BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN WATERLAAT 5

Principe-uitspraak PPC (17 mei 1999)
Met als aanleiding de beoogde vestiging van NEBATO op het terrein Waterlaat
fase 5, is aan de PPC een principe-uitspraak gevraagd. Op dit moment is
vestiging van NEBATO niet meer aan de orde. (Het bedrijf is al voor een deel
vertrokken.) De principe-uitspraak richt zich echter ook op een aantal aandachtspunten,
die geen betrekking hebben op de NEBATO-problematiek, te
weten:
- omwisseling van de fasen 4 en 5 van het bedrijventerrein Waterlaat, en het
versneld ontwikkelen van fase 5;
- de totale omvang van het aanbod bedrijventerrein in relatie met de behoefte.
Die aandachtspunten zijn hier samengevat.
- Omwisseling fasen 4 en 5
Geconstateerd wordt dat er ten aanzien van de fasering en uitvoering van het
vigerende plan ‘Waterlaat’ sprake is van strijdigheid. In dat plan is immers geregeld
dat fase 4 eerst zal worden gebouwd alvorens verdere ontwikkelingen
worden opgestart. (Een en ander na aangetoonde behoeften). Een uitwisseling
waarin eerst fase 5 en daarna eventueel fase 4 ontwikkeld zal worden is
echter denkbaar, met name omdat het gebied van fase 5 ruimtelijk goed aansluit
aan de bestaande bedrijfsbebouwing. De commissie kan instemmen met
het wisselen en omruilen van de gebieden gelegen in de 4 e en 5 e fase, waarbij
fase 5 als eerst te ontwikkelen gebied aan bod zal komen.
- Behoefte- en aanbodsituatie
In het PPC-advies wordt het volgende geschreven betreffende de behoefte en
het aanbod van bedrijventerrein:
“ ….in de tijd gezien spelen een aantal initiatieven die ertoe leiden om nieuwe
aanmaak van bedrijventerrein tegen het licht te houden van ontwikkelingen
in het kader van het “Kempisch Bedrijventerrein”. De vier betrokken gemeenten
hebben bij de ontwikkeling van het “Kempisch Bedrijventerrein”
nadrukkelijk de afspraak gemaakt de capaciteit van de gebieden die bedrijven
achterlaten indien zij verplaatsen naar het toekomstig “Kempisch Bedrijventerrein”
te zullen aanwenden voor plaatselijke bedrijven < 5.000m². Dit
impliceert dat in de behoefte aan bedrijventerrein voor plaatselijke bedrijven
deze capaciteit dient te worden meegeteld. Daartoe is duidelijkheid noodzakelijk
over “welke” bedrijven “wat” achter zullen laten. Het “wat” heeft dan betrekking
op de omvang, aard en ligging en op de wenselijkheid en mogelijkheid
van hergebruik. In het kader van de locatiestudie “Kempisch Bedrijventerrein”
wordt hiervan een overzicht samengesteld.
De totale behoefte aan “kleine” bedrijven binnen de gemeente Bergeijk
(