van</strong> de elektrodepositie <strong>van</strong> nanogestructureerde samenstellingsgemoduleerde multilagen op basis <strong>van</strong> kobalt op vlakke<br />

substraten en <strong>van</strong> het electroformeren <strong>van</strong> meerlagen nanodraden en nanobuizen in geanodiseerd aluminium. Koper zal aangewend worden als<br />

tussenlaagmateriaal in de multilagen.- Studie <strong>van</strong> het mechanisme <strong>van</strong> geïnduceerde elektrodepositie met een bijzondere aandacht voor de groei


<strong>van</strong> nanodraden en nanobuizen met het oog op het bekomen <strong>van</strong> nieuwe fysische eigenschappen.- Bepaling <strong>van</strong> de mechanische, structurele,<br />

morfologische en tribologische eigenschappen <strong>van</strong> nanostructuren bekomen via elektrodepositie (voltammetrie, SEM-FEG, XRD, DSC<br />

nanotribologie en macrotribologie).- Optimalisatie <strong>van</strong> de elektrodepositieparameters teneinde nanostructuren te bekomen met goede adhesie, lage<br />

scheurgevoeligheid en uniforme dikte vereist voor toepassingen in MEMS-technologie.- Toepassingsmogelijkheden in nano-elektronica nagaan op<br />

basis <strong>van</strong> relaties tussen bereiding-structuur-functiona<br />

Organisaties:<br />

• Functionele Materialen<br />

Onderzoekers:<br />

• Jean-Pierre Celis<br />

• Natalia Tintaru<br />

Textuur-vorm coderen en textuur-surround inhibitie <strong>van</strong> contour-vorm coderen in menselijke visie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Textuur-vorm coderen en textuur-surround inhibitie <strong>van</strong> contour-vorm coderen in menselijke visie.<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Wagemans<br />

• Elena Gheorghiu<br />

Geometrische datamining voor bioinformatica.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: 3-dimensionele data is overal aanwezig. De hoeveelheid gegevens zoals proteïnestructuren, surveillatievideo's of geografische informatie<br />

is de laatste jaren enorm toegenomen. Terzelfdertijd proberen data mining methodes nuttige kennis uit deze gegevens af te leiden. De huidige<br />

methodes habben echter enkele tekortkomingen. Als men bijvoorbeeld het bindingsproces <strong>van</strong> een molecule aan een proteïne beschouwt, dan is<br />

het onvoldoendeom enkel de aminozuursequentie <strong>van</strong> de proteïne te bestuderen. In deze situatie bepalen allerhande geometrische en chemische<br />

beperkingen of de molecule zal binden aan de proteïne. Deze beperkingen kunnen niet afgeleid worden uit de sequentie alleen. De huidige data<br />

mining methodes laten niet toe om patronen te zoeken die al deze beperkingen in rekening brengen. In dit project zal een nieuw data mining<br />

raamwerk gemaakt worden dat gebaseerd is op geometrische patronen. Zulke patronen bestaan zowel uit geometrische (bvb. 3D-coördinaten en<br />

hoeken) als domeinspecifieke<br />

Organisaties:<br />

• DTAI<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Ramon<br />

• Leander Schietgat<br />

Mechanistisch inzicht en kinetica als basis voor de evaluatie <strong>van</strong> de equivalentie <strong>van</strong> hoge druk hoge temperatuur en<br />

thermisch behandelde levensmiddelen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project plaatst focus op hoge druk hoge temperatuur behandeling <strong>van</strong>levensmiddelen en bestaat uit twee doctoraatsonderwerpen:(i)<br />

Begrijpen <strong>van</strong> chemische wijzigingen <strong>van</strong> levensmiddelen op basis <strong>van</strong> fruit en groenten tijdens hoge druk hoge temperatuur behandeling.(ii) Hoge<br />

druk hoge temperatuur inactivatie <strong>van</strong> bacteriële sporen: mechanistisch inzicht en kinetica.<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Hendrickx<br />

• Christiaan Michiels<br />

• Ann Van Loey<br />

• Abram Aertsen<br />

Automatisch leren voor genprioritisatie, classificatie en clustering.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - SCD: SISTA/COSIC/DOCARCH<br />

Onderzoekers:<br />

• Yves Moreau<br />

• Léon-Charles Tranchevent<br />

Interoceptieve vrees: pathologische leermechanismen in paniekstoornis<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Omer Van den Bergh<br />

• Ilse Van Diest<br />

• Meike Pappens<br />

Regulatie <strong>van</strong> het immuunantwoord op Streptococcus pneumoniae.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: S. pneumoniae veroorzaakt otitis media, pneumonie, sepsis en meningitis. Invasieve pneumococcen infectie is een wereldwijd probleem,<br />

voornamelijk bij kinderen en bejaarden. Het aantal doden dat wereldwijd veroorzaakt wordt door S. pneumoniae wordt geschat op 1 miljoen per<br />

jaar. Voor bescherming tegen pneumococcen infecties zijn zowel het complement systeem als antistoffen tegen kapselpolysachariden envirulente<br />

eiwitantigenen belangrijk. De antistofrespons tegen S. pneumoniae en de regulatie er<strong>van</strong> vormt het onderwerp <strong>van</strong> het onderzoek op onze afdeling.<br />

Meer bepaald bestuderen we de rol <strong>van</strong> T-lymfocyten, antigen presenterende cellen, Natural Killer cells en co-stimulatoire interacties in de<br />

immuunrespons tegen zowel kapselpolysachariden als virulente eiwitten <strong>van</strong> S. pneumoniae.<br />

Organisaties:<br />

• Klinische Bacteriologie en Mycologie


Onderzoekers:<br />

• Christiane De Boeck<br />

• Xavier Bossuyt<br />

• Isabelle Meyts<br />

Het in kaart brengen <strong>van</strong> de wiskundige en wiskundedidactische kennis inhet domein <strong>van</strong> de rationale getallen bij<br />

toekomstige leerkrachten basisonderwijs en secundair onderwijs.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Veel leerlingen slagen er moeilijk in om betekenis te geven aan (bewerkingen met) breuken. Een <strong>van</strong> de oorzaken die aan de basis ligt<br />

<strong>van</strong> het ontoereikend getalbegrip is de neiging <strong>van</strong> leerlingen om ten onrechte eigenschappen <strong>van</strong> natuurlijke getallen toe te schrijven aan rationale<br />

getallen, een fenomeen dat bekend is als de natural number bias. Zo besluiten veel leerlingen ten onrechte dat 4/9 groter is dan 4/7 omdat 9 groter<br />

is dan 7 en dat 0.465 groter is dan 0.51 omdat 465 groter is dan 51. Hetvraagt <strong>van</strong> de leerkrachten de nodige vakinhoudelijke en vakdidactische<br />

kennis om aan deze moeilijkheden <strong>van</strong> leerlingen tegemoet te komen. De overstap naar een formelere behandeling <strong>van</strong> de rationale getallen in het<br />

secundair onderwijs legt niet altijd duidelijke verbanden met de eerder opgedane kennis. Het onderzoeksproject beoogt: (1) het ontwikkelen <strong>van</strong><br />

een instrument voor het meten <strong>van</strong> de wiskundige en wiskunde-didactische kennis inzake rationale getallen bij toekomstige leerkrachten; (2) h<br />

Organisaties:<br />

• Departement Wiskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Janssens<br />

• Wim Van Dooren<br />

• Fien Depaepe<br />

Besluit <strong>van</strong> de Vlaamse Regering houdende toekenning <strong>van</strong> een subsidie voor de omkadering <strong>van</strong> jonge onderzoekers<br />

voor het begrotingsjaar 2011<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: De Universiteit Hasselt ont<strong>van</strong>gt een subsidie <strong>van</strong>uit de Vlaamse Regering voor haar activiteiten met betrekking tot de omkadering en<br />

begeleiding <strong>van</strong> jonge onderzoekers. De subsidie wordt ingezet voor het ontwikkelen en versterken <strong>van</strong> activiteiten met betrekking tot de volgende<br />

objectieven:<br />

1. Training <strong>van</strong> jonge onderzoekers<br />

2. loopbaanontwikkeling en bevordering <strong>van</strong> loopbaanperspectieven <strong>van</strong> jonge onderzoekers<br />

3. versterken <strong>van</strong> de internationale oriëntatie in de loopbaan <strong>van</strong> jonge onderzoekers<br />

4. samenwerking binnen Vlaanderen met betrekking tot de voorgaande objectieven<br />

Organisaties:<br />

• Niet onderzoeksgroep gebonden projecten<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc DE SCHEPPER<br />

Niet-parametrische analyse <strong>van</strong> collectief consumptie- en productiegedrag : methodologische ontwikkelingen en<br />

toepassingen.nbsp;nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het recent ontwikkelde collectieve model voor gezinsconsumptie houdt expliciet rekening met het feit dat multi-persoonsgezinnen uit<br />

meerdere belissingnemers bestaan. Het beschouwt geobserveerde gezinsconsumptie als de Pareto-efficiënte uitkomst <strong>van</strong> een<br />

onderhandelingsproces tussen de verschillende gezinsleden. De bestaande methodologie voor het analyseren collectieve gezinsconsumptie is<br />

typisch parametrisch <strong>van</strong> aard, en bouwt dus verder op (gewoonlijk niet-verifieerbare) parametrische structuur dieopgelegd wordt aan de<br />

nutsfuncties <strong>van</strong> de gezinsleden en het intra-gezin onderhandelingsproces. Dit project concentreert zich op de complementaire nietparametrische<br />

'revealed preference' methodologie voor empirische analyse; deze methodologie vereist minimale a priori structuur en vermijdt dus maximaal<br />

specificatiefouten. De doelstelling <strong>van</strong> het project is tweevoudig: (1) we willen nieuwe methodologische instrumenten ontwikkelen die de<br />

aantrekkelijke niet-parametrische benadering verzoenen me<br />

Organisaties:<br />

• Subfac. Economie en Bedrijfswet. Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Laurens Cherchye<br />

Een studie <strong>van</strong> artrose gerelateerde genen met behulp <strong>van</strong> zebravis en kipontwikkelingsmodellen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Embryo en Stamcellen<br />

Onderzoekers:<br />

• Frank Luyten<br />

• Przemyslaw Tylzanowski<br />

• Maria Cederlund<br />

De tolerantie over het toxisch gedrag <strong>van</strong> leidinggevenden: een volger-centrisch perspectief met betrekking tot het<br />

immorele en ongeoorloofde gedrag <strong>van</strong> leidinggevenden.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Managers krijgen meer loon en voordelen dan werknemers. Bovendien kunnen leiders een smaak voor extra voordelen ontwikkelen, met<br />

name de leiders die snel stijgen in de organisatie. Deze "winner-takes-all"-mentaliteit suggereert dat leiders vinden dat regels niet op hen <strong>van</strong><br />

toepassinge zijn en dat ziij de voordelen <strong>van</strong> hun positie verdienen. Recente voorbeelden <strong>van</strong> Enron en Lernaut Hauspie tonen inderdaad dat<br />

managers vaak toxisch optreden, vaak in hun eigen belang ten koste <strong>van</strong> de organisatie. Hoewel er meerdere oorzaken <strong>van</strong> toxisch gedrag zijn is<br />

een belangrijke oorzaak nog niet bestudeerd, namelijk de rol <strong>van</strong> volgers. Onderzoek heeft nog niet belicht waarom volgers "toestaan" dat leiders<br />

zich toxisch gedragen. Immers, als volgers weersten zouden bieden, zouden de meeste leiders onvoldoende mogelijkheden hebben om zich op<br />

deze manier te gedragen.Hoewel werknemers geen formeel gezag hebben, impliceert dit niet dat zij geen macht en invloed hebben. Hoewel eerder<br />

onderzoek voornamelijk d<br />

Organisaties:<br />

• OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Jeroen Stouten<br />

• Martin Euwema


Het effect <strong>van</strong> cellulaire mediatoren op het bijsturen <strong>van</strong> pathogene responsen in multiple sclerose (MS) patiënten.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In voorliggend project willen we de haalbaarheid en toepasbaarheid <strong>van</strong> tolerogene DC en Treg als cellulaire mediatoren om pathogene<br />

reacties in MS patiënten te onderdrukken, klinisch en preklinisch onderzoeken. Huidig onderzoek zal de fundamentele basis leggen voor de<br />

eventuele latere ontwikkeling <strong>van</strong> een cellulair vaccin voor de behandeling <strong>van</strong> MS. Patiënten die lijden aan MS zouden in de toekomst<br />

gevaccineerd kunnen worden met tolerogene DC en/of immuunonderdrukkende Treg om alzo autoreactieve T-cellen, die auto-immuniteit<br />

veroorzaken, te elimineren of te inactiveren.<br />

Organisaties:<br />

• VAXINFECTIO<br />

Onderzoekers:<br />

• Zwi Berneman<br />

• Nathalie Cools<br />

Genetische en functionele studie <strong>van</strong> het effect <strong>van</strong> sclerostin-bindende eiwitten op botaanmaak.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Medische genetica <strong>van</strong> obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Van Hul<br />

• Igor Fijalkowski<br />

Studie <strong>van</strong> de rol <strong>van</strong> fimbriae in probiotische effecten <strong>van</strong> Lactobacillus rhamnosus GG.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De 'hygiëne hypothese' legt een verband tussen de toenemende incidentie <strong>van</strong> allergische aandoeningen, autoimmuunziekten en<br />

inflammatoire darmziekten en een verminderde blootstelling aan bepaalde microorganismendoor de moderne hygiënische levensomstandigheden.<br />

Kolonisatie <strong>van</strong> het maagdarmkanaal met commensale bacteriën is dan ook noodzakelijk voor de optimale ontwikkeling en werking <strong>van</strong> ons<br />

immuunsysteem. Lactobacillus rhamnosus GG (LGG) is een zeer goed gedocumenteerde probiotische commensalebacterie. Klinische studies<br />

toonden aan dat inname <strong>van</strong> LGG o.a. allergische aandoeningen kan helpen voorkomen en het risico op herval bij inflammatoire darmziekten kan<br />

reduceren. Er zijn echter weinig wetenschappelijke data beschikbaar over de werkingsmechnismen <strong>van</strong> LGG en probiotica inhet algemeen. Het<br />

initiële contact tussen bacteriën en de gastheer wordt waarschijnlijk vooral gemedieerd door lange oppervlaktemoleculen op debacteriën en<br />

specifieke receptoren op de gastheercellen. Recent hebben we<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Microbiële en Plantengenetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Sigrid De Keersmaecker<br />

• Jozef Vanderleyden<br />

• Dominique Bullens<br />

• Sarah Lebeer<br />

Een mathematisch onderbouwde ontwerptheorie voor symmetrische cryptografie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit onderzoeksproject streeft ernaar om een wiskundig kader te ontwikkelen waarin de bestaande fragmenten <strong>van</strong> een theorie voor<br />

symmetrische cryptografie ingebed kunnen worden. Ten eerste zullen we connecties zoeken tussen vragen die zich stellen in symmetrische<br />

cryptografie en goed bestudeerde onopgeloste problemen in de wiskunde. Hierdoor zullen we een theoretische basis kunnen leggen voor<br />

cryptografische veiligheid. Ten tweede zullen we een veiligheidsmodel ontwikkelen dat toelaat om eigenschappen die rele<strong>van</strong>t zijn voor de<br />

veiligheid <strong>van</strong> cryptografische toepassingen te beschrijven, te bestuderen en te bewijzen. Ten derde zullen we automatische tools ontwikkelen<br />

waarmee we nieuwe ontwerpen versneld kunnen analyseren en evalueren.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - SCD: SISTA/COSIC/DOCARCH<br />

Onderzoekers:<br />

• Vincent Rijmen<br />

In vivo evaluatie en in vitro simulatie <strong>van</strong> het gedrag <strong>van</strong> supersaturatie-inducerende formuleringen in het<br />

gastrointestinale milieu.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het stijgende aantal slecht wateroplosbare geneesmiddelkandidaten vereist nieuwe formulatiestrategieën om oplosbaarheid-gelimiteerde<br />

intestinale absorptie mogelijk te maken. Supersaturatie-inducerende formuleringen trachten intraluminale geneesmiddelconcentraties groter dan de<br />

thermodynamische oplosbaarheid te genereren en te stabiliseren, om zodoende de absorptie te verhogen. De kennis over supersaturatie in de<br />

complexe en variabele gastrointestinale omgeving is echter vrijwel nihil. Bestaande in vitro evaluatieprocedures voor supersaturatie-inducerende<br />

formuleringen zijn dan ook ontoereikend om de in vivo werking <strong>van</strong> deze formuleringen te voorspellen. Met behulp <strong>van</strong> een unie&shy;ke in vivo<br />

techniek zal dit onderzoeksproject voor het eerst intraluminale supersaturatie en de impact op absorptie evalueren in de mens. In combinatie met in<br />

vitro studies zal dit leiden tot nieuwe, fundamentele inzichten over het supersaturatiegedrag <strong>van</strong> geneesmiddelen in de gastrointestinale omgeving.<br />

Organisaties:<br />

• Lab Farmacotechnologie en Biofarmacie<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick Augustijns<br />

• Joachim Brouwers<br />

Fylogenie <strong>van</strong> de symbiotische taxa binnen de Neodalyellida (Platyhelminthes, Rhabdocoela), met inbegrip <strong>van</strong> aspecten<br />

<strong>van</strong> co-evolutie en cryptische biodiversiteit.<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Binnen het zeer soortenrijke taxon Platyhelminthes bestaat tevens een grote variatie aan levenswijzen. Naast de obligaat-parasitaire<br />

Neodermata vertonen meerdere taxa (Temnocephalida, Umagillidae, Graffillidae, Pterastericolidae) een symbiontische levenswijze. De drie<br />

laatstgenoemde vormen het onderwerp <strong>van</strong> mijn postdoc-project.<br />

Vermits over de fylogenetische relaties <strong>van</strong> deze taxa binnen de Rhabdocoela en hun interne fylogenie zeer weinig geweten is, zal ik tijdens mijn<br />

project moleculaire data verzamelen om deze relaties te ontrafelen. Hiervoor zullen zowel mitochondriale (16S rDNA) als nucleaire (18 en 28S<br />

rDNA) genen gebruikt en geanalyseerd worden m.b.v. verschillende methodes (parsimonie en Bayesiaanse technieken). Hiernaast zal ik het


optreden <strong>van</strong> co-evolutie nagaan binnen de Pterastericolidae, waarvoor de fylogenetische relaties <strong>van</strong> zowel de symbionten als de gastheersoorten<br />

zullen bepaald worden. Om deze doelstellingen te realiseren is het in de eerste plaats belangrijk zo veel mogelijk soorten te verzamelen en het valt<br />

te verwachten dat tal <strong>van</strong> nieuwe<br />

en slecht gekende soorten verzameld zullen worden. Deze soorten zullen gedetailleerd beschreven worden aan de hand <strong>van</strong> lichtmicroscopie.<br />

Wanneer cryptische biodiversiteit vermoed wordt, zal tevens een meer moleculaire aanpak (op basis <strong>van</strong> COI, cyt b, ITS1, ITS2) gevolgd worden.<br />

Organisaties:<br />

• Dierkunde: Biodiversiteit en Toxicologie<br />

• Centrum voor Milieukunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom ARTOIS<br />

Het effect <strong>van</strong> adipeus-weefsel gederiveerde stamcellen voor de behandeling <strong>van</strong> erectiele dysfunctie na letsel <strong>van</strong> de<br />

caverneuze zenuwen en inzichten in de werkingsmechanismen <strong>van</strong> stamceltherapie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Erectiele dysfunctie (voorheen: 'impotentie') is een frequente complicatie <strong>van</strong> radicale prostatectomie, de ingreep waarbij de prostaat<br />

verwijderd wordt wanneer prostaatkanker vastgesteld is. Deze erectiele dysfunctie is het resultaat <strong>van</strong> schade aan de erectiele zeuwen, welke dicht<br />

tegen de achtervlakte <strong>van</strong> het prostaatkapsel liggen. Gezien prostaatkanker tegenwoordig (sinds de invoering <strong>van</strong> PSA-screening) typisch in vroege<br />

stadia en in relatief jonge mannen ontdekt wordt, is het belang <strong>van</strong> het bewaren <strong>van</strong> de erectiele functie ten opzichte <strong>van</strong> het genezen <strong>van</strong> de<br />

kanker steeds belangrijker geworden. Wetenschappers hebben daarom gezocht naar manieren om de beschadiging <strong>van</strong> de erectiele zenuwen te<br />

voorkomen. Gezien de resultaten hier<strong>van</strong> niet altijd overtuigend zijn, wordt er ook steeds meer onderzoek verricht naar hoe we deze zenuwen<br />

kunnen doen regenereren na schade. In deze thesis presenteren we het gebruik <strong>van</strong> vetweefsel-gederiveerde stamcellen om de erectiele zenuwen<br />

te doen hergroeien<br />

Organisaties:<br />

• Interdept. Centr. Heelkundige Technol.<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk De Ridder<br />

• Maarten Albersen<br />

Feasabilitystudie biotanormen voor gevaarlijke stoffen - Onderbouwing meetstrategie voor de toetsing <strong>van</strong> biotanormen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de VMM. UA levert aan de VMM de onderzoeksresultaten<br />

genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)<br />

Onderzoekers:<br />

• Ronny Blust<br />

• Lieven Bervoets<br />

Van dogmaontwikkeling tot contextueel historisch bewustzijn: J.H. Newmann en Yves Congar over de rol <strong>van</strong> de<br />

geschiedenis bij de bepaling <strong>van</strong> deinhoud <strong>van</strong> de christelijke geloofstraditie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Systematische Theologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Terrence Merrigan<br />

• Mathijs Lamberigts<br />

De impact <strong>van</strong> microgolven op de structuur <strong>van</strong> tarwegluten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Glutenproteïnen, de reserveproteïnen <strong>van</strong> tarwe, vormen tijdens verhitting een stevig driedimensionaal netwerk dat bijdraagt tot de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> vele tarwegebaseerde levensmiddelen. Onderzoek naar het gedrag <strong>van</strong> tarwegluten tijdens conventionele verhittingen toonde aan dat<br />

het type en de mate <strong>van</strong> netwerkvorming in grote mate bepaald worden door reactiecondities, zoals tijd, temperatuur en zuurtegraad. De impact<br />

<strong>van</strong> microgolven op de structuur <strong>van</strong> tarwegluten is echter nog niet goed begrepen. Het isbijvoorbeeld niet duidelijk waarom broden die gebakken<br />

zijn in een microgolfoven een kleiner volume en densere structuur hebben. Veranderingen in de glutenstructuur worden gesuggereerd als mogelijke<br />

oorzaak. Dit project beoogt een beter inzicht in de impact <strong>van</strong> microgolven op de structuur <strong>van</strong> tarwegluten als fundamentele basis voor de<br />

optimalisatie voor hetbakken <strong>van</strong> broden in microgolfovens. Hiertoe zullen in een eerste deel eenvoudige modelsystemen <strong>van</strong> gluten volgens<br />

identieke reactiecondit<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Delcour<br />

• Kristof Brijs<br />

• Ine Rombouts<br />

Vleeswarensector<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Chem. en Biochem. Procestechnol.<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Van Impe<br />

De ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe professionele inzichten. CLIL-actoren en de articulatie <strong>van</strong> hun subjectieve CLIL-onderwijsen<br />

leertheorieën.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In die verkennend onderzoek worden de onderwijsleertheorieën m.b.t. CLIL (Content and Language Integrated Learning) <strong>van</strong> studenten<br />

taal, studenten zaakvakken, lerarenopleiders taal en lerarenopleiders zaakvakkenin kaart gebracht en met elkaar geconfronteerd. Daarbij wordt<br />

gewerkt met de methodiek <strong>van</strong> de cognitieve taakanalyse. De verkregen data zullen toelaten individuele en groepgsgebonden<br />

gemeenschappelijkheden, verschillen en evoluties in de subjectieve onderwijsleertheorieën <strong>van</strong> de respondenten te identifceren.


Organisaties:<br />

• Taal en Onderwijs<br />

Onderzoekers:<br />

• Lies Sercu<br />

• Marion Crauwels<br />

• Mieke De Cock<br />

• Aurélie Welcomme<br />

De omgang met het verleden in een politiek transitieproces. De past relationship in Oekraïne, Polen, Slovakije en<br />

Tsjechië: 1989/91-2004.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Voorliggend project wil de omgang met geschiedenis in een aantal Centraal- en Oost-Europese landen na 1989 analyseren: de<br />

belangstelling voor bepaalde periodes en themas en de onverschilligheid voor andere, de percepties en representaties <strong>van</strong> het verleden, en de<br />

nieuwe conceptualiseringen <strong>van</strong> de nationale geschiedenis. Dit zal gebeuren voor een aantal landen die op het eerste gezicht duidelijke verschillen<br />

tonen (Oekraïne, Polen, Slovakije en Tsjechië (tot 1993 Tsjechoslovakije)), in de hoop dat die divergentie toelaat te achterhalen waardoor de past<br />

relationship beïnvloed wordt.<br />

Organisaties:<br />

• Modern.& Samenlev. 1800-2000<br />

Onderzoekers:<br />

• Idesbald Goddeeris<br />

• Johan Tollebeek<br />

• Katrin Van Cant<br />

Theoretische analyse <strong>van</strong> symmetrische cryptografische primitieven en cryptografische hashfuncties.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit project is het ontwerp <strong>van</strong> een theoretisch raamwerk waarin de veiligheid <strong>van</strong> symmetrische cryptografische primitieven<br />

en cryptografische hashfuncties formeel kan gedefinieerd worden. Dit raamwerk omvat zowel algemene als specifieke veiligheidsdefinities voor<br />

symmetrische primitieven waaronder blokcijfers en authenticatecodes, met en zonder sleutel, hash functies met salt en/of tweaks, en dit in zowel<br />

het standaard als het geïdealizeerde model. Het project zal verbanden en scheidingen tussen de verschillende eigenschappen ontwikkelen door<br />

middel <strong>van</strong> reductiebewijzen en tegenvoorbeelden, en zal de definities toepassen op concrete cryptografische structuren en toepassingen die<br />

voldoen aan het gewenste veiligheidsniveau. Bovendien zullen we een methodologie voorstellen voor de analyse <strong>van</strong> veiligheidsreducties <strong>van</strong><br />

bestaande en nieuwe hashfunctiestructuren. Het theoretisch raamwerk geïntroduceerd in de vorige sectie zal het mogelijk maken om de<br />

eigenschappen <strong>van</strong> de (onderdel<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - SCD: SISTA/COSIC/DOCARCH<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Preneel<br />

• Elena Andreeva<br />

Functioneel genomische analyse <strong>van</strong> de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer : Karakterisatie <strong>van</strong> het risicoverhogend effect <strong>van</strong><br />

progranuline missense mutaties.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het algemeen doel <strong>van</strong> dit project betreft het uitwerken <strong>van</strong> het functioneel effect <strong>van</strong> genetische varianten die werden geïdentificeerd in<br />

het moleculair genetische onderzoek en die geassocieerd zijn met een verhoogd risico op AD of FTLD. Meer specifiek zal dit project zich richten op<br />

het ophelderen <strong>van</strong> het functionele effect <strong>van</strong> GRN missense mutaties. Dit zal gebeuren door gebruik te maken <strong>van</strong> in vitro (celmodellen) en in vivo<br />

(muismodellen) modelsystemen.<br />

Organisaties:<br />

• VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten<br />

Onderzoekers:<br />

• Christine Van Broeckhoven<br />

• Nathalie Brouwers<br />

Een hiërarchische analyse <strong>van</strong> de materiële en structurele aspecten <strong>van</strong> botsterkte.nbsp;nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Osteoporose is veruit de meest voorkomende botziekte; het treft miljoenen mensen. Osteoporose wordt gekenmerkt door een lage<br />

botmassa en een structurele achteruitgang <strong>van</strong> het botweefsel, wat leidt tot een verhoogd risico op botbreuken. Voor individuele patiënten is de<br />

inschatting <strong>van</strong> het risico op botbreuken hoofdzakelijk beperkt tot een kwantitatieve analyse <strong>van</strong> de botdichtheid. Vele studies hebben echter<br />

aangetoond dat botsterkte, een indicator voor het risico op botbreuken, slechts matig voorspeld wordt door botdichtheid. Dit toont aan dat er nog<br />

andere factoren zijn die de botkwaliteit bepalen. De geometrie <strong>van</strong> bot en haar interne trabeculaire architectuur spelen daarbij een belangrijke rol,<br />

maar hun precieze invloed is nog steeds onbekend. Het wordt geopperd dat de materiaaleigenschappen <strong>van</strong> het botweefsel, met een grootte-orde<br />

<strong>van</strong> ongeveer 100 micrometer, ook een belangrijke rol zouden kunnen spelen. Inderdaad zijn bij muizen sterke genetische effecten op de stijfheid<br />

<strong>van</strong> het bot<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Biomechanica<br />

Onderzoekers:<br />

• Gerrit <strong>van</strong> Lenthe<br />

Optimization and valorization of recently patented classes of antibiofilm lead compounds related to the Knowledge<br />

Platform AIQSI (IOFKP/06/014 AIQSI).<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Moleculair Design en Synthese<br />

Onderzoekers:<br />

• Erik Van der Eycken<br />

• Jozef Vanderleyden<br />

NANO-HOST: Homogeneous supported catalyst technologies: the sustainableapproach to highly-selective, fine chemicals<br />

production.


K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk De Vos<br />

SHARE-België, Golf 4.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het huidige project behelst de uitbreiding <strong>van</strong> de SHARE database, i.e. de creatie <strong>van</strong> de SHARE golf 4 database. Binnen dit project<br />

wordt de longitudinale steekproef opnieuw bevraagd om de veranderingen sinds de laatste golf te registreren.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimitry Mortelmans<br />

SOLPROM-SMS: Prominencen in de atmosfeer <strong>van</strong> de zon: stabiliteit, magnetohydrodynamica en seismologie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De corona <strong>van</strong> de zon is een natuurlijk laboratorium waar we het gedrag en eigenschappen <strong>van</strong> plasma's kunnen bestuderen en trachten<br />

te begrijpenonder voorwaarden die we niet kunnen verwezenlijken in een aards laboratorium. Het onderwerp <strong>van</strong> dit project zijn Prominencen in de<br />

atmosfeer <strong>van</strong> de zon. Zeer recente waarnemingen hebben ongekende dynamica <strong>van</strong> prominencen laten zien met een niet eerder bereikte<br />

resolutie in tijd en ruimte: oscillaties, golven, stromen en instabiliteiten. Oscillaties <strong>van</strong> prominence-draden worden geïnterpreteerd als magnetohydrodynamische<br />

(MHD) golven. Stromen kunnen Kelvin-Helmholtz instabiliteiten en resonante stroom instabilities veroorzaken en de plasma<br />

draden kunnen thermisch instabiel ziijn. Deze fenomenen zijn nauwelijke of helemaal niet begrepen. Deopzet <strong>van</strong> het huidige project is een<br />

theoretische studie <strong>van</strong> de golven en instabiliteiten <strong>van</strong> prominencen. Bij deze theoretische studie zullen we analytische methoden en<br />

gea<strong>van</strong>ceerde numerieke simulaties gebrui<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Plasma-astrofysica<br />

Onderzoekers:<br />

• Marcel Goossens<br />

• Roberto Soler Juan<br />

Impact <strong>van</strong> specifieke vakkennis op het didactisch handelen <strong>van</strong> SLO-LO student-leraar.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In dit project willen we de kennisontwikkeling stimuleren bij student-leraren in de SLO-LO.In de eerste fase <strong>van</strong> het project ontwikkelen<br />

weeen kennispakket. De spelenderwijs-aanpak voor het spelonderwijs staat hierin centraal. Via vakdidactiek LO en praktijkseminaries worden<br />

cruciale aspecten <strong>van</strong> deze aanpak onderwezen en ingeoefend, zodat ze in een volgende fase kunnen ingeat worden tijdens de lesstage <strong>van</strong> de<br />

studenten SLO-LO.We meten de impact <strong>van</strong> dit kennispakket op de kennisontwikkeling en gaan na of deze kennisontwikkeling een gunstig effect<br />

heeft op de implementatie <strong>van</strong> het spelenderwijs-concept in het didactisch handelen <strong>van</strong> de student-leraar. Opvolging <strong>van</strong> dit project gebeurt in het<br />

OPO Reflectie Onderzoek.<br />

Organisaties:<br />

• Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Hilde Leysen<br />

• Daniel Behets<br />

Groepsbenadering studenten met functiebeperking via verbetering communicatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Studentenadviesdiensten<br />

Onderzoekers:<br />

• Ruth Stokx<br />

Katalytische omzetting <strong>van</strong> (ligno)cellulose naar biobrandstoffen en chemicaliën.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Katalytische omzetting <strong>van</strong> cellulose tot chemicaliën Cellulose biedt potentieel als alternatieve koolstofbron voor de aanmaak <strong>van</strong><br />

biobrandstoffen en industrieel rele<strong>van</strong>te basischemicaliën. De depolymerisatie <strong>van</strong> cellulose tot kleinere moleculen geldt als één <strong>van</strong>de<br />

belangrijkste strategieën in het concept <strong>van</strong> een zogenaamde bioraffinaderij. Deze nieuwe chemische bouwstenen kunnen immers worden<br />

aangewendin reeds bestaande petrochemische processen. Waar in eerste instantie op zoek werd gegaan naar conventionele heterogene<br />

katalysatoren voor de omzetting <strong>van</strong> cellulose, blijft de hamvraag hoe de diffusieproblemen <strong>van</strong> dergelijke water-onoplosbare biopolymeren kunnen<br />

beperkt worden. Hierin schuilt dan ook de drijfveer voor de ontwikkeling <strong>van</strong> innovatieve types katalysatoren. Dit werk illustreert het specifieke<br />

ontwerp <strong>van</strong> gesulfoneerde silica/koolstof nanocomposieten voor de efficiënte katalytische hydrolyse <strong>van</strong> cellulose tot glucose. De materialen<br />

hebben het voordeel dat hun hybride oppervla<br />

Organisaties:<br />

• Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse<br />

Onderzoekers:<br />

• Bert Sels<br />

• Pierre Jacobs<br />

• Stijn Van de Vyver<br />

INTERcCOM: Interculturele Communicatie in de Euregio Maas-Rijn<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: De Euregio Maas-Rijn, de provincies Limburg en het land Noord-Rijn Westfalen hebben dit onlangs erkend door een om<strong>van</strong>grijke<br />

ondersteuning <strong>van</strong> een ambitieus project: INTERcCOM: Interculturele communicatie in de Euregio Maas-Rijn. INTERcCOM wordt ontwikkeld door<br />

een internationaal consortium: Provinciale Hogeschool Limburg (PHL), Centrum Toegepaste Linguïstiek - Universiteit Hasselt (CTL-UHasselt),<br />

CommArt International (spin-off UHasselt), Hogeschool Zuyd, Institut Supérieur des Langues Vi<strong>van</strong>tes - Université de Liège (ISLV - Ulg), Rheinisch-<br />

Westphälische Technische Hochschule (RWTH) Aachen en Gymnasium St. Leonhard Aken.<br />

Het project heeft als hoofddoelstelling om op een innovatieve manier en via interactieve e-modules (blended learning) studenten uit de Euregio


Maas-Rijn beter te leren communiceren in de drie Euregionale talen: Frans, Nederlands en Duits. Hierbij wordt eveneens rekening gehouden met<br />

alle cultuurverschillen die in deze complexe grensregio bestaan. Bovendien voorzien de modules een onderdeel voor (potentiële) studenten<br />

afkomstig uit Polen en Turkije.<br />

Aan de ontwikkeling gaat een uitgebreid onderzoek vooraf naar taal- en cultuurverschillen, enerzijds tussen de vijf deelregio's <strong>van</strong> de EMR<br />

onderling, anderzijds tussen Turkije, Polen en de EMR.<br />

INTERcCOM streeft dus naar een versterking <strong>van</strong> de communicatieve vaardigheden <strong>van</strong> toekomstige deelnemers op de Euregionale arbeidsmarkt.<br />

Ook om die reden zullen de onderzoeksresultaten verder benut worden ten dienste <strong>van</strong> de bedrijfswereld.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Toegepaste Linguïstiek<br />

• Centrum voor Toegepaste Linguïstiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Martine VERJANS<br />

Naar een succesvolle differentiatie in de detailhandel. Onderzoek naar het proces en de impact <strong>van</strong> differentiatie en<br />

positionering in de kleinhandel: antecedenten, gevolgen en medererende factoren.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Omwille <strong>van</strong> verzadiging, wordt de West-Europese kleinhandel tegenwoordig getekend door hevige concurrentie. een voor de hand<br />

liggende reactie <strong>van</strong> de gevestigde detaillisten bestaat in het verlagen <strong>van</strong> de prijzen. Nochtans is dit een straatje zonder eind: de marges <strong>van</strong> de<br />

detaillist zakken erdoor, zonder dat er meer omzet gedraaid wordt. Door enkel de 'prijzen te benadrukken en geen andere vormen <strong>van</strong> differentiatie,<br />

ziet de consument ook geen andere verschillen meer tussen de retailers, wat store switching in de hand werkt. We observeren algemeen ook een<br />

vervlakking <strong>van</strong> het winkelaanbod. Het doel <strong>van</strong> dit doctoraatsvoorstel is een wetenschappelijk denkkader te ontwikkelen over differentiatie in de<br />

kleinhandel. De centrale onderzoeksvraag luidt: "Hoe kan een kleinhandelaar zich differentiëren <strong>van</strong> de concurrentie en een duurzaam<br />

concurrentieel voordeel opbouwen in de huidige competitieve, prijsgedreven omgeving". Het bestuderen <strong>van</strong> alternatieve mogelijkheden om zich te<br />

onderscheiden, het proces zelf alsook de impact er<strong>van</strong> op winkelkeuze, patronage en loyaliteit bij de consument, staat ons toe dit kader verder uit<br />

te werken, te testen en te verfijnen. Voortbouwend op de bevindingen uit de literatuur, willen we een beter inzicht verkrijgen in het<br />

differentiatieproces, de alternatieve onderscheidende strategieën, de antecedenten en resultaten <strong>van</strong> differentiatie in het algemeen, en meer<br />

specifiek <strong>van</strong> de alternatieve strategieën. Dit doen we aan de hand <strong>van</strong> een combinatie <strong>van</strong> exploratiedf onderzoek, voor het verder ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> het model en kwantitatief onderzoek voor het testen er<strong>van</strong>. Op basis <strong>van</strong> deze bevindingen kunnen we vervolgens ook praktijk rele<strong>van</strong>te<br />

aanbevelingen doen naar detaillisten die een lange termijn visie nastreven.<br />

Organisaties:<br />

• Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid<br />

Onderzoekers:<br />

• MALAIKA BRENGMAN<br />

Structurele en functionele karkaterisering <strong>van</strong> het hipBA operon <strong>van</strong> de bacterie Escherichia coli.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Doelstellingen Dit doctoraatsproject heeft als doel een bijdrage te leveren tot het begrijpen <strong>van</strong> de moleculaire basis <strong>van</strong> persistentie en<br />

multi-drugtolerantie in biofilms. Hiervoor zal de structuur-functie relatie <strong>van</strong> de eiwitten <strong>van</strong> het hipBA operon worden onderzocht via een zo breed<br />

mogelijke structurele, biofysische en functionele karakterisatie. Dit werk kadert in een breder project <strong>van</strong> de onderzoeksgroep m.b.o. TA modules.<br />

De kristalstructuren <strong>van</strong> de eiwitten (of eiwitdomeinen) en hun complexen zullen worden bepaald door middel <strong>van</strong> X-straal diffractie. De<br />

resulterende kristalstructuren zullen ons niet enkel een beeld geven <strong>van</strong> de vouwing <strong>van</strong> de HipA en HipB eiwitten en hun interactie, maar door<br />

vergelijking met andere structuren in de Protein Data Bank ook informatie over hun functie. De structuren zullen toelaten hypothesen op te stellen<br />

die experimenteel zullen worden getoetst en zullen bijgevolg de startbasis vormen voor de design en/of interpretatie <strong>van</strong> verdere experimenten. In<br />

een later stadium zal, indien tijd dit toelaat ook gewerkt worden naar kristalstructuren <strong>van</strong> HipB:DNA en HipAB:DNA complexen. De biofysische<br />

eigenschappen <strong>van</strong> de eiwitten en hun domeinen, in het bijzonder hun thermodynamische stabiliteit en hun onderlinge interacties zullen worden<br />

geanalyseerd m.b.v. een aantal biofysische technieken. Dit zal verdere informatie verschaffen over het werkingsmechanisme <strong>van</strong> de HipAB module<br />

en diens regulatie op eiwitniveau. Bijvoorbeeld in het geval <strong>van</strong> CcdAB leidde zulk een aanpak tot de identificatie <strong>van</strong> een nieuw regulatorisch<br />

mechanisme, de intrinsiek ontvouwen allosterische rits (N. De Jonge en R. Loris - ongepubliceerde resultaten). Een derde doel <strong>van</strong> dit<br />

doctoraatswerk ten slotte is het plaatsen <strong>van</strong> de HipAB activiteit in een biologische context. Hiervoor zal worden gekeken in welke in vivo<br />

regulatorische cascades HipA een rol speelt door de invloed <strong>van</strong> HipA expressie en activiteit na te gaan op de expressie <strong>van</strong> andere eiwitten.<br />

Verder zal worden gekeken in welke mate de twee individuele domeinen <strong>van</strong> HipA en de connectie met bona fide TA modules zoals relBE en<br />

mazEF hier toe bijdragen. Het model <strong>van</strong> Korch dat hipAB stroomopwaarts plaatst <strong>van</strong> de klassieke TA modules zal hierbij worden gevalideerd.<br />

Verder zal worden gezocht naar mogelijke cellulaire doelwitten <strong>van</strong> de kinase activiteit <strong>van</strong> HipA.<br />

Organisaties:<br />

• Toegepaste Biologische Wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• REMY LORIS<br />

De verspreiding en representatie <strong>van</strong> de Engelse roman in de 18e eeuw: een vergelijkende studie <strong>van</strong> Franse pseudovertalingen<br />

in transnationaal perspectief.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Lit. Rel.& Postnat. Ident.<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Herman<br />

• Beatrijs Vanacker<br />

Multidisciplinair ontwerp <strong>van</strong> elektronische modules op PBA niveau, brugtussen theorie en praktijk (DfX-Bridge).<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling PMA<br />

Onderzoekers:<br />

• Martine Baelmans<br />

• Bert Pluymers


Bewegingsinterventies ter preventie en behandeling <strong>van</strong> sarcopenie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het project heeft als doel bij te dragen tot de identificatie, preventie en behandeling <strong>van</strong> sarcopenie met risico op fysieke fragiliteit bij<br />

ouderen. In een eerste luik wordt beoogd om krachtparameters te identificeren die gerelateerd zijn aan het risico op fysieke fragiliteit (>70jaar). In<br />

een tweede luik wordt analytisch onderzoek verricht met betrekking tot de stimuli die bij krachtoefeningen, uitgevoerd door ouderen, aanleiding<br />

geven tot positieve aanpassingen met betrekking tot contractiele enmorfologische spierkarakteristieken. Het vooropgestelde onderzoeksdesign laat<br />

toe om de minimale mechanische belasting te bepalen die, in interactie met lokale spiervermoeidheid, tot deze musculaire adaptaties leidt. Dit<br />

resulteert in aangepaste richtlijnen voor het opstellen <strong>van</strong> oefenprogramma's ter preventie en behandeling <strong>van</strong> sarcopenie, met een verhoogde<br />

kans op therapietrouw. In een derde luik worden de effecten <strong>van</strong> dergelijk geoptimaliseerd oefenprogramma vergeleken met een klassiek kra<br />

Organisaties:<br />

• Inspanningsfysiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Christophe Delecluse<br />

• Evelien Van Roie<br />

Belang <strong>van</strong> niet-immunologische factoren zoals gastro-esofagale reflux en luchtwegkolonisatie in de pathogenese <strong>van</strong><br />

chronische rejectie na longtransplantatie, opheldering <strong>van</strong> het inflammatoir ontstaansmechanisme en het effect <strong>van</strong><br />

macroliden.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Pneumologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Decramer<br />

• Lieven Dupont<br />

Crystal engineering <strong>van</strong> nieuwe, functionele, supramoleculaire samenstellingen met de nadruk op poreuze materialen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Vroeger werd X-stralendiffractie vooral gebruikt als een techniek om spectroscopische karakterisatie te ondersteunen en/of als een<br />

aantrekkelijke visualisatiemethode. Door toenemende technologische ontwikkelingen, werden onderzoekers (niet enkel kristallografen) zich bewust<br />

<strong>van</strong> het nut <strong>van</strong> diffractometers om een dieper inzicht te verkrijgen in de schikking <strong>van</strong> moleculen in vaste toestand. Gedetailleerde studies <strong>van</strong><br />

intermoleculaire interacties lagen aan de basis <strong>van</strong> een nieuw onderzoeksdomein dat crystal engineering gedoopt werd. Het uiteindelijke doel <strong>van</strong><br />

rationeel design <strong>van</strong> nieuwe op maat gemaakte materialen met specifieke eigenschappen, was de drijvende kracht achter experimenten, die meer<br />

inzicht dienden te geven in de fundamentele principes die de zelf-samenstelling <strong>van</strong> moleculen sturen. In dit project ligt de nadruk op het ontwerp<br />

en de samenstelling <strong>van</strong> nieuwe functionele materialen, gebaseerd op klassieke coördinatiechemie. Meer bepaald wensen we poreuze kristallijne<br />

vaste<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Moleculair Design en Synthese<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Dehaen<br />

• Liliana Dobrzanska<br />

Inzicht in de microstructuur <strong>van</strong> plantaardige levensmiddelensuspensies in relatie tot hun fysische en nutritionele<br />

functionaliteiten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Split-stream processing is een veelbelovende benadering voor de duurzame productie <strong>van</strong> hoogkwalitatieve levensmiddelen met volledige<br />

benutting <strong>van</strong> het endogene potentieel <strong>van</strong> grondstoffen en minimaal gebruik <strong>van</strong> additieven. Een erg geschikte productcategorie betreft de<br />

plantaardige multi-fase suspensies (bv. soepen, sauzen, sappen). Deze producten bestaan uit partikels <strong>van</strong> diverse dimensies in een continue fase<br />

en zijn het resultaat <strong>van</strong> een opeenvolging <strong>van</strong> structuurcreërende en conserverende eenheidsbewerkingen. Belangrijke functionaliteiten <strong>van</strong> deze<br />

producten zijn hun fysische en nutritionele kwaliteit, die beiden bepaald worden door de (micro)structurele organisatie <strong>van</strong> de matrix. Bij de<br />

optimalisatie <strong>van</strong> de structuur <strong>van</strong> een suspensie dienen dan ook zowel fysische als nutrionele eigenschappen als evaluatiecriterium te worden<br />

gebruikt. Informatie omtrent complexe, multi-fase suspensies, wat de relatie tussen hun structurele, reologische en nutritionele karakteristieken<br />

betreft, is e<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Hendrickx<br />

Zeoliet-gefunctionalizeerde materialen met bimodale porositeit<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt de vorming <strong>van</strong> zeoliet-gefunctionaliseerde materialen via een alternatieve synthesemethode om zo het<br />

zeolietkarakter <strong>van</strong> deze materialen te verhogen en te controleren. Bovendien zal een belangrijk deel <strong>van</strong> het onderzoek bestaan uit het<br />

karakteriseren <strong>van</strong> deze structuren, waarbij de aandacht ligt op het in kaart brengen <strong>van</strong> de selectiviteit <strong>van</strong> deze materialen naar adsorptie toe. Er<br />

wordt immers verwacht dat deze materialen sterk verschillende adsorptie-eigenschappen bezitten tegenover de klassieke zeolieten en de<br />

mesoporeuze materialen met amorfe silica wanden. Hierbij zal belangrijke fundamentele kennis <strong>van</strong> de zeolietnanopartikels, waaruit deze<br />

structuren zijn opgebouwd, worden bekomen. Belangrijk hierbij is het karakteriseren <strong>van</strong> de grootte en de kristalliniteit <strong>van</strong> de partikels.<br />

Verschillende synthesewegen zullen bewandeld worden ter bereiding <strong>van</strong> de uiteindelijke materialen, waarbij een controle over de morfologie en de<br />

verhouding microporositeit/mesoporositeit ten aanzien <strong>van</strong> de functionaliteit <strong>van</strong> de materialen belangrijk is.<br />

Organisaties:<br />

• Laboratorium adsorptie en katalyse<br />

Onderzoekers:<br />

• Pegie Cool<br />

• Vera Meynen<br />

• Cynthia Van Oers<br />

NETCU-project.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:


• Dienst Informatieverwerking Letteren<br />

Onderzoekers:<br />

• Frederik Truyen<br />

Consulting-overeenkomst voor diensten<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Deze consulting overeenkomst kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut Biomed (UHasselt) en<br />

anderzijds Biogen Idec Internat. Het onderzoeksinstituut Biomed levert aan Biogen Idec Internat de onderzoeksresultaten onder de voorwaarden<br />

zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Immunologie - Biochemie<br />

• Biomedisch Onderzoeks Instituut<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter FEYS<br />

CLIMAQS: Modelleren <strong>van</strong> klimaatimpact en luchtkwaliteit ter ondersteuning <strong>van</strong> beleid.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: The best existing tools to assess and predict local- to regional-scale air quality and climate impacts are 3-D prognostic numeric<br />

atmospheric models. Yet, owing to their complexity and computation-intensive character, the use of these models for policy support in Flanders, the<br />

Northern Region of Belgium, has been very limited. Considering this, the main objective of the proposed research is to develop a very broad and<br />

generic knowledge platform in ad<strong>van</strong>ced atmospheric modelling, building on available expertise in Flanders and aiming at medium- to long-term<br />

applicability for policy support in the areas of climate change impacts and urban/regional air pollution.The methodology will focus on improving and<br />

adapting existing research-grade computer models, and on demonstrating their suitability for policy purposes. The concerned models are 3-D<br />

prognostic meteorological and chemistry-transport models, operating at scales ranging from the European continent down to an individual city<br />

quarter.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Geografie<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart De Moor<br />

• Nicole Van Lipzig<br />

Determinanten <strong>van</strong> persoonlijke buurtnetwerken bij ouderen: het ééndimensionale denken voorbij.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Met dit onderzoeksproject willen we de relatie onderzoeken tussen sociale netwerken en verbondenheid met een territorium of plaats,<br />

twee constituerende dimensies <strong>van</strong> sociale cohesie (Forrest & Kearns, 2001), die vaak met elkaar in verband worden gebracht tegen de<br />

achtergrond <strong>van</strong> het wetenschappelijke debat over de vermeende teloorgang <strong>van</strong> 'gemeenschap'. We richten ons op de vraag of, voor wie en op<br />

welke manier de buurt, binnen de heterogene groep <strong>van</strong> zelfstandig wonende ouderen, <strong>van</strong> betekenis is voor het aangaan en onderhouden <strong>van</strong><br />

sociale relaties. Via een surveyonderzoek (n= 35.565) en een kwalitatieve studie naar het verband tussen buurt en gemeenschap bij ouderen,<br />

zullen we constructief kunnen deelnemen aan de internationale theoretische discussie over de ruimtelijke dimensie <strong>van</strong> sociale netwerken en de<br />

sociale dimensie <strong>van</strong> ruimtelijke nabijheid. 1. Theoretische situering: De vraag naar de wisselwerking tussen de lokale leefomgeving en het<br />

aangaan en onderhouden <strong>van</strong> sociale banden kan sinds lange tijd op belangstelling rekenen binnen de sociale wetenschappen. Een groot deel <strong>van</strong><br />

de internationale literatuur over buurten en netwerken ontleent inzichten aan het sociaal-ecologische perspectief <strong>van</strong> de stadssociologen binnen de<br />

Chicago School (Park, Burgess, & McKenzie, 1925; Wirth, 1938). Geïnspireerd door het werk <strong>van</strong> Simmel en Tönnies, verbinden de leden <strong>van</strong> deze<br />

School de studie <strong>van</strong> gemeenschap aan een ruimtelijk gebied met gelijksoortige sociale kenmerken of 'natural areas' (Park, 1936). Zo heeft Wirth's<br />

bekende essay 'Urbanism as a way of life' (1938) de gedachte gevoed dat processen <strong>van</strong> verstedelijking en industrialisering een levensstijl<br />

veroorzaken die gekenmerkt wordt door onpersoonlijke, vluchtige primaire relaties, en zich fundamenteel onderscheidt <strong>van</strong> die op het platteland.<br />

Een zekere associatie <strong>van</strong> gemeenschap met een verlangen naar de dichtere, warmere en harmonieuzere sociale banden <strong>van</strong> het premoderne<br />

dorpsleven was de auteurs <strong>van</strong> de Chicago School dus niet vreemd. In tegenstelling tot de beweringen over een teloorgang <strong>van</strong> sociale netwerken<br />

in stadsbuurten, benadrukken latere sociologische studies (Gans' The Urban villagers, 1962; Young & Willmott, 1957) het blijvende bestaan <strong>van</strong><br />

lokale solidaire gemeenschappen. Met de vorige benaderingen hebben deze studies die een 'discovery-of-community' voorstaan echter gemeen<br />

dat er nauwelijks een conceptueel onderscheid gemaakt wordt tussen buurt en gemeenschap. De vooronderstelling dat gemeenschap territoriaal<br />

bepaald is en bestudeerd moet worden, is dan ook niet <strong>van</strong> fundamentele kritiek gespaard gebleven. Zo kreeg het wetenschappelijke debat over de<br />

'community question' een nieuwe impuls onder invloed <strong>van</strong> auteurs die een opvatting <strong>van</strong> gemeenschap als persoonlijk netwerk voorstonden<br />

(Fischer, 1977, 1982; Wellman, 1979; Wellman & Leighton, 1979). Vertrekkende <strong>van</strong>uit een kritiek op 'community lost' en 'community saved'<br />

benaderingen stelt Wellman (1979, p. 1202-1203) dat "analyses have tended to take as their starting point extrinsic mappings of local area<br />

boundaries and then proceeded to enquire into the extent of communal interaction and sentiment within these boundaries". Vanuit een<br />

netwerkanalytisch perspectief, waarbij de structuren <strong>van</strong> relaties los <strong>van</strong> een vooraf bepaalde lokaliteit bestudeerd worden, ontwikkelt Wellman het<br />

argument dat ruimtelijke nabijheid minder belangrijk is geworden voor het aangaan en onderhouden <strong>van</strong> relaties. Processen als verstedelijking,<br />

geografische mobiliteit en telecommunicatie hebben ervoor gezorgd dat sociale relaties 'bevrijd werden' <strong>van</strong> de locatie, waardoor we volgens deze<br />

auteur eerder kunnen spreken over 'community liberated'. "Personal community networks are rarely neighbourhood solidarities" (Wellman, 1996:<br />

348). Recenter onderzoek naar de relatie tussen buurt en gemeenschap (Guest & Wierzbicki, 1999; Guest, 2000; Thomése & <strong>van</strong> Tilburg, 2000)<br />

heeft aan de netwerkanalytici het inzicht ontleend dat voor een goede inschatting <strong>van</strong> het relatieve belang <strong>van</strong> lokaal georiënteerde persoonlijke<br />

netwerken, ook de informele en formele relaties buiten de buurt: de 'relational alternatives' (Völker, Flap & Lindenberg, 2007) mee in rekening<br />

moeten worden gebracht. Buurt en gemeenschap worden niet langer als onlosmakelijk beschouwd. 2. Probleemstelling: De belangstelling voor<br />

buurtrelaties lijkt achterhaald in een tijd <strong>van</strong> internet, media, reizen en globalisering. Thomése (1998) geeft echter verschillende redenen aan die het<br />

tegendeel uitwijzen, zeker wanneer lokale netwerken <strong>van</strong> ouderen centraal staan. Ten eerste sluit een algemene tendens naar geografische<br />

spreiding <strong>van</strong> netwerken niet uit dat hierin een grote variatie optreedt. Onder invloed <strong>van</strong> processen als urbanisatie en geografische mobiliteit<br />

kunnen netwerken meer of minder lokaal gericht zijn. Er is volgens Thomése geen reden om aan te nemen dat de opkomst <strong>van</strong> steeds nieuwe<br />

vervoers- en communicatiemiddelen die verschillen teniet doet. Ten tweede vergt het zekere persoonlijke hulpbronnen zoals gezondheid, mobiliteit,<br />

vaardigheden en geld om onafhankelijk te zijn <strong>van</strong> de lokale leefomgeving (Thomése, 1998, p. 10-11). Op basis <strong>van</strong> de 'multiple jeopardy<br />

hypothesis' (Hammond, 1995), of de combinatie <strong>van</strong> meerdere achtergestelde posities, zoals fysiek kwetsbare ouderen met een lage socioeconomische<br />

status, kan dan ook een sterkere omgevingsafhankelijkheid verwacht worden. Gezien het belang <strong>van</strong> sociale netwerken voor het<br />

subjectieve welbevinden <strong>van</strong> ouderen (Antonucci, Sherman & Akiyama, 1996; Knipscheer, de Jong Gierveld, <strong>van</strong> Tilburg & Dykstra, 1995; Pinquart<br />

& Sörensen, 2000; Vanden Boer & Pauwels, 2004), is de studie naar de betekenis <strong>van</strong> de buurtrelaties <strong>van</strong> deze ouderen daarom uitermate<br />

rele<strong>van</strong>t. Niet álle ouderen zijn echter in dezelfde mate 'neighborhood-bound' (Oh, 2003, p. 490) voor wat betreft het sociale leven. Het werk <strong>van</strong> bv.<br />

Fischer (1982), Guest en Wierzbicki (1999) en Thomése (1998) over de relatie tussen buurt en gemeenschap toont aan dat omgevingsgerichtheid<br />

sterk kan verschillen tussen personen én situaties. Het voorgestelde onderzoeksproject richt zich dan ook op de vraag of, voor wie en op welke<br />

manier de buurt, binnen de groep <strong>van</strong> zelfstandig wonende ouderen, <strong>van</strong> betekenis is voor het aangaan en onderhouden <strong>van</strong> sociale relaties. Dit<br />

perspectief leunt aan bij de aanbeveling <strong>van</strong> Völker en haar collegae tot verder onderzoek naar de condities <strong>van</strong> het bestaan <strong>van</strong> lokale<br />

gemeenschappen (Völker, 2005; Völker et al., 2007). Omwille <strong>van</strong> de vele obstakels bij het onderzoek naar sociaal kapitaal en gemeenschap, lijkt


het volgens Völker (2005, p. 13) beter om niet de trendvraag (is er een teloorgang? Zie bv. Putnam, 1995, 2000) bovenaan de agenda te plaatsen,<br />

"maar eerst te kijken hoe het thans gesteld is met sociaal kapitaal en gemeenschap, wat de oorzaken en de effecten zijn". Aansluitend bij de<br />

netwerktheoretische onderzoekstraditie worden door Völker de condities voor het bestaan <strong>van</strong> gemeenschap gelijkgesteld aan de condities voor het<br />

bestaan <strong>van</strong> relaties of netwerken. Er zijn echter slechts weinig studies die de psychologische mechanismen aan de vraagzijde <strong>van</strong> sociale<br />

contacten, zoals behoeften en individuele preferenties, combineren met sociologische aanbodstheorieën <strong>van</strong> sociale relaties over sociale settings<br />

en contexten (extra-individuele condities) (Ibid., p. 14). Literatuuronderzoek naar de determinanten <strong>van</strong> lokale sociale verbondenheid of - banden bij<br />

ouderen leert ons dat dit ook binnen de gerontologische theorievorming een 'blinde vlek' is. Bovendien blijkt dat hoewel het onderzoek naar sociale<br />

banden bij ouderen de laatste jaren een hoge vlucht heeft genomen, de meeste studies zich focussen op effecten <strong>van</strong> sociale relaties op<br />

psychische en fysieke gezondheid (Garcia et al., 2005; Glass et al., 2006; Litwin, 2006; Unger et al., 1999; Zunzunegui et al., 2004), subjectief<br />

welbevinden (Antonucci et al., 1996; Baxter et al., 1998; Litwin, 2001; Pinquart & Sörensen, 2000) en onveiligheidsgevoelens (De Donder, Verté &<br />

Messelis, 2005; Ross & Jang, 2000; Rountree & Land, 1996), en niet op de determinanten. Uitzonderingen zoals de studies <strong>van</strong> bv. de Jong<br />

Gierveld en Fokkema (1998) en Thomése en <strong>van</strong> Tilburg (2000) die zich focussen op de structuur <strong>van</strong> sociale banden bij ouderen, leggen dan weer<br />

zeer sterk de nadruk op één bepaald type <strong>van</strong> contextuele determinanten, m.n. de urbanisatiegraad. Feit is dat de factoren die de lokale sociale<br />

verbondenheid en netwerken beïnvloeden steeds <strong>van</strong>uit een partieel perspectief benaderd worden. Voor een adequaat begrip <strong>van</strong> deze<br />

determinanten is het o.m. noodzakelijk om de verschillende omgevingsfactoren waar<strong>van</strong> is aangetoond dat zij <strong>van</strong> invloed zijn op de structuur of<br />

intensiteit <strong>van</strong> sociale banden, zoals o.m. urbanisatiegraad, geografische mobiliteit (Kasarda & Janowitz, 1974; Thomése, 1998; Wenger, 1995),<br />

buurtsamenstelling (Musterd & Goethals, 1999), fysieke buurtkenmerken en toegankelijkheid <strong>van</strong> de buurt (Leyden, 2003; Thompson & Krause,<br />

1998) en ontmoetingskansen zoals winkels, parken en voorzieningen (Völker et al., 2007), binnen één theoretisch kader te plaatsen.<br />

Omgevingskenmerken blijken trouwens niet enkel in hun 'objectieve' variant bij te dragen aan het begrijpen <strong>van</strong> de determinanten <strong>van</strong> sociale<br />

netwerken <strong>van</strong> ouderen. Bowling en Stafford (2007) wijzen dan ook op een onafhankelijk effect <strong>van</strong> de percepties <strong>van</strong> ouderen over hun buurt.<br />

Naast het gefragmenteerde empirische perspectief wat betreft de contextuele determinanten, blijkt het bestaande wetenschappelijke onderzoek<br />

bovendien weinig inzicht te bieden in de wijze waarop de meer sociaal-structurele en psychologische of persoonlijke factoren, zoals bv.<br />

onveiligheidsgevoelens (Oh, 2003), individuele motivatie (Völker et al., 2007), relationele alternatieven (Ibid.), hulpbehoevendheid (Thomése,<br />

1998), en socio-demografische kenmerken (zie Campbell & Lee, 1992) met elkaar interfereren. Ten slotte kan worden vastgesteld dat door een<br />

eenzijdige focus op de "relative size and composition" (Thomése & <strong>van</strong> Tilburg, 2000), ook de kenmerken <strong>van</strong> lokale banden <strong>van</strong> ouderen slechts<br />

<strong>van</strong>uit een ééndimensionaal perspectief bestudeerd worden. Naast de kwantiteit zijn echter ook de kwaliteit (de verschillende vormen <strong>van</strong> steun) en<br />

de tevredenheid essentiële eigenschappen <strong>van</strong> lokale persoonlijke netwerken die verdisconteerd moeten worden in de gegevensanalyse (De Groof<br />

& Elchardus, 2003). Uitgaande <strong>van</strong> de vermelde leemtes in de bestaande literatuur, waarbij slechts gedeeltelijk inzicht wordt geboden in de<br />

determinanten <strong>van</strong> eendimensionaal gedefinieerde lokale sociale netwerken, werden onze centrale onderzoeksvragen opgesteld. 3.<br />

Onderzoeksvragen: Bovenstaande probleemstelling toont aan dat voor een adequaat begrip <strong>van</strong> de determinanten en kenmerken <strong>van</strong> lokale<br />

persoonlijke netwerken bij ouderen, een toetsing <strong>van</strong> een geïntegreerd model vereist is, waarin de verschillende componenten worden verbonden.<br />

Binnen dit geïntegreerd model worden de - op basis <strong>van</strong> (verder) literatuuronderzoek gespecificeerde - determinanten, zoals psychologische en<br />

persoonsgebonden kenmerken, en 'subjectief beleefde' en objectieve woonomgeving, als onafhankelijke variabelen beschouwd. Als eerste<br />

onderzoeksvraag willen we de invloed nagaan <strong>van</strong> deze onafhankelijke variabelen op de intensiteit en kwaliteit <strong>van</strong>, en tevredenheid over lokale<br />

sociale netwerken, of de afhankelijke variabelen. Zo kunnen we verschillende inzichten uit de internationale literatuur toetsen aan de hand <strong>van</strong> één<br />

conceptueel model. Klopt de these als zou de intensiteit en kwaliteit <strong>van</strong>, en de tevredenheid over lokale netwerken bij ouderen toenemen naarmate<br />

de verhuismobiliteit in de buurt kleiner, de homogeniteit <strong>van</strong> de buurtsamenstelling groter, het ontmoetingsaanbod uitgebreider, de relationele<br />

alternatieven <strong>van</strong> de oudere beperkter, en de perceptie <strong>van</strong> de buurt positiever is? Wat is de relatieve impact <strong>van</strong> deze factoren in het verklaren <strong>van</strong><br />

verschillen in de afhankelijke variabelen? Vervolgens richten we ons op de vraag of het, binnen dit geïntegreerd model, mogelijk is om op basis <strong>van</strong><br />

de 'multiple jeopardy hypothesis' (Hammond, 1995), specifieke deelpopulaties te onderscheiden. We gaan m.a.w. na welke ouderen, met welke<br />

specifieke combinaties <strong>van</strong> achtergestelde posities, sterk afhankelijk zijn <strong>van</strong> hun onmiddellijke leefomgeving voor het onderhouden <strong>van</strong> sociale<br />

netwerken, en we onderzoeken daarbij de relatieve impact <strong>van</strong> omgevingscondities, zoals o.m. ontmoetingskansen en fysieke toegankelijkheid <strong>van</strong><br />

de buurt, op de mate <strong>van</strong> tevredenheid over de lokale relaties bij deze subgroepen. Hierbij aansluitend toetsen we de 'environmental docility<br />

hypothesis' (Lawton, 1980; Thomése, 1998) die stelt dat de effecten <strong>van</strong> de omgeving op kenmerken <strong>van</strong> het lokale netwerk (zoals kwaliteit en<br />

tevredenheid) het sterkst opgaan bij ouderen met lagere inkomens en een geringe mobiliteit.<br />

Organisaties:<br />

• Agogiek<br />

Onderzoekers:<br />

• DOMINIQUE VERTE<br />

Zanggedrag <strong>van</strong> de koolmees.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Zangonderzoek verrichten in verschillende Europese populaties <strong>van</strong> de koolmees.<br />

Analyseren <strong>van</strong> longitudinale datasets <strong>van</strong> individueel gemerkte koolmezen die in verschillende opeenvolgende jaren werden opgenomen in het<br />

kader <strong>van</strong> experimentele en veldstudies.<br />

Organisaties:<br />

• Ethologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Marcel Eens<br />

Modellen <strong>van</strong> cerebellair lijden: preklinisch en klinisch.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Neurosearch. UA levert aan Neurosearch de<br />

onderzoeksresultaten genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Neurochemie en gedrag<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter De Deyn<br />

• Mattias De Coninck<br />

Technische process mining metrieken vertalen naar bedrijfs-KPI's.<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Process Mining is een relatief jong onderzoeksdomein wat zich momenteel nog volledig in het domein <strong>van</strong> computer science bevindt. Met<br />

dit project willen we de stap <strong>van</strong> computer science naar business science nemen. Heel concreet willen we aan de hand <strong>van</strong> een case study de<br />

technische metrieken die nu in het onderzoeksveld gebruikt worden voor de goodness of fit <strong>van</strong> modellen of andere metrieken vertalen naar Key<br />

Performance Indicators die gebruikt worden in de bedrijfspraktijk.<br />

Organisaties:<br />

• Beleidsinformatica<br />

• Instituut voor Mobiliteit


Onderzoekers:<br />

• Koenraad VANHOOF<br />

Structuur en reologie <strong>van</strong> mucus en longsurfactanten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project heeft tot doel om een gedetailleerde studie uit te voeren <strong>van</strong> de reologische eigenschappen <strong>van</strong> complexe vloeistoffen in de<br />

longen, en hierbij zowel de long surfactanten als de mucus te bestuderen wat betreft hun fysicochemische eigenschappen. Het doel is te komen tot<br />

een fundamenteel begrijpen <strong>van</strong> de reologische eigenschappen <strong>van</strong> zowel complexe vloeistof interfazes als in dunne filmen. De doelstelling is te<br />

komen tot een beter inzicht in de transporteigenschappen in de longen, en dit omzowel een rationele basis te bezorgen voor behandelingen (<strong>van</strong><br />

bvb. Mucoviscidose) als voor het ontwikkelen <strong>van</strong> stratgieën voor het toedienen <strong>van</strong> geneesmiddelen. Hiertoe zullen de reologische<br />

eigenschappen, zowel <strong>van</strong>de longsurfactanten als <strong>van</strong> de mucine, worden bestudeerd en zal gepoogdworden om te begrijpen wat de interacties en<br />

structuren zijn die dit gedrag beheersen. Er zal met hersamengesteld long surfactanten en mucus gewerkt worden om na te gaan welke<br />

componenten met mekaar interageren<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Soft Matter Reologie en Technologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Vermant<br />

• Eline Hermans<br />

Analyse <strong>van</strong> tolerantiemechanismen <strong>van</strong> biofilm-gistcellen aan antifungale componenten en de in vivo rele<strong>van</strong>tie hier<strong>van</strong>.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Gedurende de laatste twintig jaar is het aantal schimmelinfecties enormgestegen en veroorzaken deze infecties momenteel ongeveer<br />

40% <strong>van</strong> alle dodelijke ziekenhuisinfecties. De toename in het voorkomen <strong>van</strong> schimmelinfecties wordt veroorzaakt door een toename in het aantal<br />

patiënten met een verzwakt immuunsysteem in combinatie met een toename in het gebruik <strong>van</strong> medische implantaten en invasieve apparaten die<br />

kunnen dienen als nidus voor biofilmvorming. Micro-organismen komen in hun natuurlijke omgeving voornamelijk voor onder de vorm <strong>van</strong> biofilmen<br />

en kunnen aanleiding geven tot verdere infecties. Microbiële biofilmen spelen een belangrijke rol in de menselijke geneeskunde aangezien geschat<br />

wordt dat deze betrokken zijn bij 65% <strong>van</strong> alle microbiële infecties bij de mens. Candida albicans is een opportunistische schimmelpathogeen en<br />

komt voor als commensaal in de humane orale en gastro-intestinale microflora. C.albicans is de belangrijkste pathogene Candida spp. en onder de<br />

pathogene schimm<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Microbiële en Plantengenetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Bruno Cammue<br />

• Anna Bink<br />

(On)Eindigheid bij Kant, Cassirer, Heidegger en Lévinas.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In mijn doctoraatsverhandeling wil ik, vertrekkende <strong>van</strong>uit het beroemdeDavos-debat uit 1929, mijn aandacht richten op het thema <strong>van</strong> de<br />

menselijke (on)eindigheid. Cassirer en Heidegger voerden in Davos een discussieover de juiste interpretatie <strong>van</strong> Kants kritik der reinen Vernunft, en<br />

meer algemeen over het gehele filosofische project <strong>van</strong> deze Verlichtingsdenker. Centraal in dit debat stond het verschil in interpretatie <strong>van</strong><br />

hetKanitaanse subject als fundamenteel gekenmerkt door hetzij eindigheid (Heidegger), hetzij oneindigheid (Cassirer). Stap voor stap wil ik 1) de<br />

filosofische achtergronden en consequenties <strong>van</strong> deze verschillende visies en 2) het grote belang <strong>van</strong> dit meningsverschil voor het aangezicht<br />

<strong>van</strong>de gehele twintigste-eeuwse wijsbegeerte, aantonen. Het eerste deel <strong>van</strong>mijn doctoraatsverhandeling zou er dus in bestaan de visies <strong>van</strong> drie<br />

eminente denkers uit de geschiedenis <strong>van</strong> de filosofie over het thema <strong>van</strong> de menselijke (on)eindigheid te onderzoeken en te 'vergelijken'. In het<br />

Organisaties:<br />

• OE Metafysica & Filosofie <strong>van</strong> de Cultuur<br />

Onderzoekers:<br />

• William Desmond<br />

• Simon Truwant<br />

Moleculair genomische analyse <strong>van</strong> TDP-43-positieve frontotemporale kwab degeneratie (FTLD-TDP) : opheldering <strong>van</strong><br />

ziektepathways via een geïntegreerde aanpak.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Frontotemporale kwabdegeneratie (FTLD) is een ernstige neurodegeneratieve hersenaandoening met een gelijkaardige prevalentie als<br />

die <strong>van</strong> de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer (AD) bij patiënten met een vroege aan<strong>van</strong>gsleeftijd. Een geschikte therapie is echter nog niet beschikbaar.<br />

Klinische FTLD kenmerken gaan dikwijls gepaard met symptomen <strong>van</strong> amyotrofe laterale sclerose (ALS). Pathologisch vertonen de meeste<br />

patiënten TDP-43-postieve herseninclusies (FTLD-TDP). Genetische factoren spelen een essentiële rol in de etiologie <strong>van</strong> de ziekte aangezien<br />

mutaties geïdentificeerd werden in verschillende sleutelgenen MAPT, GRN, VCP en CHMP2B en koppeling werd gevonden met een locus op<br />

chromosoom 9p13-p21 in verschillende FTLD-ALS families wereldwijd. FTLD-TDP neuropathologie werd beschreven in GRN en VCP<br />

mutatiedragers en in 9p13-p21 gekoppelde families. Daarom zijn deze genen waarschijnlijk betrokken in gemeenschappelijke ziektemechanismen.<br />

Daarenboven wordt de ziekte niet in alle patiënten met TDP-43 deposities verklaard door mutaties in één <strong>van</strong> de gekende genen wat er op wijst dat<br />

er nog andere genen moeten betrokken zijn in de pathway(s) die leid(t)en tot TDP-43 pathologie.<br />

We zullen aan de hand <strong>van</strong> transcriptoomanalyses en via in silico co-expressiestudies en interactoomanalyses, interactiepartners identificeren <strong>van</strong><br />

de gekende FTLD-TDP genen/eiwitten GRN, VCP en TARDBP (TDP-43) die betrokken kunnen zijn in biologische pathways die leiden tot FTLD-<br />

TDP pathologie. Moleculair genetische analyse <strong>van</strong> deze interactiepartners zal genetische varianten opsporen die bijdragen tot de genetische<br />

etiologie <strong>van</strong> FTLD. Zo willen we mogelijke processen opsporen die betrokken zijn bij het ontstaan <strong>van</strong> de ziekte. Er zal ook specifiek gezocht<br />

worden naar een nieuw gen voor FTLD-TDP in een FTLD-ALS familie met FTLD-TDP pathologie, gekoppeld met de gekende locus op<br />

chromosoom 9p, aan de hand <strong>van</strong> genomische benaderingen. Het onderliggend gen zal hoogst waarschijnlijk een belangrijk deel <strong>van</strong> de FTLD<br />

etiologie verklaren.<br />

Met dit onderzoek zullen we verder de complexe genetische heterogeniteit <strong>van</strong> FTLD ontrafelen en de link tussen mutaties in de FTLD-TDP genen<br />

en TDP-43 pathologie beter begrijpen. Dit zal sterk bijdragen tot het begrip <strong>van</strong> de pathways betrokken in FTLD en aanverwante<br />

neurodegeneratieve ziektes zoals ALS, AD en de ziekte <strong>van</strong> Parkinson, en tot de identificatie <strong>van</strong> nieuwe therapeutische aangrijpingspunten die<br />

leiden tot rele<strong>van</strong>te therapieën die het ziekteproces tegenhouden of voorkomen.<br />

Organisaties:<br />

• VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Cruts<br />

• Christine Van Broeckhoven<br />

• Ilse Anne-Maria Leo Gijselinck


EPITRAIT, het gebruik <strong>van</strong> het epigenoom om complexe kenmerken te sturen in koolzaad en rijst.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Sedert een paar jaar heeft Bayer BioScience epigenetisch veranderde en voor de landbouw belangrijke plantensoorten (zoals bvb.<br />

koolzaad) gegenereerd. Deze zogenaamde lijnen verschillen <strong>van</strong> elkaar in diverse eigenschappen zoals opbrengst en stress tolerantie maar ook in<br />

respiratie, genexpressie, histonmodificatie, enz... De lijnen worden verder door ons gekarakteriseerd in samenwerking met Bayer BioScience en<br />

VIB (UGent). Onze bijdrage bestaat er in de proteomen en de verschillen tussen de diverse lijnen te karakteriseren. Bovendien maken wij een<br />

studie <strong>van</strong> de histonmodificaties m.b.v. iTraq, 2D-LC en massaspectrometrie.<br />

Organisaties:<br />

• Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Yves Guisez<br />

Toepassingen <strong>van</strong> compactificaties <strong>van</strong> snaartheorie met flux.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het voorgestelde onderzoek handelt over compactificaties <strong>van</strong> snaartheorie met niet-triviale verwachtingswaarden voor de fluxen. De<br />

meest algemene oplossing <strong>van</strong> de condities voor een supersymmetrische compactificatiekan uitgedrukt worden in het formalisme <strong>van</strong><br />

veralgemeende complexe geometrie. Ook de inbedding <strong>van</strong> sypersymmetrische D-branen kan met hetzelfdeformalisme op een natuurlijke manier<br />

beschreven worden. Compactificaties met fluxen, en de ingebedde D-branen, vormen een belangrijk bestanddeel <strong>van</strong> de zoektocht naar<br />

snaartheorie vacua die in de lage-energie limiet(<strong>van</strong>uit het standpunt <strong>van</strong> snaartheorie) contact kunnen maken met LHC fysica of bepaalde<br />

inflatiemodellen realiseren. Het project omvat zowel meer fundamentale aspecten, zoals het begrijpen <strong>van</strong> de algemene eigenschappen <strong>van</strong><br />

compactificaties met fluxen, als expliciete toepassingen tot modellen voor inflatie en kosmologie in snaartheorie. Veralgemeende complexe<br />

geometrie en gerelateerde technieken kunnen verder ook toegepast w<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Theoretische Fysica<br />

Onderzoekers:<br />

• Antoine Van Proeyen<br />

• Paul Koerber<br />

Dynamiek <strong>van</strong> licht-geinduceerde ladingsdragers en warmte in bulk en gekonfineerde halfgeleiders<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Kern- en Stralingsfysica<br />

Onderzoekers:<br />

• Wilfried Vandervorst<br />

• Janusz Bogdanowicz<br />

Discovery of new drugs for the prophylaxis and treatment of dengue virus infections in humans.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Intellectuele Eigendom<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick Chaltin<br />

Je kunt je familie niet kiezen maar hoe kies je je carrièrepad? Het linken <strong>van</strong> familiaal kapitaal en carrièrepaden <strong>van</strong><br />

familieleden <strong>van</strong> de volgende generatie. Een "family business" studie.<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: In de literatuur over familiebedrijven is het concept "family capital" gebruikt om te verklaren waarom familiebedrijven beter presteren dan<br />

niet-familiebedrijven en hoe familiebedrijven op een strategische wijze waarde creëren en behouden over de tijd. Carrière-intenties en -<br />

beslissingen/-keuzen <strong>van</strong> familieleden uit de volgende generatie, zowel binnen als buiten het familiebedrijf, hebben weinig aandacht gekregen in<br />

het bestaande family business onderzoek. De redenen waarom opvolgers in het bedrijf komen, alsook de intenties <strong>van</strong> familieleden <strong>van</strong> de<br />

volgende generatie, zijn bestudeerd. Echter, zeer weinig studies hebben gefocust op het reële gedrag <strong>van</strong> familieleden <strong>van</strong> de volgende generatie<br />

met betrekking tot carrièrebeslissingen en -keuzes. Geaccumuleerd family capital, dat voor het doel <strong>van</strong> deze studie zowel menselijke als sociale<br />

elementen bevat, is in voorgaande literatuur vooral bestudeerd op het organisatieniveau. Echter, als family capital, zoals sociaal kapitaal, een<br />

resource is die beschikbaar is voor actoren, hoe gebruiken familieleden dan family capital in hun carrières? Lin (2000) stelt voor dat de analyse <strong>van</strong><br />

sociaal kapitaal (als een element <strong>van</strong> family capital)<br />

zowel op macro (groep, organisatie, gemeenschap) als op micro (individu) niveau kan gebeuren. In de voorliggende studie is de onderzoeker<br />

geïnteresseerd in het individuele familielid als een actor <strong>van</strong> familiaal kapitaal. De continuïteit <strong>van</strong> familiebedrijven garanderen is geïdentificeerd als<br />

één <strong>van</strong> de grote obstakels voor vele familiebedrijven. Als enkel de carrièrepaden <strong>van</strong> opvolgers worden onderzocht, wordt de ervaring <strong>van</strong> andere<br />

familieleden, die gelijkaardige socialisatieprocessen doormaken maar een ander carrièrepad kiezen, genegeerd. Echter, de accumulatie en het<br />

gebruik <strong>van</strong> family capital door familieleden kan de carrièrekeuzen <strong>van</strong> alle familieleden (zowel de opvolgers als diegene die een andere keuze<br />

maken) beïnvloeden.<br />

Deze studie maakt gebruik <strong>van</strong> de social capital literatuur, de human capital literatuur, carrièretheorie en de family business literatuur. Een<br />

collectieve casestudy strategie wordt gebruikt. De data wordt geanalyseerd met behulp <strong>van</strong> de "Critical Incident Technique". Acht gevalstudies<br />

worden uitgewerkt waarbij elke gevalstudie een individu betreft. De onderzoekster ambieert een significante bijdrage te leveren aan het family<br />

business domein door de toepasbaarheid <strong>van</strong> de family capital lens te vergroten. Ook wordt een bijdrage geambieerd aan de bestaande<br />

carrièreliteratuur, maar dan in de context <strong>van</strong> familieleden met een achtergrond in familiebedrijven.<br />

Organisaties:<br />

• Governance<br />

• Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Frank LAMBRECHTS<br />

De oprichting <strong>van</strong> verzelfstandigde besturen <strong>van</strong>uit Europees rechtsvergelijkend perspectief: internationale impuls,<br />

nationale beheersing en de verzoening <strong>van</strong> deze trends<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het recht met betrekking tot de oprichting <strong>van</strong> verzelfstandigde besturen binnen de bestuursorganisatie <strong>van</strong> Europese staten wordt thans<br />

gekenmerkt door twee trends. Enerzijds verplicht of moedigt het internationaal of supranationaal recht overheden aan om verzelfstandigde besturen


op te richten. De regulatoren in de nutssectoren, wier statuut in steeds grotere mate het voorwerp uitmaakt <strong>van</strong> Europese regelgeving, vormen<br />

hier<strong>van</strong> het meest bekende voorbeeld. Anderzijds vinden er op het nationale niveau pogingen plaats om de evolutie naar verzelfstandiging af te<br />

remmen. Er rijzen steeds meer vragen naar de verenigbaarheid <strong>van</strong> deze bestuursvorm met fundamentele constitutionele principes en in sommige<br />

staten werd al kaderregelgeving uitgevaardigd, die de voorwaarden vastlegt waaronder tot verzelfstandiging kan worden overgegaan. Beide trends<br />

worden eerst afzonderlijk bestudeerd, om ten slotte te onderzoeken in welke mate zij conflicteren en hoe ze eventueel kunnen worden verzoend.<br />

Het onderzoek gebeurt integraal <strong>van</strong>uit Europees rechtsvergelijkend perspectief.<br />

Organisaties:<br />

• Overheid en Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Ingrid Opdebeek<br />

• Stéphanie De Somer<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> een gekoppeld bron- en ont<strong>van</strong>germodel voor trillingen ten gevolge <strong>van</strong> spoorverkeer in een stedelijke<br />

omgeving.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De numerieke voorspelling <strong>van</strong> trillingen in gebouwen ten gevolge <strong>van</strong> spoorverkeer is een dynamisch grond-structuurinteractieprobleem<br />

waarbij bron (het spoor) en ont<strong>van</strong>ger (een gebouw) gekoppeld worden door golfvoortplanting in de grond. De directe koppeling tussen bron en<br />

ont<strong>van</strong>ger wordt in veel modellen verwaarloosd, resulterend in een tweestapsbenadering waarbij eerst de trillingen in het vrije veld worden<br />

berekend en vervolgens de respons <strong>van</strong> het gebouw ten gevolge <strong>van</strong> het invallende golfveld. Deze benadering is gerechtvaardigd indien de afstand<br />

tussen de bron en ont<strong>van</strong>ger voldoende groot is (in termen <strong>van</strong> golflengtes); deze voorwaarde is niet altijd voldaan in een stedelijke omgeving waar<br />

bijvoorbeeld paalfunderingen heel dicht bij metrotunnels kunnen komen.In het kader <strong>van</strong> dit doctoraatsonderzoek zal een efficiënt gekoppeld model<br />

worden ontwikkeld voor de voorspelling <strong>van</strong> trillingen ten gevolge <strong>van</strong> spoorverkeer in een stedelijke omgeving. Dit onderzoek zal steunen op<br />

ontkoppelde b<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Bouwmechanica<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Lombaert<br />

• Geert Degrande<br />

• Pieter Coulier<br />

Gastheer-symbiont coevolutie in een dynamische omgeving.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Symbiose is een relatie tussen twee soorten die varieert <strong>van</strong> mutualisme over commensalisme tot parasitisme, afhankelijk <strong>van</strong> het<br />

relatieve voordeel dat beide soorten in de relatie. De intense wederzijdse interactie in een symbiose leidt to co-evolutie en is een belangrijke bron<br />

<strong>van</strong> biodiversiteit. Coevolutionaire dynamieken worden relatief weinig bestudeerd omwille <strong>van</strong> de complexiteit <strong>van</strong> de onderzoeksvraag en de nood<br />

om zowel gastheer als symbiont te manipuleren. Co-evolutie wordt beïnvloed door de omgeving. Het doel <strong>van</strong> ons project is het nagaan <strong>van</strong> de<br />

invloed <strong>van</strong> antropogene wijzigingen in de omgeving op de co-evolutie tussen gastheer en symbiont. Hierbij willen we gebruik maken <strong>van</strong> twee<br />

modelsystemen: de eukaryote watervlo Daphnia en haar symbiontische parasieten en epibionten, en de prokaryote cyanobacterie Microcystis en<br />

haar cyanofaag parasieten. We zullen voor beide soorten evalueren in welke mate eutrofiëring en een toenemende mobiliteit <strong>van</strong> soorten die het<br />

gevolg zijn <strong>van</strong> mens<br />

Organisaties:<br />

• Biologie Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Ellen Decaestecker<br />

• Koenraad Muylaert<br />

Zoekend oordelen en moreel leven. Functie en grenzen <strong>van</strong> het reflecterend oordeelsvermogen in Kants 'impure ethics'.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Ik wil me in mijn onderzoek toespitsen op een bepaald aspect <strong>van</strong> deze 'onzuivere ethiek', namelijk op het belang dat het<br />

reflecterend oordeelsvermogen volgens Kant heeft voor de moraliteit. Op de functie <strong>van</strong> het reflecterend oordeel voor de<br />

moraliteit wordt uiteraard reeds gewezen in (commentaren op) Kants KdU. Het reflecterend oordeelsvermogen speelt<br />

echter ook een belangrijke (en vaak zelfs een prominente) rol in teksten die tot het domein <strong>van</strong> Kants 'onzuivere ethiek'<br />

behoren. Via een studie <strong>van</strong> deze teksten wil ik aantonen dat het reflecterend oordeelsvermogen volgens Kant niet alleen<br />

een wezenlijk aspect is <strong>van</strong> de menselijke existentie, maar ook een vermogen, zoniet hét vermogen waarmee de mens aan<br />

het morele leven concreet gestalte geeft.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Cultuurfilosofie<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Van Eekert<br />

• Liesbet Vanhaute<br />

Grondige studie <strong>van</strong> membraanvervuiling inclusief preventie en remediatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc De Meester<br />

• Ivo Vankelecom<br />

• Louise Vanysacker<br />

Een computationeel psycholinguïstische benadering <strong>van</strong> primaire taalverwerving.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit project is de ontwikkeling <strong>van</strong> een computationeel psycholinguïstisch model <strong>van</strong> de primaire taalverwerving dat<br />

gekenmerkt kan worden als een datagedreven model waarin algemene (i.e., niet specifiek talige) leermechanismen <strong>van</strong>uit de input taalkennis<br />

(grammatica, lexicon, etc.) verwerven. De term 'computationeel psycholinguïstisch' karakteriseert de aard <strong>van</strong> het model dat we voor ogen hebben,<br />

een model <strong>van</strong> de taalverwervings- en taalverwerkingsprocessen die de primaire taalverwerving mogelijk maken en bewerkstelligen. De<br />

samenstellende delen <strong>van</strong> die term preciseren ook een methodologische optie: het voorgestelde onderzoek omvat namelijk twee luiken:<br />

(1) een psycholinguïstisch luik waarin de verwerving <strong>van</strong> de natuurlijke taal bestudeerd wordt bij kinderen, gebruik makend <strong>van</strong> de gangbare<br />

psycholinguïstische methodologie, d.i. analyse <strong>van</strong> corpora <strong>van</strong> spontane spraak en experimentele toetsing <strong>van</strong> hypothesen die evt. door het


corpusonderzoek gegenereerd worden.<br />

(2) een computationeel luik waarin een computermodel <strong>van</strong> dezelfde taalaspecten wordt geïmplementeerd, gebruik makend <strong>van</strong> de principes <strong>van</strong><br />

'gelijkenis-gebaseerd redeneren'.<br />

De relatie tussen de luiken is tweevoudig: (i) De ontwikkeling <strong>van</strong> een theorie over taalverwerving waarin de rol <strong>van</strong> structurele aspecten <strong>van</strong> de<br />

taalinput en het zelf-organiserend vermogen <strong>van</strong> de taalverwerver centraal staan. (ii) Een gezamenlijk studie-object maakt het mogelijk om een<br />

vruchtbare wisselwerking tussen de psycholinguïstische data en theorievorming en het computationeel model te bewerkstelligen. Dit houdt o.m. in<br />

dat gegevens uit de natuurlijke taalverwerving in de twee luiken <strong>van</strong> het onderzoek gebruikt worden, nl. als primair studieobject in het<br />

psycholinguïstisch luik en als effectief inputmateriaal voor de artificiële verwerver; de performantie <strong>van</strong> die laatste zal bovendien geëvalueerd<br />

worden aan de hand <strong>van</strong> de taalverwerving en -ontwikkeling <strong>van</strong> kinderen.<br />

Organisaties:<br />

• Linguistiek<br />

• Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Etienne Gillis<br />

Analyse <strong>van</strong> microbiologische en farmacologische parameters voor de implementatie <strong>van</strong> bacteriofaagtherapie tegen<br />

Pseudomonas aeruginosa infecties.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Pseudomonas aeruginosa is een humaan pathogeen dat levensbedreigende infecties veroorzaakt bij onder andere immunodeficiënte<br />

personen en patiënten met brandwonden of mucoviscidose. De toenemende antibioticumresistente vormen <strong>van</strong> deze ziekenhuisbacterie maken de<br />

bestrijding <strong>van</strong> deze infecties steeds moeilijker. Bacteriële virussen, (bacterio)fagen hebben door miljoenen jaren <strong>van</strong> co-evolutie echter<br />

mechanismen ontwikkeld die het gastheermetabolisme heroriënteren naar een efficiënte faagproductie. In dit proces spelen interacties tussen<br />

gastheer- en bacteriofaageiwitten een cruciale rol, waarbij sommige interacties in staat zijn essentiële processen <strong>van</strong> de bacterie te inhiberen. Het<br />

onderzoek <strong>van</strong> fagen en hun eiwitten kreeg hierdoor een hernieuwde interesse in de zoektocht naar nieuwe middelen om antibioticumresistente<br />

bacteriën te bestrijden.In dit project zal specifiek op zoek gegaan worden naar kleine faagpeptiden dietot nu toe niet-identificeerbaar waren omwille<br />

<strong>van</strong> de internationale<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Gentechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Rob Lavigne<br />

• An Van den Bossche<br />

Analytische Theorie en Computer Simulatie <strong>van</strong> Multi Scale Plasma processen in de ruimte-, zonne- en Astrofysica.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Ons project is over de simulatie <strong>van</strong> ruimte end astrofisisch plasma. Wij concentreren op reconnection in plasma en astrofysische stralen,<br />

maar wijoverwegen ook industriële (e.g. het ITER apparaat dat in Frankrijk wordt gebouwd), biologische en toegepaste problemen <strong>van</strong> duidelijke<br />

huidige belangstelling.De nieuwigheid <strong>van</strong> ons werk is niet alleen in de problemen dat wij studeren maar vooral op de nieuwe methode's die wij ann<br />

het gebruiken en verbetern zijn. Wij gebruik een nieuwe techniek die wij tijdens ons voorafgaand werk bij het Los Alamos Nationale Laboratorium in<br />

Amerika uitvonden.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Plasma-astrofysica<br />

Onderzoekers:<br />

• Gio<strong>van</strong>ni Lapenta<br />

Gilliams en de tekens: een onderzoek naar de weerslag <strong>van</strong> een doorgedreven verzelfstandiging <strong>van</strong> het literaire veld op<br />

de kritische representatie <strong>van</strong> de werkelijkheid in (Vlaams) verhalend proza.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Instituut voor de studie <strong>van</strong> de letterkunde in de Lage Landen (ISLN)<br />

Onderzoekers:<br />

• Kristiaan Humbeeck<br />

• Filip De Ceuster<br />

De rol <strong>van</strong> hemostase in de pathogenese <strong>van</strong> staphylococcus aureus infectieuze endocarditis.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Staphylococcus aureus (S. aureus) veroorzaakt een breed spectrum <strong>van</strong> invasieve infecties die door de toenemende resistentie aan<br />

antibiotica soms moeilijk behandelbaar zijn. Het stollingssysteem is nauw verbonden bijde initiële afweermechanismes <strong>van</strong> de mens tegen<br />

bacteriële infecties. S. aureus interfereert op verschillende wijzen met het stollingssysteem. De productie <strong>van</strong> de plasminogeen-activator<br />

staphylokinase kan via fibrinolyse en plasmine-gemediëerde proteolyse <strong>van</strong> de extracellulaire matrix een belangrijke rol in bacteriële verspreiding<br />

spelen. Dit werd duidelijkaangetoond bij streptococcus spp. infecties, maar belang <strong>van</strong> staphylokinase als virulentiefactor werd nimmer ten gronde<br />

bestudeerd. Naas fibrinolyse beïnvloed S.aureus echter ook fibrinevorming. In tegenstelling totcoagulase-negatieve staphylococcen secreteert S.<br />

aureus namelijk staphylocoagulase, een procoagulase dat prothrombine activeert door een uniekeconformationele verandering en zo fibrinogeen<br />

omzet in het onoplosba<br />

Organisaties:<br />

• Cardiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Verhamme<br />

• Marc Hoylaerts<br />

• Willy Peetermans<br />

• Thomas Vanassche<br />

Ecologische genomica: het gebruik <strong>van</strong> genome scans voor het detecteren <strong>van</strong> het signaal <strong>van</strong> natuurlijke selectie in<br />

natuurlijke populaties <strong>van</strong> de watervlo, Daphnia magna.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud


Onderzoekers:<br />

• Luc De Meester<br />

Ontwikkelen <strong>van</strong> een methodologie voor het beschrijven <strong>van</strong> dispersie interacties op DFT niveau.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Structuurchemie<br />

Onderzoekers:<br />

• Alisa Krishtal<br />

De vertoning <strong>van</strong> het verleden: postmoderne openbare ruimte in Brussel en Istanbul.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Sinds het einde <strong>van</strong> de jaren 1960 is de studie <strong>van</strong> openbare ruimte in verschillende sociaal-wetenschappelijke disciplines heropgebloeid,<br />

samen met een fysische herstructurering <strong>van</strong> deze ruimtes, die dikwijls naar het verleden refereren. Deze trends worden geïdentificeerd met<br />

postmoderniteit. Echter, de beweegredenen <strong>van</strong> deze veranderingen en hun gevolgen voor de stedelijke maatschappij zijn zelden onderzocht in<br />

comparatief perspectief. Deze vergelijkende studie tussen Brussel en Istanbul zal de productie <strong>van</strong> opernbare ruimte <strong>van</strong> 1830 tot <strong>van</strong>daag<br />

bestuderen. De twee steden vertonen zeer verschillende politieke, culturele en sociaal-economische contexten. Een beperkt aantal openbare<br />

ruimte zullen nader bestudeerd worden met behulp <strong>van</strong> historisch archiefonderzoek, discours analyse enexpert interview. De verschillende actoren<br />

betrokken bij de productie <strong>van</strong> deze ruimtes, de begunstigden, de gebruikers en de uitgeslotenen <strong>van</strong> deze openbare ruimtes die het verledne<br />

"ensceneren" zullen in kaar<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Geografie<br />

Onderzoekers:<br />

• Christian Kesteloot<br />

• Maarten Loopmans<br />

• Julia Strutz<br />

Functionele validatie <strong>van</strong> SNPs in VEGFR-1 als biomerkers voor bevacizumab therapie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Eén <strong>van</strong> de meest gebruikte "gerichte kankertherapieën" is bevacizumab of anti-VEGF therapie. Ongeveer de helft <strong>van</strong> de patiënten<br />

reageert goed hierop, maar er bestaan geen biomerkers om te voorspellen welke patiëntenzullen reageren. Een screening <strong>van</strong> genetische variaties<br />

(SNPs) identificeerde een variant in het VEGFR-1 gen als een predictieve biomerker voorhet aanslaan <strong>van</strong> anti-VEGF therapie. Deze coderende<br />

SNP wijzigt het codon gebruik voor een tyrosine residu in het VEGFR-1 mRNA. Hoewel de aminozuursamenstelling <strong>van</strong> het eiwit dus niet<br />

verandert, kan dit toch een effect hebben op de VEGFR-1 eiwitexpressie. Daarom zal deze variant verder bestudeerd worden door de wildtype en<br />

mutante cDNAs <strong>van</strong> VEGFR-1 tot overexpressie te brengen en via een in vitro translatiesysteem aan te tonen dat beide VEGFR-1 varianten een<br />

verschillende eiwitexpressie hebben.Een gecombineerde genetische analyse <strong>van</strong> verschillende anti-VEGF studiesleidde verder tot de identificatie<br />

<strong>van</strong> een tweede biomerker in het HIF2<br />

Organisaties:<br />

• Laboratorium vr Translationele Genetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Diether Lambrechts<br />

Francqui leerstoel toegekend aan prof. Robert Kloosterman <strong>van</strong> de Universiteit Amsterdam<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: De Franquileerstoel 2012 bekleed door Prof dr Kloosterman (UvA) gaat over het thema "ondernemerschap bij etnische<br />

minderhedengemeenschappen". De leerstoel bestaat uit 4 lezingen:<br />

1. Een inaugurale lezing gevolgd door panel (beleidsmakers, andere academici, ondernemers) met de titel "Migrantenondernemers in<br />

veranderende steden: Nieuwe ronde, nieuwe kansen?" voor het grote publiek (8/3/2012)<br />

2. Een hoorcollege in de cursus Diversiteit, gelijkheid en inclusie (2de masterjaar HI/BI)<br />

3. Een hoorcollege in de cursus Familiebedrijven (2de masterjaar TEW/BM)<br />

4. Een keynote speech in het kader <strong>van</strong> de BELGIAN ENTREPRENEURSHIP RESEARCH DAY 2012 gehouden aan de UHasselt "Mixed<br />

embeddedness as an analytical frame for research on (ethnic minority) entrepreneurship" voor een academisch publiek (7/5/2012)<br />

Organisaties:<br />

• Diversiteit<br />

• Identity, Diversity & Inequality Research<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrizia ZANONI<br />

OPTIMATE<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - ELECTA<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Deconinck<br />

Kerkmuziek en confessionalisering in transformatie. Casus Antwerpen, ca. 1585-1794.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project beoogt de wisselwerking tussen religieuze muziek en een stedelijke maatschappij tijdens een periode <strong>van</strong> belangrijke<br />

transformaties te bestuderen. Enerzijds zal nagegaan worden hoe religieuze muziek gebruikt wordt als middel bij het tot stand brengen en<br />

handhaven <strong>van</strong> een confessionele identiteit, anderzijds zal de invloed <strong>van</strong> religieuze, politieke en sociaal-culturele veranderingen op de productie<br />

en consumptie <strong>van</strong> religieuze muziek in kaart gebracht worden. Via een doorgedreven historische contextualisering <strong>van</strong> het stedelijk muziekleven<br />

en haar actoren wil deze studie nieuwe inzichten ontwikkelen betreffende de mogelijke betekenissen en het functioneren <strong>van</strong> religieuze muziek<br />

binnen een urbane omgeving.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor stadsgeschiedenis<br />

Onderzoekers:


• Bruno Blondé<br />

• Guido Marnef<br />

• Stefanie Beghein<br />

Ernstige leesproblemen bij blinde kinderen. Gelijkenissen met dyslexie?<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Anneli Veispak, Perceptual and Cognitive Underpinnings of Braille Reading. Verhandeling aangeboden tot het verkrijgen <strong>van</strong> de graad<strong>van</strong><br />

Doctor in de Pedagogische Wetenschappen, 2012. Promotoren: Prof. Dr. Pol Ghesquière, Dr. Bart BoetsLezen is een complexe vaardigheid<br />

waarbij geschreven symbolen, of grafemen, omgezet moeten worden in gesproken vormen, of fonemen. Aangezien onze hersenen een evolutie<br />

doormaakten om gesproken communicatie te begrijpen, hebben de reeds bestaande neurale circuits voor gesproken taal en objectherkenning zich<br />

moetenaanpassen aan de specifieke taakvereisten <strong>van</strong> lezen. Dientengevolge is leren lezen een minder triviale opdracht dan op het eerste gezicht<br />

lijkt. Hoewel de meerderheid <strong>van</strong> de kinderen vlot en vloeiend leert lezen, heeft 5-10% <strong>van</strong> de populatie te kampen met een specifiek leesprobleem,<br />

i.e. (ontwikkelings)dyslexie. Dit is een neurologische stoornis waarbij de lees- en spellingsvaardigheden niet normaal ontwikkelen, en dit ondanks<br />

normale intellectuele<br />

Organisaties:<br />

• OE Gezins- en Orthopedagogiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Pol Ghesquière<br />

• Anneli Veispak<br />

Studie naar de rol <strong>van</strong> VEGF in pathologie <strong>van</strong> de bovenste luchtwegen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De rol <strong>van</strong> VEGF in chronische inflammatorie bovenste luchtwegaandoeningen is niet gekend. Preliminaire studies in het gastlaboratorium<br />

Experimentele Immunologie Leuven, hebben aangetoond dat VEGF in belangrijke mateaanwezig is in het slijmvlies <strong>van</strong> patiënten met allergische<br />

rhinitis enbij chronische sinusitis met poliposis nasi. Het doel <strong>van</strong> de studie is om via klinisch onderzoek, in vitro studies en via muismodellen <strong>van</strong><br />

allergische rhinitis, de rol <strong>van</strong> VEGF in deze aandoeningen in kaart te brengen. Dit onderzoek is belangrijk gezien de potentieel grote en tot op<br />

heden ongekende bijdrage <strong>van</strong> VEGF tot verschillende aspecten <strong>van</strong> de pathologie, met potentieel belangrijke therapeutische gevolgen.<br />

Organisaties:<br />

• Experimentele Oto-rino-laryngologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Hellings<br />

Singulariteit en Verantwoordelijkheid.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Op het eerste gezicht lijkt de vraag naar verantwoordelijkheid een vraag naar vrijheid te zijn: is men verantwoordelijkheid voor de eigen<br />

handelingen/daden omdat men deze vrijwillig heeft gekozen/verricht? In het recente filosofische debat dat is geïnspireerd door de filosofie <strong>van</strong><br />

Emmanuel Levinas, wordt verantwoordelijkheid echter begrepen als het gevolg <strong>van</strong> een appèl, als een opdracht die niet het gevolg is <strong>van</strong> een vrije<br />

keuze, maar die op een passieve manier wordt ont<strong>van</strong>gen. Dit appèl wordt ont<strong>van</strong>gen door een singuliere persoon of kan enkel worden beantwoord<br />

door deze persoon.<br />

Levinas' concept <strong>van</strong> verantwoordelijkheid werd inmiddels in vraag gesteld door vele critici, zoals Jean-Luc Marion en Paul Ricoeur, die beiden<br />

betwijfelen dat Levinas' appèl tot verantwoordelijkheid kan worden begrepen als singulier. De kritieken <strong>van</strong> Marion en Ricoeur wijzen op het<br />

fundamentele probleem <strong>van</strong> een ethiek <strong>van</strong> de verantwoordelijkheid: hoe kan een appèl dat per definitie (als appèl <strong>van</strong> het goede) is geadresseerd<br />

aan iedereen,om een antwoord vragen dat ik alleen kan geven? Het volgende onderzoeksproject behandelt precies deze vraag en wil meer<br />

bepaald de volgende drie vragen zorgvuldig onderzoeken. 1.) Kan het appèl <strong>van</strong> het goede singulier zijn zodat het mogelijk wordt om te zeggen dat<br />

het mij singularitseert? 2.) Kan een passief appèl voor verantwoordelijkheid resulteren in een concreet ethisch handelen? 3.) In welke zin is vrijheid<br />

afhankelijk <strong>van</strong> een singulier, ethisch handelen?<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Cultuurfilosofie<br />

Onderzoekers:<br />

• Arthur Cools<br />

• Geoffrey Dierckxsens<br />

Mechanismen <strong>van</strong> slokdarmhypersensitiviteit en symptoom perceptie in gastro-oseofagale reflux ziekte.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• TARGID<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Tack<br />

• Kathleen Blondeau<br />

Computermodellering <strong>van</strong> een glimontlading bij atmosfeerdruk met "flowing afterglow".<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Een glimontlading is een partieel geïoniseerd gas, of plasma. Het bestaat uit neutrale atomen of moleculen, elektronen, ionen, radicalen,<br />

geëxciteerde deeltjes en fotonen. In zijn eenvoudigste vorm wordt het plasma gecreëerd door het aanleggen <strong>van</strong> een potentiaalverschil tussen twee<br />

elektroden, die geplaatst zijn in een reactor, gevuld met een gas. De meeste glimontladingen werken bij lage druk, maar atmosfeerdruk<br />

glimontladingen winnen de laatste tijd meer aan interesse, omwille <strong>van</strong> hun breed scala aan technologische toepassingen. In dit onderzoeksproject<br />

beschouwen wij de toepassing in analytische massaspectrometrie, voor de analyse <strong>van</strong> vaste of gasvormige monsters. Doordat de glimontlading bij<br />

atmosfeerdruk werkt, is het mogelijk om met een open design te werken en de ontladingsdeeltjes te mengen met de omgevingslucht. Door een<br />

gasstroming aan te leggen, kunnen de geëxciteerde (metastabiele) deeltjes en de ionen uit de ontlading weggevoerd worden, en wordt vermeden<br />

dat onzuiverheden in de ontlading binnendringen. De ionen en metastabiele deeltjes reageren met moleculen uit de omgevingslucht, waardoor zgn.<br />

"reagent-ionen" gevormd worden, die in staat zijn om de te analyseren deeltjes te ioniseren. De gevormde ionen worden gedetecteerd met een<br />

massaspectrometer. Het doel <strong>van</strong> dit project is om de belangrijkste mechanismen te achterhalen voor vorming <strong>van</strong> de reagent-ionen, en om de<br />

analytische mogelijkheden <strong>van</strong> dit soort ionisatiebronnen te verbeteren.<br />

Organisaties:<br />

• Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)<br />

Onderzoekers:<br />

• Annemie Bogaerts<br />

• Péter Simon


Organization and evolution of prokaryotic transcriptional networks.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Alejandro Herrada<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Microbiële en Plantengenetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Kathleen Marchal<br />

• Alejandro Herrada Mederer<br />

Lange-afstands communicatie in hersennetwerken <strong>van</strong> de aap.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De synchronisatie <strong>van</strong> activiteitspatronen <strong>van</strong> uit elkaar gelegen areas wordt verondersteld betrokken te zijn bij neuronale communicatie<br />

tussen deze areas. Tot dusver is de rol <strong>van</strong> synchronisatie in neuronale communicatie, met betrekking tot zowel de verschijnselen en hun<br />

biologische functie, niet gekend.In dit project gaan we in op de verschillende aspecten<strong>van</strong> neuronale communicatie door het bestuderen <strong>van</strong><br />

interacties in grootschalige functionele netwerken die de primaat hersenen organiseren, We zullen experimenten uitvoeren in wakkere apen waarin<br />

de anatomie an fysiologie direct kan onderzocht worden door gebruik te maken <strong>van</strong> invasieve methoden. We zullen hersennetwerken<br />

karakteriseren die geidentificieerd werden door samenhangende fMRI activiteiten tijdens rust condities te vertonen. Vervolgens zullen we<br />

onderzoeken hoe de functionele architectuur <strong>van</strong> deze netwerken verandert met verschillende gedragstoestanden (d.w.z.onder anhestesie, rust,<br />

natuurlijk zicht). We gaan ons dan richten<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Neurofysiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Vanduffel<br />

• Dante Mantini<br />

De kunst <strong>van</strong> het geven. De rol <strong>van</strong> het kunstmecenaat in de collectievorming <strong>van</strong> de musea voor schone kunsten <strong>van</strong><br />

Antwerpen, Brugge en Gent(ca. 1800-ca. 1960).<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In de 19de en 20ste eeuw heeft de opkomende klasse <strong>van</strong> de burgerij via talrijke schenkingen <strong>van</strong> kunstwerken een cruciale bijdrage<br />

geleverd aan de totstandkoming <strong>van</strong> de belangrijkste Vlaamse musea. Het doctoraatsonderzoek De kunst <strong>van</strong> het geven wil specifiek de rol<br />

onderzoeken die schenkingen hebben gespeeld bij de collectievorming <strong>van</strong> de musea voor schone kunsten <strong>van</strong> Antwerpen, Brugge en Gent (ca.<br />

1800-ca. 1960). Het onderzoek focust niet alleen op de (betekenis <strong>van</strong> de) geschonken kunstwerken en de identiteit en de motivaties <strong>van</strong><br />

schenkers maar ook op de historische, culturele en sociale context waarin dit mecenaat dient gekaderd te worden.<br />

Organisaties:<br />

• Cultuurgesch. <strong>van</strong>af 1750<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Tollebeek<br />

• Jozef Glassée<br />

Geïntegreerde modellering <strong>van</strong> elektrochemische en elektrostatische energieopslagsystemen voor voertuigdrijflijnen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Uitwerking <strong>van</strong> modellen <strong>van</strong> elektrochemische en elektrostatische energieopslagsystemen voor aandrijflijnen <strong>van</strong> elektrische en hybride<br />

voertuigen.<br />

De doelstelling <strong>van</strong> dit project bestaat uit de analyse <strong>van</strong> de 'on-board' elektrische energie op voertuigen. In het bijzonder wordt er gestreefd naar<br />

de ontwikkeling <strong>van</strong> algemeen toepasbare modellen <strong>van</strong> verscheidene tractiebatterijen in elektrisch aangedreven voertuigen (batterij elektrisch,<br />

hybride en brandstofcel voertuigen). Energie opslag in dubbellaag condensatoren zal ook opgenomen worden in het project. Het onderzoek omvat<br />

volgende onderwerpen:<br />

* uitvoering <strong>van</strong> meetcampagnes voor verscheidene types batterijen en elektrische dubbellaag condensatoren<br />

* definitie <strong>van</strong> wiskundige modellen voor batterijen en condensatoren<br />

* vergelijking <strong>van</strong> gestandardiseerde testprocedures met werkelijke omstandigheden<br />

* inbouwen <strong>van</strong> modellen voor batterijen en condensatoren in de simulatie <strong>van</strong> toepassingen<br />

* vergelijking <strong>van</strong> de bestudeerde batterijen en dubbellaag condensatoren in de praktijk<br />

* analyse <strong>van</strong> de batterij management systemen en <strong>van</strong> de ladingsgraadmetingen<br />

* analyse <strong>van</strong> het gedrag <strong>van</strong> de energieopslagsystemen in de tijd<br />

Organisaties:<br />

• Elektrotechniek-Energietechniek<br />

• Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep<br />

Onderzoekers:<br />

• Bavo VERBRUGGE<br />

• Noshin OMAR<br />

• Thierry Clement COOSEMANS<br />

• JOERI VAN MIERLO<br />

Novel bioproducts from microalgae: integration of the production processultivation to harvesting and downstream<br />

processing.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Microalgae are considered to be a promising source of novel bioproducts. For example, microalgae could be a more sustainable source of<br />

omega 3 fatty acids than fish oil or a natural source of powerful antioxidants such as carotenoids. Culture conditions have a strong influence on the<br />

content of bioproducts in microalgae, and also have an influence on the harvesting and downstream processing. Therefore, to optimise production<br />

of bioproducts using microalgae, it is important to study the entire production process frim production of biomass in photobioreactors to harvesting<br />

and downstream processing. K.U.Leuven and ITESM share an interest in developing novel applications of microalgae. In the past years, ITESM<br />

has developed expertise in production of microalgae in a novel type of photobioreactor that was developed in-house. K.U.Leuven has developed<br />

expertise in novel approaches for harvesting and downstream processing of microalgae. By combining their knowledge, K.U.Leuven and ITESM<br />

can a<br />

Organisaties:<br />

• Biologie Kulak<br />

Onderzoekers:


• Koenraad Muylaert<br />

• Imogen Foubert<br />

• Luc De Cooman<br />

Nieuwe functies <strong>van</strong> von Willebrand factor en zijn knippend enzym ADAMTS13 in trombose, hemostase en inflammatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De ziekte <strong>van</strong> von Willebrand (VWD) is een vaak voorkomendebloedingsziekte, veroorzaakt door afwijkingen in de von Willebrandfactor<br />

(VWF), een plasma-eiwit dat een belangrijke rol vervult in deprimaire hemostase. Slechts twee behandelingsmogelijkheden zijn op ditmoment<br />

beschikbaar voor de behandeling <strong>van</strong> VWD, beiden gericht op hetkortstondig herstellen <strong>van</strong> de defectieve hemostase door het deficiënteeiwit te<br />

ver<strong>van</strong>gen in noodsituaties. In de zoektocht naar alternatieveen betere behandelingsmethoden voor VWD is gentherapie eenaantrekkelijke optie,<br />

gezien, naast het beoogde langdurig effect, deaandoening veroorzaakt wordt door een defect in één enkel gen. In ditproject worden verschillende<br />

strategieën voor een gentherapeutischeVWDbehandeling (verder) onderzocht in rele<strong>van</strong>te diermodellen (VWF-/- muizenen honden): (i) het<br />

uitbouwen <strong>van</strong> een ex vivo gentherapie-strategie vialentivirale transductie <strong>van</strong> endotheliale voorlopercellen indiermodellen, (ii) een uitbreiding naar<br />

de ex vivo transductie<br />

Organisaties:<br />

• Chemie Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Hans Deckmyn<br />

• Simon De Meyer<br />

Ontrafeling <strong>van</strong> de biosynthese <strong>van</strong> een polyketide-antibioticum uit Serratia plymuthica stam RVH1.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Gentechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Christiaan Michiels<br />

• Rob Lavigne<br />

• Abram Aertsen<br />

• Joleen Masschelein<br />

Oligopeptidase inhibitoren in hersenfuncties en -dysfuncties: naar nieuwe therapeutische strategieën voor<br />

neuroprotectie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De drie belangrijkste objectieven <strong>van</strong> het consortium zijn:<br />

1) uitzoeken hoe PREP en PREP-like enzymen een rol spelen in gezondheid en ziekten<br />

2) nieuwe geneesmiddelen ontwikkelen<br />

3) nieuwe therapeutische doelwitten ontdekken.<br />

Dit omvat onderzoek naar de identiteit <strong>van</strong> fysiologische substraten <strong>van</strong> PREP en PREPL en naar de cellulaire processen waarbij ze zijn betrokken.<br />

Organisaties:<br />

• Medische biochemie<br />

Onderzoekers:<br />

• Anne-Marie Lambeir<br />

Artificiële Creativiteit in visuele communicatie en kunst: een algoritme voor spitsvondige, evoluerende<br />

conceptontwikkeling en datavisualisatie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Met behulp <strong>van</strong> technieken uit de Artificiële Intelligentie wordt een computeralgoritme ontwikkeld dat een inhoudelijke opdracht (of<br />

dataset) ontleedt op kernbegrippen en relaties, daarbij rele<strong>van</strong>te informatie opzoekt, verwerkt, bundelt en deze tenslotte in relatie brengt tot<br />

creatieve en visuele oplossingen. Dit algoritme wil menselijke creativiteit nabootsen door bestaande concepten te verbinden en te hercombineren<br />

tot er innovatieve visuele uitvoer uit opborrelt. De visuele uitvoer evolueert mee naargelang de inhoudelijke data wijzigt en uitbreidt.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Walter Daelemans<br />

• Tom De Smedt<br />

Medische wetenschap in de stad. De wetenschappelijke praktijken en stedelijke inbedding <strong>van</strong> medische genootschappen<br />

in België, 1830-1914.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Hoewel medisch historici veel aandacht hebben geschonken aan medische genootschappen die professionele belangen verdedigden,<br />

hebben zijn weiniginteresse getoond in medische genootschappen die wetenschappelijk actief waren. Dit project richt zich op wetenschappelijke<br />

medische genootschappen in het negentiende-eeuwse België en bestudeert hun activiteiten in een stedelijke context. Zowel de wetenschappelijke<br />

praktijken als de stedelijke inbedding <strong>van</strong> deze medische genootschappen worden onderzocht in relatie tot de wetenschappelijke en professionele<br />

ontwikkelingen in de geneeskunde en de uitbouw <strong>van</strong> de openbare gezondheidszorg. Het project start in de jaren 1830 met de stichting <strong>van</strong><br />

autonome medische genootschappen in vele steden en eindigt in de vroege twintigste eeuw met de neergang <strong>van</strong> het stedelijk medisch<br />

genootschap als plaats <strong>van</strong> wetenschappelijk onderzoek. Twee sets <strong>van</strong> onderzoeksvragen bestuderen het wetenschappelijke en stedelijke<br />

karakter <strong>van</strong> deze medische genootschappen in nauw<br />

Organisaties:<br />

• Cultuurgesch. <strong>van</strong>af 1750<br />

Onderzoekers:<br />

• Katelijne Wils<br />

• Joris Vandendriessche<br />

Modeleren <strong>van</strong> risico's met betrekking tot mediapluralisme ter ontwikkeling <strong>van</strong> een egalitaire informatiemaatschappij.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit interdisciplinair project is om een bilaterale relatietussen ICRI en GECSI op te bouwen om de expertise die aanwezig is in<br />

detwee onderzoekscentra te bundelen en om kennis over de "Media PluralismMonitor" en rekenkundige modellering uit te wisselen. In het bijzonder<br />

moet de samenwerking tussen de ICRI en GECSI resulteren in een eerste aanzet tot het ontwikkelen <strong>van</strong> een methodologie voor de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> een rekenkundig model om 1) gewicht toe te kennen aan de verschillende indicatoren <strong>van</strong> de "Media Pluralism Monitor", 2) aanbevelingen te


formuleren voor beleidsmakers in het kader <strong>van</strong> mediapluralisme.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Recht en Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Peggy Valcke<br />

OSPI-Europe.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Zelfdoding is een belangrijke prioriteit voor het beleid in Vlaanderen,en diverse interventies worden dan ook opgezet in het kader <strong>van</strong> het<br />

Actieplan Suïcidepreventie. Ook in andere Europese landen is dit het geval.Tot nog toe bestaat er echter weinig wetenschappelijke evidentie dat<br />

een dergelijk beleid en interventies ook effectief in staat zijn om het aantal zelfdodingen op populatieniveau te verminderen.Het OSPI project, een<br />

samenwerking tussen 10 Europese onderzoekscentra waaronder LUCAS, wil deze evidentie aandragen door een gecontroleerde studie naar het<br />

effect <strong>van</strong> een multilevel interventie in 4 regios (in Ierland, Duitsland, Hongarije en Portugal).Deze interventie is een geoptimaliseerde versie <strong>van</strong> de<br />

4-sporenbenadering <strong>van</strong> EAAD (European Alliance Against Depression): deskundigheidsbevordering <strong>van</strong> hulpverleners en sleutelfiguren, publieke<br />

beeldvorming, en ondersteuning <strong>van</strong> patiënten, aangevuld met restrictie <strong>van</strong> middelen.De interventie wordt geëvalueerd op onmiddellijke effecte<br />

Organisaties:<br />

• LUCAS - Zorgonderzoek en Consultancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Chantal Van Audenhove<br />

Bergsons niet-reductionistische theorie <strong>van</strong> het bewustzijn. Een kritiekop de naturalisering <strong>van</strong> het bewustziijn in het<br />

Britse empirisme en de hedendaagse wetenschappen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Rudolf Bernet<br />

• Trevor Perri<br />

Finite-time tracking of robot manipulators under actuator saturation: theory and experiments.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Yuxin SU<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling PMA<br />

Onderzoekers:<br />

• Joris De Schutter<br />

• Jan Swevers<br />

• Yuxin Su<br />

Ontwerp <strong>van</strong> prioriteitsprotocollen en QoS in de ZigBee standaard<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Draadloze sensornetwerken of meer specifiek LR-WPAN (Low-Rate Wireless Personal Area Networks) zijn al geruime tijd vastgelegd in<br />

een standaard, ontwikkeld door IEEE-SA (Institute of Electrical and Electronics Engineers Standards Association) onder het nummer IEEE<br />

802.15.4. Door kostprijs en vermogenverbruik op de eerste plaats te zetten en grotere bitsnelheden en bereiken pas op de tweede plaats, staat<br />

deze standaard in sterk contrast met de huidige draadloze technologieën. Hij heeft dan ook niet de bedoeling om in concurrentie te gaan met<br />

andere standaarden, maar wil ze eerder aanvullen wat betreft de ondergrens voor bitsnelheid, vermogenverbruik en kostprijs.<br />

Een uitbreiding bovenop deze IEEE 802.15.4 standaard wat betreft de netwerk- en de applicatieaspecten, is vastgelegd door het industriële<br />

consortium met de naam ZigBee Alliance. Typische toepassingen kunnen worden gevonden in domotica, inbraakdetectie, gebouwautomatisering,<br />

industriële automatisering, patiëntenmonitoring, lokalisatie...<br />

Voor een draadloos sensornetwerk modelleren we elke stap <strong>van</strong> zender naar ont<strong>van</strong>ger in een testplatform met een bestaand softwarepakket<br />

(Matlab, Simulink, LabVIEW, Glomosim, NS2, ...). Er wordt ook een uitgebreid propagatiemodel toegevoegd, zodat reflecties, transmissies en<br />

diffracties <strong>van</strong> de voortgeplante stralen in de meest complexe testomgevingen kunnen worden gesimuleerd. De belangrijkste eigenschappen<br />

worden grondig uitgetest: energieverbruik, zelf-organiserend zijn <strong>van</strong> het netwerk, invloed <strong>van</strong> storingen, frequentieband, afstanden en dergelijke.<br />

Met data-acquisitiekaarten krijgen we meetresultaten met een gemengd gesimuleerd/gerealiseerd netwerk. Daarenboven bekijken we de<br />

mogelijkheid <strong>van</strong> lokalisatie in dergelijke netwerken. Ook wordt een koppeling met het internet via een Ethernet Gateway uitgebreid onderzocht en<br />

geïmplementeerd. We zoeken naar mogelijkheden om prioriteiten en Quality of Service (QoS) toe te voegen in het transmissieprotocol. Door de<br />

minder voorspelbare beschikbaarheid, door de beperkte stabiliteit <strong>van</strong> de verbinding en door de lagere bandbreedte is er immers een grote nood<br />

naar dergelijke draadloze QoS niveaus.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen<br />

• Vakgroep Elektronica<br />

Onderzoekers:<br />

• Jo Verhaevert<br />

• Frank Vanheel<br />

GP03511N GRIFFITH James.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Filip Raes<br />

Transitiemetalen-Gedopeerde Siliciumclusters: Van Moleculen tot assemblages.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In dit project stellen we een theoretische studie voor over de geometrische, energetische en spectroscopische eigenschappen <strong>van</strong> de Siclusters<br />

gedopeerd door transitiemetalen, met behulp <strong>van</strong> kwantumchemische berekeningen. Onze studie wordt uitgevoerd in samenhang met<br />

infrarood multifotondissociatie (IRMPD) spectroscopische experimenten die gehaald worden door de groep <strong>van</strong> Prof. Peter Lievens in het<br />

departement Natuurkunde. De vibrationele spectra vormen unieke structurele vingerafdrukken, maar de interpretatie voor IR spectra <strong>van</strong> clusters


moet vaak gedaan worden door theoretische voorspellingen. Wij beschouwen in het bijzonder de stabiele clusters die geschikt kunnen zijn voor het<br />

vormen <strong>van</strong> nieuwe soorten <strong>van</strong>nano-assemblages, met potentiële toepassingen als magnetische materialen.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Lievens<br />

• Minh Tho Nguyen<br />

• Ngan Vu Thi<br />

Geschiedbeoefening in Nederland, 1830-1860: een afwijking <strong>van</strong> het 'Algemeen Europees Patroon'?<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit onderzoek heeft tot onderwerp de tot op heden spaarzaam bestudeerdeNederlandse geschiedbeoefening. De geschiedenis in<br />

Nederland was afwijkend, omdat zij op tal <strong>van</strong> verschillende plaatsen beoefend werd. Deze verschillende plaatsen, milieux, zijn het uitgangspunt<br />

<strong>van</strong> mijn onderzoek; het zijn genootschappen, universiteiten, archieven, tijdschriften. Drie vragen beantwoord ik: wie het waren die de geschiedenis<br />

beoefenden, wat ze deden en produceerden, en wat hun drijfveer daarvoor was. Voorlopige conclusies: de historici werden gemotiveerd door<br />

patriottisme, een verlangen naar fysiek contact met het verleden en de eisen <strong>van</strong> de wetenschap, maar ook door gezelligheid.<br />

Organisaties:<br />

• Cultuurgesch. <strong>van</strong>af 1750<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Tollebeek<br />

• Pieter Huistra<br />

INTERINDIVIDUAL AND CONTEXTUAL VARIATION IN ASTHMA SYMPTOM PERCEPTION.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Astma is een chronische ziekte waar wereldwijd ongeveer 300 miljoen mensen last <strong>van</strong> hebben. Omdat astma niet kan genezen, is de<br />

behandeling <strong>van</strong> astma gericht op het bereiken <strong>van</strong> controle over astma (o.a. reductie <strong>van</strong> astmaklachten en preventie <strong>van</strong> astma-aanvallen).<br />

Behandelbeslissingen zijn vaak gebaseerd op de door de patiënt waargenomen ademhalingsklachten. Vaak is er echter geen een-op-een relatie<br />

tussen de astmaklachten die de patiënt waarneemt en luchtwegvernauwing of ontsteking <strong>van</strong> de luchtwegen, wat de behandeling <strong>van</strong> astma kan<br />

bemoeilijken. Zo kan bijvoorbeeld verslechtering <strong>van</strong> de ziekte niet opgemerkt worden, of kan een overmatige waarneming <strong>van</strong><br />

ademhalingsklachten leiden tot overmatig medicatiegebruik en een gedaalde levenskwaliteit. In dit doctoraat hebben we in kaart gebracht hoe de<br />

waarneming <strong>van</strong> ademhalingsklachten verloopt. Bij de waarneming <strong>van</strong> ademhalingsklachten staat de bedreigende waarde <strong>van</strong> wat we voelen<br />

centraal: ademhalingsklachten vertellen ons dat er iets mis<br />

Organisaties:<br />

• OE Gezondheidspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Verleden<br />

• Omer Van den Bergh<br />

• Thomas Janssens<br />

Multischaalmodellen voor watertransport in 3-D cellulaire weefsels <strong>van</strong> vruchten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling MeBioS<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Nicolai<br />

Het doel <strong>van</strong> dit project is om de toepasbaarheid en betrouwbaarheid <strong>van</strong>ultrasone technieken voor niet-destructief testen<br />

uit te breiden.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het brede gamma <strong>van</strong> materialen, productietechnieken en toepassingen stelt grote eisen aan technieken voor kwaliteitscontrole. Onder<br />

de beschikbare methodes voor niet-destructief testen zijn ultrasone technieken (20kHz-100MHz) waarschijnlijk de meest gebruikte. Spectroscopie<br />

op basis <strong>van</strong>niet-lineaire elastische golfvoortplanting heeft zich de laatste jaren sterk ontwikkeld, mede omwille <strong>van</strong> de vraag bij de industrie naar<br />

detectie <strong>van</strong> microschade en mede omwille <strong>van</strong> intensief onderzoek in dit gebiedgedurende de laatste 10 tot 15 jaar. Het doel <strong>van</strong> dit project is om<br />

de toepasbaarheid en betrouwbaarheid <strong>van</strong> ultrasone technieken voor niet-destructief testen uit te breiden. Om die reden worden experimentele<br />

technieken ondersteund door numerieke modellen en moderne technieken voor signaalverwerking.<br />

Organisaties:<br />

• Natuurkunde Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Koen Van Den Abeele<br />

• Herbert De Gersem<br />

• Lieven De Lathauwer<br />

Creatie <strong>van</strong> een Cross-disciplinair Doctoraatsprogramma in Hedendaagse Russische en Chinese Economische Rechten<br />

binnen een Globale Economy (RUCHIN)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het doel is het opzetten <strong>van</strong> een cross-disciplinair doctoraatsprogramme mbt Russische en Chinese Economische Rechten dmv<br />

uitwisselingen en samenwerkingen.<br />

Organisaties:<br />

• Economisch Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• KIM VAN DER BORGHT<br />

Functional prioritization and experimental validation of genes expressed in human blood platelets.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In dezoektocht om de complexe mechanismen tebegrijpen die tussenkomen bij de interactie <strong>van</strong> bloedplaatjes met gezonde en/ofzieke<br />

bloedvaten, worden een ganse reeks groteschaal genomische en proteomische studies uitgevoerd.Hieruit worden lijsten met duizende gekende en<br />

onbekende genen die inbloedplaatjes tot expressie komen, gegenereerd, o.a. door het EU-project Bloodomics. Van een groot deel <strong>van</strong>deze is geen<br />

specifieke functie in de plaatjes biologie gekend. Om uit die massa deze genen te identificerendie waarschijnlijk de grootste impact zullenhebben op<br />

plaatjesfunctie en daarmee gepaarde trombotische aandoeningen, is eenrangschikking <strong>van</strong> deze genen noodzakelijk. In dit project willen we


hetprogramma Endeavour gebruiken om de bloedplaatjesgenen te rangschikken,gevolgddoor functionele genomics op plaatjes om de impact <strong>van</strong><br />

de geselecteerdegenen opplaatjes functie te bevestigen of the ontkennen. Deze informatie wordt dangebruikt als feedback naar Endeavour, wat<br />

toelaat om deze te verbeter<br />

Organisaties:<br />

• Chemie Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Causmaecker<br />

• Hans Deckmyn<br />

Geranylgeranylatie en phosphatidylinositol 4-kinase als cellulaire doelwitten voor de inhibitie <strong>van</strong> hepatitis C virus<br />

replicatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Laboratorium Virologie en Chemotherapie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Neyts<br />

• Leen Delang<br />

Film als audiovisuele compositie?<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Dit onderzoek wil film onderzoeken als een audiovisuele compositie, waarbij klank niet noodzakelijkerwijze ondergeschikt is aan het beeld<br />

of het verhaal. Zintuiglijke indrukken kunnen de cognitieve herkenning overstijgen. In een dergelijke compositie wordt eerder een ervaring dan een<br />

betekenis overgedragen. Het gaat dan niet alleen om de verbinding <strong>van</strong> filmische elementen, maar om wat leeft in die elementen: het energetische<br />

bewegingskarakter er<strong>van</strong>. Dit sluit aan bij Deleuzes esthetiek <strong>van</strong> intensiteiten, waarin hij stelt dat een cineast in de eerste plaats denkt in beelden<br />

en klanken, met een eigen manier om dit materiaal samen te brengen die niet noodzakelijk verwijst naar het linguïstische model: ‘La référence au<br />

modèle linguistique est un détour dont il est souhaitable de se dépasser,’ verzucht hij.<br />

Ons onderzoek is vooral gericht op de klankband en neemt ‘innerlijke beweging’ als uitgangspunt. Heel dikwijls wordt ‘innerlijke beweging’<br />

automatisch gekoppeld aan de ‘emoties’. Maar is dat wel zo?<br />

In dit onderzoek stellen we de vragen: wat is die innerlijke beweging? Hoe kan je die weergeven? Wordt de innerlijke beweging door de muziek<br />

weergegeven of door de auditieve laag in haar geheel? Op welke manier verhoudt het auditieve zich dan tot het visuele? Zijn daar compositorische<br />

sleutels voor? In hoeverre speelt de interactie tussen klank en beeld hier een beduidende rol? Hoe kunnen we daar dan over spreken<br />

(terminologie)? Kunnen we dus spreken over de film als een audiovisuele compositie? Het is de bedoeling een terminologie en een analytische<br />

methode voor te stellen die zowel bruikbaar is in de analyse <strong>van</strong> de klankband <strong>van</strong> filmfragmenten als binnen het creatieve proces, en zowel voor<br />

de cineast als voor de componist en de sounddesigner.<br />

"Sound is 50% of a film, at least; sometimes 100%. It is the thing that can add so much emotion to a film. It's a thing that can add all the mood and<br />

create a larger world. It sets the tone and it moves things. It has great pull into a world – The sound... without it you've lost half the film."<br />

In dit citaat <strong>van</strong> David Lynch wordt de hiërarchie tussen de auditieve en visuele elementen omgekeerd. Bij Lynch treedt de klank uit zijn utilitaire<br />

keurslijf dat ooit bij het ontstaan <strong>van</strong> de klankfilm door de Amerikaanse filmproductie is bepaald: om puur economische redenen binnen de<br />

entertainmentcultuur werd beslist dat de klank op het einde <strong>van</strong> het productieproces zou komen, ondergeschikt aan de vertelling en het beeld. Er<br />

wordt nog steeds gesproken over film als ‘beeldcultuur’, over de ‘toeschouwer’ en over het ‘kijken’ naar films. Het is echter een feit dat een film ook<br />

beluisterd wordt en dat het auditieve aandeel in de film niet onaanzienlijk is. Bij de start <strong>van</strong> de klankfilm in Europa waren trouwens tal <strong>van</strong><br />

cineasten, componisten en theoretici zich bewust <strong>van</strong> de mogelijkheden om klank en beeld op een gedehiërarchiseerde manier synchroon te<br />

verbinden.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten<br />

• Vakgroep Theoretische omkadering <strong>van</strong> de kunstpraktijk<br />

• Vakgroep Audiovisuele kunsten<br />

Onderzoekers:<br />

• Martine Huvenne<br />

• Helena De Preester<br />

Analyse <strong>van</strong> trypanosomiase-geassocieerde inhibitie <strong>van</strong> B-cel lymphopoiese en mogelijke interventie strategieën.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: 1. Inleiding en onderzoekssituering binnen CMIM: Afrikaanse trypanosomiase wordt veroorzaakt door een parasitaire infectie en vormt<br />

een zware last voor zowel de sociale, als economische ontwikkelingen in Sub-Sahara Afrika. Jaarlijks veroorzaakt deze ziekte meer dan 500.000<br />

menselijke slachtoffers en doodt ongeveer 2 miljoen stuks vee, wat gepaard gaat met een economische schade die geschat wordt op meer dan 1<br />

miljard euro per jaar. Preventieve vaccinatie tegen trypanosomiase is tot op heden onmogelijk daar trypanosomen het immuunsysteem <strong>van</strong> de<br />

gastheer ontwijken door een ingenieus systeem <strong>van</strong> oppervlakte-eiwit variatie. Het oppervlak <strong>van</strong> een Afrikaanse trypanosoom is namelijk bedekt<br />

met 10 miljoen identieke Variant Surface Glycoproteïnen (VSG) die aan het buitenmembraan vastgehecht zijn via een Glycosylphosphatidyl inositol<br />

(GPI) anker. Daar de parasiet beschikt over een batterij <strong>van</strong> een 1000-tal verschillende VSG genen, die afwisselend tot expressie kunnen worden<br />

gebracht, is hij steeds instaat het gastheer antilichaam antwoord te ontlopen. De aanwezigheid <strong>van</strong> VSG op het trypanosoom oppervlak heeft<br />

echter ook nog andere directe bijkomende effecten op de gastheer. Tijdens infectie knipt een endogeen phospholipase C (PLC) enzym namelijk het<br />

GPI anker, waardoor VSG vrijkomt in de circulatie <strong>van</strong> de gastheer. Dit vrijgemaakte VSG is op zijn beurt betrokken in de inductie <strong>van</strong> Tumor<br />

Necrosis Factor (TNF), een inflammatoir cytokine geproduceerd door het immuunsysteem <strong>van</strong> de gastheer. De productie <strong>van</strong> TNF draagt in grote<br />

mate bij tot de ontwikkeling <strong>van</strong> het ziektebeeld <strong>van</strong> trypanosomiase (1). De onderzoekseenheid Cellulaire en Moleculaire Immunologie (CMIM,<br />

VUB) specialiseert zich reeds jaren in het bestuderen <strong>van</strong> de trypanosoom-gastheer interacties. Hierbij wordt in hoofdzaak gebruik gemaakt <strong>van</strong><br />

een Trypanosoma brucei model, waar bijzondere aandacht uitgaat naar de rol <strong>van</strong> TNF in zowel de infectiecontrole, als bij de ontwikkeling <strong>van</strong> het<br />

ziektebeeld <strong>van</strong> trypanosomiase (1,2). Een cruciaal aspect <strong>van</strong> de infectie waar CMIM zich recent heeft op toegespitst, is het feit dat de infectiegeassocieerde<br />

TNF inductie aan de basis ligt <strong>van</strong> de anemie die optreed tijdens T. brucei infecties. De oorzaak hiervoor wordt momenteel<br />

onderzocht op het niveau <strong>van</strong> het effect <strong>van</strong> TNF op (i) erythrophagocytose, (ii) de modulatie <strong>van</strong> het vetzuurmetabolisme en (iii) de modulatie <strong>van</strong><br />

het rode bloedcel (RBC) membraan. Nieuwe resultaten uit mijn thesis tonen aan dat TNF ook inwerkt op erythropoiese en dat tijdens trypanosoom<br />

infecties dit proces onderdrukt wordt op het niveau <strong>van</strong> de beenmerg stamcel (3). Gekoppeld aan het TNF onderzoek wordt sinds kort bij CMIM<br />

aandacht besteed aan de rol <strong>van</strong> dit cytokine in B-cel gemedieerde controle <strong>van</strong> trypanosomiase. Hierbij werd recent ontdenkt dat samen met het<br />

verdwijnen <strong>van</strong> RBCs, ook B-cellen verdwijnen tijdens infectie (4,5). Uit de initiële resultaten <strong>van</strong> mijn doctoraatsonderzoek dat ik als BAEF bursaal<br />

geïnitieerd heb aan de Universiteit <strong>van</strong> Massachusetts (UMASSAmherst, USA) blijkt dat ook dit defect in grote mate te wijten zou kunnen zijn aan


een blokkering <strong>van</strong> beenmerg stamcel differentiatie of B-cel lymphopoiese. Hierdoor zou de gastheer geen nieuwe B-cellen meer kunnen<br />

aanmaken tijdens infectie. Deze hypothese vormt het startpunt <strong>van</strong> het hieronder voorgestelde onderzoeksproject. 2. Probleem- en doelstelling: Bcellen<br />

zijn cruciaal voor Trypanosoma brucei parasietcontrole, maar deze beschermende arm <strong>van</strong> het immuunsysteem lijkt zeer snel zijn efficiëntie<br />

te verliezen tijdens infectie. Terwijl bij CMIM reeds onderzoek is gestart naar de negatieve effecten <strong>van</strong> trypanosomiase op gedifferentieerde Bcellen,<br />

is het onderzoek dat we hier voorstellen gericht op een fundamentele analyse <strong>van</strong> modulaties <strong>van</strong> pre-B-cellen. Het doel is het mechanisme<br />

te ontrafelen dat T. brucei parasieten instaat stelt het proces <strong>van</strong> hematopoise te onderdrukken, en de aanmaak <strong>van</strong> nieuwe B-cellen te<br />

verhinderen. Het project zal nagaan: (i) of infectie virulentie, inductie <strong>van</strong> inflammatie en inhibitie <strong>van</strong> B-cel lymphopoiese gekoppeld zijn, (ii) welke<br />

intracellulaire B-cel signaaltransductie kaskades hierbij betrokken zijn, (iii) of nieuwe interventie strategieën kunnen uitgewerkt worden die de<br />

infectie-geassocieerde inhibitie <strong>van</strong> B-cel lymphopoiese kunnen tegengaan. Hierdoor zou het mogelijk worden (i) het ziektebeeld <strong>van</strong><br />

trypanosomiase sterkt te verminderen, en (ii) zou dit de gastheer toelaten zijn adaptief (B-cel) immuunsysteem efficiënter te gebruiken in het<br />

gevecht tegen de trypanosoom.<br />

Organisaties:<br />

• Toegepaste Biologische Wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefan MAGEZ<br />

Arm- en handfunctie bij kinderen met een unilaterale cerebrale parese: longitudinale evolutie en neurologische<br />

determinanten <strong>van</strong> het klinisch beeld.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Neuromotorische Revalidatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Paul De Cock<br />

• Hilde Feys<br />

• Katrijn Klingels<br />

Niet-lineaire fysica <strong>van</strong> individuele en gekoppelde microactiviteiten.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Microcaviteteiten zijn sleutelcomponenten in de fotonica, en de fysica <strong>van</strong> microcaviteiten is een bloeiende onderzoekstopic met<br />

daarenboven een enorm toepassingspotentieel. Danksij revoluties in de epitaxiale technieken waarmee micro-en nanostructuren worden<br />

aangebracht in halfgeleiders enerzijds, en door de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe artificieel gestructureerde composietmaterialen, de zgn. metamaterialen<br />

anderzijds, is men nu in staat om de eigenschappen <strong>van</strong> microcaviteiten te boetseren en nieuwe functionaliteiten aan te wenden. Zowel actieve als<br />

passieve microcaviteiten worden op dit moment ontwikkeld om laag-vermogen, optisch niet-lineaire, geïntegreerde componenten (bvb. volledige<br />

optische geheugens) te realiseren.<br />

Organisaties:<br />

• Toegepaste Natuurkunde en Fotonica<br />

Onderzoekers:<br />

• Guy VAN DER SANDE<br />

Studieopdracht Ruraal Erfgoed.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Technum Tractebel Eng. UA voert daarbij een toegepast<br />

landschapshistorisch onderzoek uit naar de landschapsgenese en ontwikkeling in de Wase Polders, alsook ondersteunend onderzoek naar het<br />

monumentaal, landschappelijk en archeologisch erfgoed <strong>van</strong> dit gebied dat bestaat uit (delen <strong>van</strong>) de historische polders Prosperpolder,<br />

Doelpolder, Nieuw- en Oud Arenbergpolder en Koningskieldrechtpolder.<br />

Organisaties:<br />

• Politieke geschiedenis<br />

Onderzoekers:<br />

• Tim Soens<br />

SMARTGRIDS-ETPS<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - ELECTA<br />

Onderzoekers:<br />

• Ronnie Belmans<br />

Multischaalmodellering <strong>van</strong> lichtpropagatie in biologisch weefsel.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Vis/NIR-spectroscopie is een veel gebruikte techniek voor snelle en niet-destructieve meting <strong>van</strong> chemische en fysische eigenschappen<br />

<strong>van</strong> biologische producten (e.g. appels, eieren, bloed,...). De wijziging <strong>van</strong> Vis/NIRlicht bij doorgang door een biologisch weefsel is het resultaat <strong>van</strong><br />

een complex proces <strong>van</strong> molecuulspecifieke absorptie en meervoudige verstrooiing door interactie <strong>van</strong> het licht met de microstructuur. Simpele<br />

meting <strong>van</strong> de attenuatie <strong>van</strong> de uitgestuurde lichtbundel door interactie met de materie, zoals dit klassiek gebeurt, is onvoldoende om de informatie<br />

over de chemische samenstelling (absorptie) en de microstructuur (verstrooiing) nauwkeurig te scheiden. In dit mandaat wordt uitgegaan <strong>van</strong> de<br />

hypothese dat multischaal-modellering <strong>van</strong> lichtpropagatie in biologische weefsels zal toelaten om innovatieve Vis/NIR-spectroscopische sensoren<br />

teontwikkelen voor nauwkeurige en niet-destructieve meting <strong>van</strong> de microstructuureigenschappen en de chemische samenstelling <strong>van</strong> deze weefse<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling MeBioS<br />

Onderzoekers:<br />

• Herman Ramon<br />

• Bart Nicolai<br />

• Jan Swevers<br />

• Wouter Saeys<br />

Studie <strong>van</strong> de moleculaire mechanismen <strong>van</strong> tumor progressie, in het licht <strong>van</strong> een veranderde werking <strong>van</strong><br />

HMGA,FURINE,LPP en fosfatase PP2A, met gebruik <strong>van</strong> nieuw ontwikkelde (fosfo)-proteomics technieken en speciale<br />

muis-modellen.


K.U.Leuven<br />

Abstract: Studie <strong>van</strong> de moleculaire mechanismen <strong>van</strong> tumor progressie, in het licht <strong>van</strong> een veranderde werking <strong>van</strong> HMGA,FURINE,LPP en<br />

fosfatase PP2A, met gebruik <strong>van</strong> nieuw ontwikkelde (fosfo)-proteomics technieken en speciale muis-modellen, om zo te komen tot een selectie <strong>van</strong><br />

potentiële biomarkersvoor een diagnose op een vroeg stadium en een selectie <strong>van</strong> een aantal inhibitoren met laag molecuulgewicht voor gebruik in<br />

preklinische testen.<br />

Organisaties:<br />

• L_Fosfoprote<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Goris<br />

• Etienne Waelkens<br />

• Veerle Janssens<br />

• Johannes Creemers<br />

• Willem Van de Ven<br />

Naar een algemene theorievorming inzake advisering in het bestuursrecht<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Volgens het zorgvuldigheidsbeginsel moet het bestuur zijn beslissingen op een zorgvuldige wijze voorbereiden. Daarom wint het vaak het<br />

advies in <strong>van</strong> externe adviseurs, zowel publieke als private. Het doel <strong>van</strong> dit onderzoek is te komen tot een algemene theorievorming inzake de<br />

advisering aan de overheid aan de hand <strong>van</strong> een analyse <strong>van</strong> de binnen- en buitenlandse regelgeving, rechtspraak en rechtsleer.<br />

Organisaties:<br />

• Overheid en Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Ingrid Opdebeek<br />

• Steven Denys<br />

Geconcerteerd onderzoek <strong>van</strong> vaste stoffen op nanometerschaal : (multi)functionaliteit via het op maat maken <strong>van</strong><br />

afmeting en structuur.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Kern- en Stralingsfysica<br />

Onderzoekers:<br />

• Margriet Van Bael<br />

• Peter Lievens<br />

• Jean-Pierre Locquet<br />

• Wilfried Vandervorst<br />

• Christian Van Haesendonck<br />

• Kristiaan Temst<br />

• André Vantomme<br />

Raamwerkovereenkomst. Dienstverlening<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Optoelectronic Industry and Technology Development Association OITDA' hebben voor het project '<br />

Framework Agreement. Providing services on a case by case basis.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht <strong>van</strong><br />

de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de<br />

valorisatie <strong>van</strong> het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten<br />

overeenkomst.<br />

Organisaties:<br />

• Toegepaste Natuurkunde en Fotonica<br />

Onderzoekers:<br />

• HEIDI OTTEVAERE<br />

Neurale stamcellen: moleculaire en fysiologische controle <strong>van</strong> in vivo differentiatie, migratie en immunogeniciteit.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Gedurende de voorbije 3 jaar (1ste FWO post-doctoraal mandaat) richtte ons onderzoek zich in eerste instantie op de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

multimodale beeldvormingstechnieken, waaronder in vivo 'magnetische resonantie' en 'bioluminescentie' beeldvorming en post-mortem<br />

histologische analyse, ter detectie en karakterisering <strong>van</strong> stamcelimplantaten in het CZS bij muizen. Combinatie <strong>van</strong> deze 3 technieken laat ons nu<br />

toe om in vivo overleving en differentiatie <strong>van</strong> geïmplanteerde mesenchymale en neurale stamcellen real-time op te volgen en histologisch te<br />

valideren.<br />

Organisaties:<br />

• VAXINFECTIO<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Ponsaerts<br />

• Zwi Berneman<br />

Het einde <strong>van</strong> de Griekse atletiek.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De meeste handboeken over Griekse geschiedenis of over de oude Olympische spelen stellenhet verbod op de Olympische spelen in de<br />

jaren 390 door Theodosius I voor alseen vaststaand feit. In feite is dit echter slechts een veronderstelling, eenfoutieve veronderstelling zelfs, over<br />

een episode in de geschiedenis die langverwaarloosd is door historici. Dit doctoraat heeft als bedoeling om het einde<strong>van</strong> de Griekseatletiekspelen<br />

grondig te onderzoeken, zowel de chronologie alsde mogelijke oorzaken. Het gaat over de vele atletiekspelen die een grootinternationaal circuit<br />

vormden, en niet enkel over de Olympische spelen, dieslechts één belangrijke schakel in dit circuit waren.Het eerste deel <strong>van</strong> dit boek schetst het<br />

geleidelijkeverval <strong>van</strong> dit circuit in de vierdeeeuw n.C. De fundamentele vraag die hierbij altijd in het achterhoofd gehouden wordtis of het<br />

verminderen <strong>van</strong> bronnenover atletiek ook werkelijk suggereert datatletiek ook minder populair werd. Er zijn immers altijd ook andere factorend<br />

Organisaties:<br />

• Oudheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Willy Clarysse<br />

• Sofie Remijsen


Structure- function studies of recombinant two-domain peptides from scorpion venom with activity against pathogens.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Lab Toxicologie en Bromatologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Tytgat<br />

Optisch <strong>van</strong>gen en vibrationele analyse <strong>van</strong> enkele moleculen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit FWO ondrzoek is de ontwikkeling <strong>van</strong> een technologie die het mogelijk maakt de chemische eigenschappen <strong>van</strong> een<br />

enkel molecule te onderzoeken. De studie <strong>van</strong> (bio)moleculen wordt gerealizeerd door gebruik te maken <strong>van</strong> "surface enhanced Raman scattering<br />

(SERS)", een optische techniek waarmee de vibrationele toestanden <strong>van</strong> de moleculen in een regio met hoge veldversterking bestudeerd kunnen<br />

worden en zo informatie geven over de chemische samenstelling <strong>van</strong> de moleculen. Om detectie <strong>van</strong> één enkel molecule te bereiken zal optische<br />

trappen toegepast wordenom de moleculen te manipuleren in het hot spot met nanometer ruimtelijke resolutie. Het eerste doel <strong>van</strong> dit project is het<br />

ontwerpen, fabriceren en karakteriseren <strong>van</strong> metallische nanostructuren die gebruiktkunnen worden als SERS substraten. De focus zal liggen op<br />

verhoogde planaire plasmon structuren met een hoge veld versterking. Het tweede doel <strong>van</strong> dit project betreft SERS metingen op moleculen die<br />

gemanipuleerd worden via o<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme<br />

Onderzoekers:<br />

• Liesbet Lagae<br />

• Pieter Neutens<br />

Een web service voor stylometrie- en leesbaarheidsonderzoek voor het Nederlands<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Abstract nog niet beschikbaar<br />

Organisaties:<br />

• Departement Vertaalkunde<br />

• Vakgroep Taaltechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Veronique Hoste<br />

Bestuderen, vormgeven en begeleiden <strong>van</strong> de onderzoeksvragen <strong>van</strong> UPC Sint-Kamilus.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Klinische Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Corveleyn<br />

Onderzoeksintegratie en meta-analyse <strong>van</strong> geïndividualiseerd en grootschalig onderzoek: methodologie en toepassing op<br />

onderzoek naar de behandeling <strong>van</strong> probleemgedrag bij personen met ernstig en diep verstandelijke beperkingen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit doctoraatsonderzoek richt zich op interventies of behandelingen om probleemgedrag bij mensen met verstandelijke beperkingen te<br />

verminderen.Agressief gedrag zoals schoppen en slaan, destructief gedrag zoals dingen kapot maken, en zelfverwondend gedrag zijn voorbeelden<br />

<strong>van</strong> probleemgedrag. Bij mensen met verstandelijke beperkingen komt dergelijk probleemgedrag vaak voor. Het probleemgedrag heeft nadelige<br />

gevolgen voor zowel de persoon zelf als zijn omgeving. Daarom zijn er verschillende behandelingen uitgewerkt om het probleemgedrag in te<br />

perken. De inhoudelijke vragen die wij ons stellen in dit doctoraatsonderzoek zijn onder andere welke interventies er zijn, hoe goed die interventies<br />

werken, onder welke omstandigheden ze beter en minder goed werken, en hoe deze interventies ervaren worden door de persoon en zijn<br />

omgeving (familie, begeleiders, ). Wetenschappelijk onderzoek over een bepaald onderwerp kan worden uitgevoerd op een kwalitatieve en/of op<br />

een kwantitatieve manier. Bi<br />

Organisaties:<br />

• OE Methodologie vh Pedagogisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Beatrijs Maes<br />

• Patrick Onghena<br />

• Mieke Heyvaert<br />

Mesoschaal modelleren <strong>van</strong> microstructurele veranderingen in polykristallijne materialen bestaande uit meerdere<br />

componenten en fasen met behulp <strong>van</strong> de faseveldmethode.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Veel technische materialen (structurele materialen, dunne filmen en nanomaterialen) zijn legeringen <strong>van</strong> meerdere chemische elementen<br />

en bestaanuit meerdere korrels met een verschillende kristalstructuur (een fase),-oriëntatie en samenstelling. De faseveldmethode is een krachtige<br />

techniek voor het modelleren <strong>van</strong> de evolutie <strong>van</strong> zulke complexe morfologieën.Een <strong>van</strong> de uitdagingen op dit moment is het ontwikkelen <strong>van</strong><br />

kwantitatieve faseveldmodellen voor polykristallijne materialen met meer dan 2 fasen en meer dan 2 componenten. Binnen het tweede mandaat wil<br />

de aanvraagster een faseveldmodel uitwerken voor simulaties op mesoschaal dat de bulkeigenschappen en fase- en korrelgrenseigenschappen<br />

correct in rekening brengt als functie <strong>van</strong> de lokale samenstelling, kristaloriëntatie en inclinatie <strong>van</strong> de korrel- of fasegrens. Nieuwe<br />

modelleringaspecten zijn het kwantitatief correct beschrijven <strong>van</strong> korrelgrenssegregatie, -drag, en -diffusie. De ontwikkelde methode zal toegepast<br />

worden in onderzoekspr<br />

Organisaties:<br />

• Duurzaam Materialenbeheer<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Blanpain<br />

• Patrick Wollants<br />

• Nele Moelans<br />

Consent in a Trial and Care Environment.<br />

K.U.Leuven


Abstract: CONTRACT is about consent. The project focuses on analysing how the legal (and underlying ethical) concepts of informed consent in<br />

the European CONTRACT will support the European Commission and other policymakers inachieving a clear Community framework by providing<br />

clarity on differentconcepts of informed consent on European and national level. CONTRACT'sapproach will be based on facts and figures by<br />

delivering an empirical survey about the handling of consent in European and national translational trials. CONTRACT will identify good practices in<br />

obtaining and administering informed consent in translational research and will give recommendations on possible harmonization of and common<br />

approaches to the legal framework.CONTRACT has already built a target community for its services, the 'partner projects', which will be significantly<br />

enlarged after the project's start. CONTRACT will offer a help desk for its target audience onconsent issues and will constantly support partner<br />

projects an<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Recht en Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Joseph Dumortier<br />

De grensoverschreidende informele economie in Sub-Sahara Afrika : criminalisering of overleving ? Case-studie West<br />

Nile regio.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Grensoverschrijdende informele handel wordt vooral gezien als een 'wapen <strong>van</strong> de sterken', waarbij politieke en economische elites deze<br />

handel gebruiken voor privaat winstbejag en/of het financieren <strong>van</strong> criminele bewegingen; terwijl een andere visie informele economie beschouwd<br />

als een 'overlevingsoptie' <strong>van</strong> de zwakkeren, door dewelke gemarginaliseerde secties <strong>van</strong> de bevolking proberen te overleven. Dit postdoctoraal<br />

onderzoeksproject wil door het bestuderen <strong>van</strong> de 'echte' grensoverschrijdende informele economie (MacGaffey 1991) het spanningsveld tussen<br />

beide benaderingen onderzoeken, omdat deze discussie belangrijke implicaties heeft op het vlak <strong>van</strong> economische ontwikkeling en staatsvorming<br />

in grensgebieden en ver daarbuiten. Het West-Nile grensgebied in (Noord West) Oeganda, grenzend aan (Noord Oost) Kongo en (Zuid West)<br />

Soedan wordt gekozen als gevalstudie.<br />

Organisaties:<br />

• Politieke economie <strong>van</strong> de Grote Meren Regio<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom De Herdt<br />

• Kristof Titeca<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe exchange-correlatie functionalen en introduceren <strong>van</strong> fractionele bezettingen in KS-DFT.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De doelstelling <strong>van</strong> dit project is het ontwikkelen <strong>van</strong> nieuwe exchange-correlatie functionalen, gebruikmakend <strong>van</strong> data uit post-HF<br />

gecorreleerde methoden. Het project is ingedeeld in drie fasen, waarbij in de eerste fase een exchange-functionaal zal ontwikkeld worden die in<br />

staat is om de exacte Hartree-Fock exchange-energie te reproduceren, gebaseerd op ideeën voorgesteld door Springborg en Dhal in 1999 welke<br />

echter tot op heden niet geïmplementeerd werden. In de tweede fase zal, met een gelijkaardige werkwijze, een correlatie-functionaal ontwikkeld<br />

worden, gefit op de MP2 energie-correctie. Hierbij is een uitbreiding tot hogere ordes in een later stadium mogelijk. In de derde en belangrijkste<br />

fase <strong>van</strong> het project zullen ook de elementen <strong>van</strong> de MP2-gecorrigeerde dichtheidsmatrix in de vorm <strong>van</strong> een functionaal in de SCF cyclus<br />

meegenomen worden, wat toelaat om het Kohn-Sham formalisme uit te breiden naar het gebruik <strong>van</strong> fractionele bezettingen voor orbitalen.<br />

Organisaties:<br />

• Structuurchemie<br />

Onderzoekers:<br />

• Christian Van Alsenoy<br />

• Alisa Krishtal<br />

Mechanisme <strong>van</strong> binding <strong>van</strong> alternatieve substraten aan HIV-1 reverse transcriptase.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie<br />

Onderzoekers:<br />

• Arnout Ceulemans<br />

• Servaas Michielssens<br />

De computationele leerbaarheid <strong>van</strong> morfologisch complexe talen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Doelstelling <strong>van</strong> het project: Traditionele systemen voor spellingcontrole maken gebruik <strong>van</strong> een woordenlijst. Wanneer een<br />

woord niet voorkomt in de woordenlijst, markeert het systeem het woord als "fout". Recente systemen (o.a. Németh 2009) benaderen het probleem<br />

<strong>van</strong> spellingcontrole voor agglutinerende talen <strong>van</strong>uit een andere invalshoek: een woord wordt beschouwd als een spelfout, als het niet kan worden<br />

gegenereerd door eenachterliggend morfotactisch model. In dit project onderzoeken we hoe een spellingchecker kan gebruikt worden als<br />

hulpmiddel bij het automatisch leren <strong>van</strong> een morfotactisch systeem voor het Swahili.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Guy De Pauw<br />

• Walter Daelemans<br />

Numerieke methoden voor vortexpatronen in niet-lineaire partiële differentiaalvergelijkingen<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Toegepaste wiskunde en numerieke analyse<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Vanroose<br />

• Nico Schlömer<br />

Kwantumdynamica <strong>van</strong> sterk anisotrope moleculaire nanomagneten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het project beoogt een bijdrage te leveren aan het theoretische onderzoek naar de mechanismen die ten grondslag liggen aan de werking<br />

<strong>van</strong> single-molecule magnets (SMM, ook nanomagneten genoemd). Een SMM is een molecule dat zich kan gedragen als een magneet op zichzelf.


De momenteel bekende SMMs vereisen echter nog een zeer lage temperatuur om hun gedrag alspermanente magneet te activeren, wat voorlopig<br />

nog toepassingen bemoeilijkt. Chemici proberen de temperatuurslimiet te verhogen door nieuwe SMMs te synthetiseren met verschillende<br />

metaalionen. Zo werd onlangs een nieuwe klasse <strong>van</strong> SMMs ontdekt, gebaseerd op lanthanide-ionen. Het is bekend dat de magnetische<br />

eigenschappen <strong>van</strong> lanthanide-ionen verschillen <strong>van</strong>die <strong>van</strong> transitiemetaalionen (waarop eerder bekende SMMs gebaseerd waren), zowel wat<br />

betreft hun individueel gedrag als de manier waarop zij interageren met elkaar. De gevolgen <strong>van</strong> deze verschillen voor het gedrag <strong>van</strong> de nieuwe<br />

SMMs is echter nog grotendeels onbekend. Het doel <strong>van</strong><br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie<br />

Onderzoekers:<br />

• Liviu Cibotaru<br />

Literaire figuraties <strong>van</strong> koloniale degeneratie omstreeks 1900 <strong>van</strong>uit vergelijkend postkoloniaal perspectief.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit onderzoek is gewijd aan literaire figuraties <strong>van</strong> koloniale degeneratie en de koloniale gedegenereerde in Europese prozateksten,<br />

historisch-vergelijkend beschouwd in relatie tot publieke debatten over de beschavingsmissie omstreeks 1900 in respectievelijk België, Nederland,<br />

Engeland en Frankrijk.Dit project beoogt enerzijds een analyse te geven <strong>van</strong> de verweving <strong>van</strong> koloniale literatuur, historisch contingente debatten<br />

over de ethiek <strong>van</strong> het imperialisme en de ideëengeschiedenis <strong>van</strong> het degeneratieconcept tijdens het fin de siècle. Anderzijds wenst het <strong>van</strong>uit<br />

eencomparatief perspectief een originele methodologische bijdrage te leveren aan het postkoloniale onderzoek en diens traditionele (Anglofone en<br />

in mindere mate Francofone) focus.<br />

Organisaties:<br />

• Lit. Rel.& Postnat. Ident.<br />

Onderzoekers:<br />

• Theodoor D'haen<br />

• Sarah De Mul<br />

Tarwegluten: <strong>van</strong> een agro-industrieel bijproduct naar biogebaseerde, hoog-performante materialen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Eén <strong>van</strong> de bijzondere eigenschappen <strong>van</strong> tarwe gluten eiwitten is dat zeomvormen tot een visco-elastische massa bij toevoeging <strong>van</strong><br />

water. Daardoor is bloem op basis <strong>van</strong> tarwe geschikt voor de productie <strong>van</strong> brood en pasta. Tarwegluten is beschikbaar in grote hoeveelheden<br />

aan een relatieflage kostprijs als bijproduct <strong>van</strong> de tarwegebaseerde zetmeelindustrie. Dit, samen met zijn intrinsieke eigenschappen, maakt<br />

tarwegluten een geschikte hernieuwbare grondstof voor de omzetting naar bio-gebaseerde, hoog-performante materialen. Echter, de thermomechanische<br />

eigenschappen <strong>van</strong> huidige glutenmaterialen zijn lang niet zo goed als deze <strong>van</strong> gangbare synthetische kunststoffen. Het huidige<br />

project wil de eigenschappen <strong>van</strong> glutenmaterialen verbeteren via een grondige studie naar de invloed <strong>van</strong> de afzonderlijke glutencomponenten op<br />

de materiaaleigenschappen en gebruik makend <strong>van</strong> benaderingen die hun werking hebben bewezen bij het optimaliseren <strong>van</strong> de eigenschappen<br />

<strong>van</strong> synthetische polymeren. Bovendien<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Polymeerchemie en -materialen<br />

Onderzoekers:<br />

• Ignace Verpoest<br />

• Bart Goderis<br />

• Jan Delcour<br />

• Kristof Brijs<br />

• Mario Smet<br />

• Peter Van Puyvelde<br />

• N. N.<br />

Amor technologiae. Een kritische reflectie op het gebruik <strong>van</strong> nieuwe informatietechnologie aan de hand <strong>van</strong> het werk <strong>van</strong><br />

Marshall McLuhan en Andrew Feenberg.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Inleiding Nieuwe informatietechnologieën (digitale media) kennen sinds geruime tijd een ontzaglijke opgang. De publieksreceptie er<strong>van</strong><br />

verloopt vaak kritiekloos en zelfs 'hartstochtelijk', ondanks steeds kritische waarschuwingen <strong>van</strong> techniekfilosofen. Onderhavig projectvoorstel stelt<br />

de vraag naar die sterke gehechtheid. Ze doet dat - gezien het tribalistische, tot participatie uitnodigende karakter <strong>van</strong> nieuwe informatietechnologie<br />

- op basis <strong>van</strong> het werk <strong>van</strong> Marshall McLuhan en Andrew Feenberg. Probleemstelling Het thema behoeft een genuanceerde benadering; wellicht<br />

moet vermeden worden de 'liefde voor informatietechnologie' terug te voeren, enerzijds tot lege, technofiele behoeften (cf. Rapp, 1995, 1999),<br />

anderzijds tot een symptoom <strong>van</strong> een beschaving-in-crisis (cf. Bauman, 2005). Enkel in het spanningsveld tussen technofobie en technofilie, tussen<br />

dystopie en utopie kan het verschijnsel afdoend behandeld worden. Aldus splitst de probleemstelling zich in twee vragen: 1. Waarom zijn we zo<br />

gehecht, verknocht aan onze informatietechnologie, ook al zou deze op controle en uniformisering gericht zijn en eventueel noodlottige effecten<br />

hebben? (dystopisch aspect) 2. Kunnen mensen een voldoende kritisch potentieel ontwikkelen ten opzichte <strong>van</strong> informatietechnologie, wanneer ze<br />

ze doorgaans achteloos omarmen als leniging <strong>van</strong> - bestaande of nieuw ontstane - behoeften? (utopisch aspect) Deze vragen zijn urgenter dan ooit<br />

in een tijd waarin nieuwe 'tools', gadgets en diensten elkaar aan een hoog tempo opvolgen. Niet slechts het effect <strong>van</strong> informatietechnologie, de<br />

bemiddeling <strong>van</strong> technologische artefacten of hoe mensen met informatietechnologie omgaan zijn aan de orde: ook de sterke emotionele<br />

aanhechting tussen mens en informatietechnologie dient in het licht gesteld te worden. 'Verlangen' mensen nieuwe informatietechnologieën?<br />

'Verleiden' deze ons?<br />

Organisaties:<br />

• Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc VAN DEN BOSSCHE<br />

Multi-level legal framework of radioactive waste management and Good Governance.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project wil een uitgebreide en multidisciplinaire beoordeling over het Europese wettelijke kader inzake radioactief afvalbeheer geven.<br />

Dezebeoordeling is noodzakelijk om de mogelijkheden te identificeren die kunnen bijdragen tot wettelijke herschikking <strong>van</strong> praktijken <strong>van</strong> goed<br />

bestuur inzake radioactief afvalbeheer. Het project zal onderzoeken hoe gemeenschappelijke beleidslijnen en regelgeving in het domein <strong>van</strong><br />

radioactiefafvalbeheer binnen het wettelijk kader <strong>van</strong> de EU bepaald worden in overeenstemming met de principes <strong>van</strong> goed bestuur. Hiervoor zal<br />

het project een geschikt concept <strong>van</strong> goed bestuur voor radioactief afvalbeheer ontwikkelen. Daarna zal het project een beeld vormen <strong>van</strong> de<br />

essentiële en institutionele aspecten <strong>van</strong> regelgeving betreffende radioactief afvalbeheer. In deze context zal het project de bestaande normen en<br />

principes in het Europese wettelijk stelsel onderzoeken, alsook de institutionele bekwaamheden en functies <strong>van</strong> de Europese Commissie, de<br />

Europese Raad en<br />

Organisaties:


• OE Internationaal en Europees Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Wouters<br />

• Kohyar Farhang Pajouh<br />

Het ontwikkelen <strong>van</strong> statische modellen voor de analyse <strong>van</strong> array CGH data.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: nbsp;Het doel <strong>van</strong> dit project is het ontwikkelen <strong>van</strong> een nieuwe statistischemethodologie in het speciale geval <strong>van</strong> single cell array CGH.<br />

Het signaal <strong>van</strong> single cell array CGH wordt beïnvloed door een amplificatievertekening. De nieuwe methodologie zal ons in staat stellen om<br />

kopienummervariaties <strong>van</strong> alle chromosomen te detecteren, namelijk volledig afwijkende chromosomen en segmentele afwijkingen. Het<br />

vernieuwende <strong>van</strong> dit project is de correctie voor de amplificatie vertekening en de detectie <strong>van</strong> nieta priori gekende segmentele afwijkingen in<br />

enkelvoudige cellen. We zullen hoofdzakelijk gebruik maken <strong>van</strong> de methodologie <strong>van</strong> finite mixture modellen. Wegens de hoge dimensionaliteit<br />

<strong>van</strong> microarray data is eengoede visualisatie <strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> de data-analyse belangrijk opdat clinici de resultaten op een makkelijke manier<br />

kunnen interpreteren.<br />

Organisaties:<br />

• L-BioStat<br />

Onderzoekers:<br />

• Joris Vermeesch<br />

• Emmanuel Lesaffre<br />

• Geert Verbeke<br />

• Michèle Ampe<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> gea<strong>van</strong>ceerde en verbeterde aëro-elastische modellen.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Aëro-elasticiteit, of stroming-structuur interactie, kan resulteren in buitensporige trillingen <strong>van</strong> bijvoorbeeld een vleugel <strong>van</strong> een vliegtuig of<br />

de schoep <strong>van</strong> een windturbine. Deze aëro-elastische instabiliteiten worden veroorzaakt door een sterke koppeling (wisselwerking) tussen de<br />

stroming en de trillende structuur. Het toenemende gebruik <strong>van</strong> lichtere materialen en meer flexibele structuren resulteert in nieuwe uitdagingen en<br />

vraagt naar gea<strong>van</strong>ceerde en verbeterde aëro-elastische modellen.<br />

In dit project wensen we meer inzicht te verwerven in het (experimenteel en numeriek) modelleren <strong>van</strong> aëro-elastische systemen. Gea<strong>van</strong>ceerde<br />

modellen zullen opgebouwd worden via een gecombineerde experimentele-numerieke aanpak.<br />

Zo een gecombineerde experimentele-numerieke aanpak wordt courant gebruikt in het domein <strong>van</strong> de modale analyse om numerieke eindige<br />

elementen modellen <strong>van</strong> trillende structuren te verbeteren aan de hand <strong>van</strong> experimentele geschatte modale parameters (zoals o.a.<br />

resonantiefrequenties). Gedurende dit project zal deze aanpak veralgemeend worden naar aëro-elastische systemen waarbij de stroming-structuur<br />

interactie in beschouwing wordt genomen.<br />

Organisaties:<br />

• Toegepaste Mechanica<br />

Onderzoekers:<br />

• PATRICK GUILLAUME<br />

Vlaams luik <strong>van</strong> het Vlaams/Nederlandse samenwerkingsproject in het kader <strong>van</strong> de pan-Europese infrastructuuruitbouw<br />

Common language resources and technology infrastructure (CLARIN).<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Marie-Francine Moens<br />

Ontwerpgevoeligheidsanalyse voor vibro-akoestische analyse in het middennte gebied met de golfgebaseerde<br />

voorspellingstechniek.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling PMA<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Desmet<br />

• Kunmo Ku<br />

Proteomische studie <strong>van</strong> de mechanotransductie in mesenchymale stamcellen. Toepassing op implantaat<br />

osseointegratie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Botvorming wordt in belangrijke mate gestuurd door de lokale mechanische omgeving. De biologische cascade die hieraan ten grondslag<br />

ligt, is nog niet volledig opgehelderd. Daartoe zal het onderzoeksproject het eiwitexpressie patroon en hun functie tijdens mechanische belasting<br />

<strong>van</strong> differentiërende botcellen bestuderen aan de hand <strong>van</strong> massa spectrometrie en massa spectrometrie gebaseerde beeldvorming. In het in vitro<br />

deel <strong>van</strong> het project zal gebruik gemaakt worden <strong>van</strong> een vloeistofstroom celcultuur systeem en beenmerg mesenchymale stamcellen voor het<br />

bestuderen <strong>van</strong> het mechanotransductie proces. Na screening en selectie <strong>van</strong> de belastingsconditie die een optimale celrespons teweegbrengt ten<br />

aanzien <strong>van</strong> schuifspanning zal er een eiwitprofilering op verschillende tijdstippen <strong>van</strong> belasting uitgevoerd worden via 2-D electroforese,<br />

beeldanalyse, massa spectrometrie (MALDI TOF TOF) en bioinformatica (sequentie-informatie databanken). De sleutelrol <strong>van</strong> de geïdentificeerde<br />

eiwitten in de pathway<br />

Organisaties:<br />

• Prothetische Tandheelkunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Ignace Naert<br />

• Katleen Vandamme<br />

Motorische inbeelding en externe cueing als strategieën om motorisch leren te optimaliseren bij patiënten met de ziekte<br />

<strong>van</strong> Parkinson met en zonder freezing.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De ziekte <strong>van</strong> Parkinson (PD) is een frequent voorkomende chronische neurologische aandoening die leidt tot ernstige motorische en<br />

cognitieve stoornissen. Patiënten met PD vertonen specifieke moeilijkheden bij het leren <strong>van</strong> motorische taken, voornamelijk met betrekking tot de


consolidatie <strong>van</strong> de geleerde taken. In het huidige project worden twee strategieën onderzocht om het motorisch leren bij deze patiënten te<br />

optimaliseren. De eerste strategie is gebaseerd op externe cueing. Dit heeft tot doel de verstoorde generatie <strong>van</strong> intern gestuurde bewegingen te<br />

bypassen via het geven <strong>van</strong> externe prikkels. De tweede strategie, motorische inbeelding, is een aandachtsstrategie die tot doel heeft om een<br />

correct intern referentiekader <strong>van</strong> de beweging op te bouwen. Via deze strategieën wordt getracht de spatiale en temporele problemen bij het<br />

bewegen bij patiënten met PD te verbeteren. Deze problemen zijn nog sterker aanwezig bij patiënten dienbsp;lijden aan freezing bij het stappen.<br />

Recente studies<br />

Organisaties:<br />

• Neuromotorische Revalidatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Alice Nieuwboer<br />

• Elke Heremans<br />

Een nieuwe methodologische benadering om te begrijpen hoe structurele barrières de biotoegankelijkheid <strong>van</strong><br />

carotenoïden in plantaardige levensmiddelen bepalen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De doelstelling <strong>van</strong> dit onderzoek is het ontwikkelen <strong>van</strong> een nieuwe methodologische benadering om te begrijpen hoe structurele<br />

barrières de biotoegankelijkheid <strong>van</strong> carotenoïden in plantaardige levensmiddelen bepalen. Reële levensmiddelen bemoeilijken het onderzoek naar<br />

de onderliggende mechanismen die de biotoegankelijkheid <strong>van</strong> carotenoïden bepalen. Daarom zullen in dit onderzoek verscheidene goed<br />

gekarakteriseerde plant dispersie modelsystemen ontwikkeld worden op basis <strong>van</strong> fracties geïsoleerd uittomaat- en wortelweefsel. De plant<br />

dispersie modelsystemen zullen opgebouwd worden uit een serumfase (afkomstig <strong>van</strong> tomaat of wortel) en een partikelfase (afkomstig <strong>van</strong> tomaat<br />

of wortel) die de carotenoïden bevat. Aandacht zal besteed worden aan de structurele barrières in zowel de serum- als de partikelfase. De<br />

algemene doelstelling kan vertaald worden in 2 specifieke hypothesen:-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De structurele eigenschappen <strong>van</strong> pectine in de<br />

serumfase bepalen ineen belangrijke mate de bi<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Hendrickx<br />

• Ann Van Loey<br />

• Lien Lemmens<br />

Victims and restorative justice: an empirical study of the needs, experiences and positions of victims within restorative<br />

justice practices.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Objective(s)The general objective of the project is to achieve more knowledge, through empirical evidence, on the needs, experiences and<br />

position of victims when participating in restorative justice (RJ) programmes.Formulation of the research issue: the development of RJ has lead to<br />

some questions with regard to the position of the victim and therefore this project will deal with some questions at the micro-and macro-level. At the<br />

micro-level, the focus will lie with the personal experience of the victim regarding the offer of mediation, the experience of communicating with the<br />

offender in an (in)direct way, the mediation outcome and the judicial context. At the macro-level, the legislative, organisational and institutional<br />

framework of victim-offender mediation and conferencing will be studied. Research designnbsp;nbsp; Literature review and document<br />

analysis;nbsp; Personal interviews in three different countries (Austria, Finland and the Netherlands) with victims who participatein a<br />

Organisaties:<br />

• OE Strafrecht en Criminologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Ivo Aertsen<br />

Niet-perturbatieve snaartheorie: M-branen en kosmologie.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: De interacties <strong>van</strong> de elementaire materiedeeltjes via de elektro-zwakke en sterke wisselwerkingen worden uitstekend beschreven door<br />

het Standaard Model (SM). Het SM is een ijktheorie gebaseerd op de groep U(1)Y x SU(2)L x SU(3)QCD die spontaan gebroken wordt tot U(1)EM<br />

x SU(3)QCD. Hoewel het SM tot op heden elke confrontatie met het experiment glansrijk doorstaan heeft zijn er nog vele open problemen. Zo kan<br />

de aanwezigheid <strong>van</strong> een kleine 30, via het experiment te bepalen, parameters gezien worden als evenveel open vragen. Het SM geeft ook geen<br />

verklaring voor de specifieke ijkgroepen noch voor de materie inhoud. Technische problemen, zoals het hiërarchieprobleem, hebben theoretische<br />

fysici ertoe aangezet om een supersymmetrische extensie <strong>van</strong> het SM voor te stellen. Supersymmetrie is een symmetrie die bosonen in fermionen<br />

transformeert en vice versa. Supersymmetrie maakt het SM weliswaar robuuster, maar ze voorspelt tevens voor elk gekend deeltje een<br />

supersymmetrische partner met dezelfde massa. Supersymmetrie moet dus gebroken worden. Spontane breking is uitgesloten gezien dit een<br />

Goldstino - een massaloos spin ½ deeltje - oplevert dat experimenteel niet geobserveerd wordt. Dus voegt men "soft breaking terms" toe aan de<br />

actie. Deze breken supersymmetrie expliciet zonder de gewenste eigenschappen er<strong>van</strong> teniet te doen. Deze termen vinden een natuurlijke<br />

oorsprong in een supersymmetrische veralgemening <strong>van</strong> gravitatie: supergravitatie. Vandaar de nood om de gravitationele wisselwerking - niet<br />

aanwezig in het SM - te bestuderen. Gravitatie wordt op grotere schalen, klassiek dus, uitstekend beschreven door de algemene relativiteitstheorie.<br />

Op kleine afstanden verwacht men echter dat kwantummechanische correcties significant worden. Gezien de algemene relativiteitstheorie een niet<br />

renormeerbare veldentheorie is dringt zich een wijziging <strong>van</strong> de UV structuur <strong>van</strong> de algemene relativiteitstheorie op waarbij de IR eigenschappen<br />

ongemoeid gelaten worden. Tot op heden is er slechts één theorie die hierin slaagt: snaartheorie, ook wel eens M-theorie genoemd [1]. Het<br />

uitgangspunt <strong>van</strong> deze theorie is dat men elementaire deeltjes niet als mathematische punten maar wel als zeer kleine (~10-35 m) touwtjes -<br />

snaren dus - gaat beschouwen. Het resultaat is een theorie die altijd gravitatie bevat en daarenboven kwantummechanisch consistent is. Verder<br />

beschrijft snaartheorie ook de andere interacties op een geünificeerde wijze. De effectieve theorie die het gedrag <strong>van</strong> de theorie in het IR beschrijft<br />

is een supersymmetrische versie is <strong>van</strong> algemene relativiteit gekoppeld aan niet-Abelse ijktheorieën. Hoewel men nog niet op het punt aanbeland is<br />

waarbij men snaartheorie rechtstreeks met het experiment kan confronteren, zijn er toch reeds belangrijke successen geboekt. Zo heeft<br />

snaartheorie tot een microscopisch inzicht in de (kwantum) structuur <strong>van</strong> zwarte gaten geleid. Verder levert snaartheorie concrete realisaties op <strong>van</strong><br />

het holografische principe: de zogenaamde "gauge/gravity duality" ook gekend als de AdS/CFT correspondentie. Dit laatste leverde ons een totaal<br />

onverwachte en bijzonder krachtige methode op om niet-perturbatieve aspecten <strong>van</strong> ijktheorieën te bestuderen. Een andere - zich snel<br />

ontwikkelende - arena waarin snaartheorie met observaties kan geconfronteerd worden is de kosmologie. Mijn doctoraatsproject omvat twee luiken<br />

die mij zullen toelaten om optimaal <strong>van</strong> de aan de VUB aanwezige expertise gebruik te maken. Het eerste luik <strong>van</strong> mijn doctoraatsonderzoek<br />

situeert zich in kosmologische toepassingen <strong>van</strong> snaartheorie. De huidige modellen voor de eerste fractie <strong>van</strong> een seconde <strong>van</strong> het heelal, waar<strong>van</strong><br />

de inflatietheorie het meest populaire is, laten vele fundamentele vragen onbeantwoord. In het geval <strong>van</strong> de inflatietheorie is het onduidelijk hoe de<br />

beginvoorwaarden die inflatie toelaten tot stand kwamen; bovendien hebben inflatiemodellen een singulariteit in het verleden, waardoor ze niet<br />

volledig zijn. Niettemin slaagt inflatietheorie erin om het spectrum <strong>van</strong> primordiale dichtheidsfluctuaties te voorspellen dat in spectaculaire<br />

overeenstemming is met recente waarnemingen <strong>van</strong> de kosmische achtergrondstraling. Alternatieve modellen zoals ekpyrotische en cyclische<br />

kosmologieën genereren een gelijkaardig fluctuatiespectrum, maar dan in een contraherende fase <strong>van</strong> het heelal. Dit contraherende heelal zou met<br />

ons huidige expanderende heelal verbonden zijn via een kosmologische singulariteit. Dit leidt tot de vraag of zulke "big crunch/big bang"<br />

overgangen fysisch mogelijk zijn, en zo ja, of de fluctuatiespectra er na zo een overgang nog hetzelfde uitzien. Deze vraag heeft geen antwoord


innen de algemene relativiteitstheorie die ongeldig wordt in de aanwezigheid <strong>van</strong> singulariteiten. De hoop is dat snaartheorie hier wel een<br />

antwoord kan bieden. De laatste jaren zijn verschillende snaartheoriemodellen geformuleerd waarin deze vraag kan worden bestudeerd. Ik wens<br />

me in eerste instantie toe te leggen op modellen die gebruik maken <strong>van</strong> de AdS/CFT correspondentie, die kwantumgravitatie in asymptotisch-antide<br />

Sitter-ruimten relateert met kwantumveldentheorieën op hun conforme randen. Bepaalde AdS randvoorwaarden laten toe dat niet-singuliere<br />

beginvoorwaarden evolueren tot een "big crunch" [2]. Voor de studie <strong>van</strong> deze kosmologische singulariteit kan men de duale kwantumveldentheorie<br />

gebruiken, waar de singulariteit zich manifesteert door de aanwezigheid <strong>van</strong> een onbegrensde potentiaal. Argumenten dat een big crunch/big bang<br />

overgang mogelijk is in een concreet model werden onlangs gegeven door Ben Craps (VUB), Thomas Hertog (APC Parijs) en Neil Turok<br />

(Cambridge) [3]. In een onlangs opgestart project met Ben Craps en Thomas Hertog ben ik aan het nagaan in welke mate de resultaten <strong>van</strong> [3]<br />

kunnen worden uitgebreid naar andere consistente truncaties <strong>van</strong> de theorie. Ook willen we nagaan wat de betekenis is <strong>van</strong> een bepaalde<br />

ambiguïteit in het voorschrift voor propagatie door de singulariteit (de keuze <strong>van</strong> fase <strong>van</strong> de zelftoegevoegde uitbreiding <strong>van</strong> de Hamiltoniaan). Het<br />

tweede luik <strong>van</strong> mijn doctoraatsproject betreft de studie <strong>van</strong> M-branen. Snaartheorieën bevatten naast de fundamentele excitaties - de snaren dus -<br />

ook solitonische objecten: dit zijn Dirichlet-branen of kortweg Dbranen. D-branen kunnen de gedaante hebben <strong>van</strong> een punt, een snaar, een<br />

membraan en zelfs hoger-dimensionale objecten. Een p-dimensionale D-braan wordt een Dp-braan genoemd. D-branen interageren met elkaar via<br />

open snaren die erop eindigen. De effectieve theorie die een Dp-braan beschrijft is een U(1) ijktheorie in p+1 dimensies. Het massaloos U(1) ijkveld<br />

is een open snaar die begint en eindigt op het D-braan. Wanneer er N D-branen aanwezig zijn en ze zich ver genoeg <strong>van</strong> elkaar bevinden, krijgen<br />

we een (U(1))N ijktheorie. De snaren die op één D-braan beginnen en op een andere eindigen zijn massief met een massa evenredig met de<br />

kortste afstand tussen de twee D-branen. Bijgevolg worden de snaren tussen verschillende D-branen massaloos wanneer N D-branen<br />

samenvallen. De consequentie hier<strong>van</strong> is dat de abelse (U(1))N ijktheorie gepromoveerd wordt tot een niet-abelse U(N) ijktheorie. De ontdekking<br />

<strong>van</strong> D-branen hebben tot het inzicht geleid dat de diverse perturbatieve snaartheorieën particuliere limieten zijn <strong>van</strong> een onderliggende structuur die<br />

onder de naam <strong>van</strong> M-theorie gaat. Hoewel er nog geen volledig beeld <strong>van</strong> M-theorie bestaat, heeft men wel de fundamentele (gravitonen en<br />

gravitini) en de solitonische (M2- en M5-branen) vrijheidsgraden <strong>van</strong> de theorie geïdentificeerd. Terwijl samenvallende D-branen redelijk goed<br />

begrepen zijn is dit niet zo voor samenvallende M2- of M5- branen. Wat men weet is dat het aantal vrijheidsgraden voor N samenvallende M2branen<br />

(M5-branen) als N3/2 (N3) groeit. Dit gedrag is bijzonder merkwaardig gezien geen enkele groep zo schaalt. Daarenboven werd in [4]<br />

aangetoond dat de effectieve veldentheorie voor N samenvallende M5-branen buiten het kader <strong>van</strong> lokale veldentheorieën valt. Recent werden<br />

verschillende concrete resultaten voor samenvallende M2-branen geboekt. Zo werd in [5] aangetoond dat de het aantal vrijheidsgraden <strong>van</strong> de<br />

"fuzzy funnel" oplossing die N samenvallende M2-branen die eindigen op een M5-braan beschrijven groeit als N3/2. Een niet associatieve<br />

algebraïsche structuur speelt hierbij een centrale rol [6]. In het tweede luik <strong>van</strong> mijn onderzoeksproject zal ik nagaan in welke mate soortgelijke<br />

structuren voor samenvallende M5-branen optreden. In het bijzonder zal ik het N3 gedrag <strong>van</strong> de massaloze vrijheidsgraden pogen te verklaren. Dit<br />

onderzoek zal gebeuren in samenwerking met mijn promotor Prof. Alexander Sevrin en Dr. Neil Copland die <strong>van</strong>af 1 oktober de VUB voor drie jaren<br />

vervoegt als postdoc.<br />

Organisaties:<br />

• Natuurkunde<br />

Onderzoekers:<br />

• ALEXANDRE SEVRIN<br />

Toepassingen <strong>van</strong> concurrentiebeleid in de sport industrie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De professionele sportindustrie kent verschillende mechanismen die op het eerste zicht schoolvoorbeelden zijn <strong>van</strong><br />

concurrentieverstorend gedrag. De bekendste voorbeelden zijn het delen <strong>van</strong> ticket- en TV-inkomsten, het beperken <strong>van</strong> spelerslonen (salary caps)<br />

en het afbakenen <strong>van</strong> exclusieve markten. In veel gevallen worden deze praktijken echter gedoogd of zelfs goedgekeurd door de<br />

concurrentieautoriteiten. Dit project bundelt vier artikels waarin enkele <strong>van</strong> deze mechanismen onder de loep worden genomen. Een eerste bijdrage<br />

analyseert verschillende manieren om de collectieve verkoop <strong>van</strong> TV-rechten te organiseren. Een tweede artikel focust op het gebruik <strong>van</strong> contest<br />

succes functies in de analyse <strong>van</strong> de sportindustrie. Het derde hoofdstuk ontwikkelt een nieuw theoretisch model voor de sportindustrie waarin<br />

platformconcurrentie geïntegreerd zal worden. In het laatste deel wordt empirisch bekeken welke factoren een invloed hebben op het competitief<br />

evenwicht in verschillende sportcompetities. Dit is namelijk een cruciaal punt <strong>van</strong> discussie wanneer het gaat over de collectieve verkoop <strong>van</strong> TVrechten<br />

in Europa en de VS.<br />

Organisaties:<br />

• Algemene economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Bouckaert<br />

• Stephanus Kesenne<br />

• Thomas Peeters<br />

Meat it! Fraudedetectie in verwerkte vleesproducten<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Abstract nog niet beschikbaar<br />

Organisaties:<br />

• Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur<br />

• Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Kathy Messens<br />

• Roxane Van Vynckt<br />

• Mia Eeckhout<br />

Duitse modaalpartikels als multimodale constructies <strong>van</strong> intersubjectiviteit.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In dit project worden twee clusters <strong>van</strong> Duitse modaalpartikels (MPs) bestudeerd in termen <strong>van</strong> Constructiegrammatica: de partikels die<br />

een vraagmet haar context verbinden (typisch denn en eigentlich), en die die aangeven dat de hoorder het gezegde eigenlijk al zou moeten weten<br />

(typisch ja, doch, eben, einfach, halt). In de Constructiegrammatica wordt elke eenheid gedefinieerd als een symbolische koppeling <strong>van</strong> vorm en<br />

betekenis/functie. Dit project ambieert een verbreding <strong>van</strong> de bestaande visie op MPs aan beide zijden. Aan de vormkant ligt de focus op<br />

multimodaliteit, door de categorie MP te verbreden zodat ook andere, niet-lexicale middelen op een MP-betekenis uit te drukken in beschouwing<br />

genomen worden (patronen in prosodie, morfologie en syntaxis evenals paraverbale elementen als mimiek en gestiek). Ook wordt de vormelijke<br />

variatie <strong>van</strong> deze patronen (evenals <strong>van</strong> traditionele MPs) en hun combinatiegedrag onder de loep genomen. Wat de betekenis betreft wordt de<br />

traditionele subject<br />

Organisaties:<br />

• Ned.,Duitse & Computat.Taalk.<br />

Onderzoekers:<br />

• Kurt Feyaerts<br />

• Geert Brône<br />

• Steven Schoonjans


Tensorgebaseerde Signaalscheiding.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Elektrotechniek Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Lieven De Lathauwer<br />

Outsiderliteratuur in België, 1968-2008. Een polysysteemtheoretische analyse.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In de periferie <strong>van</strong> de literaire wereld manifesteert en institutionaliseert zich eind jaren zeventig een corpus <strong>van</strong> teksten gerelateerd aan<br />

waanzin (écrits bruts, fous littéraires, 'gestoorde teksten'...). Dit brede en marginale literaire gebied outsiderliteratuur en de merkbare evolutie <strong>van</strong><br />

de houding ten opzichte <strong>van</strong>waanzin rond 1980 werden nog nauwelijks onderzocht. Centraal in het onderzoek staat de functionalistische vraag hoe<br />

de houding binnen de literaire wereld ten aanzien <strong>van</strong> waanzin als biografisch kenmerk <strong>van</strong> de auteur evolueerde in het Belgische literaire<br />

polysysteem <strong>van</strong> 1968 tot 2008. Dit impliciete aspect <strong>van</strong> het literaire repertoire kan geanalyseerdworden aan de hand <strong>van</strong> een receptieanalyse<br />

gebaseerd op een gevarieerd en representatief corpus <strong>van</strong> outsiderauteurs Artaud, Achterberg, Berckmans, Podolski en drie anthologieën.<br />

Ondersteund door een discours- en tekstanalytische invalshoek, biedt het polysysteemtheoretische model het gepaste methodologische kader. He<br />

Organisaties:<br />

• Literatuur en Cultuur<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk De Geest<br />

• Arnout De Cleene<br />

SOS Frans: SchrijfvaardigheidsOnderSteuning Frans.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Instituut voor Levende Talen<br />

Onderzoekers:<br />

• Serge Verlinde<br />

Toeval, morele verdienste en verantwoordelijkheid.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Roland Breeur<br />

• Gerbert Faure<br />

Nicephorus Blemmydes en intellectuele en filosofische tendenzen in het Byzantium <strong>van</strong> de 13de eeuw.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Griekse Studies<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Deun<br />

Optimalisatiegebaseerde synthese <strong>van</strong> regelaars voor geinterconnecteerdedynamische systemen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Roose<br />

• Wim Michiels<br />

Studie <strong>van</strong> het neutron rijke Ni-gebied door middel <strong>van</strong> transfer reacties met radioactieve ionenbundels.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Transferreacties in het neutronrijke nikkel gebied.Situering <strong>van</strong> het projectDe beperkte nauwkeurigheid waarmee de structuur <strong>van</strong> de<br />

atoomkernen beschreven wordt en de grote verschillen in de voorspellingen <strong>van</strong> de eigenschappen <strong>van</strong> atoomkernen ver weg <strong>van</strong> de stabiliteitslijn<br />

zijn sleutelproblemen in de kernfysica. Niet alleen is het gedrag <strong>van</strong> de sterke interactie in het nucleaire medium niet volledig begrepen, tevens laat<br />

het grote aantal vrijheidsgraden <strong>van</strong> het meer-deeltjesprobleem niet toe om met de huidige computer capaciteit betrouwbare resultaten te bekomen.<br />

Vertrekkende <strong>van</strong> zeer verschillende invalshoeken werden modellen ontwikkeld:gemiddelde veldberekeningen met inbegrip <strong>van</strong> extra correlaties,<br />

modellen gebaseerd op symmetrie overwegingen, schillenmodelberekeningen met inbegrip <strong>van</strong> deeltje-gat excitaties door gesloten schillen en<br />

quantum montecarlo schillenmodellen om maar enkele voorbeelden te geven. Het is uitermate belangrijk om deze modellen te toetsen aan<br />

expermentele result<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Kern- en Stralingsfysica<br />

Onderzoekers:<br />

• Pieter Van Duppen<br />

• Marc Huyse<br />

• Jan Diriken<br />

Roche Leerstoel Oncologie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de<br />

onderzoeksresultaten genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.


Organisaties:<br />

• Oncologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Filip Lardon<br />

• Marc Peeters<br />

Leidt HR-devolutie tot HR-evolutie? De rol <strong>van</strong> lijnmanagers in HRM<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Ond.gr. Personeel en Organisatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc Sels<br />

• Sophie De Winne<br />

An integrated prediction system for genomic selection<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Abstract nog niet beschikbaar<br />

Organisaties:<br />

• Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur<br />

• Vakgroep Plantaardige Productie<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Haesaert<br />

• Steven Maenhout<br />

Patronen en alternerende structuren voor de uitdrukking <strong>van</strong> het futurumin de Romaanse talen: functioneel-systemische<br />

uitdagingen voor de theorie <strong>van</strong> grammaticalisatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Fr.,Ital.& Vergel.Taalk.<br />

Onderzoekers:<br />

• Béatrice Lamiroy<br />

• Pierre Swiggers<br />

• Claire Meul<br />

Portfolio en competentgestuurd onderwijs binnen de Toledo leeromgeving.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Met dit project beogen we de interactieve en aangepaste begeleiding <strong>van</strong>de student, door middel <strong>van</strong> de evaluatie <strong>van</strong> zijn technische en<br />

persoonlijke competenties, op lange termijn (instroom, doorstroom, en uitstroom) te intensiveren, en de zelfsturing <strong>van</strong> de student te bevorderen.<br />

De binnen Toledo te ontwikkelen methodieken gaan zowel de student als de begeleider (professor, docent, assistent, stagebegeleider, ) helpen<br />

om*zijn prestaties en de evolutie er<strong>van</strong> zichtbaar te maken in functie <strong>van</strong> zijn medestudenten, zijn leerlijn, de eindtermen, zijn verantwoordelijken, of<br />

andere (maatschappelijke) verwachtingen, en* interactie te initiëren en te ondersteunen tussen de verschillende actoren, en* iedereen op eenzelfde<br />

manier te evalueren doorheen de verschillende niveaus en doorheen de gehele associatie door de uitwisselbaarheid <strong>van</strong> portfolios te waarborgen<br />

en deze ook beschikbaar te maken voor het werkveld om levenslang leren te ondersteunen. Ook voor docenten kan dit toegepast worden om h<br />

Organisaties:<br />

• Labo Molec. en Cel. Signaaltransmissie<br />

Onderzoekers:<br />

• Bernard Himpens<br />

• Toon Quaghebeur<br />

Sampling als repetitief paradigma? Een cultuurtheoretische en analytische studie <strong>van</strong> de sampler-composities (1988-<br />

2001) <strong>van</strong> Steve Reich.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit onderzoek beoogt de recentste inzichten rond minimal music die naarvoor zijn geschoven <strong>van</strong>uit de cultural theory te koppelen aan<br />

eenmuziekanalytische studie <strong>van</strong> de vier sampler-composities <strong>van</strong> Steve Reich. Deze werken vormen een belangrijke case study binnen het<br />

postminimalisme de minder strikte stijl die zich na 1976 uit de strenge minimal music heeft ontwikkeld. Centraal staat het probleem <strong>van</strong><br />

repetitiviteitbinnen minimalistische en postminimalistische modellen <strong>van</strong> muzikale narrativiteit. Reichs samplercomposities zijn immers nauw<br />

verbonden met twee invloeden die repetitiviteit als structureel paradigma naar voor schuiven: minimal music en het gebruik <strong>van</strong> sampling in<br />

elektronische muziek. Maar tegelijk zijn het typische postminimalistische werken in de zin datsystematische repetitiviteit erin juist aan belang heeft<br />

verloren. Dezeparadoxale combinatie <strong>van</strong> repetitieve en niet-repetitieve principes heeft implicaties voor de muzikale narrativiteit en biedt rele<strong>van</strong>te<br />

inzichten i<br />

Organisaties:<br />

• Musicologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Mark Delaere<br />

• Maarten Beirens<br />

De receptie <strong>van</strong> Stijn<br />

Streuvels in het secundair onderwijs in Vlaanderen (1900-2000). Een<br />

toetsing aan de literaire en maatschappelijke omgeving en aan<br />

pedagogisch-didactische visies<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het onderzoek naar de receptie <strong>van</strong> Stijn Streuvels wil nagaan op welke wijze de auteur in het secundair onderwijs in Vlaanderen tussen<br />

1900 en 2010 wordt aangeboden en onderwezen in functie <strong>van</strong> het beoogde doelpubliek. Het schoolboek zoals dat in het secundair onderwijs<br />

gebruikt wordt, staat centraal als primair bronmateriaal. De kwalitatieve en kwantitatieve gegevens die uit het bronmateriaal voortvloeien, worden<br />

getoetst aan de literair en maatschappelijke context enerzijds en aan de (historisch)pedagogisch-didactische visies anderzijds. Als vergelijkingspunt


wordt de receptie <strong>van</strong> Cyriel Buysse in het secundair onderwijs gedurende dezelfde periode eveneens in kaart gebracht. Het onderzoek wil nagaan<br />

welke evolutie heeft plaatsgevonden in de receptie <strong>van</strong> Streuvels, op welke wijze de beide invloedsfactoren een rol hebben gespeeld en hoe de<br />

beeldvorming en de canon <strong>van</strong> Streuvels (en Buysse) geëvolueerd zijn.<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit Letteren Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Van Iseghem<br />

Niet-lineair optische microscopie met efficiënte nanolabels.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> deze aanvraag is om drie niet-lineair optische processen te combineren in één enkele microscopische techniek. Meer<br />

bepaald zullen wij tweede-harmonische generatie (frequentieverdubbeling of second-harmonic generation, SHG) en derde-harmonische generatie<br />

(frequentieverdrievoudiging of third-harmonic generation, THG) 2 coherente niet-linear optische processen - combineren met twee-foton<br />

fluorescentie (two-photon excited fluorescence, TPEF, een niet-coherent niet-linear optisch proces) en deze gebruiken als microscopische techniek.<br />

Ten slotte zullen wij gebruik maken <strong>van</strong> nieuwe fluorescente nanopartikels gedopeerd met zeldzame aarden om de efficiëntie <strong>van</strong> het twee-foton<br />

proces en derde-harmonische generatie op te drijven.<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica<br />

Onderzoekers:<br />

• Victor Moshchalkov<br />

• Thierry Verbiest<br />

• Ventsislav Valev<br />

Over de evolutie <strong>van</strong> het regulatorisch genoom.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Departement Menselijke Erfelijkheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Stein Aerts<br />

Uitdagingen binnen de revalidatie <strong>van</strong> respiratoire patiënten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Patiënten met chronisch obstructief longlijden (COPD) ondervinden dikwijls symptomen <strong>van</strong> kortademigheid en vermoeidheid tijden het<br />

uitvoeren <strong>van</strong> dagdagelijkse activiteiten. Ze gaan deze activiteiten vermijden, waardoor ze een erg inactieve levensstijl ontwikkelen, die<br />

geassocieerd is met spierzwakte en gedaald inspanningsvermogen. Multidisciplinaire respiratoire revalidatie is erkend als een belangrijke evidencebased<br />

interventie die het inspanningsvermogen en de gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit <strong>van</strong> symptomatische patiënten verbetert.<br />

Desondanks zijn ernog steeds uitdagingen binnen het domein <strong>van</strong> de respiratoire revalidatie, waar<strong>van</strong> er in deze thesis drie worden behandeld: 1)<br />

de implementatie <strong>van</strong> revalidatieprogrammas bij niet-stabiele patiënten, 2) het verklarenwaarom sommige patiënten minder goede resultaten<br />

boeken dan anderen na inspanningstraining en 3) de transformatie <strong>van</strong> een verbeterd inspanningsvermogen naar een meer fysiek actieve<br />

levensstijl optimaliseren. Hospitalisa<br />

Organisaties:<br />

• Pneumologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Henricus Gosselink<br />

• Thierry Troosters<br />

• Chris Burtin<br />

NEUROPRO.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Departement Menselijke Erfelijkheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Johannes Creemers<br />

New production technologies of complex 3D Micro-devices through multiprocess integration of ultra precision<br />

engineering techniques.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Integ-µ beoogt het verbeteren <strong>van</strong> huidige bewerkingstechnieken voor hetproduceren in grote series <strong>van</strong> hoog precieze complexe 3D<br />

vormen (op micro/meso schaal, gaande <strong>van</strong> 10 tot 10.000µm) en dit voor een variëteit aan materialen. Vijf hoog precisieze reconfigureerbare<br />

bewerkingsplatformen zullen hiervoor ontwikkeld worden. Elk bewerkingsplatform bestaat uit een combinatie <strong>van</strong> verschillende processen zodat de<br />

bewerking kan gebeuren in één opspanning. Dit moet resulteren in een grotere nauwkeurigheid,minder benodigde machineruimte, een kortere<br />

doorlooptijd en verhoogde productiviteit. Tevens leidt de combinatie <strong>van</strong> verschillende processen tot enkele belangrijke synergieën die nuttig<br />

kunnen aangewend worden. Verwacht wordt dat de resultaten <strong>van</strong> dit project een belangrijke invloed zullen hebben op het design, de productie en<br />

het gebruik <strong>van</strong> micro-onderdelen in toepassingen die zich situeren in de automobiel-, biomedische, luchtvaart- en ecologische sector.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling PMA<br />

Onderzoekers:<br />

• Bert Lauwers<br />

Impliciete stedenbouw - exploratieve cartografie. Een onderzoek naar ruimtelijke figuren voor de (her-)ordening <strong>van</strong> de<br />

territoriumstad.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Departement ASRO<br />

Onderzoekers:<br />

• Bruno De Meulder<br />

• Bieke Cattoor


Een multi-schaal benadering voor predictieve modellering <strong>van</strong> de microbiële dynamica in gestructureerde<br />

(model)systemen<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Chem. en Biochem. Procestechnol.<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Van Impe<br />

Digitale lab-on-a-chip voor de analyse <strong>van</strong> individuele cellen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat digitale lab-on-a-chip technologie een meerwaarde kan bieden bij de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe<br />

wetenschappelijke methoden en het bekomen <strong>van</strong> nieuwe fundamentele inzichten op het gebied <strong>van</strong> ondermeer enzymkinetiek, DNA-analyse, en<br />

de hogedoorvoer screening en synthese <strong>van</strong> organische moleculen. Individuele celanalyse in een gecontroleerde omgeving kan ons informatie<br />

opleveren over de intercellulaire variabiliteit en ons inzicht verschaffen in tal <strong>van</strong> fundamentele fysiologische processen. Hiervoor zijn echter<br />

gea<strong>van</strong>ceerde celmanipulatie en analysetechnieken vereist. Hier kan digitale lab-on-a-chip een oplossing bieden. Het doel <strong>van</strong> dit project is het<br />

potentieel <strong>van</strong> deze technologie te onderzoeken in relatie tot het opmeten <strong>van</strong> biofysische en biochemische eigenschappen <strong>van</strong> individuele cellen.<br />

Daartoe zal in een eerste stap de digitale lab-on-a-chip ontworpen en geoptimaliseerd worden voor het manipuleren <strong>van</strong> cellen. Hierbij wordteen<br />

mathema<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling MeBioS<br />

Onderzoekers:<br />

• Jeroen Lammertyn<br />

• Steven Vermeir<br />

Ouderlijk gedrag bij kinderen met een autismespectrumstoornis.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Er is nog maar weinig onderzoek verricht naar ouderlijk gedrag bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS). Ouderlijk<br />

gedrag wordtmeestal onderverdeeld in twee domeinen: de warmtedimensie en de controledimensie. Gezien ouders <strong>van</strong> kinderen met ASS voor<br />

specifieke uitdagingen staan in de opvoeding, stellen we ons de vraag hoe hun ouderlijk gedrag getypeerd kan worden. Ouderlijke gedragingen<br />

worden vaak in relatie gebracht met probleemgedrag. Ook bij kinderen met ASS is probleemgedrag een veelvoorkomend fenomeen. Factoren die<br />

een rol kunnen spelen in het verband tussen ouderlijk gedrag en gedragsproblemen zijn communicatieproblemen bij de kinderen en stress bij de<br />

ouders. Het belangrijkste doel <strong>van</strong> deze studie is dan ook het in kaart brengen <strong>van</strong> de ouderlijke gedragingen bij kinderen met ASS. Verder willen<br />

we op zoek gaan naar verbanden metgedragsproblemen en eventuele mediërende of modererende invloeden <strong>van</strong> communicatieproblemen bij het<br />

kind en stress bij de ouders. Aan de h<br />

Organisaties:<br />

• OE Gezins- en Orthopedagogiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Beatrijs Maes<br />

• Ilse Noens<br />

• Karla Van Leeuwen<br />

Erfgenamen, familiebanden en stedelijke verenigingen. Stedelingen en hun netwerken in 15de en 16de-eeuws Mechelen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor stadsgeschiedenis<br />

Onderzoekers:<br />

• Maarten Van Dijck<br />

• Peter Stabel<br />

• Kim Overlaet<br />

De ontwikkeling <strong>van</strong> een DNA-magnetische sensor array.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project is een eerste stap in de richting <strong>van</strong> een 'point-of-care' diagnostisch apparaat. Het hoofddoel <strong>van</strong> dit project bestaat erin een<br />

zeer gevoelig biosensor platform te ontwikkelen voor de analyse <strong>van</strong> nucleinezuren. Dit project is een samenwerking tussen IMEC en de<br />

Toegepaste Moleculaire Genomica groep <strong>van</strong> het VIB Departement voor Moleculaire Genetica.<br />

Organisaties:<br />

• VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica groep<br />

Onderzoekers:<br />

• Jurgen Del-Favero<br />

• Frederik Colle<br />

Structuurbepaling <strong>van</strong> prokaryote en eukaryote ionenkanalen.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit project is om een beter inzicht te verwerven in de relatie tussen structuur en functie <strong>van</strong> ionenkanalen. Onze strategie is<br />

om de 3-dimensionele structuur op te helderen m.b.v. X-stralendiffractie <strong>van</strong> eiwitkristallen. De correlatie <strong>van</strong> de structurele informatie met de<br />

functie <strong>van</strong> ionenkanalen zal onderzocht worden m.b.v. electrofysiologischestudies. Onze belangrijkste doelwitten zijn het C-terminal domein <strong>van</strong><br />

TRPM4 ionenkanalen en een recent ontdekte familie <strong>van</strong> ligand-geactiveerdekanalen in prokaryoten.<br />

Organisaties:<br />

• Laboratorium Structurele Neurobiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Thomas Voets<br />

• Chris Ulens<br />

• Sergei Strelkov<br />

Internationaal onderzoek in politieke wetenschappen.


Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de<br />

onderzoeksresultaten genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.<br />

Organisaties:<br />

• Media, middenveld en politiek (M2P)<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefaan Walgrave<br />

Reproductie en sociale mobititeit tijdens het proces <strong>van</strong> snelle modernisering. Intra-, intergenerationele en longitudinale<br />

kenmerken en processen tijdens de negentiende eeuw.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Koenraad Matthys<br />

Motivaties, besluitvorming en niet-technische indicatoren <strong>van</strong> nucleaire proliferatie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het uitgangspunt <strong>van</strong> het onderzoeksproject is de groeiende kloof tussen enerzijds het actuele aantal kernwapenstaten en anderzijds het<br />

groeiende aantal staten dat technologisch gezien de capaciteit bezit deze wapens te ontwikkelen (+/- 45 staten). Aan de ene kant moet men zich<br />

dus de vraag stellen waarom staten kernwapens willen ontwikkelen, aan de andere kant moet de vraag beantwoord worden waarom maar een<br />

relatief klein aantal <strong>van</strong> de +/- 45 capabele staten effectief over een kernwapen beschikken. Het relatief trage tempo <strong>van</strong> nucleaire proliferatie (+/- 9<br />

kernwapenstaten) kan echter geen aanleiding geven tot ongebreideld optimisme. De kernwapentesten <strong>van</strong> India, Pakistan en mogelijk ook Noord-<br />

Korea; het oprollen <strong>van</strong> het A.Q Khan-netwerk; het ontdekken <strong>van</strong> het clandestiene atoomwapenprogramma <strong>van</strong> Irak; de bezorgdheid over het al<br />

dan niet vreedzame karakter <strong>van</strong> het Iranese atoomprogramma;¿bevestigen dat nucleaire proliferatie meer dan ooit een enorme uitdaging is voor<br />

de internationale orde, zelfs na het einde <strong>van</strong> de Koude Oorlog.<br />

In het verleden werd nucleaire proliferatie vaak op een technocentrische manier benaderd (nucleaire proliferatie als een 'technisch probleem'),<br />

waarbij men zich hoofdzakelijk focuste op het beschermen <strong>van</strong> nucleaire voorraden en op het verhinderen dat er specifieke nucleaire materialen of<br />

technologie zou verspreid worden. Zeer weinig aandacht werd geschonken aan de 'demand-side' <strong>van</strong> proliferatie, en bovendien leek er een<br />

consensus te bestaan over de oorzaken <strong>van</strong> proliferatie: externe (militaire) bedreigingen leiden staten ertoe kernwapens te willen ontwikkelen, het<br />

afschrikkingsmiddel (deterrence) om deze dreiging te neutraliseren.<br />

Ofschoon het theoretisch debat over de oorzaken <strong>van</strong> nucleaire proliferatie na de Koude Oorlog nieuw leven werd ingeblazen, bleef de dynamiek<br />

<strong>van</strong> nucleaire proliferatie onduidelijk. Dit project heeft dan ook de doelstelling om vertrekkend <strong>van</strong>uit de 'nucleaire paradox' een antwoord te bieden<br />

op volgende onderzoeksvragen:<br />

(1a) Wat drijft een staat ertoe kernwapens te willen ontwikkelen?<br />

(1b) Wat drijft een staat ertoe bestaande kernwapenprogramma's stop te zetten of reeds verworven kernwapens te ontmantelen?<br />

(2) Hoe verloopt het nucleaire besluitvormingsproces?<br />

(3) Welke niet-technische indicatoren kan men identificeren?<br />

(4) Welke maatregelen kan men op basis <strong>van</strong> de onderzoeksresultaten opstellen en hoe zijn deze integreerbaar in andere non-proliferatie<br />

maatregelen?<br />

Organisaties:<br />

• Internationale Politiek (IP)<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom Sauer<br />

Vorming m.b.t. diversiteit internationale kennisuitwisseling.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Aanmoedigingsfonds voor vormingsinitiatieven m.b.t. diversiteit en voorinternationale kennisuitwisseling m.b.t. diversiteit.<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Toeg. Mechanica & Energieconversie<br />

Onderzoekers:<br />

• Martine Baelmans<br />

Karakterisering <strong>van</strong> fase-afhankelijk gereguleerde factoren in het centraal zenuwstelsel <strong>van</strong> de woestijnsprinkhaan.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De woestijnsprinkhaan Schistocerca gregaria is alom bekend omwille <strong>van</strong> zijn opvallende fenotypische plasticiteit (polyfenisme),<br />

resulterend in twee extreme verschijningsvormen of fasen. De volledige transitie <strong>van</strong> desolitaire naar de gregaire fase neemt gewoonlijk meerdere<br />

generaties inbeslag. De gedragswijziging die geïnduceerd wordt door bepaalde gregariserende stimuli doet zich echter al voor in enkele uren tijd.<br />

Om deze reden is dit inseht een belangrijk modelsysteem voor onderzoek naar plasticiteit op verschillende tijdschalen. Het doel <strong>van</strong> dit project is<br />

het bestuderen <strong>van</strong> de moleculaire mechanismen die aan de basis liggen <strong>van</strong> het verwerven en behouden <strong>van</strong> gregair gedrag. Vooreerst zullen we<br />

diverse kandidaatgenen selecteren, gebaseerd op voorafgaande micro-array studies. De expressie <strong>van</strong> deze genen zal grotendeels worden<br />

uitgeschakeld met behulp <strong>van</strong> RNA interference (RNAi) en het effect <strong>van</strong> deze knockdown zal verder worden geanalyseerd op het niveau <strong>van</strong> het<br />

gedrag en op genexpres<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Vanden Broeck<br />

• Rik Verdonck<br />

Ontwikkeling en validatie <strong>van</strong> een gehumaniseerd gistmodel voor Abeta42-geïnduceerde cytotoxiciteit.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Ondanks ernorme inzet <strong>van</strong> verschillende onderzoeksgroepen, is het vooralsnog onduidelijk hoe, en volgens welke moleculaire<br />

mechanismen, proteïne tau en de Ab peptieden gezamelijk bijdragen tot het verlies <strong>van</strong> neuronen bij de Ziekte <strong>van</strong> Alzheimer.nbsp;Volgens een<br />

recente hypothesezou intracellulaire oligomerisatie <strong>van</strong> Ab-peptieden aanleiding geven tot cytotoxiciteit en cellulaire stress en de activatie <strong>van</strong><br />

stress-specifieke kinasen die op hun beurt zorgen voor hyper-fosforylatie en aggregatie <strong>van</strong> proteïne tau, met celdood als gevolg.nbsp;In dit project<br />

willen we deze hypothese onderzoeken aan de hand <strong>van</strong> zgn. gehumaniseerde gistmodellen, waarbij beide proteïnen in de bakkersgist<br />

Saccharomyces cerevisiae conditioneel tot expressie worden gebracht.nbsp;Deze strategie werd voordien reeds met succes toegepast om de<br />

toxiciteitsmechanismen <strong>van</strong> proteïnen betrokken bij de Ziekte <strong>van</strong> Parkinson en Huntington teontrafelen.nbsp;


Organisaties:<br />

• L_Mol_celbio<br />

Onderzoekers:<br />

• Joris Winderickx<br />

• Mathias Verduyckt<br />

VUB Onderzoekscontingent Sabbatical Leave 2011 (Call 2010). Toekenning aan Prof. dr. Jean Paul Van Bendegem : A<br />

philosophy of Strict Finitism : Historical and Systematical Overview.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In dit project is het de bedoeling om 28 jaar werk rond strikt finitisme in één geheel samen te brengen.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie<br />

Onderzoekers:<br />

• JEAN VAN BENDEGEM<br />

Studie <strong>van</strong> gyroscopische mechanismen voor energieopwekking met een toepassing in golfslagenergie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In deze studie zal een apparaat worden ontworpen dat bestaat uit een gyroscopisch mechanisme dat wordt omsloten door een behuizing.<br />

Het gyroscopisch mechanisme moet worden ontworpen zodanig dat het een complexe, gestructureerde, primaire beweging <strong>van</strong> het huis omzet<br />

naar een quasi stationaire rotatie <strong>van</strong> een inwendige as die een inwendig geborgen elektromotor aandrijft. De omzetting <strong>van</strong> beweging is robuust<br />

m.b.t. de spectrale verdeling <strong>van</strong> de primaire bewegingsenergie. Het huis wordt vervolgens ingebed in een visachtig lichaam dat in een rivier wordt<br />

ondergedompeld en verankerd wordt met een kabel aan een vast punt. Het is de bedoleing dat het visachtig lichaam door de stroming <strong>van</strong> het<br />

water in beweging wordt gezet en dat deze bewegingsenergie door het gyroscopisch apparaat wordt omgezet in elektrische energie. Uiteindelijk is<br />

het de bedoeling om een nieuwe technologie te ontwerpen voor de winning <strong>van</strong> hernieuwbare energie.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - SCD: SISTA/COSIC/DOCARCH<br />

Onderzoekers:<br />

• Eric Van den Bulck<br />

• Joris Gillis<br />

Praktijkgerichte inventarisatie <strong>van</strong> oorzaken <strong>van</strong> flavourinstabiliteit <strong>van</strong> bier en onderzoek naar<br />

technologische/economische opportuniteiten voor verbeterde flavour kwaliteit en verlengde smaakstabiliteit.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De combinatie <strong>van</strong> geur, aroma, smaak en mondgevoel ("flavour") vormt ongetwijfeld het belangrijkste kwaliteitscriterium <strong>van</strong> bier. Elke<br />

brouwer streeft daarom naar een aangenaam, karakteristiek en zo reproduceerbaar mogelijk flavourprofiel. Een essentieel probleem hierbij is dat<br />

de flavour <strong>van</strong> het vers afgevulde bier niet stabiel blijft tijdens de bewaring (de tijdspanne tussen het afvullen <strong>van</strong> het bier en de consumptie).<br />

Dikwijls is een daling <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> de bierflavour (flavourinstabiliteit) tijdens de opslag sensorisch reeds merkbaar in een relatief korte<br />

tijdspanne. Ook chemisch-analytisch kan dit vastgesteld worden, bv. via een snelle daling <strong>van</strong> het gehalte aan bierbitterstoffen, een significante<br />

toename aan verouderingsaldehyden, enz.Het fenomeen "flavourinstabiliteit" is een probleem voor alle bieren, zowel boven- als<br />

ondergistingsbieren, en in het bijzonder voor pilsbierendie zeer gevoelig blijken te zijn aan een achteruitgang <strong>van</strong> de bierflavour in functie <strong>van</strong> de<br />

bewaar<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.<br />

Onderzoekers:<br />

• Freddy Delvaux<br />

Androgeenactie in Sertolicellen en de controle <strong>van</strong> spermatogenese.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Androgenen zijn de belangrijkste hormonen die spermatogenese controleren. Eerder onderzoek in ons laboratorium aan de hand <strong>van</strong> een<br />

transgeen muismodel toonde aan dat Sertolicellen de belangrijkste doelwitcellen zijnvoor deze controle. Gebruikmakend <strong>van</strong> microarraytechnieken<br />

konden we 692 potentieel androgeengeregelde genen identificeren in prepubertaire testes. Grondige analyse leidde tot de werkhypothese dat<br />

androgenen tijdensde puberteit een cruciale rol spelen in een reeks herstructureringen enjunctionele aanpassingen ter hoogte <strong>van</strong> de zaadbuisjes,<br />

veranderingen die noodzakelijk zijn om het specifieke milieu te creëren dat essentieel is voor spermatogenese.In dit project wensen wij in eerste<br />

instantiede cellulaire localisatie en de rol <strong>van</strong> de geïdentificeerde genen verder te analyseren. Onze aandacht zal daarbij vooral uitgaan naar genen<br />

diesterk worden geregeld of genen die mogelijk functioneel belangrijk zijn. In een verder stadium kunnen nieuwe microarrays, op jongere<br />

ouderdom, wo<br />

Organisaties:<br />

• Klinische & Experimentele Endocrinologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Guido Verhoeven<br />

• Karel De Gendt<br />

• Johannes Swinnen<br />

Tandem herhalingen als hypervariabele elementen in het genoom.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Tandem herhalingen zijn DNA sequenties die kop-aan-staart herhaald worden in het genoom. Zulke sequenties zijn bijzonder onstabiel,<br />

ze muteren aan erg hoge frequenties. Tandem herhalingen worden meestal aanzien als niet-functioneel "junk" DNA. Echter, wij willen onderzoek of<br />

deze hypervariabele sequenties soms kunnen fungeren als nuttige genomische modules die op bepaalde genomische locaties variabiliteit<br />

introduceren. Meer specifiek zullen we ons concentreren op herhalingendie in coderende of regulerende sequenties gelegen zijn, in het<br />

modelorganisme Saccharomyces cerevisiae. We zullen zowel computationele als experimentele technieken aanwenden in deze studie.<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Microbiële en Plantengenetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Kevin Verstrepen<br />

Onderwijs in medische basiswetenschappen: opleiding <strong>van</strong> leerkrachten, gestandaardiseerde evaluatie, oprichting <strong>van</strong><br />

een competentienetwerk en afstandsonderwijs<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Het algemene doel <strong>van</strong> dit project betreft de versterking <strong>van</strong> de onderwijscapaciteiten in basis medische vakken in Congo. Drie<br />

deeldoelstellingen zijn gedefinieerd: 1/ de hernieuwing <strong>van</strong> bestaande cursussen en hun aanpassing aan de ITC methoden, inbegrepen


afstandonderwijs (dit is een verderzetting <strong>van</strong> een bestaande samenwerkingsproject tussen UHasselt, KULeuven en UNIKIN), 2/ de start <strong>van</strong> een<br />

competentienetwerk in universitaire geneeskundedidactiek (UNIKIN gaat het centrum zijn <strong>van</strong> dat netwerk waarin Bukavu, Kisangani en<br />

Lubumbashi ook participeren), 3/ de ontwikkeling <strong>van</strong> een gestandaardiseerd en geautomatiseerd toetsingsysteem voor grote groepen in Congo.<br />

De eerste en derde assen zijn op korte termijn (binnen de termijn <strong>van</strong> dit project), de tweede moet op langere termijn bekeken worden.<br />

Organisaties:<br />

• Fysiologie<br />

• Biomedisch Onderzoeks Instituut<br />

Onderzoekers:<br />

• Jean-Michel RIGO<br />

Voor vaderland en vrede. Nationalisme en internationalisme in het Belgische geschiedenisonderwijs, 1919-1940<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Cultuurgesch. <strong>van</strong>af 1750<br />

Onderzoekers:<br />

• Katelijne Wils<br />

• Carl Cools<br />

• Tine Hens<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> urokinase-type plasminogeen activator (uPA) inhibitoren als potentiële geneesmiddelen in antimetastase<br />

kankertherapie<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Medicinale chemie (UAMC)<br />

Onderzoekers:<br />

• Pieter Paula Frans Van Der Veken<br />

• Koen Augustyns<br />

• Jonas Messagie<br />

Rol <strong>van</strong> het cyclisch GMP signaaltransductie systeem bij myocardbeschadiging.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Cardiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefan Janssens<br />

• Sara Vandenwijngaert<br />

Interactie tussen progranuline en tdp-43 in de pathogenese <strong>van</strong> frontotemporale dementie en amyotrofe lateraal sclerose.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Frontotemporale kwab degeneneratie (FTLD) en amyotrofe lateraal sclerose (ALS) zijn twee neurodegeneratieve aandoeningen met<br />

klinische, genetische en anatomopathologische gelijkenissen. Hoewel de meeste patiënten met FTLD of ALS geen andere aangetaste familieleden<br />

hebben, zijn erfelijkevormen <strong>van</strong> beide aandoeningen niet zeldzaam. Sommige patiënten met FTLDontwikkelen motorneurondegeneratie zoals bij<br />

ALS en sommige ALS patiënten hebben cognitieve problemen. Mutaties in het gen <strong>van</strong> de groeifactor progranuline (PGRN), die aanleiding geven<br />

tot verminderde PGRN productie,liggen aan de basis <strong>van</strong> een erfelijke vorm <strong>van</strong> FTLD (waarbij zeldzaam ook motorneurondegeneratie beschreven<br />

is). Puntmutaties in een ander gen,dat codeert voor het DNA/RNA bindend eiwit TAR DNA binding protein 43(TDP-43) zijn een oorzaak <strong>van</strong><br />

erfelijke ALS, maar komen ook voor bij zeldzame FTLD patiënten. Bij microscopisch onderzoek <strong>van</strong> de hersenen en het ruggenmerg <strong>van</strong> overleden<br />

patiënten metnbsp;FTLD (al dan niet met PGR<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgr_Exp_Neurologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Robberecht<br />

• Philip Van Damme<br />

• Sarah Herdewyn<br />

Relation between oxidative processes, endoplasmic reticulum stress, Ca2+ homeostatis and pathological consequences:<br />

the case of diet-induced oxidative processes and altered Ca2+ homeostasis as triggers of endoplasmic reticulum stress<br />

in muscle cells.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Wijzigingen in de homeostase <strong>van</strong> het endoplasmatisch reticulum (ER), bvb. door een sterke uitputting <strong>van</strong> Ca2+-ionen in het ER, leidt<br />

enerzijds tot ER stress terwijl anderzijds de verminderde Ca2+-vrijzetting schadelijk is voor vele cytosolaire functies. Verschillende ziektes<br />

veroorzakenveranderingen in het ER, met als gevolg ER stress, het ontwikkelen <strong>van</strong> de zogenaamde UPR-respons en <strong>van</strong> apoptose. We zullen<br />

focusseren op veranderingen die optreden in skeletspier vóór het optreden <strong>van</strong> diabetesof andere metabole ziektes. Aangezien type 2 diabetes<br />

mellitus gekenmerkt is door chronische hyperinsulinemie, een oxidatief midden en ER stress, zullen we de rol <strong>van</strong> oxidatieve processen op de<br />

activiteit <strong>van</strong> de inositol 1,4,5-trisfosfaatreceptor (IP3R), het belangrijkste Ca2+-vrijzettingskanaal <strong>van</strong> het ER, bestuderen. Een verhoogde IP3R<br />

activiteit kan een chronische Ca2+ lekkage uit de intracellulaire opslagplaatsen veroorzaken en zo resulteren in ER stress.<br />

Organisaties:<br />

• Labo Molec. en Cel. Signaaltransmissie<br />

Onderzoekers:<br />

• Humbert De Smedt<br />

• Jean-Baptiste Parys<br />

• Geert Bultynck<br />

De professionaliteit <strong>van</strong> lerarenopleiders. Een narratief-biografische analyse.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De voorbije decennia vormt de professionaliteit <strong>van</strong> leraren een centrale kwestie in internationaal onderwijsonderzoek. De opvallende<br />

afwezigen in deze discussies zijn lerarenopleiders die op dagdagelijkse basis verantwoordelijke zijn voor de opleiding <strong>van</strong> deze 'professionele'


leraren. Deze situatie wordt nog versterkt door de als <strong>van</strong>zelfsprekend gehanteerde opvatting dat een voorgeschiedenis hebben als leerkracht de<br />

garantie is voor een 'gode' lerarenopleiding. Symptomatisch voor deze opvatting is bijvoorbeeld de vaststelling dat er nauwelijks of geen<br />

professionele training voor lerarenopleiders georganiseerd wordt. Vlaanderen isin deze geen uitzondering. Met deze situatie als vertrekpunt poogt<br />

dezestudie de 'professionele knowhow' (d.w;z. de specifieke kennis en opvattingen) onderliggend aan opleidingspraktijken te reconstrueren en te<br />

analyseren. Door de specifieke inhoud en vorm <strong>van</strong> de professionele expertise <strong>van</strong> lerarenopleiders te ontrafelen, wil deze studie bijdragen aaneen<br />

gefund<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Kelchtermans<br />

• Eline Vanassche<br />

Petrografische en geochemische karakterisatie <strong>van</strong> Gallo-Romeinse aardewerkproducties in Noordwest-Gallië<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Dit project beoogt een petrografische en geochemische karakterisatie <strong>van</strong> Gallo-Romeinse aardewerk in Noordwest-Gallië.<br />

Organisaties:<br />

• Kunstwetenschappen en Archeologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc DE BIE<br />

De relatie tussen representaties <strong>van</strong> scenes, gehele objecten en hun samenstellende delen in de menselijke<br />

hersenschors.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dagelijks zien we verschillende voorwerpen die elk zijn samengesteld uit verschillende delen. Hoe onze hersenen een representatie <strong>van</strong><br />

deze voorwerpen opstellen is nog niet volledig duidelijk. Met dit project willen we onderzoeken hoe delen <strong>van</strong> complexe voorwerpen worden<br />

gecombineerd toteen geheel in de menselijke hersenschors. Wat wordt waargenomen als één voorwerp en de eigenschappen <strong>van</strong> de voorwerpen<br />

(bijvoorbeeld familiariteit) zullen worden gemanipuleerd. Meer specifiek zullen we kijken (1) naar de mate <strong>van</strong> additiviteit <strong>van</strong> de relatie tussen<br />

activatiemappen <strong>van</strong> gehele voorwerpen en de activatiemappen <strong>van</strong> hun samenstellende delen voor gewone voorwerpen, (2) of deze relatie<br />

hetzelfde is voor gezichten versus andere soorten voorwerpen en (3) of een meer holistische vorm <strong>van</strong>codering ook mogelijk is voor scenes die<br />

bestaan uit meerdere voorwerpen, wanneer zij een betekenisvol geheel vormen. Verder zullen we (4) het effect <strong>van</strong> aandacht op deze relaties<br />

nagaan.<br />

Organisaties:<br />

• OE Biologische Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Wagemans<br />

• Hans Op de Beeck<br />

• Annelies Baeck<br />

Foundations of XML - Safe Processing of Dynamic Data over the Internet<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Het web heeft fundamenteel nieuwe uitdagingen gebracht betreffende datamanagement. De belangrijkste kenmerken die webgegevens<br />

onderscheiden <strong>van</strong> de traditionele database-toepassingen zijn de structuur er<strong>van</strong> - meestal beschreven door mark-up talen, zoals XML - en het<br />

dynamische karakter. Het FOX onderzoeksprogramma zal deze uitdagingen in detail bestuderen en manieren onderzoeken om ze te beheersen.<br />

Te dien einde is FOX gericht op een paradigmaverschuiving in de modellering <strong>van</strong> internetgegevens. Het zal de fundamenten <strong>van</strong> dynamische en<br />

data-georiënteerde functies <strong>van</strong> het Web voorzien en komen tot nieuwe efficiënte algoritmen voor het organiseren, transformeren en opvragen <strong>van</strong><br />

de webinhoud. Enkele <strong>van</strong> deze toekomstige inzichten zullen naar verwachting een aanzienlijk effect hebben op de volgende generatie <strong>van</strong> XML en<br />

web standaarden.<br />

Organisaties:<br />

• Databases en Theoretische Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Frank NEVEN<br />

Multischaal deeltjesgebaseerde simulatiesoftware.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Herman Ramon<br />

• Dirk Roose<br />

Wat beïnvloedt het produceren <strong>van</strong> implicaturen? Een experimenteel psychologische studie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Experimenteel onderzoek naar implicaturen heeft aangetoond dat het werkgeheugen betrokken is bij de productie er<strong>van</strong>, wat betekent dat<br />

implicaturen niet automatisch gemaakt worden. Verder heeft onderzoek ook aangetoond dat implicatuur productie sterk afhankelijk is <strong>van</strong> het type<br />

<strong>van</strong> implicatuur en het type <strong>van</strong> taak dat wordt gebruikt. Tenslotte is er ook een duidelijk leeftijdseffect geobserveerd. Met dit Phd-onderzoek willen<br />

we deze bevindingen relateren aan mekaar, wat tot nu toe nog niet is gebeurd. We zullen werken <strong>van</strong>uit een ontwikkelingspsychologisch<br />

perspectief, dus we zullen zowel kinderen <strong>van</strong> verschillende leeftijden als volwassenenbestuderen. We willen het vroegere onderzoek uitbreiden<br />

door direct en indirect werkgeheugen te betrekken in het onderzoek bij kinderen en dooreen nieuwe soort <strong>van</strong> implicatuur te onderzoeken, namelijk<br />

deze die samenhangt met de conjunctie "maar". We zullen werken met verschillende taken terwijl het werkgeheugen op verschillende manieren<br />

gemeten en bel<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Walter Schaeken<br />

• Leen Janssens<br />

Optimalisatie en validatie <strong>van</strong> een muismodel voor ruptuur <strong>van</strong> atherosclerotische plaques.<br />

Universiteit Antwerpen


Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Fysiofarmacologie (FAR)<br />

Onderzoekers:<br />

• Guido De Meyer<br />

• Wim Martinet<br />

• Lynn Roth<br />

Manipulation of biosystems by micro-patterned substrates.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: During the last two centuries, researchers of all areas of science haveprogressibely become more specialized and focus on particular<br />

topics. This philosophy presented the ad<strong>van</strong>tage of gaining a deeper understandingat expenses of losing the general connectivity with other related<br />

subjects. However, this trend is nowadays evolving rapidly away from specialization towards interdisciplinary work where an intertwined<br />

combination of different expertises nourishes each individual part with refreshing iedas, alternative approaches and viewpoints.We are at the dawn<br />

of a new research era and condsequently many questions still remain unanswered: Is it possible to indus rectified motion in a different kind (for<br />

example smaller) living organism (typical size 1 micron)? Is it possible to also achieve cell separation for populations of Escherichia coli, the model<br />

bacterial system? If the answer is positive, which are the key ingredients to design the pattern? What are the effects of confinement on th<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Microbiële en Plantengenetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Vanderleyden<br />

• Victor Moshchalkov<br />

• Alejandro Silhanek<br />

Ideeën en logoi als oorzaken in het Neoplatonisme.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Platoonse traditie <strong>van</strong> de late oudheid zijn ontwikkeld om de constitutie <strong>van</strong> natuurlijke objecten te verklaren. Hierbij zal bijzondere<br />

aandachtworden besteed aan de causale rol die de Platoonse Ideeën vervullen in de natuurfilosofie <strong>van</strong> het Neoplatonisme en aan de manier<br />

waarop de Ideeën zich vertalen naar de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid. Het onderzoek gaat uit <strong>van</strong> de originele positie die de Atheense<br />

school voor hetNeoplatonisme <strong>van</strong> de vijfde eeuw na Christus (Proclus en Syrianus) in deze discussie inneemt. Deze positie zal worden gekaderd<br />

binnen de alternatieve verklaringsmodellen die enerzijds Plotinus en anderzijds de latere commentatoren op Aristoteles hebben ontwikkeld terzake.<br />

Ten slotte zalook nader worden ingegaan op de Platoonse, Peripatetische en Hellenistische bronnen voor deze leer.<br />

Organisaties:<br />

• OE De Wulf-Mansioncentrum<br />

Onderzoekers:<br />

• Gerd Van Riel<br />

• Pieter d'Hoine<br />

Theoretische Studies <strong>van</strong> Op Boor Gebaseerde Clusters: <strong>van</strong> Kleine verbindingen tot "Nanotubular" Materialen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: nbsp;nbsp;<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie<br />

Onderzoekers:<br />

• Arnout Ceulemans<br />

• Minh Tho Nguyen<br />

Verkennend onderzoek naar nieuwe functies <strong>van</strong> peroxisomen en peroxisomale proteïnen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Peroxisomen zijn essentieel voor de normale werking <strong>van</strong> verschillende weefsels, met inbegrip <strong>van</strong> de hersenen, ogen, beenderen, lever,<br />

nieren entestis bij zoogdieren. Dit blijkt duidelijk uit patiënten met algemene of specifieke peroxisomale deficiënties waarbij zware aandoeningen<br />

ontwikkelen, die vaak leiden tot vroegtijdige dood. Tijdens de laatste decennia werd de metabole functie <strong>van</strong> peroxisomen uitgebreid onderzocht in<br />

de lever en de factoren die betrokken zijn bij het importproces werden grotendeels opgehelderd, zodat de genetische basis <strong>van</strong> perxisomale ziekten<br />

duidelijker werd en geschikte muizenmodellen konden aangemaakt worden. Een aantal functies <strong>van</strong> peroxisomen in verschillende weefsels zijn<br />

echter nog onduidelijk, net zoals hun bijdrage aan veroudering en algemeen voorkomende ziekten zoals kanker. Een ander onopgelost probleem is<br />

het vervoer <strong>van</strong> metabolieten doorheen de peroxisomale membraan. Een aantal <strong>van</strong> deze topics willen we onderzoeken in samenwerking met<br />

andere groepen<br />

Organisaties:<br />

• Labo Lipidenbioch.& Proteïnen-interactie<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Fransen<br />

• Patrizia Agostinis<br />

• Myriam Baes<br />

• Paul Van Veldhoven<br />

• Frans Schuit<br />

Cellular and molecular studies of synaptic plasticity in the context of the fragile X syndrome.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: The project proposed below will be very important for our understandingof the molecular basis of synaptic plasticity, that is, of learning<br />

andmemory as well as of other cognitive functions. Moreover, both the Fragile X Syndrome and autism are still without an effective cure. We will<br />

therefore use the knowledge obtained from these lines of research to identify, in collaboration with clinical researches, possible pharmacological<br />

approaches and strategies.(I) Dendritic RNA/mRNA transport.(II) Regulation of protein synthesis.(III) Synaptic events regulated bylocal<br />

translation.(IV) Other function/s of the Fragile X mental retardation protein during brein development.(V) Molecular studies of the austistic spectrum<br />

disorder.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Menselijke Erfelijkheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Claudia Bagni


Provincies in acties.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Vlaanderen staat voor een aantalbelangrijke uitdagingen, waarbij bestuurskracht en interbestuurlijkeverhoudingen opnieuw hoog op de<br />

politieke agenda staan. Deze agenda vraagt denodige capaciteit en expertise op alle bestuursniveaus, dus ook op het niveau<strong>van</strong> de provincies. In<br />

deze 3-jarige opdracht levert het Instituut voor deOverheid (IO) externe deskundigheid aan de Vlaamse provincies om door vormingen opleiding het<br />

proces <strong>van</strong> capaciteitsopbouw en institutioneel debat tebegeleiden en te onderbouwen. Concreet zal het IO:(1) via vorming en opleidingbijdragen<br />

aan de capaciteitsopbouw <strong>van</strong> de Vereniging <strong>van</strong> Vlaamse Procinvies vzw(VVP vzw) en de Vlaamse provincies, zowel op het vlak <strong>van</strong><br />

bestuurskracht als<strong>van</strong> het voeren <strong>van</strong> een interbestuurlijk debat, zowel naar methodiek (hoekennisontwikkeling en wederzijds leren realiseren?),<br />

inhoud (wat aan bod latenkomen?), proces (hoe dat aan te pakken?), als timing (wanneer wat te doen?)(2) meedenken bij het definiëren<strong>van</strong> de<br />

vereiste gegevens (wat moet<br />

Organisaties:<br />

• OE Instituut voor de Overheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Bouckaert<br />

Synthese en karakterisering <strong>van</strong> gesulfoneerde hypervertakte poly(aryleenoxindolen) voor de hydrolyse <strong>van</strong> cellulose.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De hydrolyse <strong>van</strong> cellulose tot glucose is een belangrijke maar moeilijke stap in de aanwending <strong>van</strong> cellulose als grondstof voor de<br />

bereiding <strong>van</strong> basischemicaliën of de omzetting in biobrandstoffen. Dit project beoogt het gebruik <strong>van</strong> de in onze laboratoria ontwikkelde<br />

hypervertakte polyaryleenoxindolen voor de hatalyse <strong>van</strong> de hydrolyse <strong>van</strong> cellulose. De huidige methoden zijn immers weinig efficiënt en geven<br />

veel nevenproducten. De hypervertakte polyaryleenoxindolen zijn voor dit doel bijzonder geschikt aangezien ze gemakkelijk in hoge mate<br />

gesulfoneerd kunnen worden en tegelijkertijd zeer stabiel zijn biij hoge temperaturen en in zuur milieu. Bovendien zal de hoge dichtheid <strong>van</strong><br />

aromatische groepen in de ruggengraat <strong>van</strong> het polymeer zorgen voor een hoge affiniteit voor cellulose waardoor de zuurheid <strong>van</strong> het milieu kan<br />

beperkt worden terwijl toch de hydrolyse-efficiëntie verhoogt. Aldus kunnen hoge conversies worden bekomen zonder aanleiding te geven tot<br />

nevenproducten. De polymere zure k<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Moleculair Design en Synthese<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Dehaen<br />

• Bert Sels<br />

• Mario Smet<br />

Evolutie <strong>van</strong> nectariën in basale asteriden: expressie en functie <strong>van</strong> CRABS CLAW.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Met meer dan 350 000 vertegenwoordigers vormen bloemplanten veruit de meest diverse plantengroep op aarde. Ze domineren het<br />

landschap en zijn niet meer weg te denken uit onze dagdagelijkse noden en gebruiken (voeding, brandstof, constructiematerialen, medicijnen,<br />

kledij,...). Toch is deze groep naar evolutionaire maatstaven nog zeer jong en staat onze kennis over het plotse ontstaan en de daaropvolgende<br />

enorme diversificatie, die ongetwijfeld als één <strong>van</strong> de grootste radiaties in de geschiedenis <strong>van</strong>het leven op aarde kan beschouwd worden (Darwins<br />

abominable mystery), nog maar in zijn kinderschoenen.Welke factoren hebben bijgedragen tot het ontstaan <strong>van</strong> deze diversiteit en welke<br />

mechanismen regulerende immense variatie aan bloemmorphologieën, de belangrijkste evolutionaire innovatie <strong>van</strong> deze groep? In deze<br />

eindverhandeling gaan we op zoek naar antwoorden op deze vragen aan de hand <strong>van</strong> de studie <strong>van</strong> een genfamilie die een cruciale rol lijkt te<br />

hebben gespeeld in het succesverhaal <strong>van</strong> d<br />

Organisaties:<br />

• A_Plantensys<br />

Onderzoekers:<br />

• Eric Smets<br />

• Koen Geuten<br />

• Dries Vekemans<br />

Dataverwerking algemeen diversiteitsbeleid en aanmoedigingsfonds.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Aanmoedigingsfonds m.b.t. dataverwerking in het kader <strong>van</strong> het algemeen diversiteitsbeleid <strong>van</strong> de K.U.Leuven en in het kader <strong>van</strong> het<br />

Aanmoedigingsfonds.<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Toeg. Mechanica & Energieconversie<br />

Onderzoekers:<br />

• Martine Baelmans<br />

Een nieuwe typologie <strong>van</strong> onbepaalde voornaamwoorden en bijwoorden.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor grammatica, cognitie en typologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Van der Auwera<br />

• Lauren Van Alsenoy<br />

Macrofaag activatie syndroom in IFN-gamma-deficiënte muizen: sleutelrol<strong>van</strong> NK-cellen en rol <strong>van</strong> een defect in de IFNgamma<br />

signaalweg.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Macrofaag activatie syndromen (MAS) verwijst naar een pathologische conditie die gekenmerkt wordt een een excessieve activatie en<br />

proliferatie <strong>van</strong> macrofagen. De klinische en biochemische kenmerken <strong>van</strong> MAS zijn hogekoorts, hepatosplenomegalie, cytopenie, ernstige<br />

leverstoornissen, coagulopatie, hypertriglyceridemie, hyperferritinemie en hypercytokinemie. Omdat men in beenmergaspiraties <strong>van</strong> MAS patiënten<br />

hemofagocyterende macrofagen kan waarnemen wordt MAS ook omschreven als het helofagocyterend syndroom. MAS is een ernstige en<br />

potentieel dodelijke ziekte die kan voorkomen als complicatie <strong>van</strong> infecties, kanker en auto-immuunziekten, waaronder systemische juveniele<br />

artritis. De pathogenese <strong>van</strong> MAS is onvoldoende gekend wat mogelijks toe te schrijven is aan het gebrek <strong>van</strong> een geschikt diermodel. We hebben<br />

recent een nieuw proefdiermodel voor MAS op puntgesteld in ons laboratorium. Aan de hand <strong>van</strong> dit proefdiermodel willen we het onderliggende<br />

mechanisme <strong>van</strong> MAS achterhalen. Dit inzicht za


Organisaties:<br />

• Laboratorium Immunobiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick Matthys<br />

• Anneleen Avau<br />

Cliffordanalyse: functies <strong>van</strong> meerdere vectorvariabelen en (Dirac)operatoren <strong>van</strong> hogere spin<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Abstract nog niet beschikbaar<br />

Organisaties:<br />

• Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen<br />

• Vakgroep Wiskunde/Algemene Vakken<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Van Lancker<br />

Rationale punten op variëteiten over discreet gevalueerde velden.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Aritmetische meetkunde bestudeert de oplossingsverzamelingen <strong>van</strong> stelsels <strong>van</strong> veeltermvergelijkingen over velden F die niet<br />

algebraïsch gesloten zijn. Het bekendste resultaat uit de aritmetische meetkunde is vermoedlijk de Laatste Stelling <strong>van</strong> Fermat. Deze stelling zegt<br />

dat voor elk natuurlijk getal n>2 en alle rationale getallen a, b zodat a n=1 moet gelden dat a=0 of b=0. Dit resultaat werd bewezen door Andrew<br />

Wiles in 1995.De meest fundamentele vraag in de aritmetische meetkunde is of een gegeven stelsel S <strong>van</strong> veeltermvergelijkingen over een veld F<br />

een oplossingheeft in F. Meer algemeen zouden we een maat willen definiëren voor de oplossingsverzameling, en deze maat in verband brengen<br />

met andere invarianten <strong>van</strong> S. Als F een eindig veld is wordt dit doel gerealiseerd door de Grothendieck-Lefschetz-Verdier spoorformule, een<br />

essentieel ingrediënt<strong>van</strong> het bewijs <strong>van</strong> de beroemde Weilconjecturen (DWork-Grothendieck-Deligne). Het doel <strong>van</strong> het doctoraatsproject is om een<br />

gelijkaardige theori<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Algebra<br />

Onderzoekers:<br />

• Johannes Nicaise<br />

• Arne Smeets<br />

Foetale gentherapie voor bronchopulmonaire dysplasie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Foetale gentherapie is een toekomstige optie voor behandeling <strong>van</strong> ziekte <strong>van</strong> de foetus/boreling. Wij ontwikkelden een model voor<br />

foetale gentherapie in de muis via adenogeassocieerde virale vectoren, rechtstreeks toegediend in de trachea. Voor niet-invasieve opvolging<br />

gebruiken we beeldvormingstechnieken. De doctoraatsstudent zal dit model toepassen voor degentherapeutische preventie <strong>van</strong> bronchopulmonale<br />

dysplasie.<br />

Organisaties:<br />

• Lab Moleculaire Virologie & Gentherapie<br />

Onderzoekers:<br />

• Zeger Debyser<br />

• Jan Deprest<br />

• Uwe Himmelreich<br />

Analyse <strong>van</strong> de chemische samenstelling <strong>van</strong> de atmosfeer en de circumstellaire omgeving <strong>van</strong> S-type sterren.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De laatste stadia <strong>van</strong> de evolutie <strong>van</strong> sterren met lage tot middelgrote initiele massa (1 tot 8 zonsmassas), begint wanneer de sterren<br />

aankomen op de Asymptotische Reuzentak (AGB). Deze sterren worden gekenmerkt door een hoge lichtkracht gekoppeld aan een heel koele<br />

steratmosfeer. Twee belangrijke, maar nog onvoldoende begrepen, fysische processen hebben gedurende de AGB evolutie een fundamentele<br />

invloed op de ster. In het sterinwendige zorgt een instabiliteit bij de heliumschilverbranding voor een korte intense opstoot <strong>van</strong> energieproductie:<br />

een thermische puls. Tijdens de relaxatie ontstaat er een diepe convectieve sterenveloppe die diep binnendringt in het sterinwendige. Wanneer<br />

deze in contact komt met de diepere lagen die chemisch verrijkt zijn door de nucleosynthese, wordt er verrijkt materiaal naar het steroppervlak<br />

gebracht. Dit noemt men een "dredge-up". Deze dredge-up eindigt wanneer de waterstofschilverbranding weer op gang wordt gebracht ende ster<br />

naar een volgende thermische<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Sterrenkunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Leen Decin<br />

• Hans Van Winckel<br />

• Joris Blommaert<br />

• Kristof Smolders<br />

Theoretisch onderzoek naar fotonische implementaties <strong>van</strong> "reservoir computing" via met vertraging gekoppelde lasers.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Dit project heeft als doel nieuwe inzichten in de complexe dynamica <strong>van</strong> gekoppelde halfgeleiderlasers aan te wenden in een radicaal<br />

nieuw paradigma voor informatie processing: de zgn. "reservoir computing" in een "Liquid State Machine". Inleiding "reservoir computing" Reservoir<br />

computing is recent op de voorgrond getreden als de generische naam <strong>van</strong> een nieuwe onderzoeksstroming in machine learning [1,2], die Echo<br />

State Networks [3,4] en Liquid State Machines ( LSM) [5] combineert. Deze systemen, die kunnen aangewend worden om complexe classificatieen<br />

herkenningsproblemen op te lossen, hebben specifieke eigenschappen gemeen en worden als veelbelovend beschouwd voor een nieuw<br />

computationeel paradigma voor neurale netwerken. Centraal staat een uitgebreid, gedistribueerd, niet-lineair netwerk, het reservoir, met ingangsen<br />

uitgangspoorten, die nodig zijn om informatie met het reservoir uit te wisselen. Het vernieuwende aspect bestaat erin dat de interne koppelingen<br />

<strong>van</strong> het reservoir onveranderd blijven en dat enkel de uitleesfunctie, de uitgangspoorten dus, getraind worden. Door een eenvoudig<br />

patroonherkenningsalgoritme kan de reactie <strong>van</strong> het reservoir op een input signaal berekend worden. Leeralgoritmes kunnen zo gehanteerd<br />

worden om d.m.v het reservoir complexe computationele problemen op te lossen. In een LSM kunnen de twee onderdelen <strong>van</strong> een reservoir<br />

computing systeem, een "vloeistof" -het reservoir- en een uitleesfunctie onderscheiden worden. De vloeistof zal elk inputsignaal, en combinaties<br />

<strong>van</strong> inputsignalen, niet-lineair vertalen naar spatio-temporele informatie. Hiervoor is het noodzakelijk dat een groot aantal nodes of neuronen op<br />

willekeurige wijze met elkaar verbonden worden. Een node ont<strong>van</strong>gt dus mogelijk een signaal <strong>van</strong> de buitenwereld, maar ook <strong>van</strong> de andere nodes.<br />

Dit geeft aanleiding tot een zeer gevarieerd niet-lineair gedrag waardoor de mogelijkheid ontstaat om met behulp <strong>van</strong> lineaire combinaties <strong>van</strong> de<br />

uitleesfunctie gelijk welke complexe niet-lineaire functie te vormen. Op deze manier kan men zware computationele taken zeer snel uitvoeren, zoals<br />

bv. signaal- of beeldverwerking [6, 7]. Een groot voordeel <strong>van</strong> een LSM is dat de vloeistof als dynamische entiteit en als complex niet-lineair


systeem een deel <strong>van</strong> de informatie <strong>van</strong> de vorige ingangssignalen behoudt. M.a.w. informatie <strong>van</strong> het verleden dient niet extern bewaard te<br />

worden, de dynamica <strong>van</strong> de LSM gedraagt zich als een geheugen en een rekenalgoritme in een! Het tweede voordeel is dat het reservoir het<br />

beperkt aantal ingangsvariabelen naar een hoger-dimensionale ruimte transformeert, waar variabelen met gelijke kenmerken de neiging hebben te<br />

clusteren en op die manier geïdentificeerd kunnen worden. Er zijn sterke aanwijzigen dat netwerken <strong>van</strong> gea<strong>van</strong>ceerde fotonische componenten,<br />

die een rijk, niet-lineair en ook ultrasnel dynamische gedrag vertonen, kunnen aangewend worden om zo'n LSM te realiseren. Voor een goede<br />

rekenperformantie moet de dynamica <strong>van</strong> het reservoir voldoen aan twee belangrijke voorwaarden, nl. een goed scheidend vermogen of separation<br />

property (SP) en een goed benaderend vermogen of approximation property (AP). De SP houdt in dat verschillende inputs aanleiding zullen geven<br />

tot een voldoende verschillend traject in de faseruimte <strong>van</strong> de interne toestand <strong>van</strong> het reservoir. Hoge scheidbaarheid betekent hoge performantie.<br />

De AP daarentegen geeft weer hoe goed de uitleesfunctie in staat zal zijn om de verschillende interne toestanden <strong>van</strong> elkaar te onderscheiden. Dit<br />

laatste vereist een vluchtig geheugen (fading memory). Het al dan niet aanwezig zijn <strong>van</strong> voorgaande eigenschappen heeft belangrijke gevolgen<br />

voor de dynamische toestand waarin het systeem mag verkeren. Een chaotisch systeem zal zeer goed aan de scheidende voorwaarde voldoen,<br />

maar niet voldoen aan het vervagende geheugen. Dit omdat elk klein verschil in initiële toestand het systeem in een andere richting zal sturen en<br />

naburige trajecten in de faseruimte exponentieel snel <strong>van</strong> elkaar zullen divergeren. Geordende systemen daarentegen hebben wel een vervagend<br />

geheugen, maar voldoen zeer slecht aan de scheidende eigenschap. Het is dus duidelijk dat beide voorwaarden antagonistisch zijn. De<br />

rekenperformantie piekt daarom bij de kritische lijn tussen de geordende en de chaotische toestand <strong>van</strong> een systeem. Het is dus interessant om te<br />

werken met systemen op de rand <strong>van</strong> chaos of net in het begin <strong>van</strong> een chaotisch gebied, waar de attractor nog een zekere mate <strong>van</strong> ordening<br />

bezit. Naar een fotonische implementatie <strong>van</strong> reservoir computing In de literatuur werden reeds LSM bestudeerd aan de hand <strong>van</strong> verschillende<br />

modellen zoals netwerken <strong>van</strong> artificiële neuronen [8], spatieel gekoppelde oscillatoren [9] en zelfs bestaande uit water [10]. Het systeem dat dienst<br />

doet als reservoir dient zeer complex te zijn om een geschikte dynamica te verkrijgen. Daarbij komt dan nog dat de dynamica niet alleen complex,<br />

maar ook zeer snel moet zijn indien men de LSM praktisch wil aanwenden om snelle verwerking te bekomen. Het is hier dat fotonica een<br />

interessant alternatief zou kunnen bieden. De dynamica <strong>van</strong> halfgeleiderlasers kan zich afspelen op tijdsschalen zo kort als enkele tientallen<br />

picoseconden [11]. Daarnaast werd aangetoond dat het koppelen <strong>van</strong> halfgeleiderlasers chaotische dynamica met zeer hoge dimensionaliteit kan<br />

induceren via de vertragingen in de koppelingen. In dit project zal onderzocht worden of het reservoir kan gerealiseerd worden d.m.v. netwerken<br />

<strong>van</strong> gekoppelde dynamische elementen die bestaan uit halfgeleiderlasers. In de traditionele aanpak wordt de complexe dynamica opgewekt door<br />

een aantal eenvoudige elementen zoals neuronen of oscillatoren. Deze bezitten echter individueel een beperkt aantal dynamische vrijheidsgraden,<br />

waardoor het reservoir dient opgebouwd te worden uit een zeer groot aantal <strong>van</strong> dit type nodes. Het door ons voorgestelde reservoir is opgebouwd<br />

uit slechts een klein aantal elementen, die dan met tijdsvertragingen gekoppeld zijn. Deze vertragingslijnen zullen de dimensionaliteit <strong>van</strong> de<br />

dynamica sterk verhogen. De tijdsvertragingen kunnen allen gelijk zijn ofwel, om de complexiteit nog te verhogen, verschillend gekozen worden. In<br />

de vakgroep Toegepaste Natuurkunde en Fotonica (TONA) <strong>van</strong> de Vrije Universiteit Brussel is er de laatste jaren ruime expertise opgebouwd,<br />

zowel theoretisch als experimenteel, rond de dynamica <strong>van</strong> halfgeleiderlasers [12], en meer recent ook rond de koppeling (met vertraging) <strong>van</strong><br />

verschillende <strong>van</strong> zulke lasers [13] (o.a. in het project <strong>van</strong> FWO-aspirant O. D'Huys die de synchronisatie tussen gekoppelde lasers onderzoekt).<br />

Organisaties:<br />

• Natuurkunde<br />

Onderzoekers:<br />

• JAN DANCKAERT<br />

SHARE-België, Golf 4.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het huidige project behelst de uitbreiding <strong>van</strong> de SHARE database, i.e. de creatie <strong>van</strong> de SHARE golf 4 database. Binnen dit project<br />

wordt de longitudinale steekproef opnieuw bevraagd om de veranderingen sinds de laatste golf te registreren.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Cornelius Van den Bosch<br />

Subsidieovereenkomst voor Erasmusmobiliteit onder het Lifelong Learning Programme.<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Mobiliteit <strong>van</strong> studenten speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming <strong>van</strong> de Europese ruimte voor hoger onderwijs. Van organisaties<br />

in het hoger onderwijs wordt gevraagd een hoge kwaliteit te waarborgen bij het organiseren <strong>van</strong> de mobiliteit <strong>van</strong> studenten.<br />

Erasmus kent beurzen toe aan studenten die tussen 3 en 12 maanden gaan studeren aan een hoger onderwijsinstelling in een ander Europees<br />

land. Voorwaarde is wel dat deze instelling een partnerschap lopen heeft met hun thuisinstelling, waar de studenten overigens ook ingeschreven<br />

blijven. Er bestaan afspraken over de erkenning <strong>van</strong> de studiepunten die tijdens het Erasmus verblijf worden behaald.<br />

Organisaties:<br />

• Niet onderzoeksgroep gebonden projecten<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc DE SCHEPPER<br />

• Lia VAN HOEF<br />

De gedichten <strong>van</strong> Justus Lipsius. Kritische editie met vertaling, annotatie en literaire commentaar<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Titel: De Latijnse poëzie <strong>van</strong> Justus Lipsius. Kritische editie met vertaling, annotatie en literaire commentaar. Samenvatting: De gedichten<br />

<strong>van</strong> Justus LipsiusJustus Lipsius wordt terecht aanzien als een <strong>van</strong> de grootste humanisten <strong>van</strong> de Nieuwe Tijd in de Nederlanden. Deze reputatie<br />

heeft Lipsius hoofdzakelijk te danken aan zijn (academische) publicaties in proza, aan zijn gezaghebbende edities <strong>van</strong> Tacitus, zijn filosofische<br />

geschriften, en aan zijn bijzonder uitgebreide collectie brieven.Dat zijn oeuvre tevens een rijke en gevarieerde productie aan Latijnse gedichten telt,<br />

is minder bekend en kon tot op heden slechts op weinig belangstelling rekenen.Dit valt gedeeltelijk te verklaren door het feit, dat een integrale en<br />

kritische editie <strong>van</strong> Lipsius poëzie ontbreekt. Dit doctoraatsproject wil die leemte opvullen.Het onderzoek kadert volledig in de visie en de<br />

competenties <strong>van</strong> Seminarium Philologiae Humanisticae <strong>van</strong> de K.U.Leuven, waar reeds verscheidene decennia lang de uitgebreide corr<br />

Organisaties:<br />

• Latijnse Literatuurstudie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Papy<br />

• Hans Nollet<br />

De wenselijkheid <strong>van</strong> de investeringsbescherming geboden door de sui generis en intellectuele eigendomsrechten rond<br />

chips, computerprogrammas en databanken.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Recht en Informatica


Onderzoekers:<br />

• Joseph Dumortier<br />

• Jan Van Hove<br />

Project TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow (TTNWW).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> het project is om allerlei bestaande componenten die ontwikkeld zijn in CGN en STEVIN in te passen in een<br />

workflowsysteem voor web services dat ontwikkeld wordt in CLARIN-verband, en dit geheel te laten draaien op servers <strong>van</strong> erkende CLARINcentra,<br />

met als doel faciliteiten aan te bieden voor onderzoekers uit de HSS met geen of weinig technische bagage. Deze faciliteiten moeten 1) hen<br />

in staat stellen hun onderzoeksvragen beter of makkelijker aan te pakken en 2) mogelijkheden bieden voor het formuleren <strong>van</strong> nieuwe typen<br />

onderzoeksvragen, i.e. onderzoeksvragen die voor CLARIN niet gesteld konden worden of niet doelmatig te beantwoorden waren.<br />

Organisaties:<br />

• Media, middenveld en politiek (M2P)<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefaan Walgrave<br />

De rol <strong>van</strong> mast cellen in de beperking <strong>van</strong> CZS-ontsteking na een hersentrauma en het ruggenmergletsel<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Meer en meer aanwijzigen tonen een rol aan <strong>van</strong> mastcellen (MC) in ontstekingsreacties in het centrale zenuwstelsel (CZS) in de context<br />

<strong>van</strong> auto-immuun ziekten zoals multiple sclerosis. Daarentegen resulteert een mast cel deficiëntie, in een niet-autoimmune context, in een<br />

verhoogde ontsteking in de hersenen, hetgeen wijst op een belangrijke rol <strong>van</strong> MC in de remming <strong>van</strong> het ontstekingsproces na een CZS trauma.<br />

Preliminaire data tonen aan dat dit effect gemedieerd wordt door factoren afkomstig <strong>van</strong> MC. In dit project willen we daarom de rol <strong>van</strong> MC in het<br />

onderdrukken <strong>van</strong> het ontstekingsproces in het CZS in organotypische hersenslices in vitro, alsook in 2 modellen <strong>van</strong> traumatische CZS letsels in<br />

vivo (entorhinale cortes lesie, spinal cord lesie) onderzoeken. We zullen hierbij gebruik maken <strong>van</strong> MC deficiënte kitWsh/Wsh muizen alsook <strong>van</strong><br />

ander muislijnen deficiënt voor MC specifieke factoren. Verder zal worden gezocht naar de mechanismen waardoor de MC het ontstekingsproces<br />

remmen door gebruik te maken <strong>van</strong> immunoassays, western blots en ELISA. Veelbelovende kandidaten zullen worden getest in degradatie assays<br />

gevolgd door MALDI-TOF analyse. Door deze vragen te beantwoorden willen we het therapeutisch potentieel <strong>van</strong> MC en de factoren gesecreteerd<br />

door MC in de therapie voor CZS trauma ophelderen.<br />

Organisaties:<br />

• Morfologie<br />

• Biomedisch Onderzoeks Instituut<br />

Onderzoekers:<br />

• Sven HENDRIX<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe in vitro en in vivo modellen voor de studie <strong>van</strong>het intravaginale gedrag <strong>van</strong> microbiciden.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De toenemende verspreiding <strong>van</strong> HIV in ontwikkelingslanden noodzaakt de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe preventiestratgieën. Microbiciden zijn<br />

stoffen die, na vaginale applicatie, HIV overdracht kunnen voorkomen. Ondanks veelbelovende in vitro resultaten blijkt hun effectiviteit in<br />

daaropvolgende dure klinische studies tot hiertoe echter zeer teleurstellend. Een mogelijke oorzaak <strong>van</strong> dit falen is het feit dat de concentratie <strong>van</strong><br />

het microbicide ter hoogte <strong>van</strong> de primaire doelcellen te laag is om HIV overdracht te voorkomen. De algemene doelstelling <strong>van</strong> dit project is<br />

daarom hetontwikkelen <strong>van</strong> niet-klinische testen voor de bestudering <strong>van</strong> intravaginale processen die cruciaal zijn voor het bekomen <strong>van</strong> werkzame<br />

concentraties <strong>van</strong> het microbicide. Meer specifiek zullen in vitro modellen ontwikkeld worden voor het nagaan <strong>van</strong> de vrijzetting en beschikbaarheid<br />

<strong>van</strong> het microbicide in biorele<strong>van</strong>te media, en de accumulatie in de doelcellen.Tevens zal er een diermodel (vb. konijn) worden ontwikkeld voor de<br />

Organisaties:<br />

• Lab Farmacotechnologie en Biofarmacie<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick Augustijns<br />

• Carolien Grammen<br />

Het Belgische EU-Voorzitterschap in de tweede helft <strong>van</strong> 2010 : wat is het effect op vlak <strong>van</strong> kennis, opinies en attitudes<br />

over Europese integratie ?<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project wil onderzoeken in welke mate er een effect uitgaat <strong>van</strong> het voorzitterschap <strong>van</strong> de EU op de kennis, de opinies en de attitudes<br />

over Europese integratie bij de publieke opinie en bij experts (ministers en hun kabinetsmedewerkers, ambtenaren en diplomaten). Dit empirisch<br />

onderzoek spitst zich toe op het Belgisch EU-Voorzitterschap in de tweede helft <strong>van</strong> 2010 en wordt gevoerd op basis <strong>van</strong> interviews<br />

(eliteonderzoek) en focusgroepen (publieke opinie-onderzoek). Metingen en dataverzameling vinden plaats voor (eerste helft 2010) en na (eerste<br />

helft 2011) het Voorzitterschap met telkens Nederland als controle-case. Met<br />

het beantwoorden <strong>van</strong> deze onderzoeksvraag wordt een belangrijke lacune in het bestaande onderzoek naar EUVoorzitterschappen weggewerkt.<br />

Tegelijk wil het onderzoek data generen over de relatie tussen het Europese<br />

integratieproces en de publieke opinie en de experts in België.<br />

Organisaties:<br />

• Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Bursens<br />

• Steven Van Hecke<br />

Effecten <strong>van</strong> gecontroleerde mechanische ventilatie in ratten met verminderde diafragmafunctie en tiijdsduur <strong>van</strong><br />

diafragma herstel.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Pneumologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Decramer<br />

• Karen Maes<br />

Publiek Private Samenwerking en Publieke Verantwoording.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.


Organisaties:<br />

• Management & Bestuur (M&B)<br />

Onderzoekers:<br />

• Ria Janvier<br />

• Tom Willems<br />

• Wouter Van Dooren<br />

Onderzoek naar de functie <strong>van</strong> de spiegelneuronen in de makaak.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De rol <strong>van</strong> het spiegelsysteem <strong>van</strong> de aap onderzoeken in het begrijpen <strong>van</strong> doelgerichte acties (grijpbewegingen) met behulp <strong>van</strong> fMRI<br />

adaptatie en actie categorisatie, en het effect nagaan <strong>van</strong> reversibele deactivaties<strong>van</strong> de verschillende spiegel-neuron gebieden op het<br />

categoriseren <strong>van</strong> acties.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Neurofysiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Vanduffel<br />

• Koen Nelissen<br />

Schenking met specifieke bestemming voor (doctoraats)onderzoek : Mechanismes <strong>van</strong> globale verandering via de studie<br />

<strong>van</strong> biochemische cycli.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: PhD Beurs voor een project ivm global changes<br />

Organisaties:<br />

• Geologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Philippe CLAEYS<br />

Computer modellering en experimentele validatie voor plasma's gebruikt voor het graveren in de micro-elektronica<br />

industrie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: We wensen computersimulaties uit te voeren om de plasmachemie en plasmafysica te beschrijven in twee reactoren die gebruikt worden<br />

voor etsen in de micro-electronica industrie, nl. inductief gekoppelde plasma's (ICP) en "dual-frequency" capacitief gekoppelde plasma's (CCP). We<br />

zullen verschillende koolstof-fluor-gebaseerde gasmengsels beschouwen. Het effect <strong>van</strong> verschillende ontladingsvoorwaarden (druk,<br />

gasverhouding, vermogen, frequentie,...) zal bestudeerd worden om te voorspellen onder welke omstandigheden beide ontladingen optimaal<br />

werken. Experimentele validatie <strong>van</strong> de berekeningen zal uitgevoerd worden in beide soorten reactoren. Tenslotte zal ook het effect <strong>van</strong> deze<br />

ontladingsvoorwaarden op de vorming <strong>van</strong> etskanaaltjes, de etssnelheid, uniformiteit, selectiviteit en anisotropie bestudeerd worden.<br />

Organisaties:<br />

• Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)<br />

Onderzoekers:<br />

• Annemie Bogaerts<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> lanthanide polyoxometalaatcomplexen als regioselectieve reagentia voor het hydrolyseren <strong>van</strong><br />

proteïnen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Hydrolyse <strong>van</strong> peptiden en proteïnen is één <strong>van</strong> de meest gebruikte procedures in biochemisch en biomedisch onderzoek. De<br />

proteolytische enzymen die beschikbaar zijn voor hydrolyse hebben een aantal tekortkomingen; ze zijn niet regioselectief en leveren korte, slecht<br />

identificeerbarefragmenten. Chemicaliën die hydrolyse veroorzaken vormen een aantrekkelijk alternatief voor proteolytische enzymen. De<br />

kinetische inertheid <strong>van</strong>de peptide binding, met een halwaardetijd <strong>van</strong> ongeveer 600 jaar onder fysiologische condities, stelt wetenschappers echter<br />

voor een grote uitdaging bij het ontwerpen <strong>van</strong> deze artificiële proteasen. Desondanks wordenreeds een aantal chemicaliën gebruikt, deze vereisen<br />

echter extreme condities en leiden tot lage opbrengsten. De ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe en efficiënte reagentia zou het onderzoek naar de structuur en<br />

functies <strong>van</strong> proteïnen aanzienlijk kunnen vereenvoudigen. Een nieuw concept voor het ontwikkelen <strong>van</strong> regioselectieve en niet-invasieve<br />

synthetische proteasen om<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Moleculair Design en Synthese<br />

Onderzoekers:<br />

• Tatjana Vogt<br />

• Karen Stroobants<br />

De studie <strong>van</strong> groepsacties op varieteiten en Liegroepen, met bijzondereaandacht voor de veralgemeende Auslander en<br />

Talelli conjecturen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In this two part research project we analyze the behaviour of discrete group actions on manifolds and Lie groups. In the first part of the<br />

project, we study smooth, free and properly discontinuous group actions on manifolds of the type MxN where M is a closed connected manifold and<br />

N is a contractible manifold. In this case, a generalization of Talelli's conjecture says that if a torsion-free group acts smoothly, freely and properly<br />

discontinuously on MxN then it must have finite cohomological dimension. Our results confirm this conjecture for a very large class groups known<br />

as the Kropholler groups HF and for the case of isometric actions. Our aim is to prove this conjecture for the class of amenable groups and for the<br />

case of smooth actions with less restrictive geometric conditions.In the second part of the project, we are interested in the algebraic structure of<br />

cocompact subgroups of affine transformations of simply connected, connected, nilpotent Lie groups, known as nil-affine c<br />

Organisaties:<br />

• Wiskunde Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Paul G. Igodt<br />

• Nansen Petrosyan<br />

De rol <strong>van</strong> de concentratie en oorsprong <strong>van</strong> opgeloste organische stof op de biobeschikbaarheid <strong>van</strong> metalen en fosfor<br />

bij groene algen in oppervlaktewater.nbsp;nbsp;nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Opgeloste organische stof (DOM) is een bron <strong>van</strong> nutriënten in oppervlaktewater. De nutriënten die gebonden zijn aan DOM zijn uiteraard<br />

minder besqchikbaar dan de anorganische vormen. Zo zijn de opgeloste organische P-vormen en de gecomplexeerde metaalionen minder<br />

beschikbaar dan respectievelijk het fosfaat ion of metaal ionen. Verschillende studies tonen aan dat de organisch gebonden elementen wél kunnen


ijdragen aan de biobeschikbaarheid, de bijdrage hangt echter af <strong>van</strong> abiotische en biotische condities. Dit odnerzoek gaat over die variabele<br />

bijdrage en in bijzonder over de vraag hoe de bron en het type <strong>van</strong> DOM in oppervlaktewater een rol spelen. Het DOM kan afkomstig zijn uit bodem<br />

organische stof, organische mest, afvalwater en kan zelfs door algen zelf worden geproduceerd. Een reeks DOM stalen zullen worden bemonsterd<br />

in waterbekkens en de opname<strong>van</strong> de organisch gebonden elementen worden gemeten bij algen onder labo-omstandigheden.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Bodem- en Waterbeheer<br />

Onderzoekers:<br />

• Roeland Merckx<br />

• Erik Smolders<br />

Pectin structure-function management in fruit and vegetable based products through precision processing.


• Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jürgen Jaspers<br />

• Sarah Van Hoof<br />

Het schoolbus routerings probleem: een voorbeeld <strong>van</strong> een gestructureerd optimaliserings probleem<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Ond.gr. Operat.Res. & Bus.Stat.(ORSTAT)<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Causmaecker<br />

• Frederik Spieksma<br />

• Greet Vanden Berghe<br />

TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Abstract nog niet beschikbaar<br />

Organisaties:<br />

• Departement Vertaalkunde<br />

• Vakgroep Taaltechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Veronique Hoste<br />

De bijdrage <strong>van</strong> ectomycorrhiza fungi aan de Fe-nutritie <strong>van</strong> gastheerplanten<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Het voorliggende contract betreft een FWO-aspirantschap <strong>van</strong> Jan Wevers onder promotorschap <strong>van</strong> prof. dr. J. Colpaert voor de periode<br />

<strong>van</strong> 01.10.2007 tot 30.09.2009. Het doctoraatsproject wil de functionele diversiteit bij ECM fungi in kaart brengen voor wat betreft Fe-opname en<br />

transfer naar de gastheerplant, de grove den. Tegelijk bepalen we de invloed <strong>van</strong> toxische Zn concentraties op de Fe-nutritie <strong>van</strong> de<br />

gemycorrhizeerde gastheer. Enerzijds wordt een veldstudie geprogrammeerd waarbij Fe- en Zn-opname en fractionering in dennen wordt<br />

bestudeerd in goed gekarakteriseerde proefpercelen langs een Zn-gradiënt in Noord-Limburg. Anderzijds worden labo experimenten omgezet om<br />

de Fe- en Zn-fluxen in gemycorrhizeerde planten te karakteriseren. In een laatste fase zal onderzocht worden welke mechanismen verantwoordelijk<br />

zijn voor de opname <strong>van</strong> Fe in geselecteerde ECM fungi.<br />

Organisaties:<br />

• Milieubiologie<br />

• Centrum voor Milieukunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan COLPAERT<br />

Conflict tussen ouders en nakomelingen in kanaries: individuele plasticiteit, genetische basis en co-adaptatie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Hoewel de evolutie <strong>van</strong> ouderlijke zorg essentieel is voor het begrijpen <strong>van</strong> onder andere sociale systemen en seksuele selectie, is er<br />

vrijwel niets bekend over zijn genetische architectuur. De evolutie <strong>van</strong> ouderzorg wordt verder sterk beïnvloed door een belangenconflict over de<br />

mate <strong>van</strong> ouderlijke investering tussen ouders en hun nakomelingen. Dit kan invloed hebben op de evolutie <strong>van</strong> twee eigenschappen:<br />

verzorgingsgedrag door de ouders en het bedelgedrag <strong>van</strong> het nageslacht. De theorie voorspelt dat deze gedragskenmerken uiteindelijk genetisch<br />

gecorreleerd zouden moeten zijn, aangezien elk <strong>van</strong> hen een selectieve druk zal uitoefenen op de evolutie <strong>van</strong> de andere. Mijn voorgestelde<br />

onderzoeksproject is gericht op het bestuderen <strong>van</strong> de genetische basis en de gevolgen <strong>van</strong> co-adaptatie tussen deze gedragingen. Daarvoor zal ik<br />

de erfelijkheid, de fenotypische plasticiteit en de co-variantie <strong>van</strong> beide eigenschappen, en ook de functionele gevolgen <strong>van</strong> co-adaptatie voor<br />

ouders en nakomelingen bekijken.<br />

Organisaties:<br />

• Ethologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Marcel Eens<br />

• Wendt Müller<br />

• Natalia Estramil<br />

Het concept "kinderkwetsbaarheid" in Sub-Saharisch Afrika. Een theoretische studie met empirische validering.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Bij het begin <strong>van</strong> de 21ste eeuw was er een groeiende aandacht voor de impact <strong>van</strong> HIV/AIDS op kinderen in Sub-Saharisch Afrika. De<br />

laatste jaren is de aandacht <strong>van</strong> de beleids- en de academische wereld verschoven <strong>van</strong> wezen naar een bredere groep 'wezen en kwetsbare<br />

kinderen'. In dit kader heeft dit project tot doel een multidimensioneel concept kinderkwetsbaarheid in Zuid-Afrika te ontwikkelen. Na een<br />

conceptuele fase met kwalitatieve validering, zal het concept empirisch gemeten worden door middel <strong>van</strong> structurele vergelijkingsmodellen en<br />

longitudinale analyse.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)<br />

Onderzoekers:<br />

• Dimitry Mortelmans<br />

• Edwin Wouters<br />

• Caroline Masquillier<br />

Conceptuele waterbalansmodellering ter ondersteuning <strong>van</strong> het waterbeheer langs het Nassermeer in Egypte.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Hydraulica<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Raes<br />

• Patrick Willems<br />

• Okke Batelaan


Autonomous active vibration control and structural health monitoring.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: The choice of the theme of this cooperation project is due to the fact that this topic is getting strong attention for the associated institutions<br />

in last years, in terms of research and graduate studies. Each groupwill be responsible for specific approaches to theme that can be<br />

sharedenriching the network, contributing to the strengthening of scientific competency of the researchers involved.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling PMA<br />

Onderzoekers:<br />

• Paul Sas<br />

• Bert Pluymers<br />

Culturele Variaties in Emoties: Een Universeel Proces Model.nbsp;nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Sociale en Culturele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Norbert Vanbeselaere<br />

• Karen Phalet<br />

• Batja Gomes de Mesquita<br />

Onderzoeksovereenkomst : begeleiding doctoraat Nada Mkarkab Samari : Effect of low dose radiation on neural plasticity<br />

and connectivity.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Effect lage dosis straling op neurale plasticiteit en verbindingen<br />

Organisaties:<br />

• Biologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc LEYNS<br />

De berg baart een muis. Verklaring voor de mobilisatie <strong>van</strong> belangengroepen op het internationale niveau.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit project is om aan te tonen dat, hoewel lobbyen een sterk doelgericht karakter heeft, de doelgerichtheid op zich geen<br />

adequate verklaring biedt voor de politieke strategieën <strong>van</strong> veel belangengroepen. Veel is afhankelijk <strong>van</strong> contextuele factoren alsook het type<br />

organisatie. Om dit te onderbouwen concentreert mijn doctoraatsonderzoek zich op de volgende stellingen. Ten eerste, het gros <strong>van</strong> de<br />

internationale belangengroepen gaat niet voor beleidverandering, maar neigt er juist naar de status-quo te ondersteunen. Ten tweede, de<br />

mobilisatie <strong>van</strong> internationale belangengroepen is geen 'bottom-up' proces, maar wordt mede gestuurd door de noden <strong>van</strong> internationale<br />

organisaties. Ten derde, ook de organisatorische behoeften <strong>van</strong> belangenorganisaties is <strong>van</strong> belang bij het verklaren <strong>van</strong> hun gedrag. De stellingen<br />

onderzoek ik bij organisaties die actief zijn op het terrein <strong>van</strong> de WTO.<br />

Organisaties:<br />

• Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Beyers<br />

• Marcel Hanegraaff<br />

Theorievorming in de pragmatiek, metapragmatische studies, en de problematiek <strong>van</strong> interculturele en internationale<br />

communicatie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: 1. ontwikkeling <strong>van</strong> een coherent beschrijvingskader voor taalgebruiksaspecten (<strong>van</strong>uit een linguïstische pragmatiek die wordt benaderd<br />

als de cognitieve, sociale en culturele wetenschap <strong>van</strong> taal en communicatie 2. studie <strong>van</strong> metapragmatische termen 3. toepassingen op het gebied<br />

<strong>van</strong> de interculturele communicatie (face-to-face) en de internationale communicatie (diplomatie en berichtgeving).<br />

Organisaties:<br />

• Linguistiek<br />

• Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Verschueren<br />

Verhogen <strong>van</strong> fotokatalytische activiteit door middel <strong>van</strong> plasmon effecten <strong>van</strong> nanogedimensioneerde<br />

edelmetaalantennes<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Fotokatalyse wordt bestudeerd als veelbelovende techniek voor de degradatie <strong>van</strong> VOC's uit de lucht. De efficiëntie <strong>van</strong> dergelijke<br />

reacties moet nog verbeterd kunnen worden. Hiervoor wordt in dit project de optische respons <strong>van</strong> het materiaal aangepast d.m.v. edelmetaal<br />

nanopartikels. Periodieke structuren <strong>van</strong> dergelijke partikels wekken lokale oppervlakte-plasmon-resonanties op, welke door hun aanpasbare<br />

golflengtegevoeligheid, de versterking <strong>van</strong> het elektromagnetisch veld en het concept <strong>van</strong> 'vertraagd licht', de fotokatalytische efficiëntie kunnen<br />

verhogen.<br />

Organisaties:<br />

• Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL<br />

Onderzoekers:<br />

• Silvia Lenaerts<br />

• Sammy Verbruggen<br />

Productie en evaluatie <strong>van</strong> Mycobacterium tuberculosis en Denguevirus antigenen voor gebruik in diagnostische<br />

analyses en voor vaccinontwikkeling.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Mycobacterium tuberculosis- en Dengue-infecties zijn twee belangrijke ziekten in Latijns-Amerikaanse landen, waaronder Cuba. Via<br />

gezamenlijke inspanningen beogen we de ontwikkeling <strong>van</strong> efficiënte en betaalbare diagnostische hulpmiddelen voor beide ziekten. Om dit doel te<br />

bereiken, zullen vooreerst specifieke antigenen voor beide infectieuze agentia geselecteerd worden. Voor tuberculosis, bijvoorbeeld, zal een juiste<br />

keuze <strong>van</strong> antigenen het mogelijk maken een onderscheid te maken tussen werkelijk geïnfecteerde en BCG-gevaccineerde personen. De<br />

geselecteerde doelproteïnen zullen aangemaakt worden via secretorische productie in Streptomyces lividans. Na een eerste evaluatie op


laboschaal, zullen de: proteïnen geproduceerd worden in bioreactors. Vervolgens zullen de recombinanteproteïnen aangewend worden om ELISAgebaseerde<br />

testen te ontwikkelen. Eveneens zal worden nagegaan in hoeverre deze antigenen in aanmerking komen voor vaccinontwikkeling.<br />

Organisaties:<br />

• Laboratorium Moleculaire Bacteriologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Anné<br />

• Jan Van Impe<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> innovatieve methoden ter verhoging <strong>van</strong> de immuunstimulerende werking <strong>van</strong> dendritische celtherapie<br />

voor acute myeloïde leukemie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• VAXINFECTIO<br />

Onderzoekers:<br />

• Zwi Berneman<br />

• Sébastien Anguille<br />

Approach structuren in de kanstheorie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project heeft als doel een universeel toepasbare theorie te ontwikkelen die een kwantitatieve analyse <strong>van</strong> tot nu toe enkel topologische<br />

concepten (e.g. zwakke convergentie, eindigdimensionale convergentie, convergentie in kans) in ruimten <strong>van</strong> kansmaten en toevalsvariabelen (e.g.<br />

continue en cadlag stochastische processen) toelaat. Hiertoe zullen we isometrische tegen<br />

hangers <strong>van</strong> belangrijke topologieën invoeren, die een kaderwerk zullen vormen voor kwantitatieve formuleringen <strong>van</strong> e.g. de stelling <strong>van</strong> Prohorov<br />

en centrale limietstellingen.<br />

Organisaties:<br />

• Analytische en topologische structuren<br />

Onderzoekers:<br />

• Robert Lowen<br />

• Ben Berckmoes<br />

Optimalisatie <strong>van</strong> on-line spectroscopie op rauwe melk voor opvolgen <strong>van</strong>koegezondheid.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De samenstelling <strong>van</strong> melk is niet enkel belangrijk voor de verwerkende industrie en de consument. Omwille <strong>van</strong> de sterke interactie<br />

tussen de bloedstroom en het melkvormend weefsel is de gevormde melk een weerspiegeling <strong>van</strong> de gezondheid <strong>van</strong> de melkkoe. Door deze<br />

samenstelling zeer regelmatig en per individuele koe op te volgen, wordt het mogelijkgezondheids- en voedingsproblemen snel te detecteren, zodat<br />

de melkveehouder direct kan ingrijpen om productie- en kwaliteitsdaling te vermijden. Spectroscopie is in het verleden reeds vaak gebruikt voor de<br />

snelle, eenvoudige en niet-destructieve bepaling <strong>van</strong> de kwaliteit en de samenstelling <strong>van</strong> verschillende landbouwproducten. Deze techniek vraagt<br />

meestal geen bijkomende behandeling <strong>van</strong> het te onderzoeken product waardoor het rechtsreeks op de productielijn (bv. melkleiding) kan<br />

meten.Rauwe melk is een emulsie <strong>van</strong> vet in water, waarbij de sferische vetglobules lichtverstrooiing veroorzaken. Een deel <strong>van</strong> het licht dat naar<br />

het melkstaal gestuur<br />

Organisaties:<br />

• Subdivisie Agrotech-JDB<br />

Onderzoekers:<br />

• Jeroen Lammertyn<br />

• Wouter Saeys<br />

• Ben Aernouts<br />

"Capturing the CAP4": een nieuwe klasse diagnostica voor Trypanosomatidaties.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Trypanosoma bruceinbsp;Leishmania spp. behoren tot de Trypanosomatidae familie en veroorzaken respectievelijk humane Afrikaanse<br />

trypanosomiasis (HAT) en leishmaniasis (LEI). Diagnose <strong>van</strong> beideinfectieziekten is nog steeds gebaseerd op microscopie en er is een hoge nood<br />

aan betere diagnostica die toepasbaar zijn at the point-of-care. Een ongewoon biologisch aspect bij de Trypanosomatidae is dat elk mRNA in de cel<br />

een geconserveerde 39 bp RNA sequentie bevat aan het 5 einde, het spliced leader RNA (SL RNA). Bovendien heeft de 5 CAP unieke methyl<br />

groepen op de eerste vier nucleosiden (CAP4). In dit project zal een uiterst innovatieve moleculaire point-of-care test ontwikkeld worden op basis<br />

<strong>van</strong> een specifieke detectie <strong>van</strong> het SL RNA via aptameren gericht tegen de CAP4 en SL RNA specifieke peptide nucleic acid probes. Na de<br />

principebevestiging op experimentele stalen zullen de nieuwe testen uitgebreid gevalideerd worden in fase I, II en III evaluatie studies. Het is de<br />

eerste maal<br />

Organisaties:<br />

• Lab voor Medicinale Chemie<br />

Onderzoekers:<br />

• Piet Herdewyn<br />

• Stijn Deborggraeve<br />

Onderzoek naar de biocompatibiliteit <strong>van</strong> kunsthars-gebaseerde tandvulmaterialen.nbsp;nbsp;nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De langdurige wetenschappelijke controverse rond de veiligheid <strong>van</strong> amalgaamvullingen heeft recent ook een discussie rond de veiligheid<br />

en biocompatibiliteit <strong>van</strong> kunstharsgebaseerde tandvulmaterialen, die het voornaamste alternatief vormen, aangewakkerd. Vooral het feit dat<br />

kunstharsgebaseerde tandvulmaterialen nooit volledig polymeriseren en bijgevolg verscheidene ingrediënten kunnen vrijzetten in het orale milieu, is<br />

een belangrijke reden <strong>van</strong> bezorgdheid. Bovendien toont de literatuur aan dat meerdere componenten <strong>van</strong> kunstharsgebaseerde tandheelkundige<br />

materialen biotoxische effecten, zoals allergeniciteit, cytotoxiciteit, genotoxiciteit,mutageniciteit, kunnen hebben in vitro. Toch worden in de<br />

tandheelkundige kliniek zeer weinig lokale neveneffecten vastgesteld behalve soms allergie, maar er is tot op heden weinig onderzoek naar<br />

mogelijke systemische effecten. Het objectief <strong>van</strong> dit multidisciplinaire onderzoek is om teonderzoeken of kunstharsgebaseerde vulmaterialen<br />

mogelijks een gev<br />

Organisaties:<br />

• Conserverende Tandheelkunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Benoit Nemery de Bellevaux<br />

• Bartholomeus Van Meerbeek


• Jan Tytgat<br />

• Kirsten Van Landuyt<br />

Therapeutical vaccination with autologous TriMix dendritic cell vaccine (TriMix-DC) for the treatment of patients with<br />

AJCC stage III/IV melanoma.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het project heeft als finaal doel een therapeutisch vaccin voor de behandeling <strong>van</strong> patiënten met vergevorderde melanoma te evalueren.<br />

Het vaccin, TriMix-Dc, bestaat uit monocyt-afgeleide dendritische cellen die opgeladen worden met een combinatie <strong>van</strong> mRNA dat codeert voor<br />

DC-maturatie moleculen en co-stimulatoire moleculen en mRNA dat codeert voor melanoma-antigenen.<br />

Het project beoogt 2 specifieke doelstellingen:<br />

- De uitvoering <strong>van</strong> een fase I studie om de veiligheid, immunogeniciteit en anti-melanoma activiteit <strong>van</strong> de autologe TriMix-DC die ofwel<br />

intraveneus of intradermaal worden toegediend aan patiënten met AJCC stage IIIC/IV melanoma te documenteren.<br />

- De uitvoering <strong>van</strong> een gerandomiseerde fase II studie bij patiënten met AJCC stage IIIC/IV melanoma waarbij de anti-melanoma activiteit <strong>van</strong> de<br />

therapeutische vaccinatie met autologe TriMix-DC en vervolgens een behandeling met interferon alfa-2b vergeleken wordt met een controle arm die<br />

een standaardbehandeling krijgen.<br />

Het primaire eindpunt <strong>van</strong> de studie is de overleving na 1 jaar. De secondaire eindpunten zijn tumorrespons, veiligheid, immunogeniciteit en<br />

overleving zonder herval of progressie <strong>van</strong> de ziekte.<br />

Organisaties:<br />

• Fysiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart NEYNS<br />

• KRISTIAAN THIELEMANS<br />

Niet-parametrische modellering voor afhankelijke data.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit onderzoek is gericht op het bestuderen <strong>van</strong> belangrijke open fundamentele problemen in het gebied <strong>van</strong> niet-parametrische methoden<br />

voor afhankelijke data. Deze technieken hebben aanzienlijk aan belangrijkheid gewonnen in de ingenieurs- en statistische gemeenschap omdat de<br />

data afkomstig <strong>van</strong> de industrie, chemie, biologie, etc. vaak niet voldoet aan de i.i.d. (onafhankelijk en identisch verdeeld) assumptie. De<br />

onderzoeksobjectieven die onderzocht zullen worden, ziijn samengevat in de volgende aspecten:1. Ontwerpen <strong>van</strong> model delectie criteria die dit<br />

type <strong>van</strong> data kunnen hanteren,2. Ontwikkeling of uitbreiding <strong>van</strong> de Box-Jenkins modelstructuur naar niet-parametrische dynamische modellen,3.<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> uniforme/simultane betrouwbaarheidintervallen voor niet-parametrische methoden voor afhankelijke data op basis <strong>van</strong> de volumeof-tube<br />

formule,4. Bestuderen <strong>van</strong> de asymptotische eigenschappen <strong>van</strong> de ontwikkelde technieken.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - SCD: SISTA/COSIC/DOCARCH<br />

Onderzoekers:<br />

• Joseph Vandewalle<br />

• Johan Suykens<br />

• Kris De Brabanter<br />

Sociologische analyse <strong>van</strong> milieuvraagstukken en <strong>van</strong> omgevingsbeleid.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project onderzoekt aan welke voorwaarden moet worden voldaan en welke stappen dienen doorlopen opdat een plan of programma<br />

op realistische, efficiënte en maatschappelijk gedragen manier kan worden vertaald in een concreet project. Daarbij zal zowel naar inhoudelijke als<br />

proces elementen worden gekeken.<br />

Allereerst wordt een theoretisch kader ontwikkeld om onder meer volgende vragen te behandelen: (a) In welke mate en op welke basis kan <strong>van</strong> een<br />

gegeven plan of programma worden vastgesteld of de meeste pertinente belangen werden meegenomen bij de opmaak en deliberatie (bv. middels<br />

een publieke consultatie) er<strong>van</strong>? (b) Werden de meest pertinente probleempunten, door de diverse betrokken actoren aangehaald, op adequate<br />

wijze mee in rekening genomen? (c) Op welke criteria kan men pertinentie en adequaatheid beoordelen?<br />

Vervolgens wordt het door NIRAS opgemaakte "Afvalplan" als casus bestudeerd. Daarbij zal worden nagegaan in welke mate dit plan (en de<br />

manier waarop het tot stand is gekomen) erin geslaagd is een antwoord te bieden op uiteenlopende verwachtingen omtrent het beheer <strong>van</strong> het<br />

hoogradioactief afval in België en hoe het door diverse actoren werd ont<strong>van</strong>gen. Zo zal onder meer een analyse gebeuren <strong>van</strong> de ingediende<br />

reacties tijdens het openbaar onderzoek <strong>van</strong> 2010, alsook een media-analyse <strong>van</strong> de berichtgeving in de pers omtrent het "Afvalplan" in de periode<br />

2009-2011.<br />

Het onderzoek naar de totstandkoming <strong>van</strong> het "Afvalplan" en het daarrond gevoerde consultatieproces zal worden aangevuld met een<br />

comparatieve analyses <strong>van</strong> vergelijkbare beslissingstrajecten rond hetzelfde type afval in enkele andere landen (met name: Frankrijk, Groot-<br />

Brittannië, Zwitserland en Canada). Op basis <strong>van</strong> deze analyses zullen lessen worden getrokken en aanbevelingen geformuleerd omtrent mogelijke<br />

pistes voor het verdere verloop <strong>van</strong> het besluitvormingsproces in deze materie.<br />

Organisaties:<br />

• Milieu en leefomgeving (M&l)<br />

Onderzoekers:<br />

• Anne Bergmans<br />

Xeno-nucleïnezuurpolymerasen door gerichte evolutie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Xenonucleïnezuren (XNA) zijn synthetische biopolymeren die een alternatief vormen voor hun natuurlijke tegenhangers DNA en RNA, met<br />

potentiële toepassingen als bv. therapeutica. Om XNA op efficiënte wijze te ontwikkelen zijn geschikte polymerasen vereist: enzymen die<br />

nucleïnezuren aanmaken door hun bouwstenen, de nucleotiden, aan elkaar te rijgen tot een keten. Wij zullen nieuwe polymerasen ontwikkelen die<br />

in staat zijn om DNA te herschrijven naar XNA, m.a.w. die synthetische XNA-nucleotiden aan elkaar kunnen koppelen. Daarvoor wordt vertrokken<br />

<strong>van</strong> goed gekozen natuurlijke polymerasen, die vervolgens aangepast zullen worden voor het uitvoeren <strong>van</strong> deze nieuwe functie. Dat zal gebeuren<br />

door middel <strong>van</strong> gerichteevolutie: door willekeurige mutaties aan te brengen wordt een grote verzameling varianten gecreëerd, waarop selectie<br />

wordt uitgeoefend voor de nieuwe eigenschap. Dit proces <strong>van</strong> variatie en selectie wordt herhaald tot een polymerase met de gewenste<br />

eigenschappen bekomen wordt. De b<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Biochemie, Molecul.& Struct. Biol.<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Robben<br />

• Wouter Delespaul


Puumala hantavirus variatie in heterogene omgevingen in West-Europa: de rol <strong>van</strong> ecologische factoren en de<br />

epidemiologische gevolgen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Evolutionaire ecologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Herwig Leirs<br />

• Sanne Helsen<br />

Het concept <strong>van</strong> muzikale betekenis - een onderzoek naar de vormgeving <strong>van</strong> muzikale ervaring<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het concept <strong>van</strong> muzikale betekenis. Een onderzoek naar de vormgeving<strong>van</strong> muzikale ervaring.Gedurende meer dan tweeduizend jaar<br />

domineerden functionele concepten <strong>van</strong> betekenis het westerse denken over muziek. Muziek werd ofwel beschouwd als een functioneel element in<br />

de samenleving en in religie, of als een weerspiegeling <strong>van</strong> aritmetische verhoudingen in de kosmos. Pas aan het einde <strong>van</strong> de achttiende eeuw, in<br />

reactie op het toenemend succes <strong>van</strong> puur instrumentale muziek, doken de meer technische vragen naar wat en hoe muziek betekent op als een<br />

explicietonderwerp in allerhande geschriften over muziek. Muzikale betekenis werd steeds meer beschouwd als een autonome, objectieve, en<br />

specifiek muzikale kwaliteit. Zodoende ontwikkelde zich een typisch modern concept <strong>van</strong> muzikale betekenis. Deze studie gebruikt het inzicht in de<br />

historiciteiten de culturele inbedding <strong>van</strong> dit concept als vertrekpunt om te onderzoeken hoe het gaandeweg vorm kreeg en steeds meer de<br />

muzikale praktijken ging domin<br />

Organisaties:<br />

• OE Metafysica & Filosofie <strong>van</strong> de Cultuur<br />

Onderzoekers:<br />

• Paul Cortois<br />

• Marlies De Munck<br />

CIF/07/05.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit Letteren Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Tom Verschaffel<br />

• Marc Depaepe<br />

• Lieven D'hulst<br />

Mid-Frequency.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling PMA<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim Desmet<br />

Het mechanisme <strong>van</strong> neuronale overleving tijdens veroudering: verhoudingtot performantie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dankzij de enorme wetenschappelijke vorderingen <strong>van</strong> de laatste decenniais de levensverwachting <strong>van</strong> mensen drastisch gestegen.<br />

Jammer genoeg stijgt met het aantal ouderen ook het aantal ongezonde ouderen. De ziekte <strong>van</strong> Alzheimer is hier een dramatisch voorbeeld <strong>van</strong>.<br />

Patienten met deze ziekte lijden aan ernstige cognitieve beperkingen door massale neuronale sterfte. Het beter begrijpen <strong>van</strong> neuronale overleving<br />

in normale oude individuen vormt dan ook één <strong>van</strong> de strategieën om de ziekte <strong>van</strong> Alzheimer te voorkomen.nbsp;Dat was mijn doel toen ik me<br />

aansloot bijhet labo <strong>van</strong> Dr. Carlos Dotti voor mijn doctoraat. Tijdens mijn doctoraat heb ik het belang aangetoond <strong>van</strong> constitutieve veranderingen<br />

<strong>van</strong> membraanlipiden als belangrijke determinant <strong>van</strong> neuronale overleving bij ouderen, voornamelijk in stress situaties. Omdat het grootste deel<br />

<strong>van</strong> mijnwerk gebaseerd was op in vitro experimenten is het doel voor de verderetoekomst om deze kennis te extrapoleren naar een in vivo<br />

scenario. Dit zou uitei<br />

Organisaties:<br />

• Departement Menselijke Erfelijkheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Carlos Dotti<br />

• Laura Trovo<br />

Nieuwe inzichten in de pathofysiologie <strong>van</strong> chronische rejectie na (hart)longtransplantatie: werkingsmechanisme <strong>van</strong><br />

behandeling met azithromycine en impact <strong>van</strong> gastro-oesofagale reflux.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Uitgeademd NO blijkt een goede marker te zijn om chronische longrejectie (z.g. BOS) vroegtijdig op te sporen. Deze niet-invasieve<br />

detectiemethode heeft dan ook voordelen tegenover de klassieke invasieve methoden (nl. transbrochiale biopten).<br />

Organisaties:<br />

• Pneumologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Lieven Dupont<br />

Eramsus Belgica 2011-2012 : mobiliteit SMS - SMP<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Erasmus Belgica is een samenwerkingsproject tussen de Vlaamse Gemeenschap, Franse Gemeenschap en de Duitstalige<br />

Gemeenschap om de mobiliteit <strong>van</strong> de studenten hoger onderwijs tussen de Gemeenschappen <strong>van</strong> België te bevorderen. Het biedt aan<br />

universiteitsstudenten of hogeschoolstudenten de mogelijkheid om een gedeelte <strong>van</strong> hun opleiding aan een universiteit of een hogeschool in een<br />

andere Gemeenschap door te brengen. Studenten krijgen de kans om via hun studie zich effectief te integreren in de taal en de cultuur <strong>van</strong> een<br />

andere Gemeenschap <strong>van</strong> België. Het biedt de mogelijkheid zich te leren aanpassen aan een andere omgeving en een andere mentaliteit.<br />

Organisaties:


• Niet onderzoeksgroep gebonden projecten<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc DE SCHEPPER<br />

• Lia VAN HOEF<br />

Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen, spoor 2<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Dit PWO-vervolgproject is een vervolg op het PWO-basisproject ‘Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen’. Tijdens de<br />

uitvoering <strong>van</strong> het PWO-basisproject werd het duidelijk dat de maatschappelijke rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> dit thema zeer groot en actueel is.<br />

De algemene bedoeling <strong>van</strong> het PWO-vervolgproject is dan ook de verdere ontwikkeling <strong>van</strong> een meer uitgebreide onderzoekslijn rond<br />

tweedekansondernemerschap, waarbij ook aansluiting gezocht wordt bij internationaal onderzoek op dit vlak.<br />

Binnen deze onderzoekslijn willen we in de eerste plaats een antwoord formuleren op volgende onderzoeksvragen:<br />

(1)Welke zijn de motivaties en beweegredenen voor herstarters in Vlaanderen om na een faillissement opnieuw te ondernemen;<br />

(2)Welke zijn de hinderpalen en knelpunten die herstarters in Vlaanderen ondervinden door het eerdere faillissement;<br />

(3)Wat hebben herstarters geleerd uit hun faillissement dat ze kunnen toepassen bij hun nieuwe zaak;<br />

(4)Hebben herstarters een stigma ervaren na hun faillissement;<br />

(5)Ondervinden herstarters andere problemen dan ondernemers zonder faillissement;<br />

(6)Zijn de algemene bevindingen uit het PWO-onderzoek geldig op Europees niveau.<br />

Met het vervolgproject zullen de gevonden resultaten uit de interviews met de herstarters (basisproject) getoetst worden bij alle herstarters<br />

(faillissement <strong>van</strong>af 1995) in Vlaanderen. Daarnaast wordt er een controle uitgevoerd <strong>van</strong> de bevindingen bij een gelijkaardige groep ondernemers<br />

zonder faillissement. Het is de bedoeling problemen en knelpunten te identificeren specifiek bij herstarters en dit te kunnen vergelijken met<br />

problemen en knelpunten bij ondernemers in het algemeen. Als tweede doelstelling wordt de uitbouw <strong>van</strong> een Europees netwerk rond deze<br />

onderzoekslijn vooropgesteld.<br />

De realisatie <strong>van</strong> een boek op basis <strong>van</strong> de interviews met de herstarters wordt vooropgesteld en in mei 2012 wordt er opnieuw een symposium<br />

rond dit thema georganiseerd. De resultaten uit het onderzoek zullen teruggekoppeld worden naar vertegenwoordigers <strong>van</strong> belangengroepen en<br />

met de opleiding.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Bedrijfskunde Aalst<br />

• Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde<br />

• Vakgroep Talen<br />

• Vakgroep Toegepaste Economie<br />

• Vakgroep Algemene Economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Ruth DeVreese<br />

• Sabine Moenssens<br />

• Ann-Sophie Bouckaert<br />

• Els Van Speybroeck<br />

Schenking aan de dienst ter ondersteuning wetenschappelijk onderzoek (zonder tegenprestatie)<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Schenking aan de dienst ter ondersteuning wetenschappelijk onderzoek (zonder tegenprestatie)<br />

Organisaties:<br />

• Biologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Franky BOSSUYT<br />

10.02 : GON en ION anno 2010.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Gezins- en Orthopedagogiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Pol Ghesquière<br />

• Katja Petry<br />

• Lisette Vanhelmont<br />

Sociale en duurzame regionale ontwikkeling. Een interdisciplinaire dialoog tussen verleden en heden in de regio <strong>van</strong><br />

Sagalassos.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De overgangsfinanciering betreft in hoofdzaak ondersteuning <strong>van</strong> het geplande archeologische programma.<br />

Organisaties:<br />

• Archeologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jeroen Poblome<br />

• Frank Moulaert<br />

• Bart Muys<br />

• Maarten Loopmans<br />

Eenzaamheid in de midden-adolescentie: Determinanten, correlaten en implicaties voor psychologische<br />

aanpassing.nbsp;nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE School- en Ontwikkelingspsychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc Goossens


Moleculaire benadering <strong>van</strong> schottolerantie in triticale<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Triticale combineert het goede opbrengstpotentieel <strong>van</strong> tarwe met de goede ziekte- en droogteresistentie en de lage N-behoefte <strong>van</strong><br />

rogge, waardoor het een duurzaam en waardevol gewas vormt, voornamelijk voor veehouders. Triticale is echter gevoelig voor schot in regenrijke<br />

of vochtige oogstperiodes. Het optreden <strong>van</strong> schot resulteert in o.a. opbrengstverlies en verlies <strong>van</strong> kwaliteit en nutritionele waarde. Zowel het<br />

genotype als omgevingsomstandigheden evenals de combinatie <strong>van</strong> beide factoren hebben een sterke invloed zodat het probleem enkel via<br />

veredeling <strong>van</strong> schottolerante cultivars kan opgelost worden.<br />

Het onderzoek beoogt een grondige studie <strong>van</strong> de fysiologische processen die optreden bij het instellen <strong>van</strong> dormantie tijdens zaadvorming, bij het<br />

in stand houden <strong>van</strong> dormantie na afrijpen alsook bij het kiemgedrag na afrijpen. Deze studie wordt uitgevoerd aan de hand <strong>van</strong><br />

gestandaardiseerde kiemtesten waarbij modelgenotypen onder gestandaardiseerde omstandigheden worden opgegroeid. Hormoonbalansen en<br />

alfa-amylase concentraties in de korrel worden opgevolgd <strong>van</strong>af de start <strong>van</strong> korrelontwikkeling tot volledige afrijping.<br />

De belangrijkste genen die bij deze hormonale en enzymatische processen betrokken zijn worden dieper bestudeerd en de expressie er<strong>van</strong><br />

geanalyseerd. Aan de hand <strong>van</strong> de expressiepatronen <strong>van</strong> deze genen wordt de mogelijkheid om een merker te ontwikkelen verder onderzocht. De<br />

ontwikkelde merkertechnologie kan mogelijks verder aangewend worden om de veredeling naar schottolerante triticalerassen te optimaliseren.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur<br />

• Vakgroep Plantaardige Productie<br />

Onderzoekers:<br />

• Sarah De Laethauwer<br />

• Geert Haesaert<br />

Selectieve aandacht en visuele stimulusidentificatie: dissociatie op neuroanatomisch niveau.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De menselijke hersenen staan in voor het verwerken <strong>van</strong> informatie. We nemen voortdurend interne en externe prikkels waar, slaan deze<br />

prikkels op in het geheugen, en gebruiken ze om ons gedrag in een bepaalde richting te sturen. De capaciteit <strong>van</strong> de hersenen om prikkels te<br />

verwerken en te onthouden in het korte termijn geheugen is echter beperkt. Het is daarom belangrijk dat we prioriteit geven aan de informatie die<br />

rechtstreeks betrekking heeft op onze doelstellingen. Selectieve aandacht verwijst naar het geheel <strong>van</strong> cognitieve processen die ons in staat stellen<br />

ons te concentreren op gedragsmatig belangrijke informatie en afleidende informatie te negeren. Klinisch neurologische en functionele<br />

beeldvormingsstudies hebben selectieve aandacht systematisch geassocieerd met de pariëtale cortex in de menselijke hersenen. Belangrijke<br />

vragen met betrekking tot de functionele specialisatie in de pariëtale cortex blijven echter onbeantwoord. Bijvoorbeeld, welke gebieden in de<br />

pariëtale cortex zi<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgr_Exp_Neurologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Rik Vandenberghe<br />

• Johan Wagemans<br />

• Céline Gillebert<br />

Metafictie en het schrijfprocess. Een genetische benadering <strong>van</strong> het begrip 'autography' in Samuel Becketts Molloy,<br />

Malone meurt, en L'Innommable.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project stelt als doel om een nieuw perspectief te bieden aan H. Porter Abbotts term 'autography' door het te linken aan Samuel<br />

Becketts manuscripten, en op die manier terug te keren naar de oorspronkelijke betekenis <strong>van</strong> het woord 'autograaf': handschrift. Als dusdanig<br />

tracht dit project te achterhalen waarom Beckett zijn eigen schrijfproces in zijn werk incorporeerde, en wat deze keuze kan onthullen omtrent zijn<br />

poëtica. Door de metafictie in Becketts manuscripten (<strong>van</strong> Molloy, Malone meurt en L'Innommable) te ontleden en op die manier het schrijfproces<br />

<strong>van</strong> de auteur duidelijk te scheiden <strong>van</strong> dat <strong>van</strong> de verteller, tracht het project bovendien een concreter onderscheid te maken tussen de termen<br />

'autography' en 'autobiography'.<br />

Organisaties:<br />

• Literatuur <strong>van</strong> de moderniteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Van Hulle<br />

• Wout Dillen<br />

Cognitieve controle over actie na traumatisch hersenletsel.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Cognitieve controle over actie in traumatisch hersenletsel Voornamelijk de frontale hersenkwab is erg kwetsbaar voor traumatisch<br />

hersenletsel (TBI). In overeenstemming met de huidige opvatting dat de frontale hersenkwabben een belangrijke rol spelen in cognitieve controle,<br />

ervaren TBI patiënten vaak problemen in taken die cognitieve controle vereisen, waaronder de controle <strong>van</strong> complexe bewegingen. Het project<br />

bestaat uit twee fasen. In fase 1 zullen een serie complexe bewegingstaken gebruikt worden om de onderliggende neurale basis <strong>van</strong> cognitieve<br />

controle over beweging in TBI te identificeren, met behulp <strong>van</strong> functionele MRI. De experimenten zijn ontworpen om drie verschillende subfuncties<br />

<strong>van</strong> cognitieve controle te kunnen bekijken. Meer specifiek, switchen tussen bewegingspatronen (Exp 1), selectieve respons inhibitie (Exp 2), en<br />

stimulus-respons selectie (Exp 3). In fase 2, zullen we onderzoeken of de veranderingen in witte stof connecties, als gevolg <strong>van</strong> diffuse axonale<br />

letsels (DAI)<br />

Organisaties:<br />

• Departement Bewegingswetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• Stephan Swinnen<br />

• James Coxon<br />

• Hendrika Petronella Leunissen<br />

Patronen <strong>van</strong> fysieke activiteit en sedentair gedrag en hun associatie met gezondheidsparameters<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Verschillende epidemiologische studies hebben een omgekeerd verband aangetoond tussen fysieke activiteit en een variëteit aan<br />

chronische ziekten. Fysieke activiteit is echter een complex gedrag dat moeilijk nauwkeurig te meten is in het dagelijkse leven. Fysieke<br />

activiteitspatronen variëren <strong>van</strong> dag tot dag en komen voor in verschillende domeinen <strong>van</strong> het dagelijks leven: tijdens de vrijge tijd, het werk,<br />

huishoudelijke taken en transport. De meeste wetenschappelijke evidentie betreffende het belang <strong>van</strong> fysieke activiteit voor de gezondheid komt<br />

<strong>van</strong> epidemiologisch onderzoek, waarin, voor het kwantificeren <strong>van</strong> fysieke activiteit, vooral gebruik gemaakt wordt <strong>van</strong> subjectieve meetmethoden.


Deze subjectieve meetmethoden hebben echter te kampen met een relatief grote meetfout, te wijtenaan problemen met het herinneren <strong>van</strong> fysieke<br />

activiteit, sociale druk en een verkeerde inschatting <strong>van</strong> de intensiteit en duur <strong>van</strong> de activiteiten. Bovendien heeft de meerderheid <strong>van</strong> de studies<br />

enkel fysieke ac<br />

Organisaties:<br />

• Inspanningsfysiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Lefevre<br />

• Tineke Scheers<br />

Contextuele generalisatie bij rat en mens: de rol <strong>van</strong> de hippocampus enhoe deze te beïnvloeden.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het is december en je bent aan het rondslenteren op een kerstmarkt in Luik. Plotseling hoor je explosies en geweerschoten en mensen<br />

beginnen te schreeuwen en vallen neer Ten gevolge <strong>van</strong> deze ervaring, is het mogelijk dat je een angststoornis ontwikkelt. Zelfs maanden of jaren<br />

laten, kan het zijn dat je ernstige angstaanvallen hebt, wanneer je bijvoorbeeld op een gelijkaardige kerstmarkt bent, of zelfs op de wekelijkse markt<br />

in je dorp, of gewoon op eender welke drukke plaats.Dit voorbeeld beschrijft een mechanisme dat we contextuele generalisatie noemen: de angst<br />

die je ervaart in één specifieke situatie of context generaliseert naar gelijkaardige contexten. Met andere woorden, door die ene vreselijke<br />

gebeurtenis, zullen ook gelijkaardige omgevingen angst uitlokken. Contextuele generalisatie lijkt dus een cruciaal proces te zijn in de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> angststoornissen.Mijn project zal dit mechanisme onderzoeken bij ratten en mensen. Om het proces na te bootsen in het labo, geven we<br />

Organisaties:<br />

• OE Leerpsych. en Exp. Psychopathologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Hermans<br />

• Bart Nuttin<br />

• Laura Luyten<br />

Hedendaagse Amerikaanse fictie tussen lokale en globale kennis - Richard Powers, David Foster Wallace, en de<br />

informatieroman.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit onderzoek richt zich op de "post-postmoderne" tendens in de hedendaagse Amerikaanse fictie, met als voornaamste auteurs Richard<br />

Powers en David Foster Wallace. Overtuigd dat ironie niet de enige uitkomst is na het failliet <strong>van</strong> de Grote Verhalen (Lyotard), zien Powers en<br />

Wallace de roman als een mogelijke uitweg voor het postmoderne solipsisme <strong>van</strong> hun literaire voorgangers.<br />

Beide auteurs beogen een tekst die informatie zo kan scherpstellen dat lokale kennis alsnog in een tentatief globaal model wordt weergegeven. De<br />

centrale vraag die daarom moet worden beantwoord is: hoe kunnen hun romans de illusie <strong>van</strong> totaliteit opwekken, zonder zelf totalitair te zijn? Een<br />

cognitief-narratologische analyse <strong>van</strong> The Gold Bug Variations (Powers 1991) en Infinite Jest (Wallace 1996) moet deze vraag zowel op vormelijk<br />

als inhoudelijk vlak beantwoorden.<br />

Organisaties:<br />

• Literatuur <strong>van</strong> de moderniteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc Herman<br />

• Toon Staes<br />

Fighting educational underachievement trough language support: inside and outside the school?<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Taal en Onderwijs<br />

Onderzoekers:<br />

• Kristiaan Van den Branden<br />

• Koenraad Van Gorp<br />

(Zelf)beelden <strong>van</strong> postkoloniaal West- en Centraal Afrika. Afrikaanse en Europese filmische representaties in vergelijkend<br />

perspectief.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doctoraal project bestudeert het zelfbeeld <strong>van</strong> West- en Centraal Afrika zoals het gerepresenteerd wordt in de postkoloniale narratieve<br />

langspeelfilms <strong>van</strong> 1963 tot 2007, en vergelijkt deze representaties met die <strong>van</strong> de Europese cinema uit dezelfde periode. De vergelijking levert een<br />

cultuurfilosofische kritiek op Eurocentrische representaties <strong>van</strong> 'de Ander', <strong>van</strong>uit postcolonial filmstudies, het post-structuralistische<br />

differentiedenken <strong>van</strong> de antropologie en <strong>van</strong> de deconstructiefilosofie.<br />

Organisaties:<br />

• Visuele studies en Mediacultuur (VISMEC)<br />

Onderzoekers:<br />

• Erik Oger<br />

• Philippe Meers<br />

Strikte glycemiecontrole met intensieve insulinetherapie bij kritiek zieke kinderen: klinische effect op het ziekteverloop en<br />

de impact op inflammatoire respons en de neuroendocriene assen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract:


• Marijke Gielen<br />

Collectieve intelligentie aangeboren in elektronische leeromgevingen<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Bij Web 2.0 toepassingen is het mogelijk om infunctie <strong>van</strong> het verbeteren <strong>van</strong> de bestaande webservice of het ontwikkelen <strong>van</strong>nieuwe<br />

services gebruik te maken <strong>van</strong> de collective intelligence, die viatracking en logging wordt opgebouwd door de gebruikers <strong>van</strong> de webservice.<br />

Een<strong>van</strong> de uitdagingen is de vraag hoe elektronische omgevingen zich automatischkunnen aanpassen aan het geregistreerde profiel <strong>van</strong> de<br />

gebruiker. Aan dezevraag zal in het kader <strong>van</strong> dit project <strong>van</strong>uit drie perspectieven wordengewerkt, telkens door één doctoraatsstudent,<br />

ondersteund door een informaticusen een statisticus:- het informatica-perspectief: het ontwikkelen <strong>van</strong> algoritmes voor het vertalen<strong>van</strong>de<br />

opgebouwde intelligentie naar instructies voor verschillende dragersen 'contexten'- het data-analytisch perspectief: de automatische selectie <strong>van</strong><br />

verschillendetypes taken, aangepast aan de vaardigheid <strong>van</strong> de leerder en aan de context- het onderwijstechnologisch perspectief: nagaan of en<br />

hoe adaptiviteit het leerrendemen<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit Letteren Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Causmaecker<br />

• Wim Van Den Noortgate<br />

• Geraldine Clarebout<br />

• Piet Desmet<br />

Communicatieprivacy voor sociale netwerken.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De groeiende populariteit <strong>van</strong> sociale netwerken brengt een aantal belangrijke problemen en risicos mee voor de privacy <strong>van</strong> de<br />

gebruikers; dezeproblemen zijn o.m. het gevolg <strong>van</strong> het gebrek aan controle <strong>van</strong> de gebruikers over hun data. Zelfs als de gegevens zelf<br />

beschermd worden (door toegangscontrole en encryptie), kan er ook gevoelige informatie afgeleid worden uit de informatiestromen (d.w.z. de<br />

verkeersgegevens of traffic data). Dit onderzoeksproject heeft als doel het bestuderen <strong>van</strong> de impact <strong>van</strong> verkeersgegevens in sociale netwerken<br />

op de privacy <strong>van</strong> de gebruikers. Onze eerste doelstelling is om een methodologie te ontwikkelen voor de analyse <strong>van</strong> deze systemen. Dit vergt<br />

een formalizatie <strong>van</strong> de privacy-doelstellingen, het ontwikkelen <strong>van</strong> een methode om de kwetsbaarheid <strong>van</strong> deze systemen voor analyse <strong>van</strong><br />

verkeersgegevens vast te leggen en het definiëren <strong>van</strong> metrieken om het niveau <strong>van</strong> privacybescherming te kwantificeren. Als tweede doelstelling<br />

willen wij nieuwe technologische oplo<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - SCD: SISTA/COSIC/DOCARCH<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Preneel<br />

• Maria Claudia Diaz Martinez<br />

Vergelijkende analyse <strong>van</strong> narratieve en visuele patronen in Japanstaligen Engelstalig 'fanwerk'.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Media gemaakt door amateurs, zoals amateur-literatuur en amateur-comics, winnen dag na dag aan belang als culturele producten in<br />

economieën over de hele wereld. In Japan bijvoorbeeld schat men de totale waarde <strong>van</strong> de markt voor amateur-manga (d&#333;jinshi genoemd)<br />

op tot een negende <strong>van</strong> de waarde <strong>van</strong> de hele commerciële manga-markt. Desondanks is er nog bijna geen onderzoek gevoerd naar de inhoud<br />

<strong>van</strong> deze amateur-manga, waardoor we maar een heel vaag idee hebben waarover ze gaan en wat hun functiein de Japanse manga-markt<br />

eigenlijk is. Amateur-media worden niet enkelin Japan maar bijna overal hoe langer hoe belangrijker, en de goed ontwikkelde Japanse markt voor<br />

amateur-manga zou een model kunnen worden voor andere markten <strong>van</strong> amateur-materiaal. Het doel <strong>van</strong> dit onderzoeksproject is de rol <strong>van</strong><br />

amateur-manga als culturele producten te verduidelijken, en amateur-manga te ontsluiten voor verder onderzoek door Japanstaligeen Engelstalige<br />

onderzoekers die zich specialiseren in fans en<br />

Organisaties:<br />

• Japanse Studies<br />

Onderzoekers:<br />

• Willy Vande Walle<br />

• Nele Noppe<br />

Een cultivatie-analyse <strong>van</strong> reclame<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project beoogt te onderzoeken of en via welke mechanismen reclame aanzet tot een meer materialistische levenshouding. In eerste<br />

fase zal aan de hand <strong>van</strong> een inhoudsanalyse <strong>van</strong> TV-reclame en tijdschriftreclame worden onderzocht met welke frequentie diverse basiswaarden<br />

in reclame aan bod komen, met welke frequentie reclame wordt gemaakt voor functionele, hedonische en luxegoederen en diensten, en met welke<br />

frequentie diverse consumptiepraktijken worden gepromoot. In een tweede fase zaleen survey-onderzoek worden uitgevoerd om na te gaan hoe<br />

attitude t.o.v. reclame, frequentie <strong>van</strong> blootstelling aan reclame en omgang met reclame gerelateerd zijn aan diverse percepties en attitudes t.o.v.<br />

diverse praktijken, aan het belang dat men hecht aan diverse productcategorieën, an aan het belang dat men hecht (of denkt dat de maatschappij<br />

hecht)aan de 'geadverteerde' waarden. In een derde fase zal aan de hand <strong>van</strong> experimenteel onderzoek een aantal specifieke mechanismen<br />

worden onderzocht. In een<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Luk Warlop<br />

• Mario Pandelaere<br />

• Inge Lens<br />

Opheldering <strong>van</strong> de functie <strong>van</strong> progranuline in frontotemporale dementie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Progranuline (GRN) is een multifunctionele groeifactor die tot expressie komt in meerdere weefsels, waaronder ook het centrale<br />

zenuwstelsel. GRN is betrokken bij verscheidene belangrijke cellulaire processen, waaronder celcyclus progressie, celbeweeglijkheid, wondheling<br />

en inflammatie, en een reductie <strong>van</strong> GRN leidt tot frontotemporale dementie (FTD). Het precieze mechanisme onderliggend aan GRN gemedieerde<br />

celproliferatie en neuronale overleving alsook de link met TDP-43 dat wordt gekliefd, gefosforyleerd en afgezet als intraneuronale inclusies in FTD<br />

patiënten, is niet goed gekend. In het eerste deel <strong>van</strong> dit project toonden we aan dat verlies <strong>van</strong> Grn in gemengde corticale celculturen leidde tot<br />

een verhoogde caspase activiteit en een verminderde TDP-43 oplosbaarheid. In het volgende gedeelte zullen we onderzoek verrichten naar de<br />

celtypes die verantwoordelijk zijn voor het geobserveerde GRN-afhankelijke fenotype. Hiervoor zullen we bestuderen of het neurodegeneratieve<br />

fenotype veroorzaakt wordt door een intrinsiek defect <strong>van</strong> de neuronen, of een defect <strong>van</strong> de gliale cellen (bijvoorbeeld astrocyten) die niet meer in<br />

staat zijn om de neuronen te ondersteunen, of een combinatie <strong>van</strong> beide. Daarom willen we conditionele Grn knockout muizen ontwikkelen waarbij<br />

specifiek in de astrocyten geen Grn meer tot expressie komt, alsook primaire gliale culturen <strong>van</strong> Grn-/- en wild-type muizen. Deze zullen vervolgens


onderzocht worden op tekenen <strong>van</strong> verhoogde cellulaire stress of degeneratie zoals caspase 3/7 activiteit, TUNEL kleuring, expressie <strong>van</strong> celstress<br />

moleculen, etc. De biochemische eigenschappen <strong>van</strong> TDP-43 in astrocyten, zoals de subcellulaire lokalisatie, het metabolisme en eventuele<br />

pathologische veranderingen veroorzaakt door Grn verlies, zoals verhoogde TDP-43 fosforylatie, onoplosbaarheid, fragmentatie en nucleaire<br />

'clearing', zullen eveneens onderzocht worden via immunocytochemie en immunoblotting technieken. Co-culturen <strong>van</strong> primaire wild-type neuronen<br />

gekweekt op een voedingslaag <strong>van</strong> astrocyten afkomstig <strong>van</strong> Grn-/- of wild-type muizen zal gebruikt worden om de veranderingen in neuronale<br />

differentiatie en polarisatie te bestuderen. Verder zullen tekenen <strong>van</strong> toename <strong>van</strong> degeneratie onderzocht worden, zoals verminderde<br />

hoeveelheden <strong>van</strong> synaptische eiwitten, verminderde neuritische groei/axonale lengte, en morfologische tekenen <strong>van</strong> de-differentiatie. Bovendien<br />

zullen co-cultuur experimenten gebruikt worden om te onderzoeken of de Grn-/- astrocyten minder in staat zijn om neuronen te beschermen <strong>van</strong><br />

neurotoxiciteit. Karakterisering <strong>van</strong> deze cellulaire modellen zal ons belangrijke inzichten verschaffen in de mechanismen waardoor GRN haploinsufficiëntie<br />

een verminderde neuronale overleving veroorzaakt.<br />

Organisaties:<br />

• VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten<br />

Onderzoekers:<br />

• Christine Van Broeckhoven<br />

• Samir Kumar-Singh<br />

• Gernot Kleinberger<br />

DNA-diagnostiek voor doofheid met behulp <strong>van</strong> de volgende generatie DNA-sequencing.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds RNID . UA levert aan RNID de onderzoeksresultaten<br />

genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Menselijke moleculaire genetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Guido Van Camp<br />

Studie <strong>van</strong> composiete supergeleidende nanodraden.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het huidige project is gericht op het numeriek oplossen <strong>van</strong> de Bogoliubov-deGennes gemiddelde veld vergelijkingen die supergeleiding<br />

op een microscopisch niveau beschrijven, terwijl vroegere werken zich voornamelijk beperkten tot macro-en mesoscopische aspecten. Voor dit doel<br />

zal ik een nieuwe methode ontwikkelen om verschillende inhomogene situaties te kunnen beschouwen: de aanwezigheid <strong>van</strong> onzuiverheden,<br />

oppervlakken en tussenvlakken en/of magnetische velden.<br />

Organisaties:<br />

• Theorie <strong>van</strong> de gecondenseerde materie<br />

Onderzoekers:<br />

• Francois Peeters<br />

• Milorad Milosevic<br />

• Lucian Covaci<br />

De neurale basis <strong>van</strong> de coördinatie <strong>van</strong> bewegingen bij kinderen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het basisidee voor dit project bouwt verder op de recente ontdekking dat bij de mens de ritmische bewegingen <strong>van</strong> de benen kunnen<br />

worden ondersteund door ritmische bewegingen <strong>van</strong> de armen. Ter verbetering <strong>van</strong> de loopfunctie <strong>van</strong> kinderen met CP (cerebral palsy;<br />

hersenverlamming), wordt veel op de klassieke wijze geoefend, waarbij men zich primair richt op beenfunctie. Nochtans zijn er al aanwijzingen dat<br />

revalidatie <strong>van</strong> beenbewegingen ook kunnen gefaciliteerd worden als gelijktijdig armbewegingen worden uitgevoerd. Het is belangrijk om te<br />

achterhalen in hoeverre de koppeling tussen arm en beenspieractiviteit te gebruiken is bij het verbeteren <strong>van</strong> het gaan. De werkhypothese is dat de<br />

beste resultaten zullen worden bekomen wanneer de armbewegingen alterneren en niet wanneer de bewegingen dezelfde zijn aan de twee zijden<br />

(in-fase). Echter in zithouding is deze in-fase koppeling juist sterker. Is dit te wijten aaneen andere koppeling? Om dergelijke vragen te<br />

beantwoorden zullen proeven wor<br />

Organisaties:<br />

• Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Jacques Duysens<br />

• Guy Molenaers<br />

Neurale basismechanismen <strong>van</strong> trekoordelen: de rol <strong>van</strong> tijdsintegratie.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: ACHTERGROND en DOEL <strong>van</strong> dit onderzoek<br />

De jongste vijftal jaren is er heel wat onderzoek verricht over de neurale processen die de grondslag vormen <strong>van</strong> sociale oordelen, o.a. over<br />

karaktertrekken en intenties/doelen <strong>van</strong> andere personen. Daarbij gebruikt men de nieuwste beeldvormingtechnieken: de event-related potential<br />

(ERP) techniek laat toe de timing <strong>van</strong> sociale oordelen tot op de milliseconde nauwkeurig te bepalen en een ruwe lokalisatie in de hersenen uit te<br />

voeren (met behulp <strong>van</strong> LORETA; Pascual-Marqui et al., 2002). De functional magnetic resonance imaging (fMRI) techniek laat bovendien toe om<br />

vrij nauwkeurig de lokalisatie vast te stellen <strong>van</strong> de betrokken hersengebieden of . circuits. In een meta-analyse <strong>van</strong> meer dan 100 fMRIonderzoeken<br />

over sociale oordelen, kwam Van Overwalle (2008) tot de conclusie dat oordelen over persoonlijkheidstrekken en gedragsdoelen <strong>van</strong><br />

anderen, twee belangrijke sociale oordelen zijn waarover al vrij veel onderzoek verricht is met betrekking tot hun lokalisatie in de hersenen. Echter,<br />

de fundamentele neurale basismechanismen bij oordelen <strong>van</strong> vooral persoonlijkheidstrekken zijn nauwelijks opgehelderd, en de bedoeling <strong>van</strong> dit<br />

project is dit verder te ontsluieren.<br />

Organisaties:<br />

• Experimentele en Toegepaste Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• FRANK VAN OVERWALLE<br />

Nieuwe synthesemethode voor silsesquioxanen en op silsesquioxanen gebaseerde silicaat organische netwerken<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Martens


Theoretische en experimentele onderzoek naar de effecten <strong>van</strong> kolomdrukken boven de 1000 bar in analytische<br />

vloeistofchromatografie.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Het huidige project is gericht op het leveren <strong>van</strong> een fundamenteel antwoord op de vraag of het mogelijk is de effecten <strong>van</strong> de viskeuze<br />

wrijvingswarmte zodanig in te perken dat de huidige bovenlimiet <strong>van</strong> 1000 bar uitgebreid kan worden naar 1500 bar (en meer) voor analytische<br />

vloeistofchromatografie-kolommen (2.1 mm en 4.6 mm binnendiameter).<br />

Ook zal beschreven worden welke theoretische prestatiegrenzen op het gebied <strong>van</strong> scheidingsresolutie en -snelheid verwacht kunnen worden, en<br />

zullen modellen opgesteld worden die weergeven hoe de piekverbreding en de retentiefactoren <strong>van</strong> de componenten gaan variëren onder de<br />

combinaties <strong>van</strong> hoge druk en veranderende kolomtemperatuur die onvermijdelijk gaan optreden onder deze extreme omstandigheden. Deze<br />

modellen zijn ook onontbeerlijk om de huidige methode-ontwikkelings-software klaar te maken voor ultra-hoge druktoepassingen.<br />

Tijdens het project is een in-huis gemodificeerd prototype-toestel beschikbaar waarmee unieke metingen gemaakt zullen kunnen worden <strong>van</strong> de<br />

extra piekverbreding en retentie-verschuivingen die optreden door de combinatie <strong>van</strong> hoge druk (tot 1500 bar) en de bijhorende gedissipeerde<br />

wrijvingswarmte. Deze metingen zullen verder ook gebruikt worden om de nieuw op te stellen wiskundige modellen voor piekverbreding en<br />

retentiefactoren te valideren.<br />

Organisaties:<br />

• Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde<br />

Onderzoekers:<br />

• GERT DESMET<br />

Het efficiënt en flexibel gebruik <strong>van</strong> externe representaties in de statistiek: empirisch onderzoek naar<br />

representatiegebruik bij het oplossen <strong>van</strong> problemen over verdelingen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Bij het redeneren over de statistische verdeling <strong>van</strong> gegevens is het gebruik <strong>van</strong> externe representaties <strong>van</strong> deze gegevens vereist.<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> representaties zijn gegevenstabellen, histogrammen, of box plots. Onderzoek naar de manier waarop men problemen oplost met<br />

deze representaties is schaars, en meer systematisch onderzoek is nodig om na te gaan hoe vlot en flexibel men kan omgaanmet het gebruik <strong>van</strong><br />

representaties in het oplossen <strong>van</strong> statistische problemen. Flexibiliteit kan op twee manieren worden gedefinieerd: men kan kijken naar de<br />

overeenkomst tussen taakkenmerken en kenmerken <strong>van</strong> de representatie, maar men kan ook rekening houden met de vaardigheid <strong>van</strong> de<br />

probleemoplosser in het omgaan met een bepaalde representatie. In dit project worden vijf studies uitgevoerd om na te gaan (1) hoe vaardig<br />

universiteitsstudenten zijn in het omgaan met statistische representaties (2) hoe flexibel ze kiezen tussen representaties, en (3) wat het vaardigen<br />

flexibel redeneren met deze represe<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Lieven Verschaffel<br />

• Patrick Onghena<br />

• Wim Van Dooren<br />

• Stephanie Lem<br />

Continuednbsp;evaluation of the efficacy of new cervical cancer prevention strategies.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Bert Aertgeerts<br />

De invloed <strong>van</strong> transcraniële directe gelijkstroom stimulatie op functioneel herstel en neurale reorganisatie <strong>van</strong><br />

sensomotorische netwerken na een beroerte.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit<br />

Onderzoekers:<br />

• Stephan Swinnen<br />

• Nicole Wenderoth<br />

• Femke Elize <strong>van</strong> den Berg<br />

Economisch en netwerkbewust grid bronbeheer.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit project is het ontwerpen <strong>van</strong> algoritmen en protocollen voor grid resource beheer die toelaten om netwerk en<br />

computationele resources te co-alloceren op basis <strong>van</strong> een marktwerking.<br />

Enerzijds zal co-allocatie <strong>van</strong> computationele en netwerk resources het resource management systeem in staat stellen om effici¿ntere scheduling<br />

beslissingen te nemen. Anderzijds zal het gebruik <strong>van</strong> een marktmechanisme leiden tot meer openheid en flexibiliteit voor gebruikers, een<br />

duurzame grid infrastructuur en tot maximalisatie <strong>van</strong> de waarde die deze infrastructuur levert aan zijn gebruikers.<br />

Organisaties:<br />

• Computational modelling en programming<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Broeckhove<br />

• Wim Depoorter<br />

Political representation of women, ethnic minorities, and the elderly, with a theoretical and empirical focus on the concept<br />

of responsiveness<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Abstract nog niet beschikbaar<br />

Organisaties:<br />

• Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde<br />

• Vakgroep Bestuur en beleid<br />

Onderzoekers:


• Karen Celis<br />

Ontdekking en priorizatie <strong>van</strong> gen-regulatorische modules die oncogeneseen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Janky Rekin's<br />

Organisaties:<br />

• Departement Menselijke Erfelijkheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Cools<br />

• Stein Aerts<br />

Golven: nieuwe technieken voor analyse, modellering en numerieke simulatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het project beoogt een nieuwe benadering in de numerieke simulatie <strong>van</strong> golfproblemen bij hoge frequenties. Hoge frequenties leiden tot<br />

onhaalbare vereisten wat betreft geheugenverbruik en rekentijd voor klassieke methodes. Het doel <strong>van</strong> het huidige project is het doorbreken <strong>van</strong><br />

deze beperkingen. Naast uitgebreid fundamenteel onderzoek omvat het projectook de implementatie in twee diverse en rele<strong>van</strong>te toepassingen: de<br />

numerieke simulatie <strong>van</strong> golfmodellen in het onderzoek naar de oorzaken <strong>van</strong> menselijke doofheid, en de numerieke simulatie <strong>van</strong> lichtverstrooiïng<br />

bij het bestuderen <strong>van</strong> biologische weefsels onder een microscoop. Het onderzoeksproject beslaat drie luiken: de voorstelling <strong>van</strong> oscillerende<br />

functies, de evaluatie <strong>van</strong> sterk oscillerende integralen en de ontwikkeling <strong>van</strong> frequentie-onafhankelijke numerieke methodes. Deze luiken vormen<br />

sameneen integrale benadering voor de simulatie <strong>van</strong> hoogfrequente golfproblemen.<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Stefan Vandewalle<br />

• Daan Huybrechs<br />

Impact <strong>van</strong> auxinesignalisatie op wortelkolonisatie <strong>van</strong> Arabidopsis thaliana door Azospirillum brasilense.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Sommige bacteriën die in de bodem leven kunnen de groei <strong>van</strong> planten direct of indirect bevorderen. Het best gekende voorbeeld <strong>van</strong><br />

directe plantengroeibevordering is de bacteriële productie <strong>van</strong> een plantenhormoon. Dit hormoon, genaamd auxine, kan de vorming <strong>van</strong> laterale<br />

wortels en wortelhaartjes stimuleren. Recent onderzoek heeft aangetoond dat auxine ook een rol speelt in het immuunsysteem <strong>van</strong> planten. De<br />

vraag die zich stelt is of de bacteriële productie <strong>van</strong> dit plantenhormoon al of niet bijdraagttot de betere groei <strong>van</strong> deze bacteriën of plantenwortels.<br />

Het doel <strong>van</strong> dit onderzoek is het identificeren <strong>van</strong> plantengenen die belangrijk zijn in de interactie tussen Azospirillum (een<br />

plantengroeibevorderende bacterie) en Arabidopsis (een modelplant).<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Microbiële en Plantengenetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Vanderleyden<br />

• Stijn Bossuyt<br />

De receptie <strong>van</strong> Plato's khôra in de vroegmoderne tijd (1400-1650).<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Wat blijft er over wanneer men het materiële universum tot zijn basisbestanddeel reduceert? Van in het begin werd de wijsbegeerte<br />

geconfronteerd met de moeilijkheid dit vreemde substraat conceptueel te vatten, aangezien het wezenlijk onbepaald is. Het aanvaarden <strong>van</strong> deze<br />

onderliggende natuur wijst de wijsbegeerte dan ook op haar eigen beperkingen: in het midden <strong>van</strong> het filosofische systeem bevindt zich iets wat<br />

niet door het discursieve denken gevat kan worden. Dit probleem kent een lange traditie,die begint bij Plato en werd voortgezet door diens leerling<br />

Aristoteles. Ogenschijnlijk werd dit onbegrijpelijke element pas in de zeventiende eeuw uit het filosofisch-wetenschappelijke discours verdreven,<br />

wegens een verschillende benadering <strong>van</strong> materie. Dit project wenst dit probleem te behandelen door middel <strong>van</strong> de receptiestudie <strong>van</strong> een<br />

emblematisch concept gelanceerd door Plato. Deze laatste refereert aan het bovenvermelde substraat als een receptakel <strong>van</strong> de Ideeën. Volgens<br />

Plato is deze<br />

Organisaties:<br />

• OE De Wulf-Mansioncentrum<br />

Onderzoekers:<br />

• Gerd Van Riel<br />

• Guy Claessens<br />

Holistische kredietrisicomodellering: innovatieve modellen, nieuwe inzichten en baanbrekende toepassingen<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgr. Beleidsinformatica (LIRIS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Baesens<br />

• Lieven De Moor<br />

Overeenkomst met de Koninklijke Vlaamse Academie <strong>van</strong> België voor Wetenschappen en Kunsten en de K.U.Leuven<br />

waarbij beide partijen elk op eigen wijze en met onderscheiden deskundigheid en inzet <strong>van</strong> middelen streven naar het<br />

bevorderen <strong>van</strong> het wetenschappel<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Géry <strong>van</strong> Outryve d'Ydewalle<br />

Zelfpresentatie en autoriteit in de 'Tweede Sofistiek': een studie<strong>van</strong> Maximus <strong>van</strong> Tyrus.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit onderzoek beoogt door middel <strong>van</strong> een discursieve analyse <strong>van</strong> de 41 Griekse redevoeringen <strong>van</strong> de filosofische redenaar Maximus<br />

<strong>van</strong> Tyrus (2eeeuw n. Chr.) de autoritaire processen die bij de betekenisvorming <strong>van</strong> deze teksten aan het werk zijn bloot te leggen. Meer bepaald<br />

wordt er gepoogd een verhelderend licht te werpen op Maximus' omgang met vier autoriteitspijlers aan de hand waar<strong>van</strong> hij voor zichzelf autoriteit


creëert: de Griekse filosofische traditie, de retoriek, de poëzie en de geschiedenis. Aan de hand <strong>van</strong> deze analyse wordt getracht Maximus te<br />

kaderen binnen zijn filosofische en maatschappelijke context, namelijk die <strong>van</strong> de zogenaamde 'Tweede Sofistiek'. De resultaten worden<br />

afgewogen tegen de secundaire literatuur over deze culturele bloeiperiode <strong>van</strong> de Griekse retorische literatuur en tegen moderne theorieën over<br />

Bildung, receptie,literatuur en macht.<br />

Organisaties:<br />

• Tekst en Interpretatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc Van der Stockt<br />

• Jeroen Lauwers<br />

Identificatie <strong>van</strong> paleogene hyperthermalen en hun invloed op de marine biosfeer.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Tijdens het laat Paleoceen vroeg Eoceen (60-50 ma) onderging de aardede warmste omtandigheden <strong>van</strong> het Cenozoïcum. In het<br />

bijzonder op hoge engematigde breedtegraden waren de temperaturen veel hoger (10-20 oC) dan<strong>van</strong>daag.Bovenop deze warme basissituatie<br />

vonden meerdere kortstondige (50.000-170.000jaar) opwarmingen (hyperthermalen) <strong>van</strong> de aarde plaats. De bestgedocumenteerde<br />

hyperthermaal, rond 55 Ma, is bekend als het Paleoceen-Eoceenthermische maximum (PETM of ETM-1 ; 55 Ma) en beïnvloedde de onwikkeling<br />

<strong>van</strong> debiogeosfeer op dramatische wijze. Dit project richt zich op de identificatie ende biotische reacties op de drie onder-Eocene hyperthermalen<br />

(ETM-1 tot-3) inondiep en diep mariene opeenvolgingen, die met name op het land ontsloten zijn.Terwijl we een multi-proxy benadering hanteren<br />

om de stratigrafieën enpaleomilieus te bepalen, is de kwantitatieve studie <strong>van</strong> benthischeforaminiferen een sleutelactiviteit. De benthische data<br />

kunnen inzichtverschaffen in ecosysteem verstoring, m<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Geologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Etienne Steurbaut<br />

• Robert Speijer<br />

Analyse <strong>van</strong> vorm-functie relaties in complexe musculo-skeletale systemen aan de hand <strong>van</strong> computermodellering en<br />

meting <strong>van</strong> mechanische spanningdistributies en vervormingen<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Darwinvinken (Geospizinae) zijn een paradigma in het evolutionair en ecomorfologische onderzoek. Observaties toonden aan dat er<br />

natuurlijke selectie is <strong>van</strong> het type en vorm <strong>van</strong> de bek ten opzichte <strong>van</strong> het voorradige voedsel. Hoewel dit model belangrijk is in de<br />

evolutiebiologie, zijn er tot op heden geen kwantitatieve bewijzen voor het belang <strong>van</strong> het type en de vorm <strong>van</strong> de bek. Alleen via interdisciplinaire<br />

samenwerking wordt het mogelijk om met fysische realistische computationele modellering de heersende theorieën in de evolutiebiologie te<br />

valideren of te weerleggen.<br />

Via internationale samenwerking hebben we toegang tot zeldzame specimens <strong>van</strong> verschillende soorten. Belangrijk zijn de in-vivo bijtkrachten en<br />

bijtplaatsen, CT-beelden en histologische coupes <strong>van</strong> verschillende (beschermde) Darwinvinken en de fysiologische coupes waaruit maximum<br />

spierkracht kan berekend worden.<br />

Het onderzoek bestaat uit twee luiken. Enerzijds een computermodelleringgedeelte (Eindige elementen simulaties in FEBio), en anderzijds een<br />

experimenteel gedeelte om de noodzakelijke randvoorwaarden voor de simulaties te schatten, het model te valideren en te optimaliseren. Voor de<br />

validatie zullen we gebruik maken <strong>van</strong> een meer toegankelijke soort, namelijk rijstvogels (Padda oryzivora).<br />

Organisaties:<br />

• Biomedische fysica<br />

Onderzoekers:<br />

• Anthony R Herrel<br />

• Joris Dirckx<br />

• Peter Aerts<br />

• Joris Soons<br />

Analyse <strong>van</strong> neuro-anatomische en neuro-functionele substraten bij autismespectrumstoornis.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De term Autisme Spectrum Stoornissen (ASS) verwijst naar een groep <strong>van</strong> pervasieve neurologische ontwikkelingsstoornissen, die<br />

meestal duidelijkworden in de eerste drie levensjaren. Elk <strong>van</strong> deze aandoeningen, die inhoge mate erfelijk zijn, wordt gekenmerkt door een<br />

verstoorde sociale interactie en communicatie, alsook door beperkingen in de uitgebreidheid <strong>van</strong> hun interesse en activiteiten. Deze<br />

kernsymptomen, ook wel autisme-triade genoemd, zijntheoretisch erg goed gedefinieerd en afgelijnd. Echter, in de dagelijkse praktijk wordt men<br />

geconfronteerd met een een grote variatie in de fenotypische presentatie <strong>van</strong> de aandoening. De term spectrum stoornis verwijst naar deze brede<br />

waaier <strong>van</strong> symptoom-expressies, gaande<strong>van</strong> mild tot uitermate ernstig en fluctuerend in de tijd. De laatste jaren merkt men een significante<br />

toename in de incidentie <strong>van</strong> ASS op. Het blijft echter onduidelijk of deze verhoogde aantallen te wijten zijn aan een effectieve toename in de<br />

frequentie <strong>van</strong> de aandoening of<br />

Organisaties:<br />

• Radiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Paul De Cock<br />

• Stefan Sunaert<br />

• Lieven Lagae<br />

• Judith Verhoeven<br />

Genetische en functionele analyse <strong>van</strong> humane hersenspecifieke microRNA genen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: MiRNAs spelen een belangrijke rol in verschillende celfuncties. In de hersenen reguleren miRNAs differentiatie, maturatie en synaptische<br />

plasticiteit. Dit project stelt tot doel meer inzicht te verwerven in de rol die miRNAs spelen in de hersenen, door moleculaire genetica te combineren<br />

met de analyse <strong>van</strong> structuur en functie <strong>van</strong> rele<strong>van</strong>te variante miRNAs.<br />

Organisaties:<br />

• VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica groep<br />

Onderzoekers:<br />

• Jurgen Del-Favero<br />

• Sophia Cammaerts<br />

Mechanobiologische modellering <strong>van</strong> orthodontische tandbeweging.<br />

K.U.Leuven


Abstract: De meesten onder ons komen op een bepaald moment in hun leven in contact met orthodontie. Dit maakt <strong>van</strong> deze specialiteit binnen de<br />

tandheelkunde een interessant onderzoekstopic. Dit werk onderzoekt of computer modellen <strong>van</strong> orthodontische tandbeweging bruikbaar zijn in de<br />

context <strong>van</strong> een klinische praktijk en als hulpmiddel bij wetenschappelijk onderzoek.Het eerste deel <strong>van</strong> dit werk presenteert een biomechanisch<br />

model <strong>van</strong> orthodontische tandbeweging. In dit model wordt de beweging <strong>van</strong> tandwortels gesimuleerd door rekening te houden met de<br />

mechanische eigenschappen <strong>van</strong> het weefsel rondom de tand. Het gedrag <strong>van</strong> dit model werd bijkomend onderzocht door de simulatie <strong>van</strong><br />

verschillende bewegingspatronen. Het tweede deel <strong>van</strong> dit werk behelst een meer complex mechanobiologisch model <strong>van</strong> orthodontische<br />

tandbeweging. In dit model wordt dieper ingegaan op de biologische eigenschappen <strong>van</strong> het weefsel rond de tand. De aanwezigheid <strong>van</strong> cellen en<br />

chemische stoffen wordt in rekening gebracht. Het ver<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Biomechanica<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Vander Sloten<br />

• An Van Schepdael<br />

Rechter-hemisferische bijdrage tot taal, kennis en selectieve aandacht in de intacte hersenen, corticale neurodegeneratie<br />

en corticale ischemie.nbsp;nbsp;nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Our previous OT grant has led to at least 3 novel insights with fundamental and clinical rele<strong>van</strong>ce: 1. The existence of functional<br />

reorganisation of the language network in early-stage cortical neurodegenerative disease, with right-hemispheric recruitment of areas homotopical<br />

to the dysfunctional left-sided areas. 2. The critical contribution of the right fusiform gyrus to mnemonic retrieval of visual attributes of familiar<br />

entities. 3. The key role of the middle third of the lower bank of the right intraparietal sulcus (IPS) in selection between competing stimuli<br />

(''calibration of attentional weights'') and the pervasive effect ofhorizontal configuration axis upon both performance of patients in whomthis area is<br />

lesioned and activity levels of this area in the intact brain. In this renewal we will investigate these themes in further depth through the combination<br />

of different methods within-subject: Structural, functional (fMRI) anddiffusion tensor magnetic resonance imaging (DTI), A$\<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgr_Exp_Neurologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Rik Vandenberghe<br />

• Mathieu Vandenbulcke<br />

Onderzoek naar de één-op-éénrelatie in het instrumentaal onderricht in het hoger muziekonderwijs<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Het instrumentonderwijs is sinds decennia gebaseerd op individuele onderwijsmethodes, waarbij een deskundige meester de student<br />

initieert in het vak. Meer nog dan in het traditionele klasonderwijs staan ontmoeting en dialoog – tussen de docent en de student – centraal. Deze<br />

relatie steunt op de meester-gezel traditie. De meester – het model – demonstreert, luistert, observeert, stuurt, inspireert en geeft commentaar. De<br />

gezel – de volgeling – kijkt, luistert, imiteert en zoekt goedkeuring.<br />

Vanuit een pedagogisch standpunt zijn er in deze relatie drie belangrijke factoren aanwezig die allen een invloed hebben op het<br />

onderwijsleerproces: de docent, de student en de vakkennis. Dit wordt door Imelman (1982) de triadische pedagogiek genoemd. Er bestaat reeds<br />

onderzoek met als focus de interactie tussen de student en de docent door middel <strong>van</strong> observatie (zie bijv.: Persson, 1993 en Zhukov, 2004), maar<br />

het accent ligt er voornamelijk op de instrumentdocent en zijn/haar vakdeskundigheid. Men vergeet echter maar al te vaak dat er in de<br />

onderwijspraktijk twee mensen zijn die een rol spelen (“it takes two to tango”). Dit onderzoeksproject heeft tot doel de onderwijspraktijk binnen het<br />

één-op-één instrumentonderwijs (hoger onderwijs) te onderzoeken, waarbij er aandacht is voor de inbreng en perspectieven <strong>van</strong> zowel de docent<br />

als de student, met als doel het achterhalen en in kaart brengen <strong>van</strong> deze pedagogische praxis.<br />

De eigenheid <strong>van</strong> deze onderzoeksgroep (instrumentdocenten en studenten) vereist dat er een zekere toenadering ontstaat tussen de onderzoeker<br />

en de participanten, waarbij een persoonlijk relatie opgebouwd wordt. Vandaar dat er gekozen wordt voor een kwalitatieve onderzoeksopzet. Op<br />

basis <strong>van</strong> het verzamelde materiaal (audio-opnames, veldnotities en studentenblogs) zal een portret gemaakt worden <strong>van</strong> deze onderwijspraxis. Dit<br />

zal aangevuld worden met diepte-interviews bij de betrokken docenten en hun studenten.<br />

Het in kaart brengen <strong>van</strong> de gangbare onderwijspedagogische praxis die gebruikt worden in het hoger instrumentonderwijs kan een startpunt zijn<br />

<strong>van</strong> reflectie en meer openheid.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Conservatorium<br />

• Vakgroep Muziekagogiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Philip De Roeck<br />

• Ruth Rondas<br />

Genetische diversiteit in functie <strong>van</strong> de controle <strong>van</strong> erfelijke afwijkingen bij Belgische hondenrassen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Heel wat hondenrassen kampen met problemen qua inteelt en het optreden <strong>van</strong> genetische aandoeningen. Omdat de situatie in de<br />

Belgische rassen niet voldoende nauwkeurig gekend is zal onderzoek worden uitgevoerd om de genetische diversiteit te bepalen.De objectieven<br />

<strong>van</strong> dit project zijn:- Het bekomen <strong>van</strong> voldoende diepe en volledige pedigreebestanden <strong>van</strong> Belgische hondenrassen (qua volledigheid, aantal<br />

generaties en indienmogelijk over meerdere fokverenigingen) en deze bestanden vervolgens gebruiken voor een doorgedreven pedigree-analyse.-<br />

De mogelijkheid onderzoeken om de genetische diversiteit en inteeltgraad te bepalen op basis <strong>van</strong> moleculaire merkers (bepaald in het kader <strong>van</strong><br />

de ouderschapscontrole).<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Gentechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Nadine Buys<br />

Integratie <strong>van</strong> ecologie, sociologie en economie in het waterbeleid door middel <strong>van</strong> een beleidsondersteunend model.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het Integraal Waterbeleid heeft nood aan beleidsondersteunende instrumenten. Een metamodel wordt ontwikkeld dat de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

beleidsscenario"s op basis <strong>van</strong> eco-fysische, sociale en economische data ondersteund met speciale aandacht voor ecosysteemdiensten Hierbij is<br />

economische valorisatie en de inbreng <strong>van</strong> een Multi-stakeholder Platform <strong>van</strong> toekomstige gebruikers <strong>van</strong> vitaal belang.<br />

Organisaties:<br />

• Ecosysteembeheer


Onderzoekers:<br />

• Patrick Meire<br />

• Ilse Loots<br />

• Aviel Verbruggen<br />

Axonale geleiding en beschadiging in multipele sclerose: modulatie <strong>van</strong> natrium- en kaliumkanalen als nieuwe<br />

therapeutische aanpak.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Multiple sclerose (MS) is de meest voorkomende oorzaak <strong>van</strong> neurologische invaliditeit bij jonge volwassenen. Recente studies hebben<br />

aangetoond dat specifieke isovormen <strong>van</strong> natrium (Na) en kalium (K) kanalen een belangrijke rol spelen in de verschillende aspecten <strong>van</strong> de<br />

pathofysiologie <strong>van</strong> MS. Zo spelen ze bijvoorbeeld een rol in het herstel <strong>van</strong> impulsgeleiding na demyelinisatie, axonale degeneratie en de<br />

ontregeling <strong>van</strong> Purkinje neuronen welke leidt tot cerebellaire dysfunctie. Door het manipuleren<strong>van</strong> de activiteit <strong>van</strong> deze Na- en K-kanalen via de<br />

ontdekking <strong>van</strong> uiterst krachtige en selectieve modulatoren, willen we nieuwe therapeutische strategieën ontwikkelen die MS kunnen voorkomen of<br />

de invaliditeit bij MS kunnen beperken.<br />

Organisaties:<br />

• Lab Toxicologie en Bromatologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Tytgat<br />

Identificatie <strong>van</strong> nieuwe Salmonella biofilm inhibitoren via een 'bottom-up' en een 'top-down' benadering.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Salmonella is in staat om in vele verschillende condities een biofilm te vormen, zowel op biotische als abiotische oppervlakken. In deze<br />

biofilm zijn de bacteriën beter beschermd tegen allerlei invloeden zoals oa. desinfectie middelen, antibiotica en het immuunsysteem. Door het<br />

afbrekenof voorkomen <strong>van</strong> Salmonella biofilmen kan de bestrijding <strong>van</strong> Salmonelladan ook gemakkelijker en efficiënter verlopen.In dit project<br />

zullenwe trachten Salmonella biofilminhibitoren te identificeren a.d.h.v. <strong>van</strong>2 benaderings methodes. De eerste is een 'bottum-up' benadering<br />

waarbij vertrokken wordt <strong>van</strong> een gen, belangrijk voor de biofilmvorming. Er zal getracht worden om de volledige werking <strong>van</strong> dit gen verder te<br />

bepalen. Deze kennis kan bijdragen bij de gerichte ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe Salmonella biofilm-inhibitoren.De tweede benadering is een top-down<br />

benadering, hierin zal een moleculebibliotheek gescreend worden op zoek naar breedtoepasbare moleculen die Salmonella biofilmen kunnen<br />

afbreken. Geïdentifi<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Microbiële en Plantengenetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Sigrid De Keersmaecker<br />

• Jozef Vanderleyden<br />

• Stijn Robijns<br />

Beveiligingsarchitectuur voor betrouwbare genetwerkte ingebedde computers.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Aangezien ingebedde systemen steeds vaker met mekaar communiceren via een netwerk, ontstaan er steeds meer<br />

bedreigingsproblemen. Voorbeelden <strong>van</strong> zulke bedreigingen zijn malafide software zoals virussen, het ver<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> veiligheidsondersteunende<br />

systeemsoftware en diefstal <strong>van</strong> intellectuele eigendom, zoals programmatuur. Het doel <strong>van</strong> dit onderzoek is om een hardwarearchitectuur te<br />

ontwerpen die gebruik maakt <strong>van</strong> beveiligingstechnieken die door de hardware ondersteund worden. Een voorbeeld hier<strong>van</strong> is een beveiligd<br />

opstartproces waarbij elke module de integriteit controleert <strong>van</strong> de module die vervolgens zal uitgevoerd worden, of het controleren <strong>van</strong> de<br />

integriteit <strong>van</strong> de software op het moment dat deze wordt uitgevoerd om te detecteren of deze software tijdens de uitvoering er<strong>van</strong> wordt<br />

aangepast. Het beveiligd opslaan <strong>van</strong> cryptografische sleutels en andere gevoelige gegevens is een laatste voorbeeld. We willen een meetsysteem<br />

ontwerpen dat ons toelaat de verbeteringen <strong>van</strong> de gebruikte be<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - SCD: SISTA/COSIC/DOCARCH<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Preneel<br />

• Markus Ullrich<br />

Implementarie <strong>van</strong> 'tiling' microroosters voor functionele genomica: Gevallenstudies <strong>van</strong> regulatorische<br />

signaaltransductiewegen in Salmonella, Rhizobium en Arabidopsis.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het voorgestelde project betreft de implementatie <strong>van</strong> Tiling array technologie voor prokayrote en eukaryote modelsystemen met het oog<br />

op het ontrafelen <strong>van</strong> regulatorische netwerken. Ontrafelen <strong>van</strong> genetische netwerken, met dynamische interactie tussen eiwitten, DNA, RNA en<br />

metabolieten is <strong>van</strong> essentieel belang om het gedrag <strong>van</strong> cellen en celpopulaties als systeem met inputs en outputs te begrijpen, en behoort tot het<br />

domein <strong>van</strong>de systeembiologie. De benadering die hierbij gevolgd wordt is het verzamelen en analyseren <strong>van</strong> grote datasets bekomen via hoge<br />

doorvoeranalyses waarbij het gebruik <strong>van</strong> Tiling arrays een zeer krachtige technologie is. De combinatie <strong>van</strong> deze technologie in combinatie met de<br />

reeds geïmplementeerde analysetechnieken (cDNA/oligonucleotide arrays, proteoomanalyse, mutatie-analyse en computationele analyse) zal<br />

leiden tot een begrijpen <strong>van</strong> fundamentele moleculaire en cellulaire netwerken in de bestudeerde modelsystemen.<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Microbiële en Plantengenetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Sigrid De Keersmaecker<br />

• Jozef Vanderleyden<br />

• Kathleen Marchal<br />

• René De Mot<br />

• Jan Michiels<br />

• Bruno Cammue<br />

• Karin Thevissen<br />

• Kristof Engelen<br />

Harmonisatie <strong>van</strong> de vennootschapsbelasting in Europa. Effect <strong>van</strong> een gemeenschappelijke geconsolideerde<br />

heffingsgrondslag (CCCTB) op de financiële rapportering en belastingdruk in België<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: Abstract nog niet beschikbaar<br />

Organisaties:<br />

• Departement Bedrijfsmanagement Mercator<br />

• Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde


• Vakgroep Accountancy en Fiscaliteit<br />

• Vakgroep Fiscaliteit en Accountancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Verhoeye<br />

• Carine Coppens<br />

"Voorbeeldig lezen". Renaissancecommentaren op Valerius Maximus en de retorica <strong>van</strong> het exemplum.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Een tot dusver verwaarloosde weg om de Wirkungsgeschichte <strong>van</strong> Valerius Maximus' myriade <strong>van</strong> retorische anekdoten, verzameld in<br />

zijn Facta et dicta memorabilia, binnen te treden, is een diepgaande studie <strong>van</strong> zijn Renaissancecommentatoren <strong>van</strong> de 14de tot de 17de eeuw.<br />

Aangezien geleerden sinds Petrarca klassieke teksten tegelijk benaderden als documenten met historisch belang zij konden de antieke wereld<br />

terug tot leven brengen en als ideale en tijdloze objecten voor literaire imitatie in de eigen tijd, blijken commentaren een indirecte én fascinerende<br />

toegang te bieden tot Valerius exempla-collectie en de narratieve kracht die deze collectie in zich draagt. In dit onderzoeksproject wordt onderzocht<br />

hoe Renaissancecommentaren op Valerius Maximus daterend <strong>van</strong> de generatie volgend op Petrarca en met als belangrijkste protagonisten<br />

Oliverius Arzignanensis (Venetië, 1487), Jodocus Badius Ascensius (Parijs, 1510), Henricus Glareanus (Bazel, 1550) en Stephanus Pighius<br />

(Antwerpen, 1574)<br />

Organisaties:<br />

• Latijnse Literatuurstudie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Papy<br />

• Marijke Crab<br />

RINOS: Robuste Integratie <strong>van</strong> Nanometer Optische Ont<strong>van</strong>ger Systemen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Optische ont<strong>van</strong>gers met fotodiodes geïntegreerd in een standaard CMOS technologie hebben als belangrijkste voordeel een reductie<br />

<strong>van</strong> zowel kostprijs als verpakkingsgrootte. Ze kunnen gebruikt wordt in communicatiesystemen over korte afstand waar een lage kostprijs<br />

essentieel is. Voorbeelden hier<strong>van</strong> zijn LAN netwerken, "fiber-to-the-home", communicatiesystemen in de wagen en optische interconnecties <strong>van</strong><br />

bord tot bord of <strong>van</strong> chiptot chip. Verder zijn grote volumes ont<strong>van</strong>gers met een lage kostprijs nodig in optische opslagmedia zoals CD, CD-ROM,<br />

DVD en meer recent de Blu-ray Disc; Bovendien is er ook een toenemende vraag naar toepassing <strong>van</strong> deze technologieën in nucleaire<br />

omgevingen waar de betrouwbaarheid en stralingshardheid <strong>van</strong> dergelijke systemen cruciale criteria zijn. Garanderen dat een circuit operationeel<br />

blijft onder hoge temperaturen en onder blootstelling aan EMI zijn twee andere belangrijke betrouwbaarheidsproblemen die zullen onderzocht<br />

worden. Beide zijn zeer belangrijk in i<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - MICAS<br />

Onderzoekers:<br />

• Michel Steyaert<br />

• Paul Leroux<br />

Over flexibiliteit in conceptuele representatie<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Gerrit Storms<br />

• Wouter Voorspoels<br />

Op zoek naar de impliciete gemeente' <strong>van</strong> de Pastor <strong>van</strong> Hermas.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het project is een socio-literair onderzoek naar de ?impliciete gemeente? <strong>van</strong> de Pastor <strong>van</strong> Hermas, dat is, de historische christelijke<br />

gemeente die de auteur <strong>van</strong> de tekst kende, maar alleen voor zover die bestond in zijn perceptie en is af te leiden uit de tekst. Het project gaat<br />

hierbij in tegen de opvatting dat Hermas zonder meer een geschikte bron is voor een socio-historische analyse <strong>van</strong> de historische gemeente<br />

achterde tekst. Het project omvat drie delen: (1) een discussie <strong>van</strong> de mogelijkheid de historische context <strong>van</strong> Hermas te reconstrueren; (2) een<br />

systematische bestudering <strong>van</strong> de ecclesiastische passages, waarbij de passages over de visie <strong>van</strong> de auteur op de historische gemeente<br />

onderscheiden worden <strong>van</strong> die over de ideale of pre-existente en de eschatologischegemeente; en (3) een beschrijving <strong>van</strong> alle rele<strong>van</strong>te aspecten<br />

<strong>van</strong> de impliciete gemeente, met name (maar niet uitsluitend) de sociaal-ethische context, de visie op de doop en metanoia en de institutionele<br />

structuur.<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Bijbelwetenschap<br />

Onderzoekers:<br />

• Joseph Verheyden<br />

• Mark Grundeken<br />

Begroting en modellering <strong>van</strong> menselijke impact en schaaleffecten op sedimentexport uit Europese Stroomgebieden.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De sedimentafvoer <strong>van</strong> rivieren is <strong>van</strong> invloed op vele ecologisch en economisch rele<strong>van</strong>te processen, zoals het dichtslibben <strong>van</strong><br />

stuwmeren en vaargeulen, overstromingen en modderoverlast, kusterosie, de beschadiging <strong>van</strong> bruggen en andere infrastructuur, de aantasting<br />

<strong>van</strong> ecologische habitats in en nabij rivieren en de verontreiniging <strong>van</strong> oppervlaktewaters. Devoorbije decennia werd daarom al veel onderzoek<br />

uitgevoerd naar de factoren die de intensiteit <strong>van</strong> deze sedimentafvoer bepalen. Hoeweldeze studies en metingen cruciale inzichten aan het licht<br />

brachten, blijven een aantal belangrijke vragen onbeantwoord. Zo weten we betrekkelijk weinig over de mate waarmee jaarlijkse sedimentafvoer<br />

<strong>van</strong> jaar tot jaar verschilt, welke factoren deze jaarlijkse variatie controleren en het effect <strong>van</strong> deze variatie op de betrouwbaarheid <strong>van</strong> gemiddelde<br />

sedimentafvoer waarden, gemeten over meerdere jaren. Verder werd tot nu toe erg weinig aandacht besteed aan het mogelijke belang <strong>van</strong><br />

tektonische activiteit, b<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Geografie<br />

Onderzoekers:<br />

• Jean Poesen<br />

• Gert Verstraeten<br />

• Gerard Govers<br />

• Matthias Vanmaercke


Brusselende taal, bruisende frictie. Een etnografische analyse <strong>van</strong> talige hybriditeit en zuiverheid op een Brusselse<br />

secundaire school.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jozef Verschueren<br />

• Jürgen Jaspers<br />

Lakmoestest voor de social investeringsstaat. De impact <strong>van</strong> het Nederlands en Belgisch beleid op armoede en sociale<br />

ongelijkheid.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Verschillende Europese welvaartstaten hebben zich gedurende de laatste twee decennia 'heruitgevonden' als 'sociale investeringsstaten'<br />

(Giddens, 1998): waar vroeger de meeste aandacht ging naar 'passieve' inkomensbescherming, ligt voortaan de nadruk op participatie in de<br />

arbeidsmarkt en investeringen in menselijk talent. Dit onderzoek poogt de relatie te onderzoeken tussen de sociale investeringsstaat en<br />

armoede/inkomensongelijkheid. Ondanks het feit dat vele beleidsdocumenten een 'natuurlijke symbiose' veronderstellingen tussen<br />

werkgelegenheidsgroei en armoede, suggereren sommige onderzoeken dat deze relatie in realiteit veel complexer is. Om de centrale<br />

onderzoeksvraag te beantwoorden, zullen de effecten <strong>van</strong> het Nederlands en Belgisch sociaal beleid worden onderzocht. Nederland en België<br />

kunnen beschouwd worden als 'most similar cases': beide landen zijn vergelijkbare open transiteconomieën, maar verschillen op het vlak <strong>van</strong> hun<br />

brede beleidsoriëntatie. Terwijl Nederland het nieuwe beleidsparadigma grotendeels omarmde, worden de beleidsevoluties in België eerder<br />

aanzien als 'incrementeel'. Het project bestaat concreet uit drie delen. Allereerst zal de evolutie <strong>van</strong> de inkomensarmoede en inkomensongelijkheid<br />

in kaart gebracht worden voor beide landen en dat voor een relatief lange periode. Vervolgens zal een nauwkeurige studie gemaakt worden <strong>van</strong> de<br />

voornaamste beleidsevoluties in beide landen. Finaal zal er gepoogd worden om beide bevindingen aan elkaar te koppelen.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CBS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Bea Cantillon<br />

• Cornelius Van den Bosch<br />

• Olivier Pintelon<br />

Fysieke training bij chronisch hartfalen: effect op recrutering en functie <strong>van</strong> progenitor cellen en impact op perifere<br />

endotheelfunctie en skeletspier.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Doelstellingen:<br />

Evaluatie <strong>van</strong> effecten <strong>van</strong> éénmalige maximale inspanning en fysieke training (UT versus CT) bij CHF patiënten op mobilisatie en functie <strong>van</strong> EPC,<br />

modulerende factoren (inflammatie, oxidatieve stress, NO, homingfactoren) en functionele parameters (inspanningscapaciteit, endotheelfunctie). 2.<br />

Evaluatie <strong>van</strong> effecten <strong>van</strong> fysieke training (UT versus CT) bij CHF patiënten op aanwezigheid <strong>van</strong> SPC in de skeletspier, de spiermassa,<br />

modulerende factoren (inflammatie, oxidatieve stress, NO,<br />

homingfactoren), functionele testen (inspanningscapaciteit, spierkracht- en coördinatie).<br />

Organisaties:<br />

• Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)<br />

Onderzoekers:<br />

• Viviane Conraads<br />

• Christiaan Vrints<br />

Hefboomproject in het kader <strong>van</strong> de impulsfinanciering Humane Wetenschappen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Hefboomfinanciering voor het HIVA is bedoeld om de academische valorisatie te stimuleren en zodoende internationale output te<br />

genereren, doctoraten op te leveren en de mogelijkheid te creëren om mee te dingen naar extra financiering.<br />

Organisaties:<br />

• HIVA<br />

Onderzoekers:<br />

• Hans Bruyninckx<br />

SoE2010/2012 Kwaliteit in praktijk. Systematisering en optimalisering <strong>van</strong> kwaliteitszorg voor de praktijkcomponent in de<br />

lerarenopleiding.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Kwaliteitszorg (KZ) is bijzonder complex in één belangrijk aspect <strong>van</strong> de lerarenopleiding: de praktijkcomponent (PC). Hieronder verstaan<br />

we alle activiteiten <strong>van</strong> de opleiding die gericht zijn op onderwijspraktijk. Dit kan gaan <strong>van</strong> oefenmomenten binnen de opleidingsmuren, over<br />

demonstratieklassen met observatieopdrachten, tot de preservice training (bv. stages) en zelfs in-service training (bv. LIO).Door de samenwerking<br />

met,en soms gedeeltelijke uitbesteding aan stage-instellingen, volstaan de gewone benaderingen <strong>van</strong> kwaliteitszorg niet om de volledige<br />

complexiteit<strong>van</strong> de PC in kaart te brengen. Dat weerhield lerarenopleidingen er niet<strong>van</strong> om heel wat acties te ondeernemen om de kwaliteit <strong>van</strong> de<br />

praktijkcomponent te evalueren, te behouden en zo mogelijk te verhogen. Echter, deze expertise is vaak zonder systematische evaluatie,<br />

contextueel ingevuld en weinig gedeeld.<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Kelchtermans<br />

De her-compositie <strong>van</strong> hoofdthema's in de reprise <strong>van</strong> klassieke sonarevormen: analyse, typologie en<br />

verklaringsmodel.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Musicologie<br />

Onderzoekers:


• Pieter Bergé<br />

• Markus Neuwirth<br />

De rol <strong>van</strong> afferente neuronen in de pathogenese <strong>van</strong> post-inflammatoire gastro-intestinale motiliteits- en<br />

sensitiviteitsstoornissen bij de rat.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Prikkelbare darmsyndroom (irritable bowel syndrome, IBS) is een functionele darmaandoening die gekenmerkt wordt door chronische<br />

abdominale pijn (gestoorde viscerale sensitiviteit) en een veranderd stoelgangspatroon (afwijkende intestinale motiliteit) zonder aantoonbare<br />

organische oorzaak. De pathogenese blijft tot op heden grotendeels onopgehelderd en huidige therapeutische modaliteiten blijken ontoereikend.<br />

Het doel <strong>van</strong> dit project is het oppuntstellen <strong>van</strong> een solide IBS diermodel en het bestuderen <strong>van</strong> de rol <strong>van</strong> de mestcel en zijn mediatoren in het<br />

ontstaan en onderhouden <strong>van</strong> de viscerale sensitiviteitsstoornissen, teneinde bij te dragen tot een betere kennis over de pathogenese <strong>van</strong> IBS en<br />

nieuwe therapeutische strategieën aan te reiken.<br />

Organisaties:<br />

• Lab. Experimentele geneeskunde en pediatrie (LEMP)<br />

Onderzoekers:<br />

• Benedicte De Winter<br />

• Paul Pelckmans<br />

• Joris De Man<br />

• Tom G G Moreels<br />

• Annemie Deiteren<br />

De retoriek <strong>van</strong> het politiek imaginaire: een tropologische analyse <strong>van</strong> het oeuvre <strong>van</strong> C.D. Grabbe (1801-1836).<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het onderzoeksproject De retoriek <strong>van</strong> het politiek imaginaire: een tropologische analyse <strong>van</strong> het oeuvre <strong>van</strong> C.D. Grabbe beoogt via een<br />

tekstueel-retorische analyse meer inzicht te krijgen in de wijze waarop literatuur, en in mijn concreet geval voornamelijk drama,de algemeen<br />

maatschappelijke crisis aan het begin <strong>van</strong> de negentiende eeuw weerspiegelde en mee vorm gaf. Zoals de titel al aangeeft, ligt de focus in de<br />

eerste plaats op de retorische (re)presentatie <strong>van</strong> politieke staatsmodellen en machtsstructuren, in de tweede plaats op de sociale actoren zoals<br />

machthebberen volk die binnen deze structuren functioneren. Door het verlies aan religieuze houvast en het einde <strong>van</strong> het idealisme was erin de<br />

periode tussen 1815 en 1848 namelijk een socio-politiek vacuüm ontstaan dat in de eerste plaats een radicaal andere staats-en mensopvatting<br />

noodzakelijk maakte en in de tweede plaats het verlangen naar nationale eenheid en identiteit sterk aanwakkerde. Dit onderzoek wil enerzijds<br />

Grabbes posi<br />

Organisaties:<br />

• Tekst en Interpretatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Philipsen<br />

• Sientje Maes<br />

Stamcellen in de normale hypofyse en in hypofysetumoren: moleculaire enfunctionele karakterisering.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De hypofyse vormt de kern <strong>van</strong> het endocrien systeem en controleert vitale fysiologische processen. Om te voldoen aan de veranderende<br />

hormonale noden, past de klier haar endocriene cel-samenstelling voortdurend aan. De mechanismen die aan de basis liggen <strong>van</strong> deze<br />

opmerkelijke plasticiteit blijven onopgehelderd. Om de implicatie <strong>van</strong> stamcellen te onderzoeken,zullen we een uitgebreide moleculaire en<br />

functionele karakterisering uitvoeren <strong>van</strong> de hypofysaire 'side population' (waar<strong>van</strong> we recent aantoonden dat ze de stam-/progenitorcellen clustert),<br />

zowel in condities <strong>van</strong> fysiologische (lactatie) als pathologische (tumor) cel-remodellering. We verwachten dat het ontrafelen <strong>van</strong> de rol <strong>van</strong><br />

stamcellen onze fundamentelekennis <strong>van</strong> hypofyse-plasticiteit substantieel vooruit zal helpen en zalzorgen voor nieuwe inzichten in hypofysetumorpathogenese<br />

en -behandeling.<br />

Organisaties:<br />

• Embryo en Stamcellen<br />

Onderzoekers:<br />

• Hugo Vankelecom<br />

Acromegalie in België: een multicentrische klinische studie <strong>van</strong> de behandelingsresultaten<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• klinische assistenten Geneeskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Chantal Mathieu<br />

• Marie Bex<br />

Evolutionaire ecologie <strong>van</strong> plasticiteit in levensgeschiedeniskenmerken:een geïntegreerde aanpak overheen<br />

metamorfose.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc De Meester<br />

• Marjan De Block<br />

Markttoezicht en de Europese economische constitutie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het rechtskader voor toezicht op markten is bijzonder verscheiden. Nietalleen verschilt de structuur <strong>van</strong> nationale toezichthouders per<br />

sector en per land, ook het Europees toezicht op die toezichthouders is zeer uiteenlopend. Dit project beoogt meer overzicht te brengen in de<br />

Europeesrechtelijke aspecten <strong>van</strong> deze materie.In een eerste fase vergelijkt en contrasteert het project de Europeesrechtelijke organisatie <strong>van</strong><br />

toezicht in drie verschillende marktsectoren. Het decentraal toezicht inzake mededinging tussen ondernemingen, het meer gecentraliseerde<br />

toezicht op financiële markten en de tussenvorm <strong>van</strong> toezicht op ondernemingen in geliberaliseerde markten, in het bijzonder op<br />

spoorondernemingen komen daarbij aan bod. De bedoeling <strong>van</strong> die vergelijking is om de types <strong>van</strong> toezichtstructuren in hun eigenheid te<br />

analyseren en na te gaan in hoeverre de verschillende aanpakken <strong>van</strong> toezicht verbeterd kunnen worden in het licht <strong>van</strong> vergelijkbare ervaringen in<br />

andere sectoren.De tweede fase <strong>van</strong>he


Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Economisch Recht<br />

Onderzoekers:<br />

• Wouter Devroe<br />

• Pieter Van Cleynenbreugel<br />

Biologisch platform voor Beta cel therapie in Diabetes<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Biologisch platform voor Beta cel therapie in Diabetes<br />

Organisaties:<br />

• Pathologische Biochemie en Fysiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• DANIEL PIPELEERS<br />

Angiogene factoren en hypoxie signalisatie in botmetastasen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Klinische & Experimentele Endocrinologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Gertrudis Carmeliet<br />

Druppel-gebaseerde lab-on-a-chip voor analyse <strong>van</strong>nbsp;cellen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling MeBioS<br />

Onderzoekers:<br />

• Jeroen Lammertyn<br />

• Robert Puers<br />

• Annemie Geeraerd<br />

• Herman Ramon<br />

• Geert Baggerman<br />

• Bart Nicolai<br />

Multiscale benadering toegepast op het optimaal ontwerp <strong>van</strong> complexe constructies in de moderne<br />

architectuur.nbsp;nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Structurele optimalisatie is een krachtig hulpmiddel om nieuwe en efficiënte ontwerpen te ontwikkelen tijdens het ontwerpproces. In de<br />

hedendaagse architectuur worden grote overspanningen vaak ontworpen als schaalstructuren of ruimtevakwerken. Aangezien het structureel<br />

gedrag <strong>van</strong> een dergelijke structuur bepaald wordt door zijn geometrie, is structurele optimalisatie een essentieel deel <strong>van</strong> het ontwerp. Tijdens de<br />

optimalisatie wordt de geometrie <strong>van</strong> de structuur zo gekozen dat het materiaalverbruik minimaal is, maar de structuur wel voldoet aan de<br />

ontwerpeisen zoals voorgeschreven door de Eurocode. In de thesis worden twee opties bestudeerd om de geometrie te parameteriseren. De eerste<br />

optie is een parameterisatie met CAGD-technieken. De randen <strong>van</strong> een schaal kunnen dan bijvoorbeeld met NURBS worden gemodelleerd, de<br />

coördinaten <strong>van</strong> de controlepunten <strong>van</strong> de NURBS kunnen dan worden gebruikt als ontwerpvariabelen. Het aantal ontwerpvariabelen is klein, maar<br />

de ontwerpvrijheid is sterk ge<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Bouwmechanica<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Lombaert<br />

• Geert Degrande<br />

• Guido De Roeck<br />

• Saartje Arnout<br />

Een romantische theologie <strong>van</strong> de eucharistie. De bijzondere bijdrage <strong>van</strong> de Tübinger Schule.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In voorliggend doctoraatsonderzoek zal de nog niet eerder onderzochte eucharistische theologie <strong>van</strong> de Tübigner Schule in kaart<br />

gebracht en geëvalueerd worden. In de eerste plaats zal hiervoor een representatief deel<strong>van</strong> auteurs en teksten geïdentificeerd moeten worden.<br />

Het betreft onderandere theologen zoals Baader, Drey, Hirscher, Möhler, Döllinger, Staudenmaier en Kuhn. Hier zal een grondige voorstudie <strong>van</strong><br />

de Romantische context en het functioneren hierin <strong>van</strong> de Tübinger Schule aan voorafgaan. In de teksten <strong>van</strong> voornoemde auteurs zal allereerst de<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> het thema <strong>van</strong> de eucharistie onderzocht worden. Vervolgens zal de betekenis <strong>van</strong> de door hun gebruikte terminologie en<br />

symbolen worden bestudeerd,waarbij aandacht besteed wordt aan het innovatieve karakter <strong>van</strong> de Tübinger Schule ten opzichte <strong>van</strong> scholastieke<br />

theologie. Dit alles zal geplaatst worden binnen de toen gangbare filosofische context, meer bepaald de confrontatie met Hegel en het<br />

Hegelianisme. Tevens zullen de niet-<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoekseenheid Pastoraaltheologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Joris Geldhof<br />

Optische spectroscopie <strong>van</strong> massageselecteerde Au-PD en Pt-PD clusters.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Vladimir Kaydashev<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme<br />

Onderzoekers:<br />

• Peter Lievens<br />

• Ewald Janssens<br />

SoE2011-05 ICT Starterskit voor (aspirant-)leraren.


K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Onderwijskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Rianne Janssen<br />

• Geraldine Clarebout<br />

Het belang <strong>van</strong> hepatitis C virale evolutie bij de epidemiologie, het ziekteverloop en de ontwikkeling <strong>van</strong> antivirale<br />

resistentie.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Klinische & Epidemiologische Virologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Anne-Mieke Vandamme<br />

• Marc Van Ranst<br />

Peroxisomen: essentiële organellen voor de werking en integriteit <strong>van</strong> het centraal zenuwstelsel en <strong>van</strong> organen<br />

betrokken in het metabolisme? nbsp;nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit project is om de rol <strong>van</strong> peroxisomen voor het behoud en het functioneren <strong>van</strong> verschillende weefsels te onderzoeken.<br />

We zullen daarbij enerzijds focuseren op het centraal zenuwstelsel (deel I) en anderzijds op hart en een aantal perifere organen die belangrijk zijn<br />

in metabolisme (deel II). In beide delen zullen we speciaal aandacht bestedenaan de rol <strong>van</strong> peroxisomale alfa- en beta-oxidatie.We zullen daarbij<br />

gebruik maken <strong>van</strong> muismodellen met peroxisomale deficiënties die reeds beschikbaar zijn of die momenteel gegenereerd worden. Een<br />

multidisciplinaire benadering zal gebruikt worden die histologische analyses omvatten (licht- en electronenmicroscopie), lipiden en genexpressie<br />

analyses, fysiologische testen en enzymatische analyses. Doordat we beschikken over meerdere muismodellen met peroxisomale deficiënties zal<br />

een vergelijkende studie tussen verschillende muismodellen mogelijk zijn.<br />

Organisaties:<br />

• Lab voor Cellulair Metabolisme<br />

Onderzoekers:<br />

• Myriam Baes<br />

• Maria-Reinhilde Casteels<br />

IRIS: Pathogenese, klinische en volksgezondheid aspecten.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: De pathogenese, de klinische manifestaties en de volksgezondheidsaspecten <strong>van</strong> het Immuun Reactivation Inflammatory Syndrome<br />

(IRIS) zullen onderzocht worden. In Oeganda en Ethiopië zal onderzocht worden hoe frequent sputum negatieve longtuberculosepatiënten ten<br />

gevolge <strong>van</strong> IRIS, sputum positief kunnen worden en wat de effecten <strong>van</strong> IRIS zijn op de gezondheidsdiensten en de therapietrouw <strong>van</strong> de patiënt.<br />

Organisaties:<br />

• Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)<br />

Onderzoekers:<br />

• Robert Colebunders<br />

• Anali Conesa Botella<br />

Selectief temporeel proben overleven: een gecombineerde psychofysische/analytische methode.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Omdat de huidige technieken om (gedragsmatige) responsen te analyseren niet altijd ideaal zijn om het effect <strong>van</strong> experimentele<br />

manipulaties op interactieve processen na te gaan, stel ik een nieuwe psychofysische/analytische methode voor, genaamd Selectief Temporeel<br />

Proben Overleven (STPO). STPO combineert het gebruik <strong>van</strong> experimentele methodes (maskeringof priming of cue-ing technologie) en statistische<br />

methodes (survival analyse; SA), om (visuele) interactieve processen te onderzoeken. Het feit dat SA ons kan informeren over het tijdsverloop <strong>van</strong><br />

de conditionele kans op een respons (m.a.w. de hazardfunctie) <strong>van</strong> de eerste tot de laatstgeobserveerde respons in eender welke combinatie <strong>van</strong><br />

taak en experimentele conditie, laat ons toe een nieuw soort onderzoeksvragen te stellen. Bovendien kan de interactieve aard en de temporele<br />

organisatie <strong>van</strong> verschillende processen op verschillende niveaus <strong>van</strong> het visuele hiërarchischgeorganiseerde systeem in meer detail bestudeerd<br />

worden, door het m<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Wagemans<br />

• Sven Panis<br />

Development of Peltier-element-based adiabatic scanning calorimetry andntial adiabatic scanning calorimetry prototype<br />

instruments to establishial valorization<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Akoestiek en Thermische Fysica<br />

Onderzoekers:<br />

• Christ Glorieux<br />

Het voorspellen <strong>van</strong> prestaties in teamsporten door middel <strong>van</strong> dynamische metingen <strong>van</strong> 'collective efficacy': De<br />

modererende rol <strong>van</strong> identificatie met het team en percepties <strong>van</strong> leiderschap.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Collective efficacy, het gedeeld vertrouwen binnen een team om de vooropgestelde doelen te bereiken, blijkt essentieel om optimale<br />

prestaties te leveren. Ondanks het belang hier<strong>van</strong> hechtte voorgaand onderzoek geen aandacht aan de theoretische grondslagen <strong>van</strong> deze relatie.<br />

Ook steunden voorgaande studies enkel op cross-sectionele, zelfgerapporteerde metingen.In een eerste fase <strong>van</strong> dit project wordt collective<br />

efficacy bekeken <strong>van</strong>uit het kader <strong>van</strong> de Sociale Identiteitsbenadering (Haslam, 2004). Deze theorie rond groepsprocessen is dominant binnen de<br />

organisatiepsychologie, maar werd slechts zelden vertaald naar de sportcontext. Meer specifiek wordt in dit project de modererende invloed<br />

onderzocht op collective efficacy, enerzijds <strong>van</strong> het gedrag <strong>van</strong> leidersfiguren en anderzijds <strong>van</strong> de identificatie <strong>van</strong> spelers met het team.Het<br />

ontwerpen <strong>van</strong> een dynamische en multidimensionele meting <strong>van</strong> collective efficacy vormt eentweede uitdaging binnen dit project. Tien


volleybalteams zullen tijdensco<br />

Organisaties:<br />

• Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Norbert Vanbeselaere<br />

• Albert De Cuyper<br />

• Filip Boen<br />

• Katrien Fransen<br />

Decodering <strong>van</strong> neurale activiteit in het visuele systeem: een pseudo-optimaal en robuust proces?<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Zoals alle vormen <strong>van</strong> communicatie kan de informatieverwerking die plaats vindt in het visuele systeem opgedeeld worden in encodering<br />

en decodering. In het encoderingsproces wordt het netvliesbeeld afgebroken tot fundamentele stukken, in het decoderingsproces worden deze<br />

stukken gebruikt om visuele percepten te construeren. Recent eigen werk suggereert dat het visuele systeem zelfs bij detectie <strong>van</strong> erg eenvoudige<br />

stimuli een decoderingsstrategie hanteert die statistische optimaliteit benadert. Dezehypothese die verschilt <strong>van</strong> het uitgangspunt <strong>van</strong> traditionele<br />

modellen kan een belangrijke bijdrage vormen voor ons begrip <strong>van</strong> vroege visueleinformatieverwerking. In dit project worden twee experimentele<br />

tests voor deze hypothese voorgesteld (studie 1 en 2). De voorgestelde gedragsexperimenten toetsen de voorspellingen <strong>van</strong> een wiskundig model<br />

waarin gesimuleerde neurale encodering <strong>van</strong> visuele informatie gecombineerd wordt met statistisch pseudooptimale decodering. Data, verzameld<br />

in twee pi<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Wagemans<br />

• Robbe L. T. Goris<br />

Het Belgische seculier regime: erkenning en regulering <strong>van</strong> 'nieuwe' religieuze tradities.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• Sarah Bracke<br />

• Marc Swyngedouw<br />

• Nadia Fadil<br />

Ondersteuning projecten rond interne staatshervorming.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Instituut voor de Overheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Geert Bouckaert<br />

Het belang <strong>van</strong> neutrale en selectieve processen in het bepalen <strong>van</strong> de populatiegenetische structuur <strong>van</strong> cyclisch<br />

parthenogenetische organismen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc De Meester<br />

• Joost Vanoverbeke<br />

Bone morphogenetic protein en Wnt signalisatie in muismodellen <strong>van</strong> systeemsclerose.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In dit project willen wij de rol <strong>van</strong> BMP en WNT signalisatie in diermodellen <strong>van</strong> huid en longfibrose als model <strong>van</strong> SSc verder<br />

onderzoeken. Naaranalogie met onze eerdere observaties in verschillende modellen <strong>van</strong> artritis, suggereren de expressie data dat BMPs en WNTs<br />

ook in SSc betrokken zijn in de processen <strong>van</strong> weefselhomeostase, destructie en herstel. Door gebruik te maken <strong>van</strong> verschillende genetische<br />

modellen kunnen wij het evenwicht tussen BMPs/WNTs en hun antagonisten verschuiven en zo de rol <strong>van</strong> deze signalen beter in kaart brengen. Dit<br />

onderzoek is gebaseerd op een combinatie <strong>van</strong> verlies en toename <strong>van</strong> functie benaderingen met inbegrip <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> genetische<br />

modellen.<br />

Organisaties:<br />

• Cel- en Gentherapie Applicaties<br />

Onderzoekers:<br />

• Rik Lories<br />

• Frank Luyten<br />

• Ellen De Langhe<br />

Financiële stromen binnen bedrijfsgroepen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dochters <strong>van</strong> groepsbedrijven kunnen naast de externe kapitaalmarkt beroep doen op een interne markt. Vele aspecten omtrent de<br />

werking <strong>van</strong> de interne kapitaalmarkt blijven echter onbestudeerd en er is discussie over het al dan niet efficiënte verloop <strong>van</strong> financiële processen<br />

binnen groepen. Als bijdrage zullen ten eerste elementen inzake de werking <strong>van</strong> de interne kapitaalmarkt, namelijk cash en buitenlandse affiliatie,<br />

onderzocht worden bij dochterondernemingen. Ten tweede wordt de productiviteit <strong>van</strong> dochterondernemingen in competitieve markten bestudeerd.<br />

Dit project zal zich toespitsen op niet-beursgenoteerde groepen uit continentaal Europa. Alhoewel deze organisatievorm daar economisch<br />

belangrijk is, blijft het aantal studies zeer beperkt.<br />

Organisaties:<br />

• OE Accountancy,Finance & Insurance(AFI)<br />

Onderzoekers:


• Cynthia Van Hulle<br />

• Nico Dewaelheyns<br />

• Rosy Locorotondo<br />

Adel op de grens: Tussen Frankrijk en de Nederlanden (1470-1660).<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Door middel <strong>van</strong> een studie naar de adel op de grens tussen Frankrijk ende Nederlanden <strong>van</strong> 1470 tot 1660 wil dit onderzoeksproject<br />

bijdragen tot twee debatten onder historici <strong>van</strong> de Nieuwe Tijd. Het eerste debat handelt over de rol <strong>van</strong> de adel in vroegmoderne staatsvorming;<br />

het tweede over de slagkracht <strong>van</strong> vorstelijke patronage in de beïnvloeding <strong>van</strong> adellijke families. Gewoonlijk worden deze vragen aangekaart door<br />

te peilen naar de verhouding tussen adel en vorst in één staat, maar deze eenzijdigheid wordt hier vermeden door de focus op grensadel, met wijd<br />

verspreide bezittingen en dus relaties met meerdere soevereinen. Het project kiest voor een analyse <strong>van</strong> de strategieën <strong>van</strong> adellijke geslachten in<br />

hun betrekkingen met de prinsen aan beide zijden <strong>van</strong> de grens, eerder dan voor een prosopografie <strong>van</strong> adellijke elites. Dit project vertrekt <strong>van</strong> de<br />

werkhypothese dat de adel langer dan tot nu toe verondersteld een grote mate <strong>van</strong> autonomie tegenover de vorst behield. Dit zal getoetst word<br />

Organisaties:<br />

• Nieuwe Tijd<br />

Onderzoekers:<br />

• Eric Aerts<br />

• Violet Soen<br />

Ethics and value-reality. Aurel Kolnai's legacy: an analytic ethic based on the phenomenology of value-consciousness<br />

and moral awareness.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: ETHIEK EN WAARDEREALITEIT. Aurel Kolnais nalatenschap: een analytische ethiek gebaseerd op de fenomenologie <strong>van</strong> het<br />

waardebewustzijn en hetmorele besef.In 1900 werd Aurel Kolnai geboren in het centrum <strong>van</strong> Boedapest in een liberaal-joods gezin. Kolnai<br />

studeerde en doctoreerde in Wenen, bekeerde zich tot het christendom en was voornamelijk geïnteresseerd in de realistische fenomenologie die<br />

hem ook sterk beïnvloedde auteurs zoals Brentano, Husserl, Scheler en Hartmann vormden voor Kolnai een inspiratiebron. Voorts apprecieerde<br />

Kolnai het werk <strong>van</strong> Chesterton en in zijn latere loopbaan de Britse moraalfilosofen (en vooral de intuïtionisten) <strong>van</strong> de 19de en 20ste eeuw. Door<br />

het uitbreken <strong>van</strong> de TweedeWereldoorlog, zwierf Kolnai doorheen Europa om uiteindelijk in 1940 de Verenigde Staten <strong>van</strong> Amerika te bereiken.<br />

Enkele jaren later werd Kolnaiprofessor aan de Université Laval te Canada en sinds 1959 werd hij benoemd als professor aan Bedford College, aan<br />

de Universiteit <strong>van</strong> Londen. Kolnais r<br />

Organisaties:<br />

• OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie<br />

Onderzoekers:<br />

• Arnold Burms<br />

• Stefan Rummens<br />

• Chris Bessemans<br />

Het exploreren <strong>van</strong> homogeniteit in heterogeniteit in multivariate verdelingen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Statistiek<br />

Onderzoekers:<br />

• Irène Gijbels<br />

De pathofysiologie <strong>van</strong> het 'non-thyroidal illness syndrome': <strong>van</strong> premature geboorte tot volwassen kritieke ziekte<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Laboratorium vr Intensieve Geneeskunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Greta Van den Berghe<br />

Sensomotorische recuperatie bij kinderen met cerebral palsy: een fundamentele en longitudinale studie met fMRI<br />

(functionele beeldvorming aan dehand <strong>van</strong> Magnetische Resonantie) en TMS (Trancraniële Magnetische Stimulatie).<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Kinderen met cerebral palsy (CP) hebben vaak motorische en sensorische problemen.Tijdens het eerste mandaat als postdoctoraal<br />

onderzoeker was de eerste doelstelling hersengebieden onderzoeken, die betrokken zijn tijdens somatosensorische discriminatietaken bij gezonde<br />

kinderen en CP kinderen. Via een klinisch onderzoek, TMS en fMRI onderzoek werden volgende onderzoeksvragen nagegaan: Vanuit welke<br />

hemisfeer gebeuren de motorische en sensorische sturing? Welke hersengebieden staan in voor discriminatie <strong>van</strong> passieve bewegingen bij<br />

gezonde kinderen en CP kinderen?Een tweede doelstelling is het effect nagaan <strong>van</strong> cognitief sensomotorische training op herstel <strong>van</strong> de<br />

armfunctie bij CP kinderen. Indien deze specifieke training een meerwaarde heeft, kunnen deze oefeningen met reden geïmplementeerd worden<br />

tijdens revalidatie.De onderzoeksvragen zijn: Hoe gebeurt de sensomotorische reorganisatie bij CP kinderen bij toevoeging <strong>van</strong> cognitieve<br />

sensomotorisch training tijdens therapie? Blijft dit effe<br />

Organisaties:<br />

• Neuromotorische Revalidatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Ann Van de Winckel<br />

• Anna Marie Devreese<br />

Van 'What-if' verhalen tot 'What-if' alternatieven.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Dit onderzoek heeft als doel om twee soorten modaliteiten die een rol spelen bij het redeneren over<br />

wiskundige kennis te bestuderen. Enerzijds zijn er de wiskundig-epistemische 'might' modaliteiten (we- modaliteiten) die slaan op wat een bepaalde<br />

wiskundige kennis niet kan uitsluiten en anderzijds zijn er de<br />

'what IF' 'counterfactual' modaliteiten (wi-modaliteiten) die verwijzen naar wat het geval zou zijn mocht de<br />

wiskunde er anders hebben uitgezien. Door middel <strong>van</strong> een formele analyse wil dit onderzoek zowel het<br />

specifieke <strong>van</strong> dit soort modaliteiten contrasteren met de meer gangbare modaliteiten als het onderscheid<br />

tussen we- en wi-modaliteiten zelf verduidelijken. Daarnaast wil het de inzichten die hieruit voortvloeien<br />

laten aansluiten bij thema's uit de filosofie <strong>van</strong> de wiskunde. De belangrijkste vragen die in het kader <strong>van</strong> dit


onderzoek rijzen hebben betrekking op de waarheids- en beweerbaarheidsvoorwaarden <strong>van</strong> deze<br />

modaliteiten en <strong>van</strong> epistemische of indicatieve voowaardelijke zinnen. De context-gevoeligheid <strong>van</strong> zulke<br />

epistemische uitspraken vormt hierbij een cruciale moeilijkheid daar contexten zowel de beweerbaarheid<br />

(Stalnaker, 1999) als de waarheidsvoorwaarden ten dele lijken te beïnvloeden (Egan et al., 2005). Een<br />

bijkomende moeilijkheid bij wi-modaliteiten is dat deze soms betrekking hebben op tegenlogische<br />

alternatieven. Hierdoor lijken ze prima facie triviaal: ofwel zijn ze allemaal waar ofwel allemaal vals. Deze<br />

Traditionele opvatting is zeker niet de meest vruchtbare. Een beter inzicht in de wiskundige praktijk en haar<br />

formalisering (Löwe & Muller, 2008; Wilhelmus, 2008) lijkt daarom vereist om te begrijpen hoe deze<br />

modaliteiten functioneren.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie<br />

• Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• JEAN VAN BENDEGEM<br />

Een contextuele benadering <strong>van</strong> motivatie: Culturele identiteit en schoolsucces <strong>van</strong> de Turkse tweede generatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• OE Sociale en Culturele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Karen Phalet<br />

• Batja Gomes de Mesquita<br />

Analyse, historiografie en de constructie <strong>van</strong> betekenis. Een meta-methodologosche studie en enkele case studies over<br />

20ste eeuwse muziek.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Musicologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Mark Delaere<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> nanoporeuze oxide materialen voor eliminatie <strong>van</strong> oxidatieve stress in het menselijk maag-darm kanaal.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> dit project is het fundamenteel begrijpen <strong>van</strong> de terminatiecapaciteit <strong>van</strong> nanoporeuze anorganische materialen bij<br />

radicalaire reacties. Deze eigenschap zal ingezet worden als basis voor de ontwikkeling <strong>van</strong> een effectief antioxidans voor gastrointestinale<br />

aandoeningen gekenmerkt door een toestand <strong>van</strong> oxidatieve stress.<br />

Organisaties:<br />

• Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Martens<br />

• Randy Mellaerts<br />

Amfifiele nano-gestructureerde architecturen op basis <strong>van</strong> polyoxometallaten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Amfifiele surfactanten zijn een belangrijke klasse <strong>van</strong> moleculen gekenmerkt door toepassingen gaande <strong>van</strong> oil recovery tot controlled<br />

drug delivery. In dit project wordt de aanwezige expertiese op het gebied <strong>van</strong> polyoxometallaat- en materiaalchemie gecombineerd voor de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> innovatieve surfactanten. Door de combinatie <strong>van</strong> polyoxometallaten (POM) met hydrofobe structuren worden hybride<br />

anorganische-organische surfactanten gevormd. Deze nieuwe aanpak is gebaseerd op eigen onderzoek dat uitwees dat organische monofosfaten<br />

covalent binden met molybdaat in waterige oplossing, leidend tot pentamolybdodifosfaat [(ROPO3)2Mo5O15]5- type structuren. Organische<br />

fosfaten met lange alifatische ketens zullenhiervoor gebruikt worden. Initiële resultaten tonen dat door het binden<strong>van</strong> C12H25OPO3 aan<br />

pentamolybdaat, deeltjes met een diameter <strong>van</strong> 300 nmworden gevormd. De grote diameter wijst op een organisatie <strong>van</strong> individuele<br />

pentamolybdaat moleculen tot vesiculaire structuren. Er zal getrachtw<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Moleculair Design en Synthese<br />

Onderzoekers:<br />

• Christine Kirschhock<br />

• Tatjana Vogt<br />

Open innovatie en de internationalisatie <strong>van</strong> O&O activiteiten in multinationale ondernemingen<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: In dit thesisvoorstel doen we een voorstel om de opkomende internationalisatie <strong>van</strong> R&D in grote, internationale bedrijven te koppelen aan<br />

de recente literatuur over open innovatie. Internationalisatie <strong>van</strong> R&D houdt o.a. in dat multinationals samen innoveren met locale R&D partners. Dit<br />

is tevens het centrale thema <strong>van</strong> open innovatie. Internationalisatie <strong>van</strong> R&D en open innovatie hebben bijgevolg heel wat raakpunten, maar er is<br />

tot op heden geen enkele poging geweest om open innovatie verder uit te werken binnen de context <strong>van</strong> multinationals die tegenwoordig hun R&D<br />

centra verspreiden over verschillende continenten. Dit thesisvoorstel heeft de ambitie om deze leemte te vullen. Het verbinden <strong>van</strong> de literatuur<br />

over internationalisering <strong>van</strong> R& D met die over open innovatie zal leiden tot een beter begrip hoe een multinational die R&D centra heeft in het<br />

buitenland kan gebruik maken <strong>van</strong> de tacit and contextuele kennis die daar aanwezig is. Het introduceren <strong>van</strong> -de internationalisatie <strong>van</strong> R&D<br />

binnen de open innovatie literatuur zal de rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> deze laatste voor multinationale bedrijven aanzienlijk verhogen. De voordelen zijn<br />

drievoudig: (1) de multinationals moeten nagaan hoe ver ze de R&D centra willen verspreiden en hoe die verschillende centra moeten<br />

samenwerken. (2) het onttrekken <strong>van</strong> (plaatselijk ingebedde) externe kennis, wat een centraal thema in open innovatie is, krijg door de introductie<br />

<strong>van</strong> de R&D internationalisatie een interculturele en geografische dimensie (wat tot nu toe volledig ontbrak in OI), (3) een geografisch verspreid<br />

netwerk <strong>van</strong> R&D-centra introduceert nieuwe beheersuitdagingen zoals kennisintegratie binnen een multinational.<br />

Organisaties:<br />

• Innovation Management<br />

• Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Wim VANHAVERBEKE


Peptidoomanalyse <strong>van</strong> bacteriën en hun virussen: identificatie en functionele analyse op het systeembiologische niveau.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Gentechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Rob Lavigne<br />

Matricellulaire eiwitten, Thrombospondine-2 en SPARC (Osteonectine), beschermen tegen hartfalen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Hartfalen treft meer dan 11 miljoen mensen in de VS en Europa en is nogsteeds de hoofdoorzaak <strong>van</strong> hospitalisatie en mortaliteit. De<br />

voornaamste oorzaken <strong>van</strong> hartfalen zijn ischemisch hartlijden, hypertensie en virale infectie <strong>van</strong> het hart. Ondanks de huidige klinische normen<br />

blijft hetbeter begrijpen <strong>van</strong> de pathogenese <strong>van</strong> hartfalen essentieel voor de vooruitgang <strong>van</strong> diagnostische en therapeutische strategieën.Recent<br />

ontderzoek heeft uitgewezen dat 'matricellulaire eiwitten', een groep <strong>van</strong> niet-structurele glycoproteïnen aanwezig in de extracellulairematrix <strong>van</strong> het<br />

hart, een cruciaal beschermende en potentieel therapeutische rol vervullen in het behoudt <strong>van</strong> de cardiale integriteit en functie<strong>van</strong> het<br />

gestresseerde hart. In het voorgestelde project zal verder bouwend op preliminaire resultaten en aan de hand <strong>van</strong> multidisciplinaire<br />

onderzoeksmethoden, inclusief muismodellen en fenotypische analyse, moleculair biologische technieken en pre-klinische studies, een beter inzicht<br />

verworven word<br />

Organisaties:<br />

• Cardiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Frans Van de Werf<br />

• Maria Dewerchin<br />

• Davy Vanhoutte<br />

In vitro en in vivo studie <strong>van</strong> mono- en polymicrobiële biofilms als belangrijke oorzaak <strong>van</strong> therapeutisch falen in<br />

intensieve zorgeenheden.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)<br />

Onderzoekers:<br />

• Louis Maes<br />

• Herman Goossens<br />

• Paul F R C M Cos<br />

• Surbhi Malhotra<br />

• Monique Kerstens<br />

Pollutie tijdens de oudheid op het territorium <strong>van</strong> Sagalassos (SW Turkije) als een indicator voor menselijke activiteiten.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De aanwezigheid <strong>van</strong> historische menselijke vervuiling op het territorium <strong>van</strong> de antieke stad Sagalassos werd aangetoond door een<br />

geochemische studie <strong>van</strong> riviersedimenten in het gebied. Het verband tussen deze vervuiling en het antieke vestigingspatroon in het gebied is<br />

echter niet gekend. Dit project heeft als doel om dit verband te bepalen aan de hand <strong>van</strong> een studie <strong>van</strong> de distributie <strong>van</strong> de historische vervuiling<br />

in ruimte entijd op en rond een aantal geselecteerde nederzettingen (villas). Dit zal verwezenlijkt worden aan de hand <strong>van</strong> een uitgebreid<br />

geochemisch onderzoek <strong>van</strong> oppervlakte stalen en boringen rond de nederzettingen. De karakterisering <strong>van</strong> de vervuiling d.m.v. de lood en koper<br />

isotopische signaturen <strong>van</strong> de bodems zal toelaten om het verband tussen de activiteiten op het platteland en in de antieke stad Sagalassos te<br />

bestuderen aan de hand <strong>van</strong> een vergelijking <strong>van</strong> deze isotopische kenmerken met deze <strong>van</strong> de bodems en metaalartefacten in de stad. Aangezien<br />

deze studie kan bij<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Geologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick Degryse<br />

• Philippe Muchez<br />

• Katrijn Dirix<br />

Identificatie en karakterisering <strong>van</strong> genen betrokken bij de interactie tussen Rhizoctonia solani en Arabidopsis thaliana<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Planten zijn voortdurend onderhevig aan externe biotische en abiotischefactoren die een optimale opbrengst verhinderen. Ondanks<br />

landbouwkundige maatregelen zoals plantenveredeling en het gebruik <strong>van</strong> fytofarmaceutische producten blijven oogstverliezen als gevolg <strong>van</strong><br />

plantpathogenen een belangrijke limiterende factor voor de opbrengst. Vooral bodemgebondenpathogenen en insecten die interageren met de<br />

wortels <strong>van</strong> planten veroorzaken moeilijk te bestrijden plantenziekten. Als gevolg <strong>van</strong> de complexiteit <strong>van</strong> deze bodeminteractie, spitst het<br />

onderzoek naar plantafweermechanismen zich echter vooral toe op bladziekten als gevolg <strong>van</strong> plantpathogenen die door de lucht worden<br />

verspreid. In deze studie gebruikten we de modelplant Arabidopsis thaliana om inzicht te verwerven in de plantafweermechanismen ten opzichte<br />

<strong>van</strong> de economisch belangrijke bodemgebonden pathogeen Rhizoctonia solani AG 2-2IIIB. In eerste instantie voerdenwe een transcriptoomanalyse<br />

uit op bladmateriaal <strong>van</strong> planten waar<strong>van</strong> de b<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Microbiële en Plantengenetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Bruno Cammue<br />

• Pieter Timmermans<br />

Identificatie <strong>van</strong> moleculaire partners en medicinale doelwitten voor DI-CMTC neuropathie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• VIB DMG - Neurogenetica<br />

• VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica


Onderzoekers:<br />

• Albena Jordanova<br />

• Biljana Ermanoska<br />

Phytotoxiciteit <strong>van</strong> mangaan in bodems: het verband tussen speciatie en biologische beschikbaarheid<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Bodem- en Waterbeheer<br />

Onderzoekers:<br />

• Erik Smolders<br />

• Maria del Carmen Hernandez Soriano<br />

Intracellulaire studie <strong>van</strong> coïncidentie detectie in de auditieve hersenstam.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het gehoor is een zintuig dat superieur is wat betreft verwerkingssnelheid. De hersencellen die deel uitmaken <strong>van</strong> dit systeem vertonen<br />

vele specialisaties om de senlle veranderingen in luchtdruk (geluiden) te analyseren. Een aspect <strong>van</strong> horen dat goed bestudeerd is betreffende<br />

deze verwerkingssnelheid is het localiseren <strong>van</strong> een geluidsbron in de ruimte. Mensen lokaliseren een geluidsbron in het horizontale vlak vooral<br />

door gebruik te maken <strong>van</strong> de kleine tijdsverschillen waarmee een geluid het linker- of rechteroor bereikt; tijdsverschillen <strong>van</strong> slechts 10<br />

microseconden kunnen gedetecteerd worden. Dit is niet <strong>van</strong>zelfsprekend, gezien de neurale signalen zelf relatief traag zijn. Men denkt dat er een<br />

bron <strong>van</strong>vertraging in de hersenstam is die compenseert voor de akostische vertraging, zodat neurale coïncidentie detectoren maximaal<br />

geactiveerd zijn voor bepaalde horizontale posities <strong>van</strong> geluidsbronnen. De aard <strong>van</strong> deze neurale vertraging is controversieel. In dit project<br />

ontwikkelen we een n<br />

Organisaties:<br />

• Onderzoeksgroep Neurofysiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Philip Joris<br />

• Tom Franken<br />

Transportonderzoek naar de markt brengen (MARKET-UP).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het idee achter dit project wordt duidelijker wanneer men de nood begrijpt aan een goede marktopname <strong>van</strong> een onderzoeksresultaat.<br />

Het doe <strong>van</strong> een marktopname is om onderzoek gegenereerd en wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen toegankelijk voor privéorganisaties.<br />

Deze belanghebbenden worden zo aangemoedigd om technologie verder te ontwikkelen in nieuwe producten, processen, materialen<br />

en diensten die de industriële concurrentiekracht zullen verbeteren.<br />

Organisaties:<br />

• Transport en ruimtelijke economie<br />

Onderzoekers:<br />

• Eddy Van de Voorde<br />

Het doel <strong>van</strong> het project is de ontwikkeling <strong>van</strong> een dataintegratiemethode voor simultane module detectie en de novo<br />

motief identificatie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> het project is de ontwikkeling <strong>van</strong> een dataintegratiemethode voor simultane module detectie en de novo motief identificatie.<br />

Hiertoe zullen we de expertise <strong>van</strong> de KUL-bioi in biclusteren <strong>van</strong> expressiedata combineren met de expertise <strong>van</strong> Prof. Navarro in het gebruik <strong>van</strong><br />

efficient data structuren and 'approximate pattern matching'.<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Microbiële en Plantengenetica<br />

Onderzoekers:<br />

• Kathleen Marchal<br />

De ogen <strong>van</strong> de menselijke geest. Architectuur en mentale handicap.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Architecten spelen een belangrijke rol in het vormgeven <strong>van</strong> de omgevingwaarin ons dagelijks leven zich afspeelt. Doorheen het<br />

ontwerpproces bakenen zij op een persoonlijke manier het ontwerpprobleem af: bepaalde informatie wordt geselecteerd ten koste <strong>van</strong> andere, en<br />

deze informatie wordt op complexe manieren verwerkt en geherformuleerd. Op deze manier hebben de ideeën en standpunten <strong>van</strong> ontwerpers een<br />

behoorlijke impact op de ontworpen omgeving. Anderzijds wordt deze ontworpen omgeving in gebruik genomen door een enorme diversiteit aan<br />

mensen. Elk <strong>van</strong> hen heeftop basis <strong>van</strong> eigen capaciteiten en persoonlijke ervaringeneen unieke kijk op de gebouwde omgeving, en gaat <strong>van</strong>uit<br />

een eigen referentiekader met deze omgeving om. Bijgevolg kan eenzelfde omgeving op verschillende manieren geïnterpreteerd worden, door<br />

verschillende mensen, in verschillende contexten.Deze diversiteit stelt het domein <strong>van</strong> architectuurontwerp voorintrigerende uitdagingen. Toch<br />

tonen zowel het huidig discours rond on<br />

Organisaties:<br />

• Departement ASRO<br />

Onderzoekers:<br />

• Ann Heylighen<br />

• Stijn Baumers<br />

Het beheer <strong>van</strong> de regulerende driehoeksverhouding. Hoe toezichthouders manoeuvreren tussen politieke en<br />

maatschappelijke belangen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: In dit onderzoeksproject staat de capaciteit <strong>van</strong> toezichthouders om marktpartijen te reguleren centraal. Om deze capaciteit te verklaren<br />

worden preferenties <strong>van</strong> toezichthouders in verband gebracht met omgevingsfactoren, zoals diverse institutionele arrangementen en kenmerken<br />

<strong>van</strong> de stakeholder omgeving. In het empirische gedeelte <strong>van</strong> dit project wordt de reguleringscapaciteit <strong>van</strong> toezichthouders op het gebied <strong>van</strong><br />

financiële markten en mededinging in Nederland, België en op het Europese niveau onderzocht.<br />

Organisaties:<br />

• Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Beyers<br />

• Caelesta Braun


Compositie <strong>van</strong> Abstracte Data Types.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Abstracte data types (ADTs) vormen een <strong>van</strong> de fundamenten <strong>van</strong> moderne software ontwikkeling. Het maken <strong>van</strong> een ADT dat gebruikt<br />

kan worden als component voor het maken <strong>van</strong> andere ADTs is echter onbegonnen werk in huidige programmeertalen. Het gevolg hier<strong>van</strong> is<br />

massale code duplicatie, wat veel tijd en geld kost, en veel bugs tot gevolg heeft.First-class composition inheritance is de eerste techniek die de<br />

constructie en compositie <strong>van</strong> herbruikbare ADTs praktisch mogelijk maakt. De techniek is een grote stap voorwaarts met betrekking tot hergebruik<br />

<strong>van</strong> code, maar er is bijkomend onderzoek nodig vooraleer de techniek ingebouwd kan worden in industriële programmeertalen.Een eerste doel in<br />

dit onderzoeksproject is het verkennen <strong>van</strong> de grenzen <strong>van</strong> first-class composition inheritance, en ze te verleggen waar mogelijk. Een tweede doel<br />

is het combineren <strong>van</strong> de techniek met andere moderne taalconstructies om mogelijke conflicten te ontdekken, en eigenschappen <strong>van</strong> het<br />

compositie mechanisme over<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Wouter Joosen<br />

• Marko <strong>van</strong> Dooren<br />

• David Clarke<br />

Begeleiden <strong>van</strong> het opstellen <strong>van</strong> een kaderakkoord tussen DGD en VLIR-UOS<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten<br />

genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• Management & Bestuur (M&B)<br />

Onderzoekers:<br />

• Wouter Van Dooren<br />

Impact <strong>van</strong> persoonsgerichte zorg via Dementia Care Mapping op het welbevinden <strong>van</strong> bewoners met dementie en hun<br />

zorgverleners in Vlaamse woon- en zorgcentra.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dementia Care Mapping (DCM) is een in Groot-Brittannië ontwikkelde methodiek om zorgverleners in woonzorgcentra te ondersteunen in<br />

het geven <strong>van</strong> persoonsgerichte zorg aan bewoners met dementie. Deze methodiek wordt in België gedoceerd en gebruikt in een aantal<br />

woonzorgcentra, maar er isnog geen echte effectstudie. In dit project wordt daar een start mee gemaakt. Op de volgende onderzoeksvragen wordt<br />

een antwoord gezocht: Welkeinvloed heeft persoonsgerichte zorg, via de methode <strong>van</strong> Dementia Care Mapping op (1) de kwaliteit <strong>van</strong> leven <strong>van</strong><br />

bewoners met dementie; (2) de kwaliteit <strong>van</strong> zorg voor bewoners met dementie; (3)nbsp;nbsp;de attitude <strong>van</strong> hulpverleners ten aanzien <strong>van</strong><br />

persoonsgerichte zorg voor bewoners met dementie en (4)de zorgrelatie tussen hulpverleners en bewoners met dementie. Tevens wordt nagegaan<br />

welke faciliterende en belemmerende factoren er zijn bij de implementatie <strong>van</strong> een zorgverbetertraject,aan de hand <strong>van</strong> DCM, voor bewoners met<br />

dementie. Het onderzoek gebeurt bij 10 woo<br />

Organisaties:<br />

• LUCAS - Zorgonderzoek en Consultancy<br />

Onderzoekers:<br />

• Aniana Declercq<br />

Studie <strong>van</strong> androgeeneffecten op skeletale spier door inactivering <strong>van</strong> de androgeenreceptor in weefselspecifieke<br />

progenitorcellen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Androgenen zijn de belangrijkste sex steroiden die het sexueel dimorfisme in lichaamssamenstelling regelen. Dezehormonen werken<br />

ofwel rechtstreeks op hun doelwitcellen via de intracellulaire androgeenreceptor ofwel onrechtstreeks via de beinvloeding <strong>van</strong> andere<br />

signaaltransductie-wegen.In dit project willen we via nieuwe transgene modelsystemende androgeenreceptor in de voorlopercellen <strong>van</strong> spiervezels,<br />

de zogenaamde satellietcellen, uitschakelen. Daardoor wordt de directe werking <strong>van</strong> androgenen op de spiervezels uitgeschakeld en kunnen we<br />

dus nagaan in hoeverre dit het sexueel dimorfisme in spiersamenstelling en -werking beinvloedt.Met state-of-the-art technieken zullen niet alleen de<br />

spiervezels <strong>van</strong> deze dieren worden onderzocht, maar tevens de beenderen en de lichaamssamenstelling. Het is immers geweten dat deze met<br />

elkaar verbonden zijn, maar de manier waarop is nog onbekend. Complementair aan deze benadering zullen primaire culturen <strong>van</strong> satellietcellen<br />

<strong>van</strong> normale en gemuteerde muie<br />

Organisaties:<br />

• Laboratorium Moleculaire Endocrinologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Dirk Vanderschueren<br />

• Frank Claessens<br />

• Vanessa Dubois<br />

Aanwezigheid <strong>van</strong> antibiotica-resistente pathogene bacteriën in de omgeving en de humane comensale flora: is er een<br />

verband met ziekte?<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het hoofddoel <strong>van</strong> deze studie is een beschrijving te geven <strong>van</strong> antibiotica-resistente klinisch rele<strong>van</strong>te bacteriën (ARB) in de omgeving<br />

en de humane commensale flora in Gauteng/Zuid-Afrika. Bovendien zal de genetische verwantschap <strong>van</strong> deze ARB worden bestudeerd om de<br />

mechanismen <strong>van</strong> verspreiding <strong>van</strong> ARB in de bevolking te begrijpen.<br />

Organisaties:<br />

• VAXINFECTIO<br />

Onderzoekers:<br />

• Robert Colebunders<br />

• Herman Goossens<br />

• Surbhi Malhotra<br />

• Fabienne Paasch<br />

Project TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow (TTNWW).<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het doel <strong>van</strong> het project is om allerlei bestaande componenten die ontwikkeld zijn in CGN en STEVIN in te passen in een<br />

workflowsysteem voor web services dat ontwikkeld wordt in CLARIN-verband, en dit geheel te laten draaien op servers <strong>van</strong> erkende CLARINcentra,<br />

met als doel faciliteiten aan te bieden voor onderzoekers uit de HSS met geen of weinig technische bagage. Deze faciliteiten moeten 1) hen


in staat stellen hun onderzoeksvragen beter of makkelijker aan te pakken en 2) mogelijkheden bieden voor het formuleren <strong>van</strong> nieuwe typen<br />

onderzoeksvragen, i.e. onderzoeksvragen die voor CLARIN niet gesteld konden worden of niet doelmatig te beantwoorden waren.<br />

Organisaties:<br />

• Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)<br />

Onderzoekers:<br />

• Walter Daelemans<br />

Studie <strong>van</strong> de wederzijdse interacties tussen supergeleider en ferromagneet in hybridesystemen met magnetische<br />

modulatie op nanometerschaal.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In dit project zullen twee eigenschappen gecombineerd worden die bekendstaan om hun antagonistisch karakter: supergeleiding en<br />

ferromagnetisme. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat de fysica omtrent deze onderwerpen zeker niet gelimiteerd is tot de vernietiging<br />

<strong>van</strong> de supergeleiding door de ferromagneet. In tegendeel zelfs, een onverwacht rijkspectrum aan fenomen vindt plaats wanneer een ferromagneet<br />

in direct gebracht wordt met een supergeleider. We zullen bestuderen hoe ferromagnetisme en supergeleiding interageren en hoe deze elkaar<br />

beïnvloeden in zorgvuldig ontworpen hybridesystemen bestaande uit supergeleidende en ferromagnetische onderdelen. De uitdagingen en<br />

originaliteit <strong>van</strong> dit project zijn aan de ene kant dat we zullen trachten om de variaties <strong>van</strong> de magnetisatie <strong>van</strong> de ferromagneet te controleren op<br />

nanometerschaal. Dit zal gedaan worden door supergeleidende lagen te combineren met magnetische nanodeeltjes of met een slimme<br />

ferromagnetische laag met een regelbaar mag<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme<br />

Onderzoekers:<br />

• Margriet Van Bael<br />

• Kelly Houben<br />

System-on-Chip architecturen en ontwerpmethoden voor high-performance multimedia systemen<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Dit project zal nieuwe generieke ontwerpmethoden ontwikkelingen voor multi-camera smart vision systemen. Toekomstige multimedia<br />

toepassingen vereisen real-time werking met een hoge reactie snelheid en een laag energieverbruik. Omwille <strong>van</strong> de behoeften voor het verwerken<br />

<strong>van</strong> enorme gegevensbestanden, de eisen aan de verwerkingsnelheden, multi-gigabit verwerkingscapaciteit en grote flexibele<br />

geheugenorganisaties , vereist dit de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe architecturen en SoC geformaliseerde ontwerpmethoden. De methoden zullen<br />

gebruikers gestuurd zijn, op basis <strong>van</strong> een multi-camera vision systeem voor de slimme auto's. Voor een intense samenwerking is een regelmatige<br />

uitwisseling <strong>van</strong> personeel en onderzoekers gepland. Indien mogelijk zal er een gezamenlijk doctoraatsdiploma programma worden uitgewerkt met<br />

de partner universiteiten.<br />

Organisaties:<br />

• Expertisecentrum voor Digitale Media<br />

• Expertisecentrum voor Digitale Media<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc CLAESEN<br />

Ontrafelen <strong>van</strong> een mogelijke epigenetische basis voor fasepolymorfisme bij de woestijnsprinkhaan.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Door het pionierswerk bij de honingbij is duidelijk geworden dat epigenetische mechanismen die gebruik maken <strong>van</strong> DNA-methylatie ook<br />

bij insecten een duidelijke rol spelen in fenotypische plasticiteit. Dit was voor ons een mechanisme dat ook wel eens een rol zou kunnen spelen bij<br />

fenotypische plasticiteit bij de treksprinkhaan. In een eerste fase hebben wij aangetoond dat een functioneel DNA-mythylatie systeem en DNAmethylatie<br />

aanwezig zijn bij de woestijnsprinkhaan. We toonden ook aan dat de expressie <strong>van</strong> DNA-methyltransferasen kan beïnvloed worden door<br />

externe tactiele prikkels door het groeperen <strong>van</strong> sprinkhanen. In een volgende fase willen we nagaan welke genen er differentieel gemethyleerd zijn<br />

tussen beide fasen (solitaire versus gregaire fase) om op deze manier een duidelijkinzicht te krijgen in hoe fasepolymorfisme genetisch en<br />

epigenetisch gecontroleerd wordt.<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Liliane Schoofs<br />

• Bart Landuyt<br />

• Walter Luyten<br />

• Rudi D'Hooge<br />

• Bart Boerjan<br />

Nanofotonica met oppervlakteplasmonen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Collectieve excitaties <strong>van</strong> elektronen in metalen nanostructuren, of oppervlakteplasmons, worden druk onderzocht in tal <strong>van</strong> internationale<br />

onderzoeksgroepen. Ze hebben dan ook bijzonder interessante eigenschappen: oppervlakteplasmon polaritonen (een type <strong>van</strong> elektromagnetische<br />

oppervlaktegolven) kunnen licht geleiden in nanoschaal metalen golfgeleiders en laten toe om te communiceren op de nanoschaal. Bovendien<br />

vertonen lokale oppervlakteplasmonen in metalen nanostructuren een rijk resonantiespectrum in het optisch gebied, zijn ze bijzonder gevoelig aan<br />

veranderingen inhet oppervlak en veroorzaken ze een uitgesproken lokale versterking <strong>van</strong>het elektromagnetische veld. In dit onderzoeksproject<br />

onderzoeken we enerzijds componenten die het toelaten om oppervlakteplasmonen in kleine golfgeleiders op elektrische wijze aan te slaan en uit<br />

te lezen, en dit aan hoge snelheid. Anderzijds onderzoeken we complexe metalen nanostructuren waar<strong>van</strong> de resonanties <strong>van</strong> de individuele<br />

componenten op intell<br />

Organisaties:<br />

• Geassocieerde Afdeling ESAT - INSYS<br />

Onderzoekers:<br />

• Gustaaf Borghs<br />

• Robert Pierre Mertens<br />

• Pol Van Dorpe<br />

Studie en kwantificatie <strong>van</strong> de rol <strong>van</strong> brandstof- en assamenstelling invormingsmechanismen <strong>van</strong> persistente organische<br />

polluenten (POPs) in thermische industriële processen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project bestudeert de invloed <strong>van</strong> de brandstofsamenstelling op de vorming <strong>van</strong> dioxinen en furanen (PCDD/Fs), PCBs en<br />

polyaromatische koolwaterstoffen (PAK) in thermische industriële processen door assen <strong>van</strong> de verbranding <strong>van</strong> industrieel en gevaarlijk afval te<br />

analyseren. Er wordt onderzocht of de hoge concentratie aan persistente organische polluenten (POPs) in het te verbranden afval de vorming <strong>van</strong>


PCDD/Fs door condensati<strong>van</strong> precursoren significant kan verhogen. Tevens wordt het verband tussen de PCDD/F-, PCB-, koper-, chloor- en<br />

ijzerconcentratie in de vliegassen <strong>van</strong> de verbrandingsoven bepaald en gekwantificeerd. Door analyse <strong>van</strong> afval en vliegassen en door fluïdisatieexperimenten<br />

zal onderzocht worden of in wervelbedovens kleine partikels kunnen meegesleurd worden uit het bed en op die manier de vorming<br />

<strong>van</strong> PCDD/Fs en PCBs kunnen beïnvloeden. Door het maken <strong>van</strong> SEM beelden <strong>van</strong> vliegassen uit verschillende typesverbrandingsovens zal<br />

getracht worden om de structuur <strong>van</strong> de kools<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.<br />

Onderzoekers:<br />

• Carlo Vandecasteele<br />

• Jo Van Caneghem<br />

Langetermijn follow-up studie <strong>van</strong> een recombinant CMV gB subunit vaccin <strong>van</strong> GSK Biologicals in gezonde, SMVseronegatieve<br />

volwassen mannen die gevaccineerd werden in het kader <strong>van</strong> een fase 1 studie (CMV-001) en deelgenomen<br />

hebben aan de follow-up studie.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds GSK. UA levert aan GSK de onderzoeksresultaten<br />

genoemd in de titel <strong>van</strong> het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.<br />

Organisaties:<br />

• VAXINFECTIO<br />

Onderzoekers:<br />

• Pierre Van Damme<br />

Ontogenetische patronen in koolstof- en waterhuishouding <strong>van</strong> bladeren in relatie tot de groeistrategie <strong>van</strong> bomen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Tijdens dit postdoctoraal onderzoek wordt getracht een fundamenteel inzicht te bekomen in de ontogenetische patronen <strong>van</strong> de koolstofen<br />

waterhuishouding <strong>van</strong> bladeren, en wordt nagegaan hoe deze patronen zich verhouden tot de ouderdom en tot de groeistrategie <strong>van</strong> bomen. De<br />

gegevens worden voornamelijk verzameld in Harvard Forest in samenwerking met de Universiteit <strong>van</strong> Boston (VS). De verschillen in kruinfenologie<br />

tussen zaailingen en volwassen bomen, en tussen bomen met een verschillende groeistrategie worden bestudeerd.<br />

Organisaties:<br />

• Planten- en vegetatie-ecologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Reinhart Ceulemans<br />

• Sophie Dillen<br />

Vasculaire competentie in de kritisch zieke: endotheliale progenitor cellen en endotheliale micropartikels in sepsis, en als<br />

biomarkers voor het optreden <strong>van</strong> symptomatisch cerebraal vasospasme na subarachnoidale bloeding.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)<br />

Onderzoekers:<br />

• Philippe Jorens<br />

• Viviane Conraads<br />

• Vigor F I Van Tendeloo<br />

• Sabrina Van Ierssel<br />

Naar een fenomenologie <strong>van</strong> de taal: incarnatie, traditie en waarheid.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit onderzoek poogt een fenomenologie <strong>van</strong> de taal te ontwikkelen <strong>van</strong>uitde vaststelling dat deze in het wetenschappelijke veld<br />

onvoldoende ontwikkeld werd. Nochtans is het precies in een dergelijke fenomenologie dattheologische en filosofische problemen elkaar kruisen.<br />

Dit onderzoek wil daarom vragen naar de hedendaagse rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> (christelijke) begrippen als incarnatie, traditie en het gebed in een Westerse<br />

cultuur waarinhet christendom enerzijds aan een niet aflatende erosie onderhevig is en anderzijds dergelijke begrippen meer en meer door de<br />

filosofie worden overgenomen. Met deze vragen sluit dit project reeds aan bij Jean-Luc Nancys deconstructie <strong>van</strong> het christendom.Om een<br />

fenomenologie <strong>van</strong> de taal te ontwikkelen, is verder een analyse nodig <strong>van</strong> Jacques Derridas deconstructie <strong>van</strong> de metafysica. Deze deconstructie<br />

wijst immers op het talige, contingente karakter <strong>van</strong> de zogenaamd a-temporele metafysica. Door vervolgens recente ontwikkelingen binnen de<br />

fenomenologie te verbi<br />

Organisaties:<br />

• OE Systematische Theologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Lieven Boeve<br />

• Joeri Schrijvers<br />

Adaptieve wortelgroeiresponsen <strong>van</strong> Arabidopsis thaliana bij blootstelling aan zware metalen: moleculaire mechanismen<br />

en ecologische rele<strong>van</strong>tie<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Wortels <strong>van</strong> planten hebben een groot aanpassingsvermogen. Wortelgroei <strong>van</strong> Arabidopis thaliana wordt op een metaalspecifieke manier<br />

beïnvloed als de planten blootgesteld worden aan een teveel aan cadmium, koper of zink. Dit project beoogt de identificatie <strong>van</strong> metaalspecifieke<br />

moleculaire mechanismen achter de geobserveerde responsen. Lokale en systemische effecten <strong>van</strong> blootstelling aan metalen worden bestudeerd<br />

en de ecologische rele<strong>van</strong>tie geëvalueerd aan de hand <strong>van</strong> groeiredistributie en voortplantingscapaciteit.<br />

Organisaties:<br />

• Milieubiologie<br />

• Centrum voor Milieukunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Tony REMANS<br />

EC/OC analysen 2011-2012.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Op verschillende plaatsen in Vlaanderen worden de grenswaarden <strong>van</strong> fijn stof overschreden. Het uitvoeren <strong>van</strong> chemische karakterisatie<br />

<strong>van</strong> fijn stof zal informatie geven over de samenstelling en de herkomst <strong>van</strong> het fijn stof. Op regelmatige basis zullen er op verschillende locaties in


Vlaanderen filters bemonsterd worden op fijn stof. Een <strong>van</strong> de componenten <strong>van</strong> dit project is de bepaling <strong>van</strong> EC/OC op (delen <strong>van</strong>) <strong>van</strong><br />

kwartsvezelfilters.<br />

Organisaties:<br />

• Bio-organische massaspectrometrie<br />

Onderzoekers:<br />

• Magda Claeys-Maenhaut<br />

De structuur en samenstelling <strong>van</strong> protoplanetaire schijven en Kuipergordels.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Het voorgestelde onderzoek kadert in de studie <strong>van</strong> protoplanetaire schijven rond jonge sterren, en de latere evolutiefase wanneer<br />

Kuipergordelsgevormd zijn. Ik zal mij richten op drie projecten:(1) Circumstellaire schijven rond hoge-massa sterren.De structuur en samenstelling<br />

<strong>van</strong> deze schijven blijkt fundamenteel verschillend te zijn <strong>van</strong> die rond sterren <strong>van</strong> lagere massa. Voortbouwend oponze pilootstudie zullen we een<br />

aantal massieve jonge sterren in detailbestuderen.(2) Mineralogie <strong>van</strong> het koude stof in protoplanetaire schijven.Het grootste deel <strong>van</strong> het stof in<br />

schijven is koud (


het ? MIDAS domein. Voor een aantal fimbriae is geweten dat ze glycaan-afhankelijk interageren met fibronectine of laminine, wat onrechtstreeks<br />

hun interacties met integrinen zou kunnen bemiddelen. Algemene vraagstellingen 1) Wat is de structurele rol <strong>van</strong> proteïne-koolhydraat interacties<br />

en <strong>van</strong> de glycosylatie <strong>van</strong> de celreceptoren <strong>van</strong> de gastheer in de specificiteit en affiniteit <strong>van</strong> fimbriae <strong>van</strong> enterotoxigene E. coli (ETEC) en in E.<br />

coli biofilms? 2) Welke zijn de macromoleculaire, structurele aspecten <strong>van</strong> de interacties gemaakt tussen de fimbriële, multi-Igmodulaire<br />

polyadhesinen en hun receptoren en <strong>van</strong> de homotypische interacties in biofilms? 3) Hoe richt de fimbriële biogenese machinerie met de<br />

donorstreng complementatie en -uitwisseling zich naar celadhesie en -signalizatie? In hoeverre zijn er parallellen te trekken met eukaryote<br />

celadhesie en in welke mate maken pathogene bacteriën <strong>van</strong> dezelfde celadhesie en -signalizatie mechanismen en -toegangspoorten gebruik?<br />

Studieonderwerpen en uitvoering in functie <strong>van</strong> de algemene vraagstellingen en de voorziene technieken ETEC fimbriae die darminfecties<br />

veroorzaken bij dieren vormen het studieonderwerp om twee hoofdredenen. Langs de kant <strong>van</strong> de bacterie wordt er met ETEC fimbriële systemen<br />

al meteen een grote voorsprong gemaakt door het bestaan <strong>van</strong> de bijzondere polyadhesinen (F4, F5), waar<strong>van</strong> de hoofdpilinen (SDAs) de<br />

adhesieve eigenschappen dragen. Een aantal ETEC fimbriae (F4, F5, F6, F17 en F18) zijn reeds onder studie in het laboratorium. Tevens bestaat<br />

er de mogelijkheid om polyadhesinen aan te maken via het aaneenrijgen <strong>van</strong> TDA suikerbindende domainen (F17, F18). Periplasmatische<br />

chaperons, de usher, en de adhesinen zullen deel uitmaken <strong>van</strong> deze doctorale studie. Het aanwenden <strong>van</strong> meerdere fimbriële systemen verhoogt<br />

de slagingskansen op voldoende expressie <strong>van</strong> deze moeilijke constructies. Er is evenwel een focus op F4 (fae, Fig. 1) en F6 (fas, Fig. 2) fimbriae.<br />

F6 fimbriae hebben het FasG TDA, waar<strong>van</strong> het stabiele suikerbindingsdomein aangemaakt kan worden. F4 fimbriae lenen zich tot het construeren<br />

<strong>van</strong> multimodulaire polyadhesinen <strong>van</strong> donorstreng-gecomplementeerde SDAs. Langs de kant <strong>van</strong> de gastheer wordt de keuze voor fimbriae <strong>van</strong><br />

dierlijke enterotoxigene E. coli gemotiveerd door de toegang tot intestinale microvilli <strong>van</strong> receptor-positieve biggetjes en enterocytculturen [10].<br />

Zowel monolagen <strong>van</strong> enterocyten als het intestinaal epithelium gedifferentiëerd met microvilli zullen gebruikt worden voor het testen <strong>van</strong> de<br />

interacties met de ETEC stammen. Dat is belangrijk voor de studie <strong>van</strong> bacteriële adhesie, invasie en signaaltransductie in hun celbiologische<br />

context. 1) Rol <strong>van</strong> glycosylatie <strong>van</strong> receptoren voor de fimbriae in ETEC adhesie. Asparagine-gebonden glycanen worden geëxtraheerd <strong>van</strong>af de<br />

rele<strong>van</strong>te intestinale microvilli, gezuiverd met behulp <strong>van</strong> HPLC en gekoppeld op microarrays, in samenwerking met Dr. Manfred Wuhrer aan het<br />

Leids Universitair Medisch Centrum [11]. Met deze unieke glycaan arrays zal er gezocht worden naar de natuurlijke koolhydraatreceptoren voor de<br />

fimbriae. Simultaan wordt voorkomen dat de meest specifieke glycaanreceptoren gemist worden, wat een probleem is met synthetische glycaan<br />

arrays. Eerst wordt er met de microvilli zowel bacteriële adhesie als inhibitie daar<strong>van</strong> getest. Hemagglutinatie, Western blots en ELISAoverleganalyses<br />

laten toe dieper in te gaan op de opgepikte of eerder geïdentificeerde receptoren. Eén <strong>van</strong> de reeds beschreven<br />

glycoproteïnereceptors voor F4 fimbriae is het lactadherine, aanwezig in zeugenmelk [12]. Het draagt het RGD motief voor integrinen dat<br />

onrechtstreeks celadhesie zou kunnen bemiddelen. Surface plasmon resonance (SPR), dual polarization interferometrie (DPI) en isothermische<br />

titratie calorimetrie (ITC) zullen gebruikt worden om de thermodynamische en kinetische parameters <strong>van</strong> de interacties tussen de adhesinen en hun<br />

suikerreceptor en hun conformationele veranderingen, volgend op de binding, te meten. 2) Multi-Ig-domeinen <strong>van</strong> het F4 SDA. De Ig-vouwing, die<br />

typisch is voor adhesiemoleculen <strong>van</strong> eukaryoten [13], werd veelvuldig geadopteerd in virulentiefactoren <strong>van</strong> de bacteriële celenvelope. Fimbriae of<br />

pili zijn opgebouwd uit Ig-modules en zijn ondanks hun niet-covalente natuur uiterst stabiel. Het mechanisme <strong>van</strong> donorstreng complementatie geeft<br />

hen bovendien bijkomende voordelen, zoals de flexibiliteit om via inter-Ig-domein interacties 3 - 3 - structurele veranderingen te dirigeren die een<br />

invloed hebben op de affiniteit voor hun receptoren [7]. Fimbriae associëren immers graag met gelijkaardige, lineaire assemblages <strong>van</strong> eukaryote<br />

celadhesie en/of -signaalmoleculen, zoals CD55, een Dr fimbriae receptor op humane uroepitheliale cellen, of CD48 herkend door type 1 pili. We<br />

vermoeden dat er ook zo'n associatiegedrag bestaat tussen fimbriae in biofilms [2]. Het is momenteel absoluut onduidelijk welke rol glycanen<br />

spelen in deze interacties en waarom ze deze interacties inhiberen. Een combinatie <strong>van</strong> de benaderingen op de algemene vraagstellingen kunnen<br />

ongetwijfeld bijdragen tot meer inzicht. Er zal getracht worden om multi-Ig-adhesinen <strong>van</strong> het F4 SDA met een gecontroleerde lengte aan te maken.<br />

Het obstakel <strong>van</strong> het donorstreng mechanisme kan daarbij overkomen worden door de juiste donorstreng complementatie te kennen zowel in het<br />

chaperon-SDA complex als in de finale, veranderde conformatie <strong>van</strong> het SDA in de fimbria. Een recente grote doorbraak in het laboratorium was<br />

het zuiveren <strong>van</strong> een covalent donorstrenggecomplementeerd F4 SDA, dat zal gebruikt worden als bouwsteen voor de multimodulaire, lineaire<br />

associaties. Er zal nagegaan worden hoe de F4 multi-Ig-domein genproducten interacties bewerkstelligen met hun receptoren door middel <strong>van</strong> de<br />

SPR, DPI en ITC technieken. Mogelijk bemiddelen polyadhesinen hogere ordes <strong>van</strong> oligomerizatie met de (geglycosyleerde) receptorproteïnen<br />

(trans) of in biofilms (cis), waardoor er een dimensie aan de specificiteit kan worden toegevoegd zoals modulatie <strong>van</strong> intracellulaire [13] of<br />

immunologische reacties [14]. Tussen type 1 pili en het 1-2 ?m-lange fibervormende THP vinden hoogstwaarschijnlijk zulke interacties plaats [15].<br />

Structurele karakterizatie <strong>van</strong> dit alles zal gebeuren enerzijds door kristalstructuren <strong>van</strong> de Ig-modulen en anderzijds door de combinatie <strong>van</strong><br />

technieken die toelaten om de grootte, vorm, conformationele veranderingen en interactiedomeinen in grote, macromoleculaire complexen te<br />

bestuderen. Instrumentatie en expertise daartoe voorhanden zijn gelfiltratie, multihoek statische lichtscattering, dynamische lichtscattering,<br />

ultracentrifugatie, kleine-hoek X-stralen verstrooïng in oplossing aan de synchrotron, electronenmicroscopie en atomische krachtmicroscopie. 3)<br />

Fimbriële biogenese. De bedoeling is om ook de invloed <strong>van</strong> reeds covalent aaneengeschakelde F4 SDAs op de fimbriële biogenese te gaan<br />

bekijken. Het is waarschijnlijk dat reeds gecomplementeerde SDAs de usher permanent blokkeren en dus geen openen en sluiten <strong>van</strong> de usher<br />

meer toelaten (na te gaan met de black lipid membrane (BLM) technologie) wegens het wegvallen <strong>van</strong> de donorstrenguitwisseling. In onze opinie<br />

heeft dat als voordeel dat het gevormde, geblokkeerde complex mogelijk beter gekristalliseerd kan worden dan de usher op zich, en bovendien een<br />

eerste beeld kan geven <strong>van</strong> de doorgang <strong>van</strong> pilinen doorheen een usher. F6 fimbriae (fas, Fig. 2) zijn een mooi studieonderwerp voor fimbriële<br />

biogenese met nog twee extra, kleine chaperons naast het klassieke chaperon FasB. FasC is een adhesine-specifiek chaperon, terwijl FasE zorgt<br />

voor de optimale export <strong>van</strong> FasG doorheen de usher [16]. Adhesine-specifieke chaperons zijn uniek voor fas en CS (humane ETEC) fimbriële<br />

operons. De interacties <strong>van</strong> FasC en FasE met FasG zullen bepaald worden onder andere in kristalstructuren<br />

Organisaties:<br />

• Toegepaste Biologische Wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• HENRI DE GREVE<br />

SEC SODA<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: The detailed objectives of this track are as follows:a) Provide techniques that preserve deployed software from malicious modifications by<br />

detecting tampering if it occurs. To do so, self-checkingtechniques will be studied and improved.b) Provide techniques to avoid tampering of<br />

deployed software by makingthe analysis of the application harder via a combination of techniques.This includes the study and improvement of selfmodifying<br />

code, encrypted code execution and encrypted data processing, and code obfuscation and white-box cryptography.c) Provide techniques<br />

to remotely attest the integrity of deployed application software.<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Informatica<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Preneel<br />

• Wouter Joosen<br />

Onderzoek naar het effect <strong>van</strong> leren interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Ondanks de toenemende aandacht voor en noodzaak <strong>van</strong> interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg, zijn er weinig<br />

onderzoeken die het effect er<strong>van</strong> aantonen. Dit onderzoek heeft als hoofddoel het effect te meten <strong>van</strong> interprofessioneel samenwerken op de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> zorg.<br />

Het onderzoek is ingedeeld in drie grote delen. In het eerste deel wordt een systematische literatuurstudie uitgevoerd met als doel een zicht te


krijgen op de uitkomsten <strong>van</strong> interprofessioneel samenwerken als interventie voor chronische geriatrische zorg. In het tweede deel is het de<br />

bedoeling een beschrijving te krijgen <strong>van</strong> de bestaande zorg (regio Antwerpen) voor chronische geriatrische zorg in rust en verzorgingstehuizen<br />

(RVT's). De beschrijving <strong>van</strong> deze bestaande zorg gebeurt enerzijds op basis <strong>van</strong> de ervaringen <strong>van</strong> professionals en patiënten met behulp <strong>van</strong><br />

focusgroepen en diepte-interviews. Anderzijds zal de beschrijving in een volgende stap via een cross sectionele studie worden bekomen <strong>van</strong> de<br />

bestaande zorg in de RVT's (regio Antwerpen). In het derde en laatste deel <strong>van</strong> dit project wordt een longitudinale cohort studie met één jaar<br />

follow-up uitgevoerd. Met deze experimentele studie wordt getracht het effect <strong>van</strong> interprofessioneel samenwerken als interventie op de kwaliteit<br />

<strong>van</strong> zorg voor chronisch geriatrische patiënten in een RVT te meten.<br />

De voorlopige resultaten uit de literatuurstudie geven aan dat interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg voor chronische geriatrische<br />

patiënten een positief resultaat kan geven voor een aantal specifieke outcomes. Ook de intensiteit <strong>van</strong> samenwerken blijkt een invloed te kunnen<br />

hebben op kwaliteit <strong>van</strong> zorg. Ook is gebleken dat de 'usual care' onvoldoende of niet beschreven staat. Om het effect <strong>van</strong> 'gecoördineerd'<br />

interprofessioneel samenwerken op de kwaliteit <strong>van</strong> zorg voor chronische geriatrische patiënten in een RVT te kunnen meten is het belangrijk om<br />

eerst een goede beschrijving te hebben <strong>van</strong> deze 'usual care'. In dit doctoraatsproject is daarom een kwalitatief beschrijvend onderzoek lopende.<br />

Via case-study onderzoek en focusgroep onderzoek wordt getracht de bestaande zorg te beschrijven voor de doelgroep chronische geriatrische<br />

patiënten in een RVT (provincie Antwerpen).<br />

Organisaties:<br />

• Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg (ELIZA)<br />

Onderzoekers:<br />

• Herman Meulemans<br />

• Paul Van Royen<br />

Van uitstel komt afstel? Een longitudinale analyse naar nieuwe patronen <strong>van</strong> gezinsvorming aan de hand <strong>van</strong> de<br />

volkstelling <strong>van</strong> 1991 en de algemene socio-economische enquête <strong>van</strong> 2001.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Onderzoeksopzet en probleemstelling<br />

De voorbije decennia is de vruchtbaarheid op doorgedreven wijze gedaald. In nagenoeg alle Europese landen ligt het totaal vruchtbaarheidscijfer<br />

sinds de jaren 1970 onafgebroken onder het ver<strong>van</strong>gingsniveau <strong>van</strong> 2,1 kinderen per vrouw. Deze ontwikkeling is deels het gevolg geweest <strong>van</strong> het<br />

uitstel <strong>van</strong> het ouderschap naar steeds latere leeftijden (Bongaarts & Feeney, 1998). Dit impliceert dat de recuperatie <strong>van</strong> het totaal<br />

vruchtbaarheidscijfer naar de toekomst toe zal afhangen <strong>van</strong> (a) verdere ontwikkelingen met betrekking tot de timing <strong>van</strong> vruchtbaarheid, en (b) de<br />

mate waarin uitgestelde geboorten daadwerkelijk worden gerealiseerd op latere leeftijden (Lesthaeghe & Willems, 1999). De focus <strong>van</strong> dit<br />

doctoraatsproject is gelegen op de tweede kwestie waarbij de mechanismen achter de vruchtbaarheidsrecuperatie worden onderzocht bij<br />

vrouwelijke cohorten die een nieuwe standaard hebben gezet met betrekking tot uitstel <strong>van</strong> vruchtbaarheid in België.<br />

Onderzoeksvraag<br />

Sinds het midden <strong>van</strong> de jaren 1960 is het vruchtbaarheidsregime in België grondig gewijzigd. Het totaal vruchtbaarheidscijfer daalde tot onder het<br />

ver<strong>van</strong>gingsniveau, terwijl de gemiddelde moederschapsleeftijd bij de geboorte <strong>van</strong> het eerste kind bleef stijgen. Op basis <strong>van</strong> de<br />

volkstellingsgegevens <strong>van</strong> 1991 reconstrueerde Neels (2006) de pariteitsspecifieke vruchtbaarheidspatronen tussen 1960 en 1990 in België. Hieruit<br />

bleek dat vrouwen geboren tussen 1960 en 1965 nieuwe standaarden hebben gezet met betrekking tot het uitstel <strong>van</strong> een eerste en tweede<br />

geboorte. De analyse <strong>van</strong> de cohortenprofielen toonde aan dat de uitstelbeweging in belangrijke mate werd gedreven door de democratisering <strong>van</strong><br />

het onderwijs, de toename <strong>van</strong> het opleidingsniveau, en de gestegen arbeidsmarktparticipatie <strong>van</strong> vrouwen. Een dergelijk uitstelgedrag werd echter<br />

reeds aangetroffen bij hoogopgeleide en beroepsactieve vrouwen uit de vroege jaren 1920. Dit impliceert dat de uitstelbeweging <strong>van</strong> de afgelopen<br />

decennia dus niet zozeer <strong>van</strong> innovatief vruchtbaarheidsgedrag getuigt, maar veeleer moet worden begrepen als een gevolg <strong>van</strong> de forse toename<br />

<strong>van</strong> het aandeel hoogopgeleide en beroepsactieve vrouwen. Tegenover het uitstel <strong>van</strong> eerste en tweede geboorten staat een vrij algemeen afstel<br />

<strong>van</strong> geboorten <strong>van</strong> derde en hogere rang. Ongeacht opleidingsniveau en arbeidsmarktparticipatie blijken nog maar weinig vrouwen een geboorte<br />

<strong>van</strong> derde en hogere rang te realiseren. Een opmerkelijke vaststelling is dat de stap naar een derde geboorte in België nog het vaakst wordt gezet<br />

door hoogopgeleide vrouwen (ibidem). Desalniettemin blijkt uit recente surveygegevens een toenemende preferentie voor steeds kleinere<br />

gezinnen. Een groeiend aandeel vrouwen zegt nog maar één kind te willen (Goldstein, Lutz & Testa, 2003). Omdat de vruchtbaarheidsprofielen in<br />

België retrospectief werden gereconstrueerd op basis <strong>van</strong> de volkstellingsgegevens <strong>van</strong> 1991 kon tot nu toe nog maar weinig worden gezegd over<br />

de vruchtbaarheidsrecuperatie bij sterk uitstellende generaties en de factoren die in dit verhaal een rol spelen. Vrouwen geboren tussen 1960 en<br />

1965 waren op het einde <strong>van</strong> 1990 bijvoorbeeld nog maar 25 tot 30 jaar oud, terwijl de gemiddelde moederschapsleeftijd bij de geboorte <strong>van</strong> het<br />

eerste kind rond de 27 à 28 jaar schommelt. Door gebruik te maken <strong>van</strong> de gekoppelde volkstellingsgegevens <strong>van</strong> 1991 en 2001 wordt het echter<br />

mogelijk om de observatieperiode met 10 jaar uit te breiden. Op die manier ontstaat een prospectief onderzoeksdesign waardoor de<br />

vruchtbaarheidsrecuperatie kan worden bestudeerd tussen 1991 en 2001. Dit zijn de jaren waarin de sterk uitstellende generaties het gros <strong>van</strong> hun<br />

vruchtbaarheid zullen realiseren. Leidt hun uitstel tot afstel? En welke factoren oefenen een bevorderlijk dan wel een remmend effect uit op de<br />

vruchtbaarheid? Beide vragen staan centraal in het voorgestelde doctoraatsonderzoek.<br />

De effecten <strong>van</strong> arbeid en gezin<br />

In vorig onderzoek werd het uitstel <strong>van</strong> het ouderschap gerelateerd aan het verhoogde opleidingsniveau en de gestegen arbeidsmarktparticipatie<br />

<strong>van</strong> vrouwen. De investering in een carrière vraagt tijd en verhoogt de opportuniteitskosten die aan het moederschap zijn verbonden. Vanuit die<br />

optiek kan een verder uitstel <strong>van</strong> het moederschap worden verwacht naarmate vrouwen hun kansen weten te verzilveren op de arbeidsmarkt. Sinds<br />

een aantal jaren stelt men echter vast dat landen met een hoog aandeel tewerkgestelde vrouwen precies de hoogste totale vruchtbaarheidscijfers<br />

laten optekenen (Brewster & Rindfuss, 2000). Het is natuurlijk de vraag of deze verbanden op geaggregeerd niveau zich ook voordoen op<br />

individueel niveau. Desalniettemin roept een dergelijke vaststelling nieuwe vragen op met betrekking tot de relatie tussen vruchtbaarheid en<br />

vrouwelijke arbeidsmarktparticipatie. Dit verband getuigt <strong>van</strong> een complexer karakter dan vaak wordt gedacht. Zo suggereert recent onderzoek voor<br />

Vlaanderen dat het moederschap onder afgestudeerde en samenwonende vrouwen typisch wordt uitgesteld door drie groepen: zij die helemaal<br />

geen job hebben, zij die juist een heel drukke baan hebben, en zij die een deeltijdse baan hebben maar vrezen om hun werk te verliezen. Ook<br />

regionale karakteristieken spelen een rol: uitstel <strong>van</strong> ouderschap is het meest uitgesproken in regio's met een hoog vrouwelijk werkloosheidscijfer<br />

en in regio's met een hoge mate <strong>van</strong> genderongelijkheid op de arbeidsmarkt (Van Bavel & De Wachter, 2007). Uit het voorgaande blijkt dat<br />

verschillende facetten <strong>van</strong> de arbeidsmarkt een verschillende impact uitoefenen op het uitstel <strong>van</strong> het ouderschap. Blijft echter de vraag wat de<br />

implicaties zijn <strong>van</strong> dit uitstel met betrekking tot de vruchtbaarheid die uiteindelijk wordt gerealiseerd. En in het bijzonder de factoren die in dit<br />

verhaal een rol spelen. Hoe hangen vol- en deeltijdse banen samen met het krijgen <strong>van</strong> een kind? Wat is de impact <strong>van</strong> het aantal uren werk per<br />

week? Speelt het type job een rol? Is de sector <strong>van</strong> tewerkstelling <strong>van</strong> belang? Werk in de overheidssector gaat doorgaans gepaard met betere<br />

faciliteiten om arbeid en gezin met elkaar in overeenstemming te brengen dan werk in de privésector (Mandel & Semyonov 2006). De<br />

bovenstaande vraagstellingen kunnen echter niet op afdoende wijze worden beantwoord zonder rekening te houden met de karakteristieken <strong>van</strong><br />

partner en gezin. Is er bijvoorbeeld sprake <strong>van</strong> betekenisvolle interacties tussen de beroepsactiviteit en het opleidingsniveau <strong>van</strong> beide partners? In<br />

de literatuur wordt het belang <strong>van</strong> een gezinsperspectief in steeds belangrijkere mate onderkend, maar heeft voorlopig niet geleid tot systematisch<br />

onderzoek <strong>van</strong>uit dat perspectief <strong>van</strong>wege een gebrek aan geschikte data.<br />

De effecten <strong>van</strong> huisvestingskenmerken<br />

Hoewel sinds de jaren 1980 een aantal studies werden uitgevoerd met betrekking tot huisvesting en gezinsvorming, is de relatie tussen huisvesting<br />

en vruchtbaarheid nog maar zelden onderzocht. Volgens Mulder (2006) is er sprake <strong>van</strong> een tweezijdige relatie: demografisch gedrag oefent een<br />

impact uit op huisvesting, net zoals huisvesting een invloed uitoefent op demografisch gedrag. In dit onderzoek zal dieper worden ingegaan op het<br />

tweede luik <strong>van</strong> dit verband, en meer bepaald of huisvestingskenmerken een rol spelen in de vruchtbaarheidsrecuperatie <strong>van</strong> sterk uitstellende<br />

generaties. Huisvesting en gezinsvorming hangen echter bijzonder sterk samen, in die mate zelfs dat het vaak moeilijk is om te spreken <strong>van</strong> directe


causale verbanden. Meestal worden beide beslissingen in samenspraak genomen of beïnvloed door gemeenschappelijke factoren. Desalniettemin<br />

achten we het belangrijk om deze denkpiste verder te exploreren. In dit project worden daartoe drie huisvestingskenmerken geoperationaliseerd: de<br />

vraag of men eigenaar dan wel huurder is <strong>van</strong> een woning, of het type woning een rol speelt (appartement of huis), en wat de impact is <strong>van</strong> de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> de woning (al dan niet comfortabel, aanwezigheid <strong>van</strong> een tuin). Daarnaast wordt ook gekeken of kenmerken <strong>van</strong> de overkoepelde<br />

woningmarkt een rol spelen. Welke impact gaat bijvoorbeeld uit <strong>van</strong> regionale kenmerken zoals huur- en kostprijzen <strong>van</strong> woningen?<br />

Organisaties:<br />

• Sociaal Onderzoek<br />

Onderzoekers:<br />

• PATRICK DEBOOSERE<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe giststammen voor bioethanolproductie met lignocellulose afvalstromen als substraten:<br />

verbetering <strong>van</strong> inhibitortolerantie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De algemene doelstelling <strong>van</strong> dit project is de genetische verbetering <strong>van</strong> commerciële giststammen voor tolerantie tegen fenolische<br />

inhibitoren aanwezig in lignocellulose hydrolysaten. Een grote collectie <strong>van</strong> giststammen zal worden gescreend voor inhibitortolerantie en de beste<br />

stammen geselecteerd. De genetische basis <strong>van</strong> inhibitortolerantie in deze stammenzal worden bepaald met nieuwe technologieën voor<br />

polygenische analyse en de geïdentificeerde allelen zullen worden getransfereerd naar commerciële bioethanol productiestammen om hun<br />

inhibitortolerantie te verbeteren.<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Thevelein<br />

Verbeterde anonieme communicatie door gea<strong>van</strong>ceerde gebruikersmodellen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De technologische vooruitgang maakt het mogelijk om steeds meer informatie te verwerken en op te slaan. Het verzamelen <strong>van</strong> massale<br />

hoeveelhedenelektronische informatie creëert nieuwe en uitdagende privacybekommernissen. Het is daarom belangrijk dat systeemontwerpers<br />

rekening houden metprivacyvereisten en dat ze de geschikte werkmiddelen voorhanden hebben om de privacyeigenschappen <strong>van</strong> nieuwe<br />

ontwerpen te analyseren. De privacygemeenschap heeft evenwel nog geen algemene methodologie ontworpen die ontwerpers toelaat om<br />

privacybehoudende mechanismen in hun ontwerpen te verwerken en om de doeltreffendheid er<strong>van</strong> te testen. In de plaats daar<strong>van</strong> worden<br />

privacybehoudende oplossingen ad hoc ontworpen en geanalyseerd, en is het daardoor moeilijk om ze te vergelijken en met elkaarte combineren in<br />

echte producten.In dit proefschrift onderzoeken we of algemene methodologieën kunnen ontwikkeld worden om privacybehoudende systemen te<br />

ontwerpen en te analyseren. Ons doel is de grondbeginselen <strong>van</strong> een<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling ESAT - SCD: SISTA/COSIC/DOCARCH<br />

Onderzoekers:<br />

• Bart Preneel<br />

• Carmela Gonzalez Troncoso<br />

Sturing <strong>van</strong> de vortexeigenschappen en wervelende straalstromen.nbsp;<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Dit project beoogt de controle en sturing <strong>van</strong> de vortex eigenschappen <strong>van</strong> wervelende straalstromen die worden gegenereerd door de<br />

uitstroom <strong>van</strong>een ronde wervelende luchtstraal uit een axisymmetrische uitlaat. Door deze sturing beogen we de verbetering <strong>van</strong> de<br />

toepasbaarheid <strong>van</strong> wervelende straalstromen bij verbrandingsprocessen, voeding <strong>van</strong> chemische reactoren en uitlaatmonden en inblaasroosters<br />

bij ruimteventilatiesystemen. Wefocusseren op de controle <strong>van</strong> de vortex eigenschappen <strong>van</strong> deze wervelende straalstromen zodanig dat de twee<br />

voornaamste doelstellingen worden gerealiseerd: (1) de onderdrukking <strong>van</strong> de instabiliteiten die optreden bij de precessie <strong>van</strong> de vortex kern en dit<br />

onafhankelijk <strong>van</strong> de wervelgraad <strong>van</strong> de straalstroom. We trachten dit experimenteel te bewijzen. (2) Deverbetering en verruiming <strong>van</strong> de<br />

regelstrategieen om de belangrijke eigenschappen <strong>van</strong> wervelende stralen te beinvloeden. Deze zijn de radiale spreiding <strong>van</strong> de jet, meesleuring<br />

<strong>van</strong> omgevingslucht, recirculatie en<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Toeg. Mechanica & Energieconversie<br />

Onderzoekers:<br />

• Eric Van den Bulck<br />

• Johan Meyers<br />

Moleculaire aspecten <strong>van</strong> neuronale communicatie in gezonde en zieke neuronen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Gebruikmakend <strong>van</strong> genetische screens en system biologie, gecombineerd met electrofysiologie, electronen microscopie en live imaging,<br />

bestuderenwe de moleculaire mechanismen <strong>van</strong> neuronale communicatie. Om synaptische transmissie uiteindelijk beter te begrijpen analyzeren<br />

we diverse aspecten <strong>van</strong> neuronale communicatie, zoals de rol <strong>van</strong> mitochondriën aan de synaps en ook hoe verschillende proteïnen betrokken zijn<br />

in het regelen <strong>van</strong> synaptisch vesikel transport en exo- en endocytose aan de synaps. Hetbeter begrijpen <strong>van</strong> processen die neuronale<br />

communicatie regelen heeft verregaande implicatis voor onze geestelijke gezondheid. Meer dan 8% <strong>van</strong>de Westerse populatie gebruikt op<br />

geregeld verdovende middelen en 20% lijdt aan een mentale afwijking (bron: World health Organization). Verslaving en neuronale ziekten vinden<br />

vaak hun oorzaak in abnormale neuronalecommunicatie in specifieke hersen-regios en we hopen dus om meer inzicht te krijgen in deze afwijkingen<br />

alsook in gezonde hersen-functie doo<br />

Organisaties:<br />

• Departement Menselijke Erfelijkheid<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrik Verstreken<br />

CLARIN<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Archeologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Waelkens<br />

• Jan De Maeyer<br />

• Piet Desmet


De competitie over de commons in de laat middeleeuwse Kempen: Een onverkend gebied.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Politieke geschiedenis<br />

Onderzoekers:<br />

• Tim Soens<br />

• Maïka De Keyzer<br />

Resource Recovery and Recycling K.U.Leuven builds a European and global Industry/University research network.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.<br />

Onderzoekers:<br />

• Jan Fransaer<br />

• Bart Van der Bruggen<br />

• Koen Binnemans<br />

• Bart Blanpain<br />

• Thomas Van Gerven<br />

• Philippe Muchez<br />

Subsidieovereenkomst voor Erasmusmobiliteit onder het Lifelong Learning Programme.<br />

Universiteit Hasselt<br />

Abstract: Mobiliteit <strong>van</strong> studenten speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming <strong>van</strong> de Europese ruimte voor hoger onderwijs. Van organisaties<br />

in het hoger onderwijs wordt gevraagd een hoge kwaliteit te waarborgen bij het organiseren <strong>van</strong> de mobiliteit <strong>van</strong> studenten.<br />

Erasmus kent beurzen toe aan studenten die tussen 3 en 12 maanden gaan studeren aan een hoger onderwijsinstelling in een ander Europees<br />

land. Voorwaarde is wel dat deze instelling een partnerschap lopen heeft met hun thuisinstelling, waar de studenten overigens ook ingeschreven<br />

blijven. Er bestaan afspraken over de erkenning <strong>van</strong> de studiepunten die tijdens het Erasmus verblijf worden behaald.<br />

Organisaties:<br />

• Niet onderzoeksgroep gebonden projecten<br />

Onderzoekers:<br />

• Luc DE SCHEPPER<br />

• Lia VAN HOEF<br />

Functionele analyse <strong>van</strong> eiwitinteracties tussen bacteriën en hun virussen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Afdeling Gentechnologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Rob Lavigne<br />

• Anne-Sophie Delattre<br />

Voorbij de retail revolution? Winkelcultuur in het stedelijk landschap Brussel (1830-1914).<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In dit onderzoek wordt de synchrone complexiteit en de diachrone evolutie <strong>van</strong> de negentiende-eeuwse winkelcultuur in Brussel<br />

onderzocht. De modernistische en teleologische historiografie over de negentiende-eeuwse consumptiecultuur wordt heroverwogen door de blik te<br />

richten op de winkelcultuur. Aan de basis <strong>van</strong> dit onderzoek ligt de hypothese dat de ontwikkeling <strong>van</strong> de winkelcultuur moet worden begrepen als<br />

een urban renaissance, eerder dan een retail revolution. In welke mate was winkelcultuur eenpassief segment <strong>van</strong> of een drijvende kracht achter<br />

die stedelijke renaissance? Om de complexiteit <strong>van</strong> de commerciële circuits en hun winkelcultuur te vatten, wordt het winkellandschap eerst<br />

empirisch gereconstrueerd. Vervolgens wordt de culturele constructie rond het winkelen geanalyseerd aan de hand <strong>van</strong> drie componenten: decor,<br />

performance en discours.<br />

Organisaties:<br />

• Cultuurgesch. <strong>van</strong>af 1750<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Tollebeek<br />

• Anneleen Arnout<br />

Internationaal studieprogramma in levensmiddelen-technologie: aanvullende en specialisatie opleiding in de na-oogst en<br />

conserveringstechnologie.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: De deelnemers <strong>van</strong> dit programma worden gevormd en getraind in het gebied <strong>van</strong> de levensmiddelentechnologie en -engineering, waarbij<br />

de nadruk gelegd wordt op de produktie <strong>van</strong> levensmid- delen typisch voor ontwikkelingslanden en op de na-oogst en bewaartechnologie <strong>van</strong><br />

tropische gewassen. De cursus wil bij- dragen tot het creëren <strong>van</strong> een structurele oplossing <strong>van</strong> het voedselprobleem in de derde wereld door het<br />

opleiden <strong>van</strong> hoog- geschoolde experten in de levensmiddelentechnologie en -engi- neeringe die zelf in staat zijn de specifieke problemen in hun<br />

geboorteland vakkundig te analyseren en op te lossen.<br />

Organisaties:<br />

• Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.<br />

Onderzoekers:<br />

• Marc Hendrickx<br />

Pluraliteit <strong>van</strong> schuldenaars bij verbintenissen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Centraal staat de onderzoeksvraag hoe het recht de verhouding regelttussen verschillende personen die eenzelfde contractuele<br />

ofbuitencontractuele prestatie moeten nakomen. Kunnen zij allen voor degehele schuld worden aangesproken, of elk slechts voor een deel en<br />

voorwelkdeel? Daarbij wordt onderzocht welke verhouding een evenwichtrealiseert tussen de tegenstrijdige belangen <strong>van</strong> de schuldeiser en<br />

deverschillende schuldenaren, welke gevolgen aan die verhouding moetenworden vastgeknoopt en in welke mate die verhouding en haar


gevolgenmoet doorwerken naar rechtsopvolgers onder algemene titel, zoals deerfgenamen <strong>van</strong> de schuldenaren.Het project beoogt de diverse<br />

concepten <strong>van</strong>gehoudenheid scherper testellen, de bestaande juridische terminologie ter zake te vereenvoudigen en het Belgische recht aldus in<br />

lijn te brengen met de hedendaagse internationale ontwikkelingen zoals de ontwikkeling <strong>van</strong> een common frame of reference for European Contract<br />

Law.<br />

Organisaties:<br />

• Subfaculteit Rechtsgeleerdheid Kulak<br />

Onderzoekers:<br />

• Bernard Tilleman<br />

• Matthias Vandenbogaerde<br />

Rompcontrole bij kinderen met crebral palsy: een klinische en biomechanische benadering.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract<br />

Organisaties:<br />

• Neuromotorische Revalidatie<br />

Onderzoekers:<br />

• Katleen Desloovere<br />

• Hilde Feys<br />

• Lieve Heyrman<br />

• Guy Molenaers<br />

Humane blootstelling aan het endocrien verstorende Bisphenol-A<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-<br />

Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.<br />

Organisaties:<br />

• Toxicologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Hugo Neels<br />

• Adrian Covaci<br />

• Tinne Geens<br />

Tijd en zelfwording bij Kierkegaard en Nietzsche. Twee wegen om te worden wie men is.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: In dit project wordt onderzocht hoe respectievelijk Soren Kierkegaard en Friedrich Nietzsche de problematiek <strong>van</strong> de verhouding tot de tijd<br />

benaderen in de context <strong>van</strong> de thematiek <strong>van</strong> zelfwording. Beide filosofen diagnosticeren de crisis <strong>van</strong> de moderne tijd, in het bijzonder haar<br />

melancholie, in termen <strong>van</strong> haar incompetentie om in een juiste verhouding tot de tijd te komen. In antwoord op de algemene cultuurcrisis richten<br />

beidefilosofen zich op en tot het individuele zelf in zijn concrete historische conditie en confronteren het, mede door hun performatieve schrijfstijl,<br />

met Pindarus' klassieke imperatief: word wie je bent! Omdat de existentie <strong>van</strong> het concrete zelf primair gekenmerkt wordt door zijn tijdelijkheid,<br />

verschijnt de vraag hoe het zichzelf kan worden als de vraag naar de juiste verhouding tot de tijd. Met andere woorden, hoe kan het zich verhouden<br />

tot de irriversibiliteit <strong>van</strong> het verleden, de vluchtigheid <strong>van</strong> het heden en de openheid <strong>van</strong> de toekomst? In het eerste deel <strong>van</strong> d<br />

Organisaties:<br />

• OE Metafysica & Filosofie <strong>van</strong> de Cultuur<br />

Onderzoekers:<br />

• William Desmond<br />

• Paulus Van Tongeren<br />

• Wolter Hartog<br />

Metaal-Silsesquioxaan Roosters: een nieuwe klasse <strong>van</strong> poreuze materialen.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Highly porous solids are inorganic, organic or hybrid materials characterised by a large volume of pores and very high specific surface<br />

areas. These features make them attractive for applications in heterogeneous catalysis, sorption and separation of molecules. Two of the most<br />

widely employed and studied types of highly porous solids are Zeolites and Metal-Organic Frameworks (MOFs). While the former have been used<br />

for industrial applications for many years, the latter represent a more recent class of materials with larger pores and higher surface areas but with<br />

lower thermal stability. This project aims at developing a totally new class of hybrid inorganic-organic porous solids combining the assets of MOFs<br />

and of Zeolites in a single material. High&#8209;Throughput Experimentation techniques will be employed to enable the rapid and efficient<br />

screening of the synthetic parameters that could lead to the desired novel materials. Once the synthesis of the new class of solids is achieve<br />

Organisaties:<br />

• Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse<br />

Onderzoekers:<br />

• Paolo Pescarmona<br />

Debatten, polemieken en onenigheid: de gedragscodes <strong>van</strong> de wetenschappelijke discussie in Noordwest-Europa, 1850-<br />

1914.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Hoewel wetenschapshistorici in het verleden veel aandacht hebben geschonken aan denbsp;<strong>van</strong> wetenschappelijke controverses,<br />

hebben ze slechts weinig interesse getoond voor de manier waarop wetenschappers met elkaar debatteerden, discussieerden en conflicten<br />

uitvochten. Deze antropologische interesse staat precies centraal in het voorgestelde project, dat zich richt op de gedragscodes <strong>van</strong> het<br />

wetenschappelijke debat. Het zal bestuderen hoe die gedragscodes veranderden onder invloed <strong>van</strong> de professionalisering en specialisering <strong>van</strong> de<br />

wetenschap in de late negentiende eeuw. Daarbij zal in het bijzonder wordengefocust op de drie grote wetenschappelijke naties <strong>van</strong> West-Europa:<br />

Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.In het onderzoeksproject zal er een bijzondere aandacht uitgaan naar die gevallen waarin de<br />

gedragscodes door één of enkele deelnemers aanhet debat werden overtreden, in vraag werden gesteld of geproblematiseerd. De normale, veelal<br />

impliciete, gedragsregels komen imme<br />

Organisaties:<br />

• Cultuurgesch. <strong>van</strong>af 1750<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Tollebeek<br />

• Rafaël De Bont


De roloriëntaties <strong>van</strong> parlementsleden in een complexer wordende institutionele omgeving. De rol <strong>van</strong> kiessystemen en<br />

<strong>van</strong> de organisatie <strong>van</strong> het parlement.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Uitgangspunten Leden <strong>van</strong> parlementaire assemblees worden altijd geconfronteerd met verschillende verwachtingen. Ze hebben<br />

verschillende taken waarop ze beoordeeld (kunnen) worden. Zo wordt <strong>van</strong> hen verwacht dat zij de bevolking correct vertegenwoordigen. Anderzijds<br />

wordt ook verwacht dat ze een bijdrage leveren aan het wetgevende werk. Het politiekwetenschappelijk onderzoek heeft die spanning in kaart<br />

gebracht en geanalyseerd met het concept <strong>van</strong> 'representational roles' (zie vooral Searing, 1994). Het onderzoek waarop dat gebaseerd is, heeft<br />

echter nood aan upgrading. De jongste decennia zijn er een aantal ontwikkelingen aan de gang waar<strong>van</strong> verwacht kan worden dat zij de<br />

roloriëntaties <strong>van</strong> parlementsleden grondig beïnvloeden. De politieke agenda wordt minder voorspelbaar. De erosie <strong>van</strong> de traditionele religieuze en<br />

sociaaleconomische breuklijnen hebben tot gevolg dat vertegenwoordigers minder duidelijk kunnen afbakenen en definiëren wie of wat ze<br />

representeren. De vernieuwde aandacht voor territoriale tegenstellingen creëert ook nieuwe verwachtingen met betrekking tot de manier waarop de<br />

band met de te vertegenwoordigen bevolking kan gelegd worden. De toenemende Europese integratie en de sterkere regionalisering zorgen ook<br />

voor een (verdere) versterking <strong>van</strong> de macht <strong>van</strong> regeringen en voor een toenemend belang <strong>van</strong> intergouvernementeel overleg. De snelle<br />

ontwikkelingen in het medialandschap - steeds meer en diversere media, sterke personalisering - beïnvloeden de manier waarop parlementsleden<br />

zich aan de bevolking kunnen presenteren. In het wetgevende werk spelen de partijen een steeds grotere rol. Zij vragen discipline rond een<br />

coherente set <strong>van</strong> ideeën om de kiezer een duidelijk programma te kunnen aanbieden. Die partijdiscipline beperkt het geweten en de kwaliteiten<br />

<strong>van</strong> de individuele verkozenen. De spanning tussen de verschillende rollen <strong>van</strong> parlementsleden, tussen de verschillende verwachtingen <strong>van</strong> de<br />

kiezers, de partij, de media en de collega's in het parlement is daardoor meer dan ooit een actueel probleem dat om wetenschappelijk onderzoek<br />

vraagt. Theoretische inspiratie Daarom lijkt het ons nuttig en rele<strong>van</strong>t om met nieuw empirisch materiaal aan te knopen bij de traditie <strong>van</strong> onderzoek<br />

naar 'representational roles'. We zouden daarbij de aandacht willen toespitsen op 'backbenchers', op parlementsleden die geen deel uitmaken <strong>van</strong><br />

de regering en voor wie een plaats in de regering ook niet de eerste bekommernis of mogelijkheid is. Backbenchers zijn een interessante groep<br />

omdat zij immers, meer dan de frontbenchers, de vrijheid hebben om zelf vorm te geven aan de rollen die ze wensen in te vullen. Roloriëntaties <strong>van</strong><br />

parlementsleden zijn patronen <strong>van</strong> cognitieve carrièredoelen en emotionele incentives (samen de motivational core <strong>van</strong> de rol), <strong>van</strong> kenmerkende<br />

attitudes en <strong>van</strong> gedragingen. Searing (1994) ontwikkelde de enige typologie die rekening houdt met de diverse rolcomponenten. Hij onderscheidde<br />

vier grote roloriëntaties: 'policy advocates', 'constituency members', 'ministerial aspirants' en 'parliament men'. Hoewel zijn kwalitatief werk <strong>van</strong><br />

onschatbare waarde is en zeker als richtsnoer kan fungeren voor mijn onderzoek, moet gesteld worden dat zijn roltypologie te sterk ingebed is in de<br />

Britse context. De bevindingen kunnen niet zomaar getransponeerd worden op andere parlementen, ook al is de tegenstelling tussen<br />

parlementsleden die zich eerder toespitsen op het vertegenwoordigende werk (contact met de kiezers) en parlementsleden die zich eerder<br />

toespitsen op het wetgevende werk (inhoudelijke specialisatie) een zeer rele<strong>van</strong>te tweedeling gebleken (Thomassen & Esaiasson, 2006). Een<br />

bijkomend element is dat de diepte-interviews, die de basis vormen <strong>van</strong> Searings werk, dateren uit de jaren 1970. Nieuw onderzoek is dus absoluut<br />

noodzakelijk om onder meer na te gaan of en hoe rollen beïnvloed worden door de diverse politieke en maatschappelijke ontwikkelingen die we<br />

hierboven schetsten. In dat nieuwe onderzoek willen we op twee vlakken proberen nieuw materiaal en nieuwe inzichten aan te brengen. In eerste<br />

instantie plannen we ons onderzoek bij een staal <strong>van</strong> parlementsleden uit veertien verschillende landen. In tweede instantie willen we naast de<br />

leden <strong>van</strong> de nationale parlementen ook de volksvertegenwoordigers op het regionale (deelstatelijke) niveau bevragen (zie ook nog verder). We<br />

kunnen daardoor de institutionele context waarin parlementsleden (moeten) functioneren maximaal laten variëren. We sluiten ons daarbij<br />

uitdrukkelijk aan bij de traditie <strong>van</strong> het rational choice institutionalisme. Politieke rollen zijn immers een resultante <strong>van</strong> het samenspel tussen de<br />

individuele voorkeuren en de institutionele setting (Strøm, 1997). Hoewel parlementsleden ontegensprekelijk verschillende doelen proberen te<br />

realiseren, toch worden ze allen primair geconfronteerd met de nood aan herverkiezing (Mayhew, 1974). Welke rol ze dan opnemen en hoe ze die<br />

invullen, hangt enerzijds af <strong>van</strong> het electoraal systeem en anderzijds <strong>van</strong> de organisatie <strong>van</strong> de parlementaire assemblee. De bredere institutionele<br />

context (partijsysteem, relatie tussen partijen en belangenorganisaties, organisatie <strong>van</strong> de media, volatiliteit <strong>van</strong> het stemgedrag, ...) mag daarbij<br />

ook nooit uit het oog verloren worden. Alleen expliciet comparatief onderzoek kan precies aan het licht brengen hoe dit functioneert. Onze<br />

onderzoeksvraag luidt derhalve als volgt: Op welke manier en in welke mate beïnvloeden het electoraal systeem en de organisatie <strong>van</strong> de<br />

parlementaire assemblee de roloriëntaties <strong>van</strong> parlementsleden? En meer in het bijzonder: hoe beïnvloedt deze institutionele context de keuze voor<br />

een roloriëntatie die eerder gericht is op het wetgevende werk dan wel op het vertegenwoordigende werk (policy advocates versus constituency<br />

members).<br />

Organisaties:<br />

• Politieke Wetenschappen<br />

Onderzoekers:<br />

• CHRISTIAN DESCHOUWER<br />

Traffic calming. Analyse <strong>van</strong> veiligheidsverhogende voorzieningen m.b.t. snelheid op de secundaire wegen en de<br />

omgeving<br />

Hogeschool Gent<br />

Abstract: MOBILITEIT is een essentieel onderdeel <strong>van</strong> onze samenleving. Wereldwijd blijken verkeersongevallen een groot maatschappelijk<br />

probleem te zijn die miljoenen slachtoffers eisen op de weg. Men is meer dan ooit op het punt <strong>van</strong> besef gekomen dat dit niet kan blijven duren.<br />

Zowel Europa als België stellen zich tot doel om tegen 2010 het aantal verkeersdoden met ten minste de helft te reduceren. Om dit doel te<br />

bereiken, worden verschillende actieplannen opgesteld die de factoren <strong>van</strong> de ongevallenproblematiek aanpakken. Aandacht naar de rijsnelheid<br />

wordt telkens als één <strong>van</strong> de topprioriteiten aangehaald. Het concept <strong>van</strong> infrastructurele maatregelen op het snelheidsgedrag kan daarin een<br />

belangrijke rol vervullen.<br />

DOEL: Deze studie wenst een overzicht te geven <strong>van</strong> de kennis en wetenschappelijke achtergrond <strong>van</strong> verkeerskalmerende regelingen op de weg<br />

in stedelijke gebieden. De studie benadrukt de infrastructurele snelheidremmende maatregelen en wenst de individuele maatregelen in het verticale<br />

vlak te onderzoeken. De verhoogde inrichtingen, zijnde de verkeersdrempels en verkeersplateaus, worden uitgebreider besproken door referentie<br />

te maken naar wetenschappelijke literatuur inzake de vormbepaling, de efficiëntie, de mate <strong>van</strong> verkeerstrillingen en geluideffecten <strong>van</strong> deze<br />

fysieke snelheidremmende voorzieningen.<br />

Organisaties:<br />

• Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen<br />

• Vakgroep Bouwkunde<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick Ampe<br />

• Petra De Feyter<br />

Metatheatraliteit in het werk <strong>van</strong> Tennessee Williams.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Dit project behandelt de reflexiviteit in het werk <strong>van</strong> Tennessee Williams (1911-83), met verwijzingen naar zijn prozawerk wanneer de<br />

geneologie <strong>van</strong> het toneelwerk dit vereist. Hoewel de toneelschrijver doorheen zijn oeuvre op een zelf-bewuste wijze omging met het medium <strong>van</strong><br />

zijn dramaturgie en <strong>van</strong> het theater, blijft de systematiek <strong>van</strong> dit aspect <strong>van</strong> Williams' werk onderbelicht. Enige academische aandacht werd<br />

besteed aan de kunstenaarsfiguren maar een analyse <strong>van</strong> hun functionaliteit in het kader <strong>van</strong> een metatheatrale aesthetiek werd nog niet gemaakt.<br />

Het project omhelst het werk <strong>van</strong> Tennessee Williams op zich en situeert het binnen de Amerikaanse traditie <strong>van</strong> het reflexieve drama. Hierbij wordt<br />

een beroep gedaan op Williams' dramatische output, zijn brieven, en notitieboekjes om uit te maken hoe de kunstenaarsfiguren gestalte geven aan<br />

de schrijvers ideeën over de aard en functie <strong>van</strong> de kunst in haar relatie tot de maatschappij. Tenslotte zal de studie rekening houden met een


selectie <strong>van</strong> hedendaagse toneelproducties om uit te maken hoe ze de reflexiviteit <strong>van</strong> Williams' werk gestalte geven.<br />

Organisaties:<br />

• Taal- en Letterkunde<br />

Onderzoekers:<br />

• JOHAN CALLENS

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!