BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN WATERLAAT 5

- Beperking van de automobiliteit:
- compact stedelijk gebied met korte afstanden tussen de deelgebieden;
- aanbieden alternatieven, bijvoorbeeld door directe en comfortabele
langzaamverkeersroutes te creëren.
- Behoud en uitbreiding van ecologische structuren en groenelementen.
- Bewust omgaan met water, bijvoorbeeld door de aanleg van een verbeterd
gescheiden rioolstelsel. Hierdoor wordt het schone water gescheiden van
het vuile water en kan het schone water vervolgens worden vastgehouden.
Hierdoor kan het hergebruikt of ingezet worden voor het behouden, herstellen
of ontwikkelen van natuurwaarden.
- Toepassen van duurzame bouwmaterialen.
- Bedrijvenmanagement: door middel van een gezamenlijke aanpak kan er
een verbetering van de kwaliteit, aantrekkelijkheid en duurzaamheid van
het bedrijven terrein bereikt worden. Aspecten die voor een gezamenlijk
aanpak in aanmerking komen zijn:
- energie en telecom;
- collectieve beveiliging;
- afval- en reststoffeninzameling;
- bestrijding en preventie van brand en calamiteiten;
- kinderopvang;
- stageplaatsen/contractonderwijs;
- de kwaliteit van de openbare ruimte.
5.10 Intensief ruimtegebruik
Een belangrijk uitgangspunt in het ruimtelijk beleid is het streven naar intensief
ruimtegebruik. Dit streven wordt vertaald door te stellen dat oneigenlijk
gebruik van bedrijventerreinen moet worden voorkomen. Bepaalde activiteiten
moeten op bedrijventerreinen worden geweerd, omdat deze elders goed
inpasbaar zijn in een woonmilieu of gemengd milieu. Anderzijds wordt het
bestemmingsplan dusdanig opgesteld dat intensief ruimtegebruik juist wordt
gestimuleerd.
Inrichtings- en gebruiksregels
Activiteiten die worden geweerd zijn:
- bedrijven behorende tot milieucategorie 1 (conform VNG-uitgave ‘Bedrijven
en milieuzonering’;
- zelfstandige kantooractiviteiten;
- voorzieningen (inclusief detailhandel), voor zover niet gerelateerd aan het
bedrijventerrein. ∗) .
Maatregelen ter stimulering van intensief ruimtegebruik zijn:
- hanteren van een minimale kavelgrootte (> 1.000 m²);
- hanteren van minimale bouwhoogtes;
- meerlaags en ondergronds bouwen mogelijk maken;
- hanteren van een minimaal bebouwingspercentage van 50% van de kavel
(maximaal bebouwingspercentage: 80%);
- mogelijk maken parkeren op het dak, ondergronds of half-verdiept;
- parkeren op eigen terrein;
- toestaan van bedrijfsverzamelgebouwen;
- bouwen c.q. schakelen op de achterperceelsgrens of minimaal op een
van de zijperceelsgrenzen mogelijk maken;
- flexibel verkavelen mogelijk maken;
∗) Verwezen wordt naar paragraaf 4.3 waarin wordt aangegeven welke vormen van detailhandel
volgens dit bestemmingsplan gerelateerd kunnen worden aan dit bedrijventerrein.
29