07.08.2013 Views

Bijlage 1 Besluiten provincie Noord-Brabant

Bijlage 1 Besluiten provincie Noord-Brabant

Bijlage 1 Besluiten provincie Noord-Brabant

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Bijlage</strong> 1 <strong>Besluiten</strong> <strong>provincie</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>


Besluit 32/08 B<br />

Voorgestelde behandeling:<br />

PS-vergadering : 27 juni 2008<br />

Onderwerp<br />

“Partiële herziening Streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002, concrete beleidsbeslissing<br />

N284 Hapert”<br />

Provinciale Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 13 mei 2008;<br />

gelet op het advies van de Commissie voor ruimte en milieu d.d. 6 juni<br />

2008;<br />

besluiten:<br />

1. Het besluit van 10 maart 2006, de partiële herziening “Partiële<br />

herziening Streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002, concrete beleidsbeslissing<br />

N284 Hapert”, opnieuw vast te stellen, met de volgende wijzigingen:<br />

Voor wat betreft de luchtkwaliteit, zoals opgenomen onder<br />

2.11 van de plantoelichting, te verwijzen naar het rapport<br />

luchtkwaliteit van mei 2008. Het rapport is gewaarmerkt en als<br />

bijlage bij dit besluit gevoegd.<br />

De kaart behorende bij het rapport Luchtkwaliteit toe te<br />

voegen aan dit besluit en vormt daarmee onderdeel van dit<br />

besluit.<br />

2. De naar voren gebrachte zienswijzen ongegrond te verklaren;<br />

3. te bepalen dat Gedeputeerde Staten dit besluit samen met de vastgestelde<br />

partiële herziening bekendmaken op de wijze zoals voorzien in<br />

artikel 4a, lid 6, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, alsmede op<br />

elektronische wijze, in bijzonder op de provinciale website. Degenen<br />

die zienswijzen hebben ingediend worden op de hoogte worden gesteld<br />

van dit besluit;<br />

‘s-Hertogenbosch<br />

Datum<br />

13 mei 2008<br />

DIS-nummer<br />

1414306<br />

Directie<br />

Ruimtelijke Ontwikkeling<br />

en Handhaving<br />

<strong>Bijlage</strong>(n)<br />

1


4. te bepalen dat Gedeputeerde Staten dit besluit samen met de vastgestelde<br />

partiële herziening mededelen aan de Minister van VROM en<br />

aan de Minister van V&W, zoals voorzien in artikel 4a, lid 7, van de<br />

Wet op de Ruimtelijke Ordening.<br />

’s-Hertogenbosch, 27 juni 2008<br />

Provinciale Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

de voorzitter,<br />

de griffier,<br />

mw. J. R. H. Maij-Weggen mw. drs. E. M. W. J. Wöltgens<br />

Datum<br />

13 mei 2008<br />

DIS-nummer<br />

1414306<br />

2/2


Statenvoorstel 32/08 A<br />

Voorgestelde behandeling:<br />

PS-vergadering : 27 juni 2008<br />

Statencommissie : Commissie Ruimte en Milieu, 6 juni 2008<br />

Onderwerp<br />

Concrete beleidsbeslissing N284 Hapert, uitspraak van de Raad van State van<br />

19 december 2007<br />

Aan Provinciale Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

Samenvatting<br />

Op 10 maart 2006 heeft u de partiële herziening “Partiële herziening<br />

Streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002, concrete beleidsbeslissing N284 Hapert”,<br />

vastgesteld. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op<br />

19 december 2007, zaaknummer 200603203, het besluit vernietigd voor zover<br />

het de daarin opgenomen concrete beleidsbeslissingen betreft. De partiële<br />

herziening, omvattende de herziening van de beleidstekst onder hoofdstuk 3<br />

van het streekplan 2002, is als zodanig in stand gelaten. Het voorstel houdt<br />

verband met een heroverweging van het besluit ten aanzien van de concrete<br />

beleidsbeslissingen, met inachtneming van de uitspraak.<br />

1. Inleiding<br />

Gekoppeld aan de (partiële) herziening van de beleidstekst van het streekplan, is<br />

besloten tot het nemen van concrete beleidsbeslissingen. De partiële herziening<br />

“Partiële herziening Streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002, concrete beleidsbeslissing<br />

N284 Hapert”, is tot stand gekomen met toepassing van de voorbereidingsprocedure<br />

als bedoeld in artikel 4a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.<br />

De in dit kader naar voren gebrachte zienswijzen tegen het ontwerp van de<br />

streekplanherziening zijn destijds ongegrond verklaard.<br />

In de partiële herziening waren de volgende concrete beleidsbeslissingen<br />

opgenomen:<br />

- “Het tracé voor de omlegging is geprojecteerd vanaf de N284 ten<br />

oosten van Hapert en ten westen van de gemeentegrens van Eersel naar<br />

de A67 ten oosten van het viaduct over de A67 en de gemeentegrens<br />

‘s-Hertogenbosch<br />

Datum<br />

13 mei 2008<br />

DIS-nummer<br />

1414306<br />

Directie<br />

Ruimtelijke Ontwikkeling<br />

en Handhaving<br />

<strong>Bijlage</strong>(n)<br />

3


van Eersel. Het tracé is op plankaart 1 van het streekplan aangegeven<br />

als "provinciale ontsluitingsweg; tracé vastgesteld”;<br />

- Tegelijk met de voorbereiding en vaststelling van het bestemmingsplan<br />

dat de GHS-landbouw voor een klein deel aantast en de GHS-natuur<br />

voor een nog kleiner deel aantast, wordt een bestemmingsplan voorbereid<br />

en vastgesteld waarin de vereiste compensatie van de aangetaste<br />

natuur- en landschapswaarden planologisch wordt geregeld”.<br />

De onderhavige partiële herziening voorzag daarmee in de als concrete<br />

beleidsbeslissing aangemerkte omlegging van de N284, inclusief een nieuwe<br />

aansluiting op de A67. Het tracé is aangegeven op kaart 1 en is op een groter<br />

schaalniveau aangegeven op kaart 2. De omlegging dient tevens ter ontsluiting<br />

van het nog te ontwikkelen Kempisch Bedrijven Park.<br />

In de voornoemde uitspraak van 19 december 2007 gaat de Afdeling in op de<br />

ingediende beroepen. De Afdeling concludeert in deze uitspraak;<br />

- dat op een zorgvuldige wijze met de zienswijzen is omgegaan;<br />

- het MER-rapport van 16 februari 2005 (actualisatie van het rapport<br />

van 2002) volledig is;<br />

- dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat, ook indien het KBP niet zal<br />

worden gerealiseerd, omlegging van de weg noodzakelijk is. Daarom<br />

kon vanuit een oogpunt van noodzakelijkheid in redelijkheid een<br />

partiële herziening worden vastgesteld waarin uitsluitend de<br />

wegomlegging van de N284 is opgenomen;<br />

- dat, voor wat betreft nut en noodzaak, er voldoende aanleiding is om<br />

de voorkeur te geven aan de zogenoemde Hapert-variant. Daarbij<br />

betrekt de Afdeling ook hetgeen het MER vermeldt omtrent het meest<br />

voor de hand liggende tracé indien het KBP wordt gerealiseerd op de<br />

locatie Hapert-Zuid.<br />

- het beroep van een individueel agrarisch bedrijf ongegrond is omdat<br />

een vervangende bedrijfslocatie in een latere fase aan de orde komt.<br />

Tenslotte heeft de Afdeling zich uitgesproken over luchtkwaliteit. De invloed<br />

die de bedrijvigheid op het KBP heeft op de luchtkwaliteit, is volgens de<br />

Afdeling ten onrechte buiten beschouwing gelaten.<br />

De ontwikkeling van het KBP was namelijk voldoende voorzienbaar en<br />

concreet. De beroepen op dit onderdeel zijn gegrond verklaard. Ten aanzien<br />

van de genoemde concrete beleidsbeslissingen is het besluit vernietigd wegens<br />

strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 (deugdelijke motivering) van de Algemene<br />

wet bestuursrecht.<br />

Gelet op voortschrijdend inzicht is later in de procedure aan Arcadis opdracht<br />

gegeven om ook de invloed van de op het KBP te vestigen bedrijven op de<br />

luchtkwaliteit te onderzoeken. De Afdeling heeft dit later ingediende luchtkwaliteitsrapport<br />

van 13 juli 2007 nog in de uitspraak meegenomen.<br />

Datum<br />

13 mei 2008<br />

DIS-nummer<br />

1414306<br />

2/4


Volgens de Afdeling hebben appellanten dit rapport en het daaraan ten grondslag<br />

liggende onderzoek echter gemotiveerd bestreden. De Afdeling zag daarom<br />

geen aanleiding om, in het licht van de gegrondverklaring van de beroepen, op<br />

grond van dit rapport de rechtsgevolgen in stand te laten.<br />

2. Heroverweging naar aanleiding van de uitspraak<br />

Tegen uw besluit van 10 maart 2006 waren 76 ontvankelijke zienswijzen<br />

ingediend. In de Nota van Zienswijzen en Wijzigingen zijn deze zienswijzen<br />

destijds beoordeeld. Hierin is ingegaan op 11 hoofdthema’s zoals luchtkwaliteit,<br />

de koppeling tussen het KBP en de N284, problemen met agrarische bedrijfsvoering,<br />

nut en noodzaak, aantasting natuur en landschap, aantasting woon- en<br />

leefmilieu e.a. De rapportage “MER N284, actualisering verkeer, geluid, lucht<br />

en veiligheidsgericht op de Hapertvariant” van 16 februari 2005, heeft bij alle<br />

thema’s een rol gespeeld.<br />

In de beroepen bij de Raad van State (5x) zijn voornoemde thema’s ook aan de<br />

orde gesteld. Met uitzondering van het aspect luchtkwaliteit treffen de diverse<br />

beroepsonderdelen geen doel of zijn ongegrond verklaard.<br />

Gelet op de uitspraak (artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht)<br />

hebben wij, mede namens de gemeente Bladel, opdracht verstrekt voor<br />

een hernieuwd onderzoek naar de luchtkwaliteit. Inmiddels is ook de wettelijke<br />

grondslag voor de luchtkwaliteit sedert de uitspraak van de Raad van State<br />

gewijzigd. Het rapport is afgestemd op de op 15 november 2007 gewijzigde<br />

Wet Milieubeheer, waarin de luchtkwaliteitseisen zijn opgenomen. Het rapport<br />

heeft de invloed van de op het KBP te vestigen bedrijven op de luchtkwaliteit<br />

betrokken. Op grond van dit onderzoek vormt de luchtkwaliteit geen<br />

belemmering voor de realisatie van het KBP én de wegomlegging van de N284.<br />

In het rapport over luchtkwaliteit wordt uitgegaan van vaste meetpunten,<br />

waarbij uitgegaan is van de exacte ligging en situering van de wegomlegging.<br />

Deze detailkaart maakt daarom onderdeel uit van de concrete beleidsbeslissing.<br />

Relatie met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening<br />

In het statenvoorstel tot vaststelling van de Interimstructuurvisie <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong><br />

<strong>Brabant</strong> in Ontwikkeling, is tevens voorgesteld per 1 juli 2008 het streekplan<br />

2002, zoals herzien met de besluiten van december 2004 en januari 2006, in te<br />

trekken. De partiële herziening van het streekplan voor de wegomlegging<br />

N284, die door de Afdeling als zodanig in stand is gelaten, wordt niet<br />

ingetrokken. Deze partiële herziening van het streekplan vormt daarmee nog<br />

steeds de grondslag voor de concrete beleidsbeslissing. De partiële herziening<br />

van het streekplan valt onder het overgangsrecht van de Wet op de Ruimtelijke<br />

Ordening, geregeld bij de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening. De concrete<br />

beleidsbeslissing houdt daarmee na de inwerkingtreding van de nieuwe wet<br />

haar kracht en werkt door in het nog vast te stellen bestemmingplan voor het<br />

Kempisch Bedrijvenpark (KBP) dat onder nieuwe wet tot stand komt.<br />

Datum<br />

13 mei 2008<br />

DIS-nummer<br />

1414306<br />

3/4


3. Het voorstel<br />

Wij stellen u voor om te besluiten conform bijgaand ontwerp-besluit.<br />

Gedeputeerde Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

de voorzitter de secretaris<br />

mw. J.R.H. Maij-Weggen drs. W.G.H.M. Rutten<br />

Auteur: H.A.J. van Hout, toestel (073) 681 27 20<br />

Bijgevoegd treft u de volgende bijlagen aan:<br />

1. Partiële herziening streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002, herzieningsteksten<br />

met toelichting, vastgesteld op 10 maart 2006, inclusief de Nota van<br />

Zienswijzen en Wijzigingen, vastgesteld d.d.17 januari 2006 en de<br />

Rapportering over het bestuurlijk overleg en over de uitkomsten<br />

daarvan, vastgesteld d.d. 1 november 2005.<br />

2. De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van<br />

State van 19 december 2007, zaaknummer 200603203.<br />

3. Het rapport inzake luchtkwaliteit, inclusief de kaart (wordt nagezonden)<br />

Datum<br />

13 mei 2008<br />

DIS-nummer<br />

1414306<br />

4/4


Ontwerp-besluit 32/08 B<br />

Voorgestelde behandeling:<br />

PS-vergadering : 27 juni 2008<br />

Statencommissie : Commissie Ruimte en Milieu, 6 juni 2008<br />

Onderwerp<br />

“Partiële herziening Streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002, concrete beleidsbeslissing<br />

N284 Hapert”<br />

Provinciale Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 13 mei 2008;<br />

gelet op het advies van de commissie Ruimte en Milieu d.d. 6 juni 2008;<br />

besluiten:<br />

1. Het besluit van 10 maart 2006, de partiële herziening “Partiële<br />

herziening Streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002, concrete beleidsbeslissing<br />

N284 Hapert”, opnieuw vast te stellen, met de volgende wijzigingen:<br />

Voor wat betreft de luchtkwaliteit, zoals opgenomen onder<br />

2.11 van de plantoelichting, te verwijzen naar het rapport<br />

luchtkwaliteit van mei 2008. Het rapport is als bijlage bij dit<br />

besluit gevoegd.<br />

De kaart behorende bij het rapport Luchtkwaliteit toe te<br />

voegen aan dit besluit en vormt daarmee onderdeel van dit<br />

besluit.<br />

2. De naar voren gebrachte zienswijzen ongegrond te verklaren;<br />

3. te bepalen dat Gedeputeerde Staten dit besluit samen met de vastgestelde<br />

partiële herziening bekendmaken op de wijze zoals voorzien in<br />

artikel 4a, lid 6, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, alsmede op<br />

elektronische wijze, in bijzonder op de provinciale website. Degenen<br />

die zienswijzen hebben ingediend worden op de hoogte worden gesteld<br />

van dit besluit;<br />

4. te bepalen dat Gedeputeerde Staten dit besluit samen met de vastgestelde<br />

partiële herziening mededelen aan de Minister van VROM en<br />

aan de Minister van V&W, zoals voorzien in artikel 4a, lid 7, van de<br />

Wet op de Ruimtelijke Ordening.<br />

’s-Hertogenbosch,<br />

Provinciale Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

de voorzitter de griffier<br />

‘s-Hertogenbosch<br />

Datum<br />

13 mei 2008<br />

DIS-nummer<br />

1414306<br />

Directie<br />

Ruimtelijke Ontwikkeling<br />

en Handhaving<br />

<strong>Bijlage</strong>(n)<br />

3


Statenvoorstel 11/06 A<br />

Voorgestelde behandeling:<br />

PS-vergadering : 10 maart 2006<br />

Statencommissie : Ruimte en Milieu: 24 februari 2006<br />

Economie, Mobiliteit Grotestedenbeleid: wordt<br />

ook uitgenodigd voor de discussie<br />

Onderwerp<br />

Partiële herziening Streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002, Concrete beleidsbeslissing<br />

N284 Hapert<br />

Aan Provinciale Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

Samenvatting<br />

Onderhavige streekplanherziening betreft een omlegging van de N284<br />

(inclusief een nieuwe aansluiting op de A67) , die zorgt voor een duurzame<br />

oplossing van de huidige capaciteitsproblemen op de N284 en die tevens dient<br />

als ontsluiting van het te ontwikkelen Kempisch Bedrijven Park (KBP).<br />

Bijgaand voorstel is gericht op inhoudelijke behandeling van de naar voren<br />

gebrachte zienswijzen op het ontwerp en vervolgens vaststelling van de<br />

streekplanherziening Omlegging N284 Hapert.<br />

1. Behandelingsprocedure<br />

1.1.Voorafgaand aan de procedure voor de streekplanherziening Omlegging<br />

N284 Hapert is gestart met een studie naar mogelijke oplossingen voor de<br />

capaciteitsproblemen op de N284. Omdat de te bestuderen oplossingen<br />

deels uit nieuwe tracédelen voor de N284 bestaan, is besloten tot het<br />

volgen van de procedure voor milieueffectrapportage (MER). De MERprocedure<br />

is gestart met het uitbrengen van een Startnotitie op 3 juni<br />

2000. De Startnotitie heeft ter inzage gelegen en iedereen is in de<br />

gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken over de onderwerpen die<br />

onderzocht zouden moeten worden in het Milieueffectrapport (MER) ten<br />

behoeve van de besluitvorming over de problematiek N284. Daarnaast<br />

heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage op 30 augustus 2000<br />

een advies voor de richtlijnen voor de inhoud van deMER uitgebracht.<br />

Vervolgens zijn de richtlijnen door Provinciale Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong><br />

vastgesteld (december 2000).<br />

‘s-Hertogenbosch<br />

Datum<br />

17 januari 2006<br />

DIS-nummer<br />

1164315<br />

Directie<br />

Economie & Mobiliteit<br />

<strong>Bijlage</strong>(n)<br />

3


De MER/Tracénota N284 Eersel-Reusel is in 2002 gepubliceerd.<br />

Inspraak en toetsing door de Commissie voor de milieu-effectrapportage<br />

hebben plaatsgevonden.<br />

1.2. Ten tijde van de opstelling van het MER was er nog geen duidelijkheid<br />

over de locatie van het Kempisch Bedrijvenpark (KBP). In het MER is<br />

daarom met drie scenario’s gerekend: géén KBP, een KBP op de locatie<br />

Eersel-<strong>Noord</strong> en een KBP op de locatie Hapert-Zuid. Inmiddels is die<br />

duidelijkheid er wel en hebben Gedeputeerde Staten op 5 oktober 2004<br />

een voorkeur uitgesproken voor de locatie Hapert-Zuid.<br />

Met haar brief van 8 september 2004 aan Gedeputeerde Staten heeft<br />

minister Peijs van Verkeer en Waterstaat aangegeven dat “….de twee door<br />

u in de MER/trajectnota beschreven oplossingsrichtingen met een extra<br />

aansluiting op de A67 verkeerskundig gezien voor het rijk geen<br />

belemmeringen vormen.”<br />

Inmiddels hebben de Kempengemeenten gekozen voor de komst van het<br />

KBP op de locatie Hapert-Zuid. De bestemmingsplanprocedure loopt<br />

momenteel.<br />

1.3. Gedeputeerde Staten hebben op 1 maart 2005 op grond van het<br />

milieueffectrapport/Tracénota N284 Eersel-Reusel en een aanvullend<br />

onderzoek hun voorkeur uitgesproken voor een nieuwe verbindingsweg<br />

tussen de N284 en de A67 (‘Hapert-tracé’), mede ter ontsluiting van het<br />

Kempisch Bedrijvenpark (KBP), inclusief een nieuwe aansluiting op de<br />

A67.<br />

1.4. Op 20 juni 2005 hebben wij het voorontwerp streekplanherziening N284<br />

Hapert vastgesteld. Gelet op artikel 4a, lid 2 (oud) van de Wet op de<br />

Ruimtelijke Ordening hebben wij de gemeenten Bergeijk, Bladel, Reuselde<br />

Mierden en Eersel, het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven en<br />

waterschap De Dommel verzocht om vóór 1 september 2005 hun<br />

opvatting kenbaar te maken over het voorontwerp. Tevens hebben wij de<br />

Provinciale Planologische Commissie gevraagd advies uit te brengen over<br />

deze aangelegenheid.<br />

Op 1 november hebben wij de zogenoemde Rapportering over het bestuurlijk<br />

overleg en de uitkomsten daarvan vastgesteld. Daarin hebben wij opgenomen:<br />

- een overzicht van de reacties, ingekomen in het kader van het gevoerde<br />

overleg, en<br />

- een samenvatting van de ingekomen reacties, commentaar daarop en<br />

voorstellen tot tekstaanpassing.<br />

Datum<br />

17 januari 2006<br />

DIS-nummer<br />

1164315<br />

2/6


1.5. Op 1 november 2005 hebben wij een ontwerp-streekplanherziening<br />

Omlegging N284 Hapert vastgesteld. Daarin zijn de voorstellen tot<br />

tekstaanpassing zoals die voortvloeien uit het gevoerde overleg, verwerkt.<br />

Op grond van artikel 4a, lid 3, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening<br />

hebben wij de uniforme openbare voorbereidingsprocedure gevolgd door<br />

openbare kennisgeving van het ontwerp in de Staatscourant en in de in de<br />

regio Zuidoost-<strong>Brabant</strong> verspreide dag- of nieuwsbladen (<strong>Brabant</strong>s Dagblad<br />

en Eindhovens Dagblad). Het ontwerp voor de streekplanherziening heeft<br />

vanaf 8 november 2005 tot en met 19 december 2005 ter inzage gelegen<br />

in het Provinciehuis. Voorts hebben wij de gemeenten gevraagd hun<br />

medewerking te verlenen aan de terinzagelegging door een exemplaar van<br />

de ontwerpherziening op de gebruikelijke wijze op het gemeentekantoor<br />

ter inzage te leggen. Ook hebben wij de gemeenten gevraagd de<br />

terinzagelegging bekend te maken in een of meer in de gemeente<br />

verspreide dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen.<br />

1.6. Omtrent het ontwerp voor een partiële herziening van het Streekplan<br />

<strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002 hebben 84 personen en instanties hun zienswijzen<br />

schriftelijk bij ons college naar voren gebracht.<br />

Mede gelet op artikel 6:9, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht zijn 76<br />

zienswijzen binnen de gestelde termijn ingediend en mitsdien ontvankelijk.<br />

De overige 8 zijn identiek/komen overeen met de inhoud van de 76 en zijn<br />

daarom, hoewel buiten de termijn, ook meegenomen in de beantwoording.<br />

Er zijn geen mondelinge zienswijzen naar voren gebracht.<br />

1.7. Gelet op de aard van de streekplanherziening alsmede gelet op de<br />

aangevoerde feiten en belangen hebben wij het niet noodzakelijk geacht<br />

om degenen die een zienswijze hebben ingediend, in de gelegenheid te<br />

stellen om hun zienswijze nader mondeling toe te lichten tegenover ons<br />

college.<br />

2. Beoordeling van de naar voren gebrachte zienswijzen<br />

De naar voren gebrachte zienswijzen zijn opgenomen in de Nota van<br />

Zienswijzen en Wijzigingen streekplanherziening Omlegging N284 Hapert.<br />

(bijlage 2). In deze Nota van Zienswijzen staat een overzicht van alle personen,<br />

overheden en organisaties die een zienswijze hebben ingediend.<br />

Voor onze beantwoording hebben wij de zienswijzen gegroepeerd in een elftal<br />

thema’s. Per thema zijn de zienswijzen samengevat en geven wij onze reactie<br />

daarop. Daar waar de reactie leidt tot aanpassing van de tekst en/of plankaart<br />

zal dat worden vermeld. Het niet vermelden van een dergelijke conclusie<br />

betekent dat de zienswijze geen aanleiding geeft tot aanpassing.<br />

Datum<br />

17 januari 2006<br />

DIS-nummer<br />

1164315<br />

3/6


De thema’s die in de zienswijzen aan de orde zijn, zijn de volgende:<br />

1. Luchtkwaliteit<br />

2. Koppeling N284 met KBP<br />

3. Proces<br />

4. Problemen agrarische bedrijfsvoering<br />

5. Negatieve verkeersaspecten bij omlegging<br />

6. Uitgangspunten<br />

7. Nut en noodzaak en locatiekeuze KBP<br />

8. Aantasting woon- en leefmilieu<br />

9. Onlogische stedelijke ontwikkeling<br />

10. Aantasting natuur en landschap<br />

11. Presentatie streekplanherziening<br />

Veel onderdelen van zienswijzen hebben betrekking op het Kempisch<br />

Bedrijvenpark. De bestemmingsplanprocedure voor het Kempisch<br />

Bedrijvenpark heeft een eigen traject, die in handen is van de Stuurgroep<br />

Kempisch Bedrijven Park. Op zienswijzen over het KBP zijn wij dan ook zo<br />

min mogelijk ingegaan.<br />

De zienswijzeprocedure heeft niet geleid tot een voorstel tot wijziging ten<br />

opzichte van het ontwerp.<br />

3. Ontbindende voorwaarde<br />

De ligging van de weg/tracékeuze is mede bepaald door de locatie van het KBP<br />

op Hapert-Zuid. Enerzijds bepalen de twee zo optimaal mogelijk gekozen<br />

aansluitpunten op de N284 en de A67 de tracéligging en anderzijds is een<br />

optimale inbedding van de weg centraal gelegen in het bedrijventerrein het<br />

uitgangspunt geweest van de stuurgroep Kempisch Bedrijvenpark en<br />

overgenomen in onze studies en deze streekplanherziening. Mocht onverhoopt<br />

het Kempisch Bedrijvenpark en/of het aandeel van de Kempengemeenten in<br />

de financiering van de omlegging (inclusief nieuwe aansluiting) niet doorgaan,<br />

dan zullen wij dit besluit opnieuw tegen het licht houden.<br />

4. Het voorstel<br />

Wij stellen u voor te besluiten conform bijgaand ontwerpbesluit.<br />

Dit voorstel betreft wel een referendabel besluit.<br />

Datum<br />

17 januari 2006<br />

DIS-nummer<br />

1164315<br />

4/6


Gedeputeerde Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

de voorzitter de secretaris<br />

J.R.H. Maij-Weggen drs. W.G.H.M. Rutten<br />

Auteur: drs. Ch. Ten Tije: 8539<br />

Bijgevoegd treft u de volgende bijlagen aan:<br />

1. Partiële herziening Streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002, Herzieningsteksten met<br />

toelichting, Concrete beleidsbeslissing N284 Hapert, ontwerp vastgesteld<br />

d.d. 1 november 2005<br />

2. Rapportering over het bestuurlijk overleg en over de uitkomsten daarvan, vastgesteld<br />

d.d. 1 november 2005<br />

3. Nota van Zienswijzen en Wijzigingen, vastgesteld d.d. 17 januari 2006<br />

NB<br />

De naar voren gebrachte zienswijzen liggen ter inzage in de provinciale<br />

bibliotheek.<br />

Datum<br />

17 januari 2006<br />

DIS-nummer<br />

1164315<br />

5/6


Ontwerp-besluit 11/06 B<br />

Voorgestelde behandeling:<br />

PS-vergadering : 10 maart 2006<br />

Statencommissie : Ruimte en Milieu: 24 februari 2006-01-27<br />

Economie, Mobiliteit en Grotestedenbeleid: 24<br />

februari 2006<br />

Onderwerp<br />

Partiële herziening Streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002, Concrete beleidsbeslissing<br />

N284 Hapert<br />

Provinciale Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

− gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 17 januari 2006;<br />

− gelet op het advies van de commissie Ruimte en Milieu en Economie,<br />

Mobiliteit en Grote stedenbeleid;<br />

besluiten:<br />

1. het Streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002 gedeeltelijk te herzien<br />

overeenkomstig het ontwerp d.d. 1 november 2005 met inachtneming<br />

van de ontbindende voorwaarde (zoals opgenomen onder punt 4 van<br />

het Statenvoorstel);<br />

2. de naar voren gebrachte zienswijzen ongegrond te verklaren;<br />

3. te bepalen dat Gedeputeerde Staten dit besluit samen met de<br />

vastgestelde partiële herziening bekendmaken op de wijze zoals<br />

voorzien in artikel 4a, lid 6, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening,<br />

alsmede op elektronische wijze, in bijzonder op de provinciale website;<br />

4. te bepalen dat Gedeputeerde Staten dit besluit samen met de<br />

vastgestelde partiële herziening mededelen aan de minister van VROM<br />

en aan de Minister van V&W, zoals voorzien in artikel 4a, lid 7, van<br />

de Wet op de Ruimtelijke Ordening.<br />

‘s-Hertogenbosch, 10 maart 2006.<br />

Provinciale Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

de voorzitter de griffier<br />

‘s-Hertogenbosch<br />

Datum<br />

17 januari 2006<br />

DIS-nummer<br />

1164315<br />

Directie<br />

Economie & Mobiliteit<br />

<strong>Bijlage</strong>(n)<br />

3


<strong>Bijlage</strong> 2 Motorcrossterrein De Ketelberg,<br />

Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling


Motorcrossterrein De Ketelberg<br />

Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling<br />

Definitief<br />

Gemeente Bladel<br />

Grontmij Nederland bv<br />

Eindhoven, 22 oktober 2007<br />

239898.ehv.211.R001c


Verantwoording<br />

Titel : Motorcrossterrein De Ketelberg<br />

Subtitel : Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling<br />

Projectnummer : 239898<br />

Referentienummer : 239898.ehv.211.R001c<br />

Status : definitief<br />

Datum : 22 oktober 2007<br />

Auteur(s) : Susan Groot Jebbink, Ardjan Stegehuis, Claudia Terlou,<br />

Marieke Willekens<br />

E-mail adres : marieke.willekens@grontmij.nl<br />

Gecontroleerd door : ir. M.E.M. Willekens<br />

Paraaf gecontroleerd :<br />

Goedgekeurd door : ing. S.W.J. Le Fevre<br />

Paraaf goedgekeurd :<br />

Contact : Zernikestraat 17<br />

5612 HZ Eindhoven<br />

Postbus 1265<br />

5602 BG Eindhoven<br />

T +31 40 265 12 11<br />

F +31 40 244 37 97<br />

E zuid@grontmij.nl<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 2 van 23


Inhoudsopgave<br />

1 Inleiding........................................................................................................................ 4<br />

1.1 Voorgenomen activiteit................................................................................................. 4<br />

1.2 M.e.r.- beoordelingsplicht............................................................................................. 5<br />

1.3 Gegevens initiatiefnemer .............................................................................................. 6<br />

1.4 Procedure m.e.r.-beoordeling........................................................................................ 6<br />

1.5 Leeswijzer..................................................................................................................... 6<br />

2 Motivering van activiteit............................................................................................... 7<br />

2.1 Aanleiding..................................................................................................................... 7<br />

2.2 Doel van de voorgenomen activiteit ............................................................................. 7<br />

2.3 Consequenties als het plan niet doorgaat...................................................................... 8<br />

3 Kenmerken van de activiteit ......................................................................................... 9<br />

3.1 Aard en omvang van de activiteit ................................................................................. 9<br />

3.2 Wijze van aanleg......................................................................................................... 11<br />

4 Effecten voor het milieu ............................................................................................. 12<br />

4.1 Algemeen.................................................................................................................... 12<br />

4.2 Bodem......................................................................................................................... 12<br />

4.3 Water........................................................................................................................... 13<br />

4.4 Flora en fauna ............................................................................................................. 14<br />

4.5 Landschap................................................................................................................... 18<br />

4.6 Cultuurhistorie en archeologie.................................................................................... 18<br />

4.7 Infrastructuur .............................................................................................................. 19<br />

4.8 Geluid ......................................................................................................................... 21<br />

4.9 Lucht........................................................................................................................... 24<br />

4.10 Woon- en leefmilieu ................................................................................................... 25<br />

4.11 Overige milieuaspecten............................................................................................... 26<br />

5 Conclusies en aanbevelingen...................................................................................... 27<br />

5.1 Conclusies................................................................................................................... 27<br />

5.2 Aanbevelingen ............................................................................................................ 28<br />

<strong>Bijlage</strong> 1: Geraadpleegde literatuur<br />

<strong>Bijlage</strong> 2: Handreiking Aanmeldingsnotitie<br />

<strong>Bijlage</strong> 3: Geluidcontouren De Ketelberg en De Pan<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 3 van 23


1 Inleiding<br />

1.1 Voorgenomen activiteit<br />

Direct ten noorden van de A67 ter hoogte van Hapert zijn twee motorcrossterreinen gelegen, te<br />

weten De Ketelberg van Motorclub (MC) Eersel (1) en De Pan van Motorclub (MCC) Hapert<br />

(2). Vanwege de voorgenomen realisatie van het Kempisch Bedrijvenpark (KBP) en een nieuwe<br />

ontsluiting op de A67, heeft het Kempisch Bedrijvenpark het voornemen om het terrein van<br />

MCC Hapert te saneren. Hiervoor dient vervangende ruimte te worden gezocht.<br />

In dat kader zijn er plannen om het bestaande motorcrossterrein De Ketelberg van MC Eersel<br />

zodanig uit te breiden, dat beide verenigingen gebruik kunnen maken van het terrein van MC<br />

Eersel. Dit betekent uitbreiding van het bestaande terrein De Ketelberg in westelijke richting.<br />

Hiervoor is echter een wijziging van de bestemmingsplannen van de gemeenten Bladel en Eersel<br />

nodig en moet een nieuwe milieuvergunning worden aangevraagd.<br />

Op onderstaande kaart (zie figuur 1.1) is de ligging van het plangebied globaal aangegeven.<br />

2<br />

1<br />

Figuur 1.1 Ligging van het plangebied<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 4 van 23


Het huidige motorcrossterrein De Ketelberg, dat deels gelegen is in de gemeente Bladel en deels<br />

in de gemeente Eersel, beslaat een oppervlakte van circa 6,9 hectare. Het uitbreidingsplan van<br />

het bestaande motorcrossterrein in westelijke richting, zoals thans voorzien door de gemeente<br />

Bladel, betreft een oppervlakte van circa 3,5 hectare op het grondgebied van het toekomstige<br />

Kempisch Bedrijvenpark. Met deze geplande uitbreiding verdwijnt het motorcrossterrein De<br />

Pan van motorclub Hapert.<br />

Ten westen en noorden van de geplande uitbreiding van het motorcrossterrein is het Kempisch<br />

Bedrijven Park gepland. Ten noorden en oosten van het bestaande motorcrossterrein De Ketelberg<br />

bevindt zich een bosgebied dat onderdeel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur.<br />

1.2 M.e.r.- beoordelingsplicht<br />

Zoals in de vorige paragraaf is aangegeven is voor de uitbreiding c.q. wijziging van motorcrossterrein<br />

De Ketelberg een wijziging van de vigerende bestemmingsplannen van de gemeenten<br />

Bladel en Eersel nodig. Ook moet te zijner tijd een nieuwe milieuvergunning voor het motorcrossterrein<br />

worden aangevraagd. Ten behoeve van de voorbereiding van het besluit over het<br />

bestemmingsplan (Wro, artikel 10) moet, conform de vereisten uit het Besluit milieueffectrapportage<br />

[1], echter eerst een zogenoemde m.e.r.-beoordeling worden uitgevoerd. De uitkomst<br />

daarvan kan desgewenst ook worden benut bij de besluitvorming over de milieuvergunning.<br />

De uitbreiding en herinrichting van het huidige motorcrossterrein De Ketelberg is m.e.r.beoordelingsplichtig<br />

omdat het volgens het Besluit milieueffectrapportage [1] gaat om "de aanleg,<br />

wijziging of uitbreiding van een terrein, niet zijnde een openbare weg, bestemd of ingericht<br />

voor het in wedstrijdverband of ter voorbereiding daarvan dan wel voor recreatieve doeleinden<br />

rijden met gemotoriseerde voertuigen", waarbij sprake is van een openstelling van acht uren of<br />

meer per week (<strong>Bijlage</strong> D, activiteit 43 uit Besluit m.e.r. 1994).<br />

Indien sprake is van een m.e.r.-beoordelingsplicht moet het bevoegd gezag, in dit geval de gemeenteraden<br />

van Bladel en Eersel, voor dit concrete geval beoordelen of al dan niet een m.e.r.procedure<br />

moet worden doorlopen (Wm, artikel 7.8b, lid 4). Daartoe bekijkt het bevoegd gezag<br />

of er sprake is van "bijzondere omstandigheden", zoals genoemd in bijlage III van de EEGrichtlijn<br />

milieueffectrapportage [2]. Deze kunnen betrekking hebben op:<br />

A. kenmerken van de activiteit;<br />

B. de locatie waar de activiteit plaatsvindt;<br />

C. samenhang met andere activiteiten ter plaatse (cumulatie);<br />

D. kenmerken van eventuele belangrijke nadelige milieugevolgen die de activiteit kan hebben.<br />

Bij het beschouwen van de "bijzondere omstandigheden" moet het bevoegd gezag een aantal<br />

criteria laten meewegen die zijn opgenomen in de Europese richtlijn 85/337/EG, gewijzigd bij<br />

richtlijn 97/11/EG. Dit betreft criteria die betrekking hebben op een passende beoordeling van<br />

de directe en indirecte effecten van de ingreep. Aan de hand hiervan kan worden bekeken of er<br />

daadwerkelijk sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu.<br />

Indien er sprake is van een m.e.r.-beoordelingsplicht deelt de initiatiefnemer het bevoegd gezag<br />

schriftelijk mee dat hij een activiteit wil gaan ondernemen die voorkomt in onderdeel D van het<br />

Besluit-m.e.r. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde "Aanmeldingsnotitie". De<br />

onderhavige aanmeldingsnotitie beschrijft de gevolgen voor het milieu van de uitbreiding van<br />

het motorcrossterrein De Ketelberg en geeft een conclusie omtrent de noodzaak van een m.e.r.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 5 van 23


1.3 Gegevens initiatiefnemer<br />

De voorgenomen uitbreiding en herinrichting van het motorcrossterrein De Ketelberg, gelegen<br />

op het grondgebied van de gemeenten Bladel en Eersel, betreft een gezamenlijk initiatief van de<br />

motorclubs MC Eersel, MCC Hapert en het Kempisch Bedrijvenpark. De gemeente Bladel<br />

treedt daarbij op als penvoerder namens de betrokken partijen.<br />

Daarbij gelden de volgende contactgegevens:<br />

Gemeente Bladel, secretariaat Kempisch Bedrijvenpark<br />

Markt 21<br />

5531 BC Bladel<br />

1.4 Procedure m.e.r.-beoordeling<br />

De aanmeldingsnotitie wordt door de gezamenlijke initiatiefnemers (MC Eersel, MCC Hapert,<br />

Kempisch Bedrijvenpark) aangeboden aan het bevoegd gezag (gemeenteraden van de Bladel en<br />

Eersel). Het bevoegd gezag doet vervolgens binnen 6 weken een uitspraak over de noodzaak<br />

van het al dan niet uitvoeren van een milieueffectrapportage. De beslissing van het bevoegd gezag<br />

wordt openbaar bekend gemaakt (artikel 7.8b Wm, lid 5 en 6) en ligt vervolgens 6 weken<br />

ter inzage, zodat eventuele bezwaren kunnen worden ingebracht (artikel 7.1 Awb).<br />

Bij de hierboven beschreven procedure voor het indienen van bezwaren tegen het m.e.r.beoordelingsbesluit<br />

van het bevoegd gezag dient echter rekening te worden gehouden met jurisprudentie<br />

die hierover in de loop der tijd is opgebouwd.<br />

Omdat het besluit inzake de m.e.r.-beoordeling wordt aangemerkt als een besluit ten behoeve<br />

van de voorbereiding van het besluit over het bestemmingsplan staat hiertegen, op grond van<br />

artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht, slechts bezwaar en beroep open door degene die,<br />

los van het voor te bereiden besluit, rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen. Omwonenden<br />

worden daarbij volgens de jurisprudentie niet als "rechtstreeks belanghebbenden" aangemerkt.<br />

Voor alle niet rechtstreeks belanghebbenden geldt dat bezwaren over het m.e.r.-beoordelingsbesluit<br />

pas kunnen worden ingebracht bij de inspraak over het uiteindelijk te nemen besluit<br />

(zienswijzen op het Ontwerpbestemmingsplan), hier dus de vaststelling van het bestemmingsplan.<br />

Daarna voorzien de procedure ingevolge de Wet Milieubeheer (Wm) en artikel 8.1 van de<br />

Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) nog in de mogelijkheid van beroep bij de afdeling Bestuursrechtspraak<br />

van de Raad van State.<br />

De besluitvorming over de milieuvergunning is een verantwoordelijkheid van de <strong>provincie</strong>.<br />

1.5 Leeswijzer<br />

Bij het opstellen van de aanmeldingsnotitie voor de uitbreiding van motorcrossterrein de Ketelberg<br />

is aangesloten bij het voorbeeld voor de opzet daarvoor uit bijlage 2 van de Handreiking<br />

voor de m.e.r.-beoordelingsplicht "Afwegen en oordelen" van het ministerie van VROM [2].<br />

Deze handreiking is als bijlage 2 bij deze aanmeldingsnotitie gevoegd. Tevens is rekening gehouden<br />

met de in deel II van genoemde handreiking genoemde aandachtspunten.<br />

Achtereenvolgens wordt in deze notitie ingegaan op:<br />

• een nadere motivering voor de activiteit (hoofdstuk 2);<br />

• de belangrijkste kenmerken van de activiteit (hoofdstuk 3);<br />

• de te verwachten effecten van de activiteit (hoofdstuk 4)<br />

• de eindconclusie (hoofdstuk 5).<br />

De voor deze aanmeldingsnotitie geraadpleegde literatuur is aldus [nr.] vermeld in de tekst en<br />

een overzicht daarvan is opgenomen in bijlage 1 van deze notitie.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 6 van 23


2 Motivering van activiteit<br />

2.1 Aanleiding<br />

De aanleg van een nieuwe provinciale weg, in combinatie met het Kempisch Bedrijvenpark,<br />

(KBP) heeft tot gevolg dat de huidige locatie van motorcrossvereniging Hapert niet kan worden<br />

gehandhaafd. Immers, op deze locatie is de nieuwe aansluiting van de provinciale weg (N284)<br />

op de rijksweg (A67) geprojecteerd. Voor het wegvallen van het sportterrein van MCC Hapert<br />

dient een oplossing te worden gevonden. De projectorganisatie van het KBP heeft toegezegd om<br />

na te gaan op welke wijze deze oplossing gestalte kan krijgen.<br />

Het huidige motorcrossterrein De Ketelberg van MC Eersel ligt direct ten oosten van het plangebied<br />

van het KBP en beslaat een oppervlakte van circa 6,9 hectare. Er is een clubhuis aanwezig<br />

van circa 75 m2 met daarnaast enkele containers, reclameborden en overige materialen om<br />

het terrein als motorcrossterrein te kunnen gebruiken [4]. Het te saneren terrein De Pan van de<br />

MCC Hapert beslaat momenteel circa 3,4 hectare. Het clubgebouw op dit terrein is circa 100 m2<br />

groot en er staan eveneens enkele containers en overige materialen [4].<br />

In overleg tussen de motorcrossverenigingen MCC Hapert en MC Eersel en de gemeenten Eersel<br />

en Bladel is het voornemen tot stand gekomen om beide motorcrossverenigingen samen te<br />

voegen op één locatie. Het uitbreidingsplan van het bestaande motorcrossterrein De Ketelberg<br />

in westelijke richting, zoals voorzien door beide gemeente, betreft een oppervlakte van circa 3,5<br />

hectare op het grondgebied van het toekomstige Kempisch Bedrijvenpark.<br />

Als gevolg van deze samenvoeging zijn beide motorcrossverenigingen tevens voornemens om<br />

te gaan fuseren, aangezien "twee koningen op één terrein" onwenselijk wordt geacht.<br />

De samenvoeging van twee motorcrossvereniging op één locatie kan als winst worden beschouwd,<br />

aangezien er dan in de toekomst geconcentreerd op één terrein in het gebied gecrost<br />

wordt. Dit heeft zeer waarschijnlijk een gunstig effect op de totale geluidhinder in het gebied.<br />

Bovendien komt dit tegemoet aan het provinciaal beleid [8] om twee lawaaisportterreinen op te<br />

heffen, waarvoor één nieuw/gewijzigd terrein in de plaats komt.<br />

2.2 Doel van de voorgenomen activiteit<br />

Allereerst vormt de compensatie voor het verlies van het bestaande motorcrossterrein De Pan<br />

van circa 3,5 hectare het doel van de voorgenomen uitbreiding van het motorcrossterrein De<br />

Ketelberg in westelijke richting. Om de motorclub Hapert een alternatief te kunnen bieden is<br />

aansluiting gezocht bij het nabijgelegen motorcrossterrein van de motorclub Eersel.<br />

Door beide motorclubs op één terrein te situeren kan daarnaast de geluidsoverlast voor de omgeving<br />

worden beperkt. Tevens kunnen beide motorclubs faciliteiten delen, waarbij voorheen<br />

iedere club over eigen voorzieningen moest beschikken.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 7 van 23


2.3 Consequenties als het plan niet doorgaat<br />

Wanneer de uitbreiding van het motorcrossterrein De Ketelberg niet plaatsvindt zal de motorcrossclub<br />

Hapert een alternatieve locatie moeten worden geboden. Alternatieve locaties binnen<br />

de gemeente Bladel voor een motorcrossterrein zijn schaars en leveren over het algemeen een te<br />

hoge geluidbelasting op voor woningen of voor in de EHS/GHS gelegen natuurparels en leefgebieden<br />

voor kwetsbare soorten.<br />

Daarnaast kan worden opgemerkt dat door de <strong>provincie</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> [8] zeer strikte regels<br />

worden gehanteerd voor de ontwikkeling van nieuwe motorcrossterreinen. Mede vanwege deze<br />

argumenten is een mogelijk kansrijke locatie ten zuiden van de A67 inmiddels afgevallen.<br />

Een uitbreiding van het motorcrossterrein De Ketelberg in noordelijke en oostelijke richting<br />

stuit ook op onoverkomelijke bezwaren omdat dit bosgebied deel uitmaakt van de EHS/GHS<br />

(en dit natuurcompensatie vraagt) en het streekplanbeleid inzake lawaaisporten een dergelijke<br />

uitbreiding verbiedt [8].<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 8 van 23


3 Kenmerken van de activiteit<br />

3.1 Aard en omvang van de activiteit<br />

De activiteit waarvoor beoordeeld moet worden of een milieueffectrapportage nodig is, betreft:<br />

• uitbreiding van het bestaande motorcrossterrein De Ketelberg met een oppervlakte van circa<br />

3,5 hectare aan de westzijde van het huidige terrein ten behoeve van de verplaatsing van motorcrossclub<br />

Hapert, die momenteel gevestigd is op motorcrossterrein De Pan;<br />

• herinrichting van het nieuw aan te leggen motorcrossterrein, waarbij voorzien is in het deels<br />

verleggen van de circuits, verplaatsing of nieuwbouw van gebouwde voorzieningen, realisering<br />

van parkeervoorzieningen en aanleg van groenstroken.<br />

De situering van beide terreindelen van het motorcrossterrein [3] is weergegeven in figuur 3.1.<br />

Figuur 3.1: Schetsontwerp motorcrossterrein De Ketelberg met westelijke uitbreiding<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 9 van 23


Inrichting<br />

Het nieuw ingerichte motorcrossterrein zal volgens de thans voorliggende globale inrichtingsschets,<br />

die tot stand is gekomen in nauw overleg met de motorclubs, bestaan uit een tweetal circuits<br />

van circa 1.750 meter en 1.200 meter lengte. Daarmee wordt voldaan aan de vereisten voor<br />

het houden van officiële wedstrijden.<br />

Daarnaast is voorzien in de aanleg van meerdere springbulten en een tunnel. Binnen het langste<br />

circuit is ook ruimte gereserveerd voor het gebruik door mini-quads. Over de definitieve inrichting<br />

van beide circuits zal verder overleg plaatsvinden met de betrokken motorcrossverenigingen.<br />

Dit vergt nog een nadere optimalisatieslag in het vervolgtraject.<br />

Ontsluiting<br />

De toegangsroute naar het motorcrossterrein is, evenals de huidige ontsluiting van De Ketelberg,<br />

voorzien aan de noordzijde van het terrein via een bestaande onverharde weg vanaf de<br />

Kapelweg. In de nieuwe situatie wordt het verkeer vanaf de huidige ingang, waar een portiersloge<br />

is voorzien, via een bestaande onverharde weg langs de noordzijde van het motorcrossterrein<br />

in oostelijke richting geleid. Aan het eind van het terrein buigt de toegangsweg naar het<br />

zuiden af richting de A67, en vervolgens weer in westelijke richting parallel aan de rijksweg.<br />

In deze bestaande onverharde wegen is in de ondergrond al de benodigde puinfundering.<br />

In de noordwesthoek van het motorcrossterrein, nabij de huidige ingang, wordt een calamiteitenroute<br />

voor hulpdiensten aangewezen. Daarmee is het terrein in geval van nood direct bereikbaar<br />

vanaf de nieuwe ontsluitingsweg voor het Kempisch Bedrijvenpark en de Eerselsedijk.<br />

Parkeren<br />

Het parkeerterrein voor de leden van de motorcrossclubs is gepland in de zuidwesthoek van het<br />

motorcrossterrein en heeft een oppervlakte van ongeveer 1 hectare (ca. 85 x 115 m). Voor bezoekers<br />

zijn parkeerzones langs de toegangswegen in het oosten en zuiden van het plangebied<br />

gesitueerd. Deze parkeerzones hebben een gezamenlijke oppervlakte van circa 0,6 hectare (ca.<br />

15 x 400 m). In totaal zijn er op het terrein circa 150 parkeerplaatsen gepland, die volledig worden<br />

ingepast in bestaande en nieuwe groenvoorzieningen.<br />

Voorzieningen<br />

De nieuwe gebouwde voorzieningen die in het kader van de uitbreiding van het motorcrossterrein<br />

worden gerealiseerd bestaan uit een clubgebouw voor leden van de motorclubs, een veldschuur<br />

voor materialen voor motoren en wedstrijden en een portiersloge. De afmetingen van de<br />

gebouwen zijn als volgt:<br />

• clubgebouw: 8 x 12 m en 6 m hoog, in 2 verdiepingen met dakterras;<br />

• veldschuur: 6 x 12 m en 5 m hoog, met een open karakter;<br />

• portiersloge: 3 x 5 m en 2 m hoog.<br />

Het clubgebouw staat gesitueerd centraal op het terrein tussen beide startplaatsen. De veldschuur<br />

zal waarschijnlijk nabij de ingang aan de noordzijde van het terrein worden gesitueerd,<br />

evenals de portiersloge. Het hele motorcrossterrein zal in de toekomst beschikken over een<br />

sproei-installatie om overlast door opwaaiend stof te reduceren.<br />

Gebruik<br />

Het nieuwe motorcrossterrein wordt zowel voor de korte als de lange baan gebruikt. In overleg<br />

met beide verenigingen is de te verwachten representatieve bedrijfssituatie na samenvoeging<br />

van de beide verenigingen vastgesteld. De openingstijden vallen allemaal binnen de dagperiode.<br />

In tabel 3.1 zijn de toekomstige openingstijden van motorcrossterrein De Ketelberg weergegeven.<br />

In tabel 3.2 is het aantal motorcrossuren opgenomen. Vermeld zijn het aantal rijders en de<br />

te verwachten gemiddelde crosstijd per rijder [28]<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 10 van 23


Tabel 3.1 Openingstijden De Ketelberg [28]<br />

Situatie Dagen Openingstijden / frequentie<br />

Trainingen woensdag, donderdag 13.00 – 19.00 u<br />

zaterdag, zondag 13.00 – 17.00 u<br />

Wedstrijden clubwedstrijden 3x per jaar (woensdag, zondag)<br />

regionale wedstrijden 2x per jaar (woensdag, zondag)<br />

landelijke wedstrijden 4x per jaar op zondag<br />

2x per jaar op zaterdag<br />

Tabel 3.2 Motorcrossuren De Ketelberg [28]<br />

Situatie Klassen Aantal<br />

rijders<br />

Crosstijd per<br />

rijder (min.)<br />

Training<br />

Representatief Korte baan 50 cc – 85 cc 26 23<br />

Representatief Lange baan 50 cc – MX3 50 34<br />

Wedstrijd<br />

Club<br />

Korte baan 50 cc – 85 cc 75 26<br />

Lange baan MX1 – zijspan 100 30<br />

Regionaal zondag<br />

(DMX)<br />

Lange baan 50 cc – MX3 210 30<br />

Landelijk zondag Lange baan MX1 – MX3 200 44<br />

Landelijk zaterdag Korte baan 50 cc – 85 cc, MX2 200 30<br />

In de eerste helft van 2008 zal naar verwachting worden gestart met sanering van het bestaande<br />

motorcrossterrein De Pan in verband met aanleg van de provinciale weg (N284). De start van de<br />

werkzaamheden voor het Kempisch Bedrijvenpark, die starten met de aanleg van de nieuwe<br />

provinciale weg, is voorzien voor medio 2008.<br />

3.2 Wijze van aanleg<br />

De aanleg van het nieuwe motorcrossterrein De Ketelberg, inclusief westelijke uitbreiding, zal<br />

gepaard gaan met een gedeeltelijke herinrichting van het bestaande terrein.<br />

De aanleg van het motorcrossterrein zal vooral bestaan uit graafwerkzaamheden voor de aanleg<br />

van de korte en lange baan en de desbetreffende springbulten. Daartoe vinden omvangrijke<br />

graafwerkzaamheden op zowel het bestaande als het nieuwe terrein plaats. Grond afkomstig van<br />

het huidige, te saneren motorcrossterrein De Pan (MCC Hapert) kan waarschijnlijk worden hergebruikt<br />

bij de aanleg van het nieuwe westelijke deel van De Ketelberg.<br />

Ook voor de aanleg van de nieuwe gebouwen, sanitaire voorzieningen en de sproei-installatie op<br />

het terrein zullen grondwerkzaamheden noodzakelijk zijn. Voor de toekomstige bebouwing,<br />

zoals het clubhuis, de veldschuur en de portiersloge, worden de gebruikelijke bouwmaterialen<br />

toegepast. Hierbij gelden de normale vereisten conform het Bouwstoffenbesluit. De aard van de<br />

bebouwing zal worden ingepast in de bestaande omgeving. Uiteraard worden hiervoor de gebruikelijke<br />

procedures voor het aanvragen van een bouwvergunning gevolgd.<br />

Daarnaast moeten graafwerkzaamheden worden uitgevoerd voor de aanleg van het parkeerterrein,<br />

een geluidwal en de realisering van een afschermende groenstrook. Voor de aanleg van de<br />

parkeerplaatsen wordt een halfopen verharding voorgesteld.<br />

Ter plaatse van de nieuwe groenzones langs de randen van het terrein zal een groot aantal nieuwe<br />

bomen en struiken worden geplant. Hierbij wordt overwegend uitgegaan van inheems<br />

plantmateriaal, waarbij met de soortkeuze wordt aangesloten bij de reeds aanwezige beplanting.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 11 van 23


4 Effecten voor het milieu<br />

4.1 Algemeen<br />

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de belangrijkste milieueffecten (positief en negatief) die als<br />

gevolg van de voorgenomen uitbreiding van het motorcrossterrein De Ketelberg kunnen optreden.<br />

Daarbij wordt een indeling aangehouden zoals die in milieueffectenstudies gebruikelijk is.<br />

Voor zover relevant wordt onderscheid gemaakt in de aanleg- en gebruiksfase. Bijzondere aandacht<br />

wordt besteed aan eventuele "gevoelige" gebieden. Voor de effectbeschrijving is gebruik<br />

gemaakt van diverse documenten die informatie bevatten over het plangebied en omgeving. In<br />

de tekst zijn de relevante literatuurverwijzingen opgenomen.<br />

4.2 Bodem<br />

Bodemopbouw<br />

Het gebied waar het Kempisch Bedrijvenpark gerealiseerd gaat worden, en waar ook de uitbreiding<br />

van het motorcrossterrein De Ketelberg gepland is, kent beperkte hoogteverschillen. In de<br />

lager gelegen delen van het plangebied worden gooreerdgronden en op de hoger gelegen delen<br />

veldpodzol- en zwarte enkeerdgronden aangetroffen. Vrijwel overal komt lemig fijn zand voor.<br />

Deze zandgronden zijn nu nog in gebruik als akkerbouwgebied. De lagere delen liggen vooral in<br />

het noorden van het toekomstige KBP, de hogere terreindelen in het zuiden waar ook het bestaande<br />

motorcrossterrein is gesitueerd.<br />

Bij de herinrichting van het bestaande motorcrossterrein en aanleg van de westelijke uitbreiding<br />

zullen omvangrijke vergravingen worden uitgevoerd. Op het huidige crossterrein is echter reeds<br />

sprake van vergraven gronden. De wijzigingen daarin hebben derhalve geen negatieve gevolgen<br />

voor de bodemopbouw ter plaatse.<br />

Op de locatie van de westelijke baanuitbreiding is op dit moment nog sprake van een natuurlijke<br />

bodemopbouw. Hier zal, als gevolg van de aanleg van het motorcrossterrein, wel een verstoring<br />

van de bodemopbouw optreden. Omdat voor de ophoging en inrichting van dit terreindeel ook<br />

gebruik wordt gemaakt van grond afkomstig van het bestaande te saneren motorcrossterrein De<br />

Pan, zullen de negatieve effecten voor de bodem echter beperkt van omvang zijn. Rekening<br />

houdend met toepassing van dit materiaal kan worden gesproken van een gesloten grondbalans.<br />

Omdat ter plaatse van het uit te breiden motorcrossterrein vooral sprake is van hoger gelegen<br />

droge bodemtypen, wordt naar verwachting overal voldaan aan de ontwateringseisen die gebruikelijk<br />

zijn voor de aanleg van bebouwing en wegen. Als algemeen uitgangspunt voor het<br />

bouwrijp maken, waaronder het realiseren van voldoende ontwatering, geldt in alle gevallen dat<br />

negatieve effecten (m.n. verdroging) zo veel mogelijk dienen te worden voorkomen en ecologische<br />

potenties optimaal tot hun recht moeten kunnen blijven komen. Hieraan kan, gezien het<br />

huidige gebruik van het terrein, goed worden voldaan. Een en ander betekent dat geen ingrijpende<br />

effecten op de bodem te verwachten zijn [6].<br />

Milieukundige bodemkwaliteit<br />

Voor zover bekend zijn er binnen het plangebied van het Kempisch Bedrijvenpark geen locaties<br />

aanwezig waar sprake is van ernstige bodemverontreinigingen of voormalige stortplaatsen. Wel<br />

is uit archiefonderzoek naar voren gekomen dat er plaatselijk sprake is van (lichte) verontreinigingen<br />

in de bodem.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 12 van 23


Het betreft zinkassen in het wegprofiel, dan wel aanduidingen voor de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen<br />

als gevolg van agrarisch gebruik. Ook zijn er plaatselijk nog brandstoftanks<br />

aanwezig met de daaraan gerelateerde verontreinigingen met minerale olie.<br />

In het kader van de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moet worden vastgesteld of het voorgenomen<br />

bodemgebruik, vanuit milieuhygiënisch oogpunt, ter plaatse mogelijk is en welke vervolgacties<br />

eventueel nodig zijn om dat mogelijk te maken. Hiertoe is, door middel van een verkennend<br />

bodemonderzoek (NEN 5740) [29], de daadwerkelijke milieukwaliteit van de bodem in<br />

het plangebied van het KBP in kaart gebracht. Daaruit komt naar voren dat ter plaatse van het<br />

motorcrossterrein van MC Eersel geen verontreinigingen zijn aangetroffen die nader onderzoek<br />

noodzakelijk maken. Er is dus geen sprake van belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling.<br />

Vanwege de aanwezigheid van sterke verontreinigingen met metalen in het grondwater zal<br />

echter wel sprake zijn van beperkingen en extra kosten wanneer grondwater wordt onttrokken<br />

en geloosd. De gebruiksmogelijkheden van het grondwater ter plaatse zijn dus beperkt.<br />

Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat er vanuit de milieukundige kwaliteit van de bodem geen<br />

belemmeringen zijn voor de uitbreiding en herinrichting van het bestaande motorcrossterrein De<br />

Ketelberg. Voor de aanlegfase betekent dit dat de grond die wordt afgegraven naar verwachting<br />

niet vervuild is en zonder problemen elders in het plangebied gebruikt kan worden. Mocht uit<br />

het milieukundig bodemonderzoek iets anders naar voren komen, dan zullen de noodzakelijke<br />

vervolgstappen in overleg met het bevoegd gezag worden besproken en uitgevoerd.<br />

Tijdens de uitvoering van werkzaamheden in verband met de herinrichting van het motorcrossterrein<br />

is de kans op het ontstaan van verontreinigingen zeer klein. Er kan hooguit sprake zijn<br />

van kleine brandstoflekkages uit machines. Dergelijke vervuilingen zijn zeer lokaal en kunnen<br />

door afgraving van de verontreinigde plek vrijwel direct worden opgelost.<br />

Bij gebruik van het plangebied als motorcrossterrein kan verontreiniging plaatsvinden door<br />

brandstoflekkages. Dit betreft over het algemeen echter kleine, zeer lokale verontreinigingen,<br />

die zo nodig met eenvoudige middelen kunnen worden verwijderd (afgraven vervuilde grond).<br />

Op plaatsen waar gesleuteld wordt aan de motoren kunnen desgewenst aanvullende beschermende<br />

voorzieningen worden aangebracht (bijv. vloeistofdichte ondergrond). Daarover kunnen<br />

te zijner tijd eventueel nadere voorschriften worden opgenomen in de milieuvergunning.<br />

4.3 Water<br />

Ontwatering en afwatering<br />

Het plangebied vormt een onderdeel van het stroomgebied van de Dommel. Karakteristiek voor<br />

het stroomgebied van de Dommel is een licht glooiend landschap met lager gelegen beekdalen.<br />

Ter plaatse van het plangebied is de grondwaterstroming in het eerste watervoerende pakket<br />

noordwestelijk gericht naar de Groote Beerze. Het plangebied ligt grotendeels in een intermediair<br />

gebied waar zowel lokale kwel als infiltratie kan voorkomen. De oostelijke rand langs het<br />

bos maakt deel uit van een infiltratiegebied. De hogere en drogere delen zijn met name in het<br />

zuidelijk deel te vinden waar ook de uitbreiding van het motorcrossterrein is gepland.<br />

Het Wagenbroeks loopje doorsnijdt in de huidige situatie het plangebied van het toekomstige<br />

Kempisch Bedrijvenpark en verzorgt de huidige afwatering van het gebied. In de toekomst zal<br />

deze waterloop worden vervangen door een nieuw watersysteem, waarmee voldoende afwateringscapaciteit<br />

voor het KBP wordt gerealiseerd. Langs de nieuwe provinciale weg komt aan<br />

beide zijden een watergang te liggen. Vanuit de omgeving stroomt het regenwater naar deze<br />

watergangen en vervolgens naar een retentievoorziening in het terreindeel langs de snelweg.<br />

Bovendien wordt aan de oostzijde van het Kempisch Bedrijvenpark, direct ten westen van de<br />

toegangsweg naar het crossterrein, eveneens een nieuwe infiltratiesloot aangelegd. Een en ander<br />

betekent dat er diverse goede afwateringsmogelijkheden voor het motorcrossterrein zijn.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 13 van 23


Vanwege de relatief hoge ligging van de gronden ter plaatse van het motorcrossterrein, die tevens<br />

gekenmerkt worden door een vrij diepe grondwaterstand, is voor de uitbreiding van het<br />

motorcrossterrein De Ketelberg geen bemaling nodig. Ongewenste grondwaterstandverlaging in<br />

de nabijheid van kwetsbare natuurgebieden zal dus niet optreden. Dit betekent dat er geen sprake<br />

is van een negatief effect op het watersysteem.<br />

Onttrekking grondwater<br />

In hoofdstuk 3 is beschreven dat het motorcrossterrein in de toekomst zal beschikken over een<br />

sproei-installatie waarmee het zand nat gehouden kan worden, zodat de stofoverlast voor de<br />

omgeving tot een minimum kan worden beperkt (zie paragraaf 4.9). Hiervoor wordt gebruik<br />

gemaakt van grondwater dat ter plaatse wordt opgepompt. Afhankelijk van de capaciteit die<br />

daarvoor benodigd is, zal een vergunning worden aangevraagd bij de <strong>provincie</strong>.<br />

Alle grondwateronttrekkingen zijn aan regels gebonden die zijn verwoord in de Verordening<br />

Waterhuishouding van de <strong>provincie</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>. Onttrekkingen tot 10 m3/uur en niet dieper<br />

dan 30 m onder maaiveld, niet gelegen in beschermde gebieden, zijn vrijgesteld van vergunningplicht.<br />

Voor alle andere onttrekkingen is een vergunning noodzakelijk. Als er meer dan 10<br />

m3/uur wordt onttrokken geldt ook een registratieplicht en heffingplicht. De registratieplicht<br />

houdt in dat de onttrokken hoeveelheid moet worden gemeten. Over de onttrokken hoeveelheid<br />

dient de provinciale Grondwaterheffing te worden betaald.<br />

Waterkwaliteit<br />

Op dit moment zijn de gronden ter plaatse van de geplande westelijke uitbreiding van het motorcrossterrein<br />

in gebruik als landbouwgrond. Op deze gronden vindt nu nog bemesting plaats<br />

en worden bestrijdingsmiddelen toegepast. Als gevolg van de voorgenomen functiewijziging zal<br />

er in de toekomst geen sprake meer zijn van bemesting van de gronden, waardoor de uitspoeling<br />

van meststoffen naar het grond- en oppervlaktewater geleidelijk zal afnemen. Dat geldt ook<br />

voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen.<br />

In de vorige paragraaf is al stilgestaan bij de mogelijke verontreiniging van de bodem, en dus<br />

ook het grondwater, als gevolg van de aanleg en het gebruik van het plangebied als motorcrossterrein.<br />

In algemene zin kan worden geconcludeerd dat de kans daarop beperkt is, en eventuele<br />

lokale verontreinigingen eenvoudig kunnen worden verwijderd. Een en ander betekent dat geen<br />

negatieve effecten te verwachten zijn voor de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater.<br />

4.4 Flora en fauna<br />

Beschermde gebieden<br />

De planologische bescherming van belangrijke natuur- en/of landschapswaarden, zoals opgenomen<br />

in de Nota Ruimte (EHS: ecologische hoofdstructuur) [7] en het Streekplan <strong>Noord</strong>-<br />

<strong>Brabant</strong> (GHS: groene hoofdstructuur) [8], is niet van toepassing op het bestaande motorcrossterrein<br />

De Ketelberg en de geplande westelijke uitbreiding daarvan. Het plangebied maakt geen<br />

deel uit van een Vogel- of Habitatrichtlijngebied (VHR) [9, 10] en is niet aangewezen als Natura2000<br />

gebied of Natuurmonument in het kader van de Natuurbeschermingswet [11].<br />

Uit het Streekplan van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> [8] blijkt dat de natuurwaarden in het plangebied van het<br />

toekomstige motorcrossterrein als gering kunnen worden aangemerkt. Alleen de gronden ten<br />

noorden en oosten van het motorcrossterrein De Ketelberg zijn in het streekplan aangewezen als<br />

onderdeel van de Groene Hoofdstructuur (GHS), met de aanduiding 'overig bos- en natuurgebied'<br />

(zie figuur 4.1). Ten zuiden van de A67 loopt de GHS door en kent het gebied aanduidingen<br />

als 'natuurparel', 'leefgebied kwetsbare soorten' en 'RNLE-landschapsdeel'. De snelweg<br />

vormt hier echter een belangrijke barrière tussen gronden ten noorden en zuiden van deze weg.<br />

Het bosgebied ten noorden en oosten van De Ketelberg maakt daarnaast ook deel uit van de<br />

Ecologische Hoofdstructuur (EHS), waarbij deze bossen eveneens de aanduiding 'overig bos- en<br />

natuurgebied' hebben gekregen. Het gebied behorend tot de EHS ten zuiden van de A67 kent<br />

daarnaast de aanduiding beheersgebied (zie figuur 4.2).<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 14 van 23


De voorgenomen ingreep, te weten herinrichting en uitbreiding van het bestaande motorcrossterrein<br />

De Ketelberg, leidt niet tot een fysieke aantasting van deze beschermde bosgebieden,<br />

aangezien het motorcrossterrein geheel buiten de begrenzing valt van gebieden die beschermd<br />

zijn in het kader van de GHS/EHS..<br />

Figuur 4.1: Groene Hoofdstructuur rond motorcrossterrein De Ketelberg [7]<br />

Figuur 4.2: Ecologische Hoofdstructuur rond motorcrossterrein De Ketelberg [8]<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 15 van 23


Een relevant effect voor de omgeving betreft de mogelijke aantasting van ter plaatse aanwezige<br />

natuurwaarden door de crossactiviteiten. Het gaat dan met name om het optreden van barrièrewerking<br />

voor bestaande van migratieroutes door de crossactiviteiten. Daardoor kunnen populaties<br />

in een veel groter gebied dan alleen het crossterrein zelf worden beïnvloed.<br />

Omdat in het plangebied nu al sprake is van een motorcrossterrein, en het terrein reeds grenst<br />

aan een forse barrière (A67) voor de uitwisseling van fauna, heeft de geplande herinrichting en<br />

westelijke uitbreiding van het bestaande crossterrein geen invloed op de migratiemogelijkheden.<br />

De voorgenomen herinrichting en uitbreiding van het crossterrein zal, door verruiming van de<br />

gebruiksmogelijkheden, leiden tot extra verstoring in de omgeving als gevolg van een toename<br />

van de geluidproductie en daarmee ook van een toename van het geluidbelaste oppervlak.<br />

De omvang van de mogelijke verstoring van gebiedsdelen vallend onder de EHS/GHS is nader<br />

bepaald in het akoestisch onderzoek [28]. Daaruit komt naar voren dat het huidige geluidbelaste<br />

oppervlak vallend binnen de EHS/GHS binnen de vastgestelde geluidzone circa 11,2 ha ten<br />

noorden van A67 bedraagt en circa 23,2 ha (EHS) resp. 26,1 ha (GHS ten zuiden van de A67.<br />

Op trainingsdagen neemt de omvang van de totale geluidsbelaste oppervlakte binnen de<br />

EHS/GHS in de toekomst af, zowel ten noorden als ten zuiden van de A67. Dit wordt met name<br />

veroorzaakt door het beëindigen van de activiteiten op het crossterrein van MCC Hapert.<br />

Tijdens wedstrijddagen (club, regionaal, landelijk) is er sprake van een toename van deze oppervlakte<br />

ten noorden van de A67 (resp. 5 ha,.6,8 ha, 13,2 ha), maar in de meeste gevallen nog<br />

steeds van een afname ten zuiden van de A67 (resp. 4,5 ha, 3,5 ha, 0 ha).<br />

Het provinciale compensatiebeginsel voorziet alleen in richtlijnen voor compensatie bij daadwerkelijke<br />

fysieke aantasting. Aangezien hiervan geen sprake is, kan in beginsel worden uitgegaan<br />

van een compensatiefactor van 1/3 van de oppervlakte binnen de EHS/GHS die wordt verstoord.<br />

Deze factor is in vergelijkbare situaties elders (o.a. bedrijventerrein Eeneind Nuenen,<br />

woonwijk Brandevoort Helmond) in overleg met de <strong>provincie</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> overeengekomen.<br />

Of er in dit geval ook werkelijk sprake is van een compensatieverplichting, vanwege incidentele<br />

toename van het geluidbelaste oppervlak in de EHS/GHS tijdens landelijke wedstrijden, zal in<br />

overleg met de <strong>provincie</strong> nader moeten worden bezien. Gedurende het grootste deel van het jaar<br />

is immers sprake van een duidelijke verbetering van de geluidssituatie binnen de EHS/GHS. De<br />

maximale omvang van de eventuele natuurcompensatie bedraagt 4,4 ha.<br />

Beschermde soorten<br />

Ten behoeve van de ontwikkeling van het Kempisch Bedrijvenpark zijn verschillende onderzoeken<br />

uitgevoerd naar het voorkomen van beschermde soorten planten en dieren in het plangebied<br />

[12, 13, 14]. Uit de scan van het natuur- en soortenbeleid [12] bleek dat binnen het plangebied<br />

mogelijk enkele bijzondere beschermde soorten voorkomen. Om deze reden is het plangebied<br />

van het Kempisch Bedrijvenpark in 2005 gericht geïnventariseerd op het voorkomen van<br />

een aantal nader benoemde bijzondere beschermde soorten planten, zoogdieren, broedvogels,<br />

amfibieën en reptielen [13]. Gezien de huidige inrichting van het plangebied kan de aanwezigheid<br />

van beschermde soorten vissen en ongewervelden op voorhand worden uitgesloten [15].<br />

Daarnaast is in het gebied waar de aansluiting van de nieuwe provinciale verbindingsweg<br />

(N284) op de A67 wordt gerealiseerd, in mei 2005 door de <strong>provincie</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> een quick<br />

scan [14] uitgevoerd om te bepalen waar ecologische waarden aanwezig zijn. De resultaten van<br />

deze onderzoeken zijn onderstaand samengevat.<br />

• Flora<br />

In het plangebied van het Kempisch bedrijvenpark zijn in 2000 twee beschermde plantensoorten<br />

aangetroffen, Grasklokje en Brede wespenorchis [12]. Beide soorten komen in Nederland algemeen<br />

voor en zijn in tabel 1 van de Flora- en faunawet [16] ondergebracht. Ten aanzien van<br />

ruimtelijke ontwikkelingen geldt voor deze soorten een vrijstelling. Van de lijst van bijzondere<br />

beschermde plantensoorten (tabel 2 en 3 uit de Flora- en faunawet) is slechts één soort aangetroffen,<br />

Kleine zonnedauw [14]. Deze soort, die in de berm van de rijksweg A67 is aangetroffen,<br />

is in tabel 2 van de Flora- en faunawet ondergebracht.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 16 van 23


Wellicht dat de onttrekking van water ten behoeve van het nat houden van de baan invloed heeft<br />

op het gebiedsdeel waar deze van vocht afhankelijke soort voorkomt. Hierover moet uitsluitsel<br />

worden gegeven. Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt voor deze soort een vrijstelling indien<br />

gewerkt wordt volgens een door het ministerie van LNV goedgekeurde gedragscode. Zonder<br />

een gedragscode moet een ontheffing van de Flora- en faunawet worden aangevraagd.<br />

Voor zover bekend zijn geen van de in de Flora- en faunawet beschermde soorten aanwezig op<br />

het bestaande motorcrossterrein De Ketelberg en in het westelijke uitbreidingsgebied.<br />

Naast de beschermde plantensoorten zijn in het plangebied van het KBP nog drie Rode lijstsoorten<br />

aangetroffen. Hierbij gaat het om de Liggende vleugeltjesbloem, Dubbelloof en Stekelbrem.<br />

Alleen de eerste soort is in de <strong>provincie</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> een bijzondere soort. De soort komt in<br />

deze <strong>provincie</strong> slechts in 3% van de kilometerhokken voor [14]. Ook deze soorten komen, voor<br />

zover bekend, niet voor op het motorcrossterrein.<br />

Samengevat wordt geconcludeerd dat als gevolg van de herinrichting en uitbreiding van het motorcrossterrein<br />

waarschijnlijk geen beschermde of bijzondere plantensoorten worden aangetast.<br />

• Broedvogels<br />

Alle in Europa inheemse vogelsoorten genieten bescherming in de Flora- en faunawet. Tijdens<br />

de broedvogelinventarisatie zijn in het plangebied broedgevallen van meerdere vogelsoorten<br />

aangetroffen [13]. Van de waargenomen soorten is alleen de Huismus opgenomen op de Rode<br />

Lijst; de overige soorten komen algemeen tot zeer algemeen in Nederland voor. Wanneer de<br />

werkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden, zal in het algemeen echter niet snel sprake<br />

zijn van verstoring (Brochure “Buiten aan het werk? Ministerie van LNV, 2005[17]).<br />

Volgens de Flora- en faunawet zijn alle vaste rust- en verblijfplaatsen van vogels beschermd.<br />

Dat geldt met name voor nestbomen van spechten, uilen en roofvogels. Dergelijke plekken zijn<br />

jaarrond beschermd. Indien er bomen op het crossterrein worden gekapt, moet worden voorkomen<br />

dat het daarbij gaat om nestbomen.<br />

Het crossen zelf levert natuurlijk wel verstoring op. Uit onderzoek voor motorcrossterreinen elders<br />

in het land [25] komt naar voren dat broedvogels hinder kunnen hebben van geluid veroorzaakt<br />

door het crossen. Vogels ondervinden vooral nadelige effecten als gevolg van lawaaioverlast<br />

tijdens de broedperiode en de periode van opgroei van de jongen. Te hoge geluidbelasting in<br />

deze kritische periode leidt tot het vertrek van vogelsoorten, tot een lagere broeddichtheid en een<br />

lager broedsucces. Dit geldt voor vogels op het crossterrein zelf, maar ook voor vogels in de directe<br />

omgeving. Van broedvogels is bekend dat ze schade ondervinden bij een geluidsbelasting<br />

ten gevolge van wegverkeer (d.w.z. een vrij continu geluidniveau) dat hoger is dan 40 d(B)A.<br />

Het verstorende effect ten gevolge van sterk wisselende geluidniveaus, zoals tijdens crossen het<br />

geval is, is veel minder bekend.<br />

Omdat in het plangebied op dit moment al gebruikt wordt als motorcrossterrein, en het terrein<br />

direct langs de rijksweg A67 is gelegen, is in de huidige situatie echter reeds sprake van een<br />

geluidbelasting hoger dan 50 dB(A) (zie 4.8). Voor dit terrein is door de <strong>provincie</strong> <strong>Noord</strong>-<br />

<strong>Brabant</strong> in de jaren tachtig een zonebesluit ingevolge de Wet geluidhinder genomen (zie bijlage<br />

3). De werkelijke geluidsituatie wijkt overigens af van de contour volgens het zonebesluit.<br />

Een en ander betekent dat rondom het motorcrossterrein De Ketelberg als jarenlang sprake is<br />

van een geluidbelasting die zo hoog is dat deze kan leiden tot verstoring van broedvogels. Ter<br />

plaatse treedt bovendien een aanzienlijke geluidbelasting op door het verkeer op de A67. Op<br />

basis hiervan kan worden gesteld dat er in de huidige situatie al niet of nauwelijks meer sprake<br />

is van een gunstige situatie voor broedvogels in het plangebied of de directe omgeving daarvan.<br />

Naar verwachting zullen hier vrijwel geen broedende vogels voorkomen. De voorgenomen herinrichting<br />

en westelijke uitbreiding van het crossterrein brengt hier geen verandering in.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 17 van 23


• Grondgebonden zoogdieren<br />

Bijzondere beschermde soorten zoogdieren zijn niet in het plangebied aangetroffen [13]. Wel is<br />

het voorkomen van meerdere soorten grondgebonden zoogdieren aangetoond. Daarnaast is het<br />

voorkomen van enkele andere soorten waarschijnlijk. Alle (waarschijnlijk) in het gebied voorkomende<br />

grondgebonden soorten zoogdieren komen algemeen tot zeer algemeen in Nederland<br />

voor. Alle soorten zijn daarom in tabel 1 van de Flora- en faunawet ondergebracht. Ten aanzien<br />

van ruimtelijke ontwikkelingen geldt voor deze soorten een vrijstelling.<br />

• Vleermuizen<br />

In het plangebied zijn drie soorten beschermde vleermuizen waargenomen. Het betreft de Gewone<br />

dwergvleermuis, de Ruige dwergvleermuis en de Laatvlieger. Alle soorten zijn alleen foeragerend<br />

in het gebied waargenomen. Kolonieplaatsen van deze soorten bevinden zich in gebouwen<br />

en/of holtes en spleten van (oude) bomen. Vaste rust- en verblijfplaatsen, evenals vliegroutes,<br />

zijn in het plangebied van het Kempisch Bedrijvenpark niet aangetroffen. Mogelijk dat<br />

de bosrand langs de oostzijde van het KBP wel fungeert als migratieroute. Hierin treedt echter<br />

geen verandering op, aangezien deze bosrand gehandhaafd blijft.<br />

Alle vleermuizen zijn opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en vallen daardoor onder<br />

het zwaarste beschermingsregime (tabel 3). Indien ten behoeve van de herinrichting of uitbreiding<br />

van het motorcrossterrein oude bomen waarin vleermuizen kunnen huizen moeten worden<br />

verwijderd, dienen deze vooraf te worden onderzocht op het voorkomen van de genoemde soorten.<br />

Indien toch vaste verblijfplaatsen van vleermuizen worden aangetroffen moet alsnog een<br />

ontheffing van de Flora- en faunawet worden aangevraagd.<br />

• Amfibieën en reptielen<br />

In het plangebied van het Kempisch Bedrijvenpark is vrijwel geen open water aanwezig dat als<br />

voortplantingsplaats voor amfibieën kan functioneren. In de zuidelijke helft van het plangebied<br />

ligt een poel bij een boerderij nabij De Pan. Deze poel ligt buiten het gebied van de uitbreiding<br />

van motorcrossterrein De Ketelberg. Tijdens de inventarisatie zijn geen reptielen in het plangebied<br />

aangetroffen [13]. Het voorkomen van reptielen is, vanwege de habitateisen van deze<br />

soortgroep, ook niet waarschijnlijk.<br />

4.5 Landschap<br />

De uitbreiding van motorcrossterrein De Ketelberg in westelijke richting bevindt zich aan de<br />

rand van een open landbouwgebied. Door de uitbreiding van het huidige terrein de Ketelberg<br />

ontstaat één aaneengesloten motorcrossterrein terwijl eerst sprake was van twee aparte terreinen.<br />

De uitbreiding vindt plaats op een hoek van het toekomstige Kempische Bedrijvenpark, een regionaal<br />

bedrijventerrein dat bestemd is voor de opvang van bedrijven in de regio De Kempen.<br />

Op het huidige motorcrossterrein is een groot aantal bomen aanwezig, die ook in de toekomstige<br />

situatie vrijwel volledig gehandhaafd blijven. Door de aanleg van groenzones rondom het crossterrein<br />

zal de diversiteit van het verder landschap toenemen. De geplande uitbreidingslocatie<br />

sluit goed aan bij het bestaande motorcrossterrein en wordt in ruimtelijk opzicht goed ingepast<br />

in het toekomstige bedrijventerrein en het bos en natuurgebied in de directe omgeving. Door de<br />

natuurlijke inpassing en de samenvoeging van twee motorcrossterreinen blijft de landschappelijke<br />

variatie per saldo gelijk en kan dit effect als neutraal worden beoordeeld.<br />

4.6 Cultuurhistorie en archeologie<br />

Cultuurhistorie<br />

Op de Cultuurhistorische Waardenkaart [18] van de <strong>provincie</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> zijn de bestaande<br />

cultuurhistorische waarden aangegeven. Hieruit blijkt dat de onverharde wegen ten noorden en<br />

ten westen van het bestaande motorcrossterrein De Ketelberg zijn aangemerkt als "historischlandschappelijke<br />

lijn met redelijke hoge cultuurhistorische waarde".<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 18 van 23


Deze waarde wordt door de uitbreiding van het motorcrossterrein deels aangetast, omdat de<br />

westelijke zandweg deels onderdeel gaat uitmaken van het crossterrein. De noordelijke zandweg<br />

blijft ongewijzigd gehandhaafd en gaat benut worden als toegangsroute. Verder zijn er rondom<br />

het plangebied van De Ketelberg geen cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig.<br />

Archeologie<br />

De Cultuurhistorische Waardenkaart van de <strong>provincie</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> [18] geeft aan dat het gebied<br />

waar de uitbreiding van motorcrossterrein De Ketelberg is gepland een middelhoge tot hoge<br />

archeologische verwachtingswaarde heeft (zie figuur 4.3, roze kleur).<br />

Figuur 4.3: Cultuurhistorische en archeologische waarden rond motorcrossterrein De Ketelberg [18]<br />

Voor gebieden met een middelhoge- of hoge archeologische verwachtingswaarde geldt dat een<br />

inventariserend en waarderend archeologisch onderzoek noodzakelijk is om vast te stellen of er<br />

werkelijk archeologische waarden in deze gebiedsdelen aanwezig zijn. Dit onderzoek is inmiddels<br />

uitgevoerd [27]. Op basis van de resultaten van de bureaustudie (fase 1), is vervolgens in<br />

delen van het toekomstige Kempisch Bedrijvenpark een verkennend veldonderzoek (fase 2) uitgevoerd.<br />

De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in de "Archeologische verwachtingen-<br />

en aanbevelingenkaart op basis van de resultaten van het bureau- en verkennend veldonderzoek".<br />

Uit deze kaart komt naar voeren dat ter plaatse van het uit te breiden motorcrossterrein<br />

sprake is van een "verstoord of niet Verstoord of niet intact bodemprofiel". Na een verkennend<br />

veldonderzoek resulteert dit in het oordeel dat hier sprake is van een lage archeologische. In dat<br />

geval is vervolgonderzoek niet nodig. Tevens kan op basis daarvan worden geconcludeerd dat er<br />

geen sprake is van negatieve effecten als gevolg van de uitbreiding van het motorcrossterrein.<br />

4.7 Infrastructuur<br />

Ook in de toekomst blijft de huidige noordelijke toegangsroute naar het motorcrossterrein De<br />

Ketelberg, via de zandweg vanaf de Kapelweg / Dalemse Dijk, de belangrijkste toegangsweg<br />

voor het uitgebreide motorcrossterrein In hoofdstuk 3 is reeds nader toegelicht op welke wijze<br />

het motorcrossterrein in de toekomst ontsloten gaat worden. Deze nieuwe situatie is nogmaals<br />

weergegeven in figuur 4.4. Alleen bij calamiteiten (hulpdiensten) is het mogelijk om gebruik te<br />

maken van een westelijke toegangsweg die aansluit op de nieuwe ontsluiting van het KBP.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 19 van 23


Het gaat dan om een rechtstreekse ontsluiting vanaf de provinciale weg en vervolgens via de<br />

Eerselsedijk naar het motorcrossterrein.<br />

Figuur 4.4: Ontsluitingsstructuur motorcrossterrein De Ketelberg<br />

In verband met de uitbreiding van motorcrossterrein De Ketelberg wordt het ook het bestaande<br />

terrein heringericht en zullen nieuwe halfverharde parkeerplaatsen worden gerealiseerd. De centrale<br />

parkeerplaatsen in de zuidwesthoek van het terrein is met name bedoeld voor leden van de<br />

samengevoegde nieuwe motorcrossclub. De extra parkeerplaatsen die nodig zijn tijdens toernooien<br />

en evenementen zijn gesitueerd langs de toegangswegen ten zuiden en oosten van het<br />

motorcrossterrein. Mogelijk is tijdens dergelijke evenementen nog extra parkeercapaciteit nodig.<br />

Daarvoor wordt aansluiting gezocht bij nog aan te leggen parkeervoorzieningen bij bedrijven<br />

op het Kempisch Bedrijvenpark.<br />

Naar verwachting zal het totaal aantal verkeersbewegingen bij het samenvoegen van de beide<br />

motorcrossclubs niet toenemen. MCC Hapert kent momenteel een aanvoerroute naar crossterrein<br />

De Pan via de gelijknamige verharde weg De Pan. De leden van MC Eersel rijden naar hun<br />

crossterrein De Ketelberg via de onverharde Kapelweg aan de noordzijde van het terrein.<br />

In de toekomst zullen alle leden van de nieuwe motorclub gebruik gaan maken van de laatstgenoemde<br />

route. Hierdoor zal de verkeersintensiteit langs De Pan afnemen, maar zal de hoeveelheid<br />

verkeer op de onverharde toegangsweg naar De Ketelberg toenemen. Dit wordt als een negatief<br />

effect beoordeeld. In tabel 4.1 is een overzicht opgenomen van de nieuwe verkeersintensiteiten<br />

die op deze toegangsweg te verwachten zijn [26]. Daarbij is onderscheid gemaakt in normaal<br />

gebruik tijdens trainingen en de situatie op wedstrijddagen (11 dagen per jaar).<br />

Tabel 4.1 Etmaalintensiteiten op toegangsweg naar De Ketelberg [26]<br />

aantal voertuigen frequentie etmaalintensiteit<br />

Trainingen 20 3x per week 40<br />

Wedstrijddagen 250 11x per jaar 500<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 20 van 23


4.8 Geluid<br />

De belangrijkste milieugevolgen van gemotoriseerde sportbeoefening, zoals motorcrossen, zijn<br />

geluidsoverlast en de uitstoot van uitlaatgassen (zie § 4.9). Geluid zorgt voor ruimtelijke consequenties.<br />

Door voldoende afstand aan te houden tussen het crossterrein en woningen, dan wel<br />

andere geluidgevoelige bestemmingen, kan geluidsoverlast worden voorkomen.<br />

In de Wet geluidhinder is voor crossterreinen, die 8 uur of meer per week zijn opengesteld, een<br />

maximale geluidbelasting voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen vastgesteld<br />

van 50 dB(A) op de rond het terrein vastgestelde zonegrens. De afstand tussen het crossterrein<br />

en de geluidgevoelige bestemmingen moet zo groot zijn dat deze norm niet wordt overschreden.<br />

Voor het bestaande motorcrossterrein de Ketelberg (MC Eersel) is in de jaren tachtig door de<br />

Provincie <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> een zonebesluit ingevolge de Wet geluidshinder genomen. De daarbij<br />

behorende zonekaart is opgenomen in bijlage 3. Beide terreinen zijn in de voorheen geldende<br />

bestemmingsplannen als motorcrossterrein aangewezen. De 50 dB(A) contour voor motorcrossterrein<br />

De Pan conform het bestemmingsplan is eveneens opgenomen in bijlage 3.<br />

In 2006 is door Grontmij een verkennend akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de huidige geluidsituatie<br />

ter plaatse van de motorcrossterreinen van MC Eersel (De Ketelberg) en MCC Hapert<br />

(De Pan), waarbij ook is gekeken naar de consequenties van een eventuele samenvoeging<br />

[19]. In oktober 2007 is dit onderzoek, naar de consequenties van het samenvoegen van beide<br />

verenigingen verder aangevuld [28].<br />

MC Eersel<br />

Voor het huidige terrein van MC Eersel is de geluidbelasting berekend voor de destijds actuele<br />

situatie, vanwege het ontbreken van een milieuvergunning. Bij de vaststelling van de zone bleek<br />

er zich geen saneringssituatie (geluidbelasting bij woning >55 dB(A)) voor te doen. Wel was er<br />

sprake van een geluidsbelasting van maximaal 55 dB(A) bij één woning. MC Eersel heeft op dit<br />

moment geen milieuvergunning, maar er is onlangs wel een vergunningaanvraag ingediend. De<br />

bedrijfssituatie die hierin is opgenomen, wijkt af van die ten tijde van de vaststelling van het<br />

zonebesluit (jaren tachtig). Deze aanvraag is echter aangehouden vanwege de voorgenomen uitbreiding<br />

van het bestaande terrein. De nieuwe situatie komt onderstaand nader aan de orde.<br />

MCC Hapert<br />

Voor het terrein van MCC Hapert blijkt uit het geluidonderzoek [19] dat er geen sprake is van<br />

een saneringssituatie. Bij een viertal woningen in de omgeving van dit crossterrein is wel sprake<br />

van een geluidsbelasting van maximaal 55 dB(A). MCC Hapert heeft hiervoor echter een goedgekeurde<br />

milieuvergunning. De <strong>provincie</strong> is hiervoor bevoegd gezag. Door beëindiging van de<br />

crossactiviteiten op De Pan wordt een einde gemaakt aan overschrijding van de geluidsnorm<br />

van 50 dB(A) ter plaatse. Deze woningen verdwijnen echter ten behoeve van de realisering van<br />

het Kempisch Bedrijvenpark.<br />

Nieuwe situatie De Ketelberg<br />

In overleg met beide verenigingen is de representatieve bedrijfssituatie vastgesteld zoals die zal<br />

ontstaan na het samenvoegen van beide verenigingen c.q. terreinen (zie tabel 3.1 en 3.2).<br />

Aan de hand van de aldus vastgestelde representatieve bedrijfssituatie is vervolgens de geluidsuitstraling<br />

van motorcrossterrein De Ketelberg naar de omgeving bepaald [19, 28]. Daarbij is<br />

onderscheid gemaakt in trainingsdagen en wedstrijddagen.<br />

In figuur 4.5 zijn de geluidcontouren voor trainingsdagen in de nieuwe situatie gepresenteerd. In<br />

figuur 4.6 zijn de geluidcontouren tijdens een landelijke wedstrijddag opgenomen. In die situatie<br />

reiken de contouren het verst. Voor de contouren behorend bij overige wedstrijddagen wordt<br />

verwezen naar het geluidonderzoek.<br />

Ter indicatie is in beide figuren ook de positie van de 50 dB(A) contouren aangegeven zoals die<br />

nu gelden rondom de huidige terreinen van MC Eersel en MCC Hapert (stippellijn).<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 21 van 23


Figuur 4.5: Geluidcontouren tijdens trainingsdag De Ketelberg<br />

Figuur 46: Geluidcontouren tijdens landelijke wedstrijddag De Ketelberg<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 22 van 23


Geluidbelasting woningen<br />

Zowel voor trainingsdagen als voor wedstrijddagen is de geluidbelasting ter plaatse van de gevels<br />

van woningen in de omgeving bepaald. Woningen die verdwijnen als gevolg van de ontwikkeling<br />

van het Kempisch Bedrijvenpark zijn daarbij buiten beschouwing gelaten.<br />

Uit deze gegevens blijkt dat de geluidsbelasting tijdens trainingsdagen ter plaatse van woningen<br />

in de omgeving niet meer dan circa 45 dB(A) bedraagt. De 50 dB(A) contour valt net binnen de<br />

reeds vastgestelde contour voor het terrein van MC Eersel. Dit is met name het gevolg van de<br />

lagere geluidemissie van motoren in de loop der jaren. Voorwaarde bij deze contour is wel dat<br />

handhaving plaatsvindt van de geluidemissie van individuele motoren op basis van de KNMVmethode.<br />

De reeds vastgestelde zone hoeft derhalve voor trainingsdagen niet herzien te worden<br />

voor de nieuwe situatie.<br />

Tijdens wedstrijddagen is de geluidsbelasting echter aanzienlijk hoger. De 50 dB(A) contour<br />

reikt dan duidelijk verder dan de vastgestelde contour. Het grootste deel van het gebied waarbinnen<br />

de geluidsbelasting toeneemt tot 50 dB(A) bevindt zich echter op het toekomstige bedrijventerrein.<br />

Bij wedstrijden in club- en regionaal verband is er sprake van een lichte overschrijding<br />

(0,7 tot 1,0 dB) van de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) bij één woning ten westen<br />

van het motorcrossterrein. Deze woning ligt aan de rand van het nieuwe bedrijventerrein.<br />

Bij wedstrijden op landelijk niveau (6x per jaar) is bij 2 woningen sprake van een overschrijding<br />

van de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Ter plaatse van deze woningen bedraagt de geluidsbelasting<br />

in die situatie 51,5 dB(A) respectievelijk 53,4 dB(A). De geluidbelasting blijft<br />

echter wel binnen de uiterste grenswaarde van 55 dB(A).<br />

Indien voor de wedstrijdsituaties ter plaatse van de genoemde woningen ook moet worden voldaan<br />

aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) moeten aanvullende maatregelen worden getroffen.<br />

Hierbij kan zowel worden gedacht aan bronmaatregelen (o.a. geluidemissie motoren,<br />

crosstijd verminderen) als aan het treffen van maatregelen in de overdrachtsweg (geluidwallen).<br />

Voorstellen hiervoor zijn nader uitgewerkt in het akoestisch onderzoek [28]. Er is daarover nog<br />

geen besluit genomen. Indien deze maatregelen ondoeltreffend dan wel overwegende bezwaren<br />

ontmoeten van stedenbouwkundige, landschappelijk of financiële aard, bestaat de mogelijkheid<br />

om bij Gedeputeerde Staten een ontheffing aan te vragen tot maximaal 55 dB(A). Het zou in dit<br />

geval dan dus gaan om een ontheffing voor maximaal 2 woningen.<br />

Geluidbelaste oppervlakte<br />

De toename van de geluidcontouren rondom het motorcrossterrein De Ketelberg leiden tevens<br />

tot een toename van de totale geluidbelaste oppervlakte. Dit is de oppervlakte waarbinnen de<br />

geluidsbelasting meer dan 50 dB(A) bedraagt. Dit kan tevens leiden tot extra verstoring in de<br />

omringende bosgebieden (zie ook paragraaf 4.4).<br />

De totale geluidsbelaste oppervlakte volgens de thans geldende zoneringen bedraagt circa 118<br />

ha. In de toekomst zal de totale geluidsbelaste oppervlakte tijdens trainingen met circa 43 ha<br />

afnemen. Dit wordt met name veroorzaakt door beëindiging van de crossactiviteiten op het terrein<br />

van MCC Hapert. Tijdens wedstrijddagen is echter wel sprake van een toename. Tijdens<br />

clubwedstrijden bedraagt de totale geluidsbelaste oppervlakte circa 150 ha, tijdens regionale<br />

wedstrijden circa 172 ha en tijdens wedstrijden op landelijk niveau circa 201 ha.<br />

De totale geluidbelaste oppervlakte binnen de EHS/GHS neemt in dat laatste geval toe met maximaal<br />

13,2 ha ten opzichte van de huidige situatie. Tijdens de overige wedstrijden is deze toename<br />

veel minder. Tijdens trainingsdagen is zelfs sprake van een afname van de totale geluidbelaste<br />

oppervlakte binnen de EHS/GHS. In paragraaf 4.4 is reeds ingegaan op een eventuele<br />

compensatieverplichting hiervoor. Daarover zal overleg met de <strong>provincie</strong> moeten plaatsen.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 23 van 23


4.9 Lucht<br />

In het Integraal onderzoek Luchtkwaliteit Kempisch Bedrijvenpark en Wegomlegging N284<br />

[21] is de luchtkwaliteit voor het toekomstige Kempisch Bedrijvenpark onderzocht. In dit onderzoek<br />

is niet specifiek rekening gehouden met de motorcrossterreinen De Pan en de Ketelberg.<br />

De motorcrossterreinen zijn alleen meegenomen als achtergrondwaarden.<br />

In opdracht van MC Eersel is begin 2007 nader onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit ter<br />

plaatse van motorcrossterrein De Ketelberg [26]. Dit onderzoek, dat is uitgevoerd met het CAR<br />

II-model, is overigens nog wel gebaseerd op de huidige bedrijfsvoering. Daarbij is uitgegaan<br />

van drie trainingsdagen per week en acht wedstrijden per jaar.<br />

Voor de bepaling van de invloed van het gebruik van het motorcrossterrein op de luchtkwaliteit<br />

is zowel rekening gehouden met de personenauto's (motorcrossers, publiek, beheerders, wedstrijdleiding)<br />

die naar het terrein komen als met het gebruik van de baan door de crossmotoren.<br />

Voor nadere uitleg over de wijze waarop het verschil in gebruik tussen personenauto's en crossmotoren<br />

in de berekeningen is verdisconteerd, wordt verwezen naar het onderzoek zelf.<br />

Voor de toetsing van de berekende waarden geldt het Besluit Luchtkwaliteit 2005 als referentie.<br />

In het onderzoek heeft toetsing aan de grenswaarden van 2006 plaatsgevonden.<br />

In het luchtonderzoek [26] zijn de concentraties op een viertal punten in de omgeving van het<br />

motorcrossterrein onderzocht (woningen Eerselsedijk 1 en 2, westelijke inrichtingsgrens, 5 m<br />

afstand van de A67). De toetsing heeft zowel plaatsgevonden voor het meerjarige gemiddelde<br />

klimaat als voor een ongunstig jaar. De situatie tijdens trainingen kan daarbij als maatgevend<br />

worden beschouwd. Er is onderscheid gemaakt in de toetsjaren 2007, 2010 en 2015.<br />

Voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en fijn stof gelden grenswaarden of plandrempels die een<br />

aantal dagen per jaar mogen worden overschreden. Als gevolg van de achtergrondconcentraties<br />

vinden reeds overschrijdingen van de norm voor fijn stof plaats.<br />

In onderstaande tabellen zijn de belangrijkste resultaten die kunnen worden afgeleid uit het<br />

luchtonderzoek [26] samengevat weergegeven. Omdat de situatie ter plaatse van de grens van<br />

het motorcrossterrein het minst gunstig is, en deze niet erg veel afwijkt van de situatie ter plaatse<br />

van de meest nabijgelegen woning (Eerselsedijk 2), is die situatie in de tabellen opgenomen.<br />

Bovendien is het verschil tussen het meerjarig gemiddelde en een ongunstig jaar eveneens beperkt,<br />

dus is in de tabellen de meest ongunstige situatie opgenomen.<br />

Tabel 4.2 Concentraties bij het ongunstig jaar 2007 Grens inrichting [29]<br />

stof grenswaarde<br />

(µg/m 3 )<br />

toegestane<br />

overschrijdingen<br />

concentratie<br />

(µg/m 3 )<br />

aantal<br />

overschrijdingen<br />

fijn stof (PM10) bij droog weer 40 35 28,219 23<br />

fijn stof (PM10) bij vochtig circuit 40 35 28,001 23<br />

koolmonoxide (CO) 3600 645,743<br />

benzeen 5 0,701<br />

benzopyreen (Bap) (in ng/m 3 ) 1 0,300<br />

zwaveldioxide (SO2) 125 3 1,801 0<br />

stikstofdioxide (NO2) 200 18 21,761 0<br />

Tabel 4.3 Concentraties bij het ongunstig jaar 2010 Grens inrichting [29]<br />

stof grenswaarde<br />

(µg/m 3 )<br />

toegestane over-<br />

schrijdingen<br />

concentratie<br />

(µg/m 3 )<br />

aantal<br />

overschrijdingen<br />

fijn stof (PM10) bij droog weer 40 35 27,119 23<br />

fijn stof (PM10) bij vochtig circuit 40 35 26,901 23<br />

koolmonoxide (CO) 3600 645,699<br />

benzeen 5 0,700<br />

benzopyreen (Bap) (in ng/m 3 ) 1 0,300<br />

zwaveldioxide (SO2) 125 3 3,101 0<br />

stikstofdioxide (NO2) 200 18 20,461 0<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 24 van 23


Tabel 4.4 Concentraties bij het ongunstig jaar 2015 Grens inrichting [29]<br />

stof grenswaarde<br />

(µg/m 3 )<br />

toegestane<br />

overschrijdingen<br />

concentratie<br />

(µg/m 3 )<br />

aantal<br />

overschrijdingen<br />

fijn stof (PM10) bij droog weer 40 35 26,119 19<br />

fijn stof (PM10) bij vochtig circuit 40 35 25,901 19<br />

koolmonoxide (CO) 3600 645,709<br />

benzeen 5 0,700<br />

benzopyreen (Bap) (in ng/m 3 ) 1 0,300<br />

zwaveldioxide (SO2) 125 3 3,001 0<br />

stikstofdioxide (NO2) 200 18 17,861 0<br />

In het luchtonderzoek [26] wordt samenvattend geconcludeerd dat tijdens trainingen geen<br />

grenswaarden worden overschreden. Dat geldt ook tijdens wedstrijden. Om inzicht te geven in<br />

de gevolgen van een ongunstig klimatologisch jaar heeft in het luchtonderzoek ook nog een berekening<br />

plaatsgevonden voor een ongunstig jaar met lage windsnelheden. Ook uit die berekening<br />

blijkt dat geen grenswaarden worden overschreden. Samenvattend wordt in het luchtonderzoek<br />

[26] derhalve de conclusie getrokken dat het Besluit luchtkwaliteit 2005 geen belemmering<br />

vormt voor vergunningverlening voor het motorcrossterrein. Door middel van het nat houden<br />

van de baan kunnen ongewenste effecten verder worden beperkt.<br />

Zoals gezegd is in het luchtonderzoek nog geen rekening gehouden met de geplande westelijke<br />

terreinuitbreiding en de daarop aangepaste inrichting van het terrein. Ook de in het onderzoek<br />

gehanteerde bedrijfssituatie wijkt iets af het thans voorgestelde gebruik. Deze verschillen zijn<br />

echter beperkt. Op grond van de huidige resultaten van het luchtonderzoek, waarbij de concentraties<br />

van de diverse relevante stoffen ook ter plaatse van de meest ongunstige locatie (grens<br />

inrichting) ruimschoots onder de wettelijke normen blijven, kan worden geconcludeerd dat ook<br />

de aangepaste situatie op het motorcrossterrein hoogstwaarschijnlijk niet zal leiden tot overschrijdingen.<br />

Indien hierover volledige zekerheid gewenst is, kan zo nodig een aanvulling op het<br />

reeds beschikbare luchtonderzoek worden vervaardigd.<br />

De KNMV heeft een groot aantal regels opgesteld waaraan crossmotoren moeten voldoen [30].<br />

Deze regelgeving geldt als uitgangspunt voor het gebruik van motorcrossterrein De Ketelberg.<br />

De regels hebben onder meer betrekking op de uitstoot van uitlaatgassen en het geluidniveau dat<br />

de motoren produceren. Onaanvaardbare geurhinder wordt derhalve niet verwacht.<br />

4.10 Woon- en leefmilieu<br />

De crossterreinen van MCC Hapert (de Pan) en MC Eersel (de Ketelberg) vervullen een belangrijke<br />

recreatieve functie binnen de gemeenten Bladel en Eersel. Met de komst van het Kempisch<br />

Bedrijvenpark wordt het motorcrossterrein De Pan gesaneerd. Door het bestaande motorcrossterrein<br />

De Ketelberg westwaarts uit te breiden kunnen beide clubs in gewijzigde vorm blijven<br />

bestaan. Door samenvoeging van beide clubs op de locatie De Ketelberg, waarvoor uitbreiding<br />

van de bestaande baan nodig is, neemt het totale verblijfsklimaat van het gebied toe. De geluidbelasting<br />

wordt geconcentreerd op één plek, waarbij de totale geluidbelasting op deze locatie,<br />

vooral tijdens wedstrijden weliswaar toeneemt, maar waarbij de totale reikwijdte van de geluidbelasting<br />

afneemt. Tijdens trainingen blijft de geluidsbelasting binnen de vastgestelde zone.<br />

Sociale veiligheid<br />

De motorcrossclub kan mogelijk aansluiting zoeken bij de ontwikkeling van het Kempisch bedrijvenpark<br />

en het daarbij te gebruiken Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Het KVO maakt<br />

het mogelijk door middel van een stappenplan gestructureerd maatregelen te treffen voor veiligheid<br />

van bedrijventerreinen en winkelgebieden (criminaliteitspreventie en brandveiligheid).<br />

Collectieve beveiliging maakt deel uit van het basispakket zoals dat bij uitgifte van het bedrijventerrein<br />

verplicht door de ondernemers moet worden afgenomen [20].<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 25 van 23


Externe veiligheid<br />

Voor het Kempisch Bedrijvenpark zijn alleen de risico’s met betrekking tot geplande bedrijvigheid<br />

en transport van gevaarlijke stoffen over de weg van belang. De risico’s van nieuwe activiteiten<br />

dienen beoordeeld te worden conform het Besluit externe veiligheid inrichting [24].<br />

Onderzoek naar vervoer gevaarlijke stoffen toont aan dat de risico’s behorende bij het transport<br />

voor vervoer gevaarlijke stoffen via de N284 en A67 voor zowel de huidige als de toekomstige<br />

situatie geen beperkingen oplegt aan de inrichting van het Kempisch Bedrijvenpark [24]. Dit<br />

houdt waarschijnlijk in dat ook voor het motorcrossterrein er geen beperkingen zijn.<br />

4.11 Overige milieuaspecten<br />

Wat betreft overige milieuaspecten kan bijvoorbeeld worden gedacht aan afvalstoffen die op het<br />

motorcrossterrein vrijkomen en aan eventuele cumulatie van effecten.<br />

Afvalstoffen<br />

Wat betreft vrijkomende vaste afvalstoffen zal op het terrein De Ketelberg worden gezorgd voor<br />

een adequaat inzamel- en verwijderingsysteem (afvalbakken, containers e.d.).<br />

Ook voor het opvangen en verzamelen van vloeibare afvalstoffen (afvalwater, olie e.d.) zullen<br />

de benodigde voorzieningen worden getroffen. Daarbij moet onder meer worden gedacht aan<br />

een bij de locatie passend systeem voor de inzameling van afvalwater (bijv. septictank), opvangvoorzieningen<br />

voor benzine en olie etc. Het reglement van de KNMV [30] geeft hiervoor<br />

diverse handvaten, die van toepassing worden verklaard op het terrein De Ketelberg.<br />

Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat er geen sprake is van ongewenste effecten als<br />

gevolg van het vrijkomen van afvalstoffen op het motorcrossterrein.<br />

Cumulatie<br />

Bij de beoordeling van de effecten van het motorcrossterrein De Ketelberg is gekeken naar de<br />

effecten die door het gebruik van dit terrein worden veroorzaakt voor de omgeving. Deze effecten<br />

zijn, conform de geldende regelgeving, op hun eigen waarde beoordeeld, dus zonder rekening<br />

te houden met eventuele andere verstoringen in de omgeving (bijv. A67).<br />

In de praktijk kan dit enerzijds betekenen dat de effecten van het crossterrein vrijwel geheel<br />

wegvallen doordat reeds sprake is van een forse verstoring, terwijl in andere gevallen het gebruik<br />

van het crossterrein juist de laatste druppel is die maakt dat een grens wordt overschreden.<br />

Omdat het motorcrossterrein De Ketelberg op relatief grote afstand van woongebieden ligt, het<br />

terrein in de huidige situatie reeds wordt gebruikt als crossterrein en er in de omgeving reeds<br />

sprake is van verstoring door de aanwezigheid van de A67, zal de herinrichting en uitbreiding<br />

van het bestaande crossterrein naar verwachting niet leiden tot een onaanvaardbare cumulatie<br />

van effecten. Deze verwachting kan echter niet met harde cijfers worden onderbouwd.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 26 van 23


5 Conclusies en aanbevelingen<br />

5.1 Conclusies<br />

In de onderstaande tabel is een samenvattend overzicht en beoordeling gegeven van de effecten<br />

die kunnen optreden als gevolg van de uitbreiding van motorcrossterrein De Ketelberg op de<br />

grens van de gemeenten Eersel en Bladel. Deze tabel is samengesteld aan de hand van de beschrijving<br />

van de verschillende milieuaspecten in het vorige hoofdstuk. Op grond van het voorgaande<br />

kan tevens worden geconcludeerd dat in algemene zin geen sprake is van cumulatie van<br />

effecten als gevolg van de voorgenomen uitbreiding van het motorcrossterrein.<br />

Voor de beoordeling van de milieueffecten zijn in de tabel de volgende aanduidingen gehanteerd:<br />

++ sterk positief effect<br />

+ positief effect<br />

o geen positief en geen negatief effect<br />

- negatief effect<br />

-- sterk negatief effect<br />

Milieuaspect Effect Beoordeling effect<br />

Bodem • aantasting bijzondere bodemtypen<br />

• gesloten grondbalans<br />

• optreden verontreinigingen<br />

Water • beïnvloeding grondwater<br />

• beïnvloeding oppervlaktewater<br />

• beïnvloeding waterkwaliteit<br />

Natuur • beïnvloeding natuurwaarden<br />

• aantasting beschermde gebieden<br />

• versterking ecologische relaties<br />

Landschap • versterking ruimtelijke kwaliteit<br />

• toename landschappelijke variatie<br />

• goede landschappelijke inpassing<br />

Cultuurhistorie en archeologie • aantasting cultuurhistorische waarden<br />

• aantasting archeologische waarden<br />

Infrastructuur, geluid en lucht • verbetering infrastructuur<br />

• geluidhinder<br />

• luchtkwaliteit<br />

Woon- en leefmilieu • verbetering verblijfsklimaat<br />

• veiligheid op het terrein<br />

• externe veiligheid<br />

Overige milieuaspecten • afvalstoffen<br />

• cumulatie<br />

o<br />

+<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

-<br />

o<br />

o/+<br />

o/+<br />

+<br />

o<br />

o<br />

o/+<br />

-<br />

o<br />

+<br />

o/+<br />

o/+<br />

o<br />

o<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 27 van 23


5.2 Aanbevelingen<br />

Gezien de ligging, aard en omvang van de voorgenomen uitbreiding en herinrichting van het<br />

bestaande motorcrossterrein De Ketelberg, gesitueerd direct grenzend aan de rijksweg A67, en<br />

de wijze van aanleg alsmede de overwegend neutrale effecten die daarvan het gevolg zijn, is de<br />

initiatiefnemer van mening dat het niet noodzakelijk is om voor de besluitvorming over deze<br />

uitbreiding een volledige milieueffectrapportage uit te voeren. Een dergelijke studie levert in dit<br />

geval naar verwachting nauwelijks of geen extra informatie op.<br />

De eindsituatie levert, door de bundeling van twee motorcrossterreinen op één gezamenlijke<br />

nieuwe locatie, met name positieve effecten op voor de totale geluidbelasting in het plangebied.<br />

De reikwijdte daarvan neemt hierdoor aanzienlijk af.<br />

Door sanering van het bestaande motorcrossterrein De Pan wordt aanleg van het Kempisch Bedrijvenpark,<br />

gecombineerd met een nieuwe provinciale die een directe aansluiting krijgt op de<br />

rijksweg A67, mogelijk. De effecten daarvan zijn reeds in een aparte milieueffectrapportage<br />

onderzocht. Door uitbreiding van motorcrossterrein De Ketelberg worden bestaande recreatieve<br />

mogelijkheden voor de motorsport in de gemeenten Bladel en Eersel gehandhaafd.<br />

Ten behoeve van het inzichtelijk maken van de effecten van uitbreiding en herinrichting van het<br />

bestaande motorcrossterrein De Ketelberg zijn diverse gegevens verzameld en verschillende<br />

aanvullende deelonderzoeken uitgevoerd (o.a. milieukundig, archeologie, inrichting, gebruiksgegevens,<br />

geluid, lucht). Tezamen leveren deze een voldoende gedetailleerd beeld op van de<br />

toekomstige situatie. De uitkomsten daarvan zijn mede bepalend voor de definitieve inrichting.<br />

In ieder geval zal bijzondere aandacht moeten worden geschonken aan:<br />

• er moet duidelijkheid worden verkregen over de standplaats van de beschermde plantensoort<br />

Kleine zonnedauw in de berm van de rijksweg A67. Beoordeeld moet worden of deze<br />

standplaats mogelijk wordt beïnvloed door grondwateronttrekking op de crossbaan. Als dat<br />

het geval is moet eventueel een ontheffing van de Flora- en faunawet worden aangevraagd;<br />

• vaste rust- en verblijfplaatsen van vogels zijn jaarrond beschermd. Indien er bomen op het<br />

crossterrein worden gekapt, moet worden voorkomen dat het daarbij gaat om nestbomen.<br />

• verstoring van broedvogels kan worden voorkomen door de werkzaamheden buiten het<br />

broedseizoen uit te voeren;<br />

• indien sprake is van een toename van de geluidsbelaste oppervlakte binnen de GHS/EHS<br />

moet daarvoor in beginsel compensatie plaatsvinden. In overleg met de <strong>provincie</strong> zal nader<br />

moeten worden bekeken of, en zo ja hoeveel, natuurcompensatie in dit geval nodig is;<br />

• op grond van de resultaten van het akoestisch onderzoek moet door de <strong>provincie</strong> een nieuwe<br />

geluidzone voor het motorcrossterrein worden vastgesteld. Deze geluidzone moet tevens<br />

worden opgenomen in het bestemmingsplan voor het Kempisch Bedrijvenpark en in de bestemmingsplanning<br />

Buitengebied van de gemeenten Bladel en Eersel.<br />

Geconstateerd wordt dat er rondom de voorgenomen transformatie en uitbreiding van het motorcrossterrein<br />

De Ketelberg sprake is van een zorgvuldige planvorming en planvoorbereiding.<br />

Daar waar sprake is van negatieve effecten zullen passende maatregelen worden getroffen om<br />

deze zo veel mogelijk tegen te gaan. In de nieuwe milieuvergunning voor het motorcrossterrein<br />

kunnen in dat kader aanvullende voorwaarden worden opgenomen die eventuele milieuoverlast<br />

verminderen of tegengaan. Te denken valt aan de volgende voorwaarden:<br />

• gedurende de openstellingstijden dient altijd een toezichthouder aanwezig te zijn;<br />

• de toezichthouder dient schriftelijke instructies te hebben omtrent openingstijden en gebruik<br />

van het motorcrossterrein;<br />

• de toezichthouder dient toezicht te houden op het gebruik van in goede conditie verkerende<br />

uitlaatsystemen van crossmotoren tijdens trainingen en wedstrijden (geluiddemping);<br />

• om te voorkomen dat stof zich verspreidt dient de crossbaan bij droog weer en wind nat te<br />

worden gehouden;<br />

• registratie van motorcrossuren en geluidproductie van crossmotoren.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 28 van 23


<strong>Bijlage</strong> 1<br />

Geraadpleegde literatuur<br />

239898.ehv.211.R001c


[1] Besluit milieueffectrapportage 1994, zoals gewijzigd bij Koninklijk Besluit 16 augustus<br />

2006. Staatscourant 2006-388.<br />

‘s-Gravenhage, augustus 2006.<br />

[2] Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,<br />

Afwegen en oordelen; handreiking voor de m.e.r.-beoordelingsplicht.<br />

Den Haag, 1999.<br />

[3] Gemeente Bladel,<br />

Stedenbouwkundig plan Kempisch Bedrijvenpark.<br />

Bladel, 27 juni 2007.<br />

[4] Gemeente Bladel,<br />

Notitie Motorcross en het KBP, doc.nr. 222810.<br />

Bladel, 6 februari 2006.<br />

[5] Invulformulier akoestisch onderzoek samenvoeging MC Eersel en MCC Hapert,<br />

M. Horsten. Ingevuld door P. van der Heijden (MC Eersel en) en M. van de Ven<br />

(MCC Hapert),<br />

Roosendaal, 8 augustus 2007 (referentienummer 238382.rsd.431.N001).<br />

[6] Grontmij Advies en Techniek,<br />

Kempisch Bedrijvenpark Hapert-Zuid, aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling,<br />

Eindhoven, augustus 2002.<br />

[7] Ministeries van VROM, LNV, VenW en EZ,<br />

Nota ruimte, Ruimte voor ontwikkeling.<br />

Vastgesteld in de ministerraad op 23 april 2004.<br />

Publicatie in het staatsblad op 27 februari 2006.<br />

[8] Provincie <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

<strong>Brabant</strong> in Balans, Streekplan <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> 2002,<br />

Ontwikkelingsprogramma Ruimtelijke Ordening.<br />

's-Hertogenbosch, 22 februari 2002.<br />

[9] Europese gemeenschappen,<br />

Richtlijn no. 79/409 inzake behoud van de Vogelstand,<br />

Brussel, 1979.<br />

[10] Europese gemeenschappen,<br />

Richtlijn 92/43 inzake instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en<br />

fauna,<br />

Brussel, 1992.<br />

[11] Natuurbeschermingswet 1998, regels ter bescherming van natuur en landschap,<br />

en gewijzigde Natuurbeschermingswet van 1 oktober 2005.<br />

[12] Grontmij Nederland bv,<br />

Locatieonderzoek natuurwaarden Kempisch Bedrijvenpark Bladel.<br />

Eindhoven, 2002.<br />

[13] Adviesbureau Mertens,<br />

Natuurwaarden van het Kempisch Bedrijventerrein te Bladel.<br />

Bennekom, oktober 2005.<br />

239898.ehv.211.R001c


[14] Provincie <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

Quick scan ecologische waarden, 05-01.<br />

Verbinding N284 – A67 bij Hapert.<br />

's-Hertogenbosch, 2005.<br />

[15] Grontmij Nederland bv,<br />

Natuurcompensatie Kempisch Bedrijvenpark, toets aantasting beschermde<br />

natuurwaarden.<br />

Eindhoven, 23 januari 2007.<br />

[16] Flora en faunawet, regels ter bescherming van in het wild levende planten- en dier-<br />

soorten, 25 mei 1998.<br />

[17] Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,<br />

Brochure “Buiten aan het werk?<br />

Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten”.<br />

Den Haag, 2005.<br />

[18] Provincie <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

Cultuurhistorische Waardenkaart <strong>provincie</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>,<br />

's-Hertogenbosch, 26 september 2006.<br />

[19] Grontmij Nederland bv,<br />

Akoestisch onderzoek motorcrossterreinen Eersel en Hapert, onderzoek naar de<br />

consequenties van een mogelijke samenvoeging.<br />

Roosendaal, 8 mei 2006.<br />

[20] Gemeente Bladel,<br />

Bestemmingsplan Kempisch Bedrijvenpark.<br />

Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 juni 2006.<br />

[21] Arcadis,<br />

Integraal onderzoek luchtkwaliteit Kempisch Bedrijvenpark en wegomlegging N284.<br />

Gemeente Bladel.<br />

's-Hertogenbosch, 13 juli 2007.<br />

[22] Grontmij Nederland bv,<br />

Kempisch Bedrijvenpark, Advies waterhuishouding en bouwrijp maken.<br />

Eindhoven, 26 januari 2006.<br />

[23] Vergunning Wet milieubeheer van MCC Hapert aan de Lindenstraat 60 te Hapert (motorcrossterrein<br />

De Pan). Beschikking van gedeputeerde Staten van <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong> op de<br />

op 29 december 1994 bij hen ingekomen aanvraag.<br />

[24] Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen.<br />

Staatscourant 10 juni 2004, inwerkingtreding 27 oktober 2004.<br />

[25] Commissie voor de milieueffectrapportage,<br />

Motorcrossterrein Zuidwold.<br />

Advies voor de m.e.r.-beoordeling; rapportnummer 1640-74<br />

Utrecht, 11 oktober 2005.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 31 van 23


[26] Amoc,<br />

Luchtkwaliteit MC Eersel, Eerselsedijk, Eersel.<br />

Rapportnr. 200705<br />

Arnhem, 27 februari 2007.<br />

[27] Kempisch Bedrijventerrein te Hapert, gemeente Bladel,<br />

Inventariserend archeologisch onderzoek.<br />

Fase 1, bureauonderzoek<br />

Fase 2, verkennend veldonderzoek<br />

BAAC rapport nr. 06-159<br />

's-Hertogenbosch, juni 2006.<br />

[28] Grontmij Nederland bv,<br />

Akoestisch onderzoek motorcrossterrein Ketelberg.<br />

Onderzoek naar consequenties van samenvoegen van MC Eersel en MCC Hapert..<br />

Roosendaal, 18 oktober 2007.<br />

[29] Tritium Advies,<br />

Verkennend bodemonderzoek Kempisch Bedrijvenpark Hapert.<br />

Nuenen, 20 augustus 2007.<br />

[30] KNMV,<br />

Motorcrosstechnisch reglement 2007.<br />

Arnhem, 24 januari 2007.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 32 van 23


<strong>Bijlage</strong> 2<br />

Handreiking Aanmeldingsnotitie<br />

239898.ehv.211.R001c


Handreiking voor de m.e.r. beoordelingsplicht<br />

Aanleiding<br />

Deze Aanmeldingsnotitie ontvangt u in het kader van de m.e.r.(milieueffectrapportage)beoordelingsplicht.<br />

De activiteit die u voornemens bent uit te voeren komt voor in bijlage D van het,<br />

in 1999 gewijzigde, Besluit m.e.r.. Voor 'D-lijst activiteiten' dient het bevoegd gezag per geval te beoordelen<br />

of er een milieueffectrapport (MER) moet worden opgesteld. Dit in tegenstelling tot de 'Clijst<br />

activiteiten' die altijd m.e.r.-plichtig zijn. De beoordeling van de activiteiten op de D-lijst gebeurt<br />

op basis van te verwachten belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu.<br />

Doelen<br />

Het doel van deze Aanmeldingsnotitie is om het bevoegd gezag meer informatie te geven over de<br />

voorgenomen activiteit. Onder andere op basis van door uw gegeven informatie kan het bevoegd gezag<br />

dan een weloverwogen beoordeling maken of het noodzakelijk is een milieueffectrapport op te<br />

stellen.<br />

Het is van groot belang dat u als initiatiefnemer de Aanmeldingsnotitie zo volledig mogelijk invult.<br />

Hiermee kan het bevoegd gezag namelijk snel een beslissing nemen over het wel of niet laten opstellen<br />

van een MER en weet u sneller waar u aan toe bent.<br />

Wat wordt er van u verwacht?<br />

Van u wordt verwacht dat U de Aanmeldingsnotitie zo volledig mogelijk invult, overigens zonder omvangrijk<br />

te zijn (maximaal 5 A4). Zodra u de notitie heeft ingevuld, kunt u deze sturen naar het bevoegd<br />

gezag.<br />

Vervolg<br />

Nadat het bevoegd gezag de Aanmeldingsnotitie heeft ontvangen, zal het mede op basis van deze notitie<br />

beslissen of het noodzakelijk is een MER op te stellen. Binnen 6 weken na ontvangst zal de beoordeling<br />

plaatsvinden. Indien nodig kan het bevoegd gezag binnen die periode nog contact met u opnemen<br />

om een en ander toe te lichten.<br />

Procedure<br />

De procedure die gevolgd word, is geregeld in de Wet Milieubeheer, artikel 7.8b.<br />

INHOUD<br />

Aan de hand van deze inhoudsopgave, waarin per hoofdstuk en per paragraaf de belangrijke aandachtspunten<br />

staan aangegeven, kunt u de Aanmeldingsnotitie opstellen.<br />

1 Algemeen<br />

In deze eerste paragraaf dient een aantal feitelijke gegevens te worden beschreven.<br />

1.1 Naam van de initiatiefnemer<br />

1.2 Adres van de initiatiefnemer<br />

1.3 Soort activiteit en beschrijving<br />

Aangeven of het om een wijziging of uitbreiding gaat of om een nieuwe aanleg. Tevens dient<br />

te worden vermeld wat wordt gewijzigd / uitgebreid / aangelegd (geef hierbij een korte beschrijving<br />

van de activiteit).Hierdoor wordt inzicht verkregen in her soort activiteit waarover<br />

een besluit moet worden genomen.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 34 van 23


1 .4 Plaats activiteit<br />

Hier dient de exacte locatie met het adres van de voorgenomen activiteit te worden vermeld.<br />

Bij ontbreken van een adres dienen de kadastrale gegevens te worden gegeven. Een duidelijke<br />

kaart met de ligging van het voornemen kan hier verhelderend zijn.<br />

1.5 Tijd<br />

Aangeven wanneer de voorgenomen activiteit zal starten en eventueel eindigen. Maak hierbij<br />

een onderscheid tussen de aanlegfase en de gebruiksfase.<br />

2 Motivering van de activiteit<br />

In dit hoofdstuk komt aan de orde waarom de initiatiefnemer de activiteit wil uitvoeren.<br />

2.1 Aanleiding<br />

• Aangeven wat het doel is van de activiteit.<br />

• Aangeven welke problemen er nu of in de nabije toekomst zullen blijven bestaan of ontstaan<br />

indien de activiteit niet wordt uitgevoerd.<br />

• Aangeven wat gevolgen zijn indien de activiteit niet wordt uitgevoerd.<br />

2.2 Voorgenomen activiteit<br />

• Motiveren van de voorgenomen activiteit (sluit het voornemen goed aan bij het probleem<br />

of het doel).<br />

• Aangeven of er ook andere oplossingen of alternatieven zijn (zo ja, welke; zo nee, waarom<br />

niet. Denk hierbij aan een eventuele andere locatie of een ander type oplossing/activiteit).<br />

• Indien het om de uitbreiding of oprichting van een nieuwe activiteit gaat, dan de mogelijkheid<br />

aangeven dat de activiteit na een paar jaar weer moet worden uitgebreid (aangeven<br />

toekomstige ontwikkeling).<br />

3 Kenmerken van de activiteit<br />

In dit hoofdstuk komt aan de orde wat de initiatiefnemer wij uitvoeren.<br />

3.1 Aard en omvang van de activiteit<br />

• Gaat het om wijziging of uitbreiding of om een nieuwe aanleg.<br />

• Bij infrastructurele projecten: activiteit en oppervlakte aangeven.<br />

• Bij projecten m.b.t. ruimtelijke ordening: aantal hectares en waar relevant de hoogte aangeven.<br />

• Bij projecten waarbij het om de milieuvergunning gaat: capaciteit van de uitbreiding, aanleg<br />

of wijziging aangeven, oppervlakte in hectares en hoogte.<br />

• Is er sprake van een substantiële uitbreiding.<br />

3.2 Productieproces of wijze van aanleg<br />

• Aangeven op welke wijze het productieproces plaatsvindt: welke natuurlijke hulpbronnen<br />

worden gebruikt, welke en hoeveel andere materialen (grond- en hulpstoffen) worden gebruikt.<br />

• Aangeven welke afvalstoffen er vrijkomen.<br />

• Aangeven op welke wijze de aanleg plaatsvindt.<br />

3.3 Effecten op het milieu<br />

• Maak in deze paragraaf steeds een onderscheid tussen de aanlegfase en de gebruiksfase<br />

(zonodig ook de fase na het gebruik).<br />

• Aangeven wat de emissies zijn en in geval van wijziging of uitbreiding welke nieuwe<br />

emissies ontstaan.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 35 van 23


• Inschatting geven van de omvang van elk van deze emissies.<br />

• Aangeven welke maatregelen getroffen zullen worden om deze emissies te verminderen of<br />

te neutraliseren (indien geen maatregelen getroffen worden, aangeven waarom dat niet nodig<br />

is).<br />

• Beschrijven welke emissies overblijven indien deze maatregelen getroffen worden.<br />

• Aangeven wat de belangrijke effecten op het milieu van deze emissies zijn (flora, fauna,<br />

landschap, cultuurhistorie, woon- en leefmilieu, emissies bodem, lucht en water).<br />

• Aangeven wat de omvang van deze effecten is.<br />

• Aangeven of er positieve effecten zijn voor het milieu.<br />

• Aangeven welke 'gevoelige gebieden' mogelijk worden beïnvloed, alsmede met de status<br />

van die gebieden.<br />

3.4 Beschrijf, indien relevant, het risico van ongevallen en het optreden van abnormale (bedrijfs)<br />

omstandigheden:<br />

• Met betrekking tot de gebruikte technologie.<br />

• Met betrekking tot de gebruikte stoffen (worden toxische stoffen toegepast of geproduceerd.<br />

Zo ja, hoeveel en hoe verlaten deze stoffen het terrein of hoe worden ze verwerkt).<br />

• Beschrijf welke veiligheidsaspecten hierbij een rol spelen.<br />

• Geef aan welke maatregelen getroffen zullen worden om het risico van ongevallen en het<br />

optreden van abnormale (bedrijfs)omstandigheden te verminderen of te neutraliseren.<br />

239898.ehv.211.R001c<br />

Pagina 36 van 23


<strong>Bijlage</strong> 3<br />

Zonekaart De Ketelberg<br />

239898.ehv.211.R001c


239898.ehv.211.R001c


<strong>Bijlage</strong> 3: Zonekaart De Ketelberg<br />

239898.ehv.211.R001c


<strong>Bijlage</strong> 3 Samenvatting effecten uitbreiding<br />

motorcrossterrein De Ketelberg<br />

In de onderstaande tabel is een samenvattend overzicht en beoordeling gegeven van de effecten<br />

die kunnen optreden als gevolg van de uitbreiding van het motorcrossterrein ‘De Ketelberg’ op de<br />

grens van de gemeenten Eersel en Bladel. Deze tabel is samengesteld aan de hand van de<br />

beschrijving van de verschillende milieuaspecten in de ‘Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling<br />

Motorcrossterrein De Ketelberg’ (Grontmij, oktober 2007). Op grond van het voorgaande kan<br />

tevens worden geconcludeerd dat in algemene zin geen sprake is van cumulatie van effecten als<br />

gevolg van de voorgenomen uitbreiding van het motorcrossterrein.<br />

Voor de beoordeling van de milieueffecten zijn in de tabel de volgende aanduidingen gehanteerd:<br />

++ sterk positief effect<br />

+ positief effect<br />

o geen positief en geen negatief effect<br />

- negatief effect<br />

-- sterk negatief effect<br />

Milieuaspect Effect Beoordeling effect<br />

Bodem • aantasting bijzondere bodemtypen<br />

• gesloten grondbalans<br />

• optreden verontreinigingen<br />

Water • beïnvloeding grondwater<br />

• beïnvloeding oppervlaktewater<br />

• beïnvloeding waterkwaliteit<br />

Natuur • beïnvloeding natuurwaarden<br />

• aantasting beschermde gebieden<br />

• versterking ecologische relaties<br />

Landschap • versterking ruimtelijke kwaliteit<br />

• toename landschappelijke variatie<br />

• goede landschappelijke inpassing<br />

Cultuurhistorie en • aantasting cultuurhistorische waarden<br />

archeologie<br />

• aantasting archeologische waarden<br />

Infrastructuur, geluid en • verbetering infrastructuur<br />

lucht<br />

• geluidhinder<br />

• luchtkwaliteit<br />

Woon- en leefmilieu • verbetering verblijfsklimaat<br />

• veiligheid op het terrein<br />

• externe veiligheid<br />

Overige milieuaspecten • afvalstoffen<br />

• cumulatie<br />

o<br />

+<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

-<br />

o<br />

o/+<br />

o/+<br />

+<br />

o<br />

o<br />

o/+<br />

-<br />

o<br />

+<br />

o/+<br />

o/+<br />

o<br />

o


<strong>Bijlage</strong> 4 Raadsbesluit van de gemeente<br />

Bladel en het bijbehorend<br />

raadsvoorstel, waarin is<br />

vastgesteld dat het niet<br />

noodzakelijk is een m.e.r. op te<br />

stellen voor het<br />

motorcrossterrein De Ketelberg

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!