07.08.2013 Views

Maar na de dood is 't leven mij bereid… - Igitur - Universiteit Utrecht

Maar na de dood is 't leven mij bereid… - Igitur - Universiteit Utrecht

Maar na de dood is 't leven mij bereid… - Igitur - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

- een on<strong>de</strong>rzoek <strong>na</strong>ar reïncar<strong>na</strong>tiegedachten<br />

en het toekomstperspectief van reformator<strong>is</strong>che jongeren -<br />

scriptie ter afronding van <strong>de</strong> master ‘Theologie en kerk’<br />

profiel ‘Theologie en kerkelijke gemeente’<br />

<strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong><br />

Faculteit Geesteswetenschappen<br />

Departement Godgeleerdheid<br />

begelei<strong>de</strong>rs:<br />

dr. F.L. Bakker<br />

dr. S.D. Post<br />

L.A. Kroon<br />

Kees-Jan Meeuse<br />

0433853<br />

november 2007


Voorwoord<br />

Deze scriptie <strong>is</strong> <strong>de</strong> afronding van <strong>mij</strong>n studie Theologie aan <strong>de</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong>.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> een heftige confrontatie met een gedachtewereld die haaks staat<br />

op het chr<strong>is</strong>telijke gedachtegoed. Vanuit het besef dat ook reformator<strong>is</strong>che jongeren<br />

<strong>leven</strong> in een multiculturele en multireligieuze maatschappij waarin ze leren informatie<br />

bijeen te vergaren en krit<strong>is</strong>ch te bevragen, <strong>is</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek gedaan. Reïncar<strong>na</strong>tie <strong>is</strong><br />

daarin geen afwezige gedachte. Mijn wens <strong>is</strong> een bezinnen<strong>de</strong> bijdrage te leveren aan<br />

<strong>de</strong> vraag hoe onze houding hier tegenover moet zijn om op bas<strong>is</strong> van argumenten tot<br />

een afweging te komen.<br />

Een gevaar van on<strong>de</strong>rzoek <strong>na</strong>ar jongeren <strong>is</strong> dat ze aan <strong>de</strong> hand van kenmerken een<br />

stempel krijgen. In dit on<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> geprobeerd recht te doen aan <strong>de</strong> gedachten van<br />

jongeren en dit lei<strong>de</strong>nd te laten zijn in uitspraken.<br />

Mijn dank gaat uit <strong>na</strong>ar <strong>mij</strong>n begelei<strong>de</strong>rs dr. F.L. Bakker en dr. S.D. Post, die dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek van advies hebben voorzien. Ver<strong>de</strong>r bedank ik Laurens Kroon, directeur<br />

van <strong>de</strong> Jeugdbond Gereformeer<strong>de</strong> Gemeenten (JBGG), voor zijn bereidheid mee te<br />

<strong>de</strong>nken tij<strong>de</strong>ns het on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong> kampstaven die <strong>de</strong> enquêtes hebben<br />

afgenomen op <strong>de</strong> zomerkampen van <strong>de</strong> JBGG. Ook bedank ik <strong>mij</strong>n vrouw, Jozien.<br />

Dankzij haar hulp zijn <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> enquêtes verwerkt, een niet gering<br />

karwei.<br />

De titel van <strong>de</strong> scriptie <strong>is</strong> ontleend aan Psalm 49 waarin het <strong>leven</strong> ker<strong>na</strong>chtig wordt<br />

getekend, met hoopvol perspectief. Dit wens ik alle lezers toe, zodat God <strong>de</strong> eer<br />

krijgt die Hem toekomt van Zijn werk.<br />

Aagtekerke, november 2007


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

2


Inhoudsopgave<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Inhoudsopgave ........................................................................................................... 3<br />

1. Inleiding .................................................................................................................. 5<br />

2. Reïncar<strong>na</strong>tiegedachte, een v<strong>is</strong>ie met toekomst? .................................................... 7<br />

2.1 Reïncar<strong>na</strong>tiegedachten ..................................................................................... 7<br />

2.2 Reïncar<strong>na</strong>tieperspectief .................................................................................. 15<br />

2.3 Reïncar<strong>na</strong>tie en onze samenleving................................................................. 17<br />

3. Jongeren en hun toekomstperspectief.................................................................. 25<br />

3.1 Doelgroep en karakter<strong>is</strong>tieken ........................................................................ 25<br />

3.2 Hoe jongeren <strong>de</strong>nken over <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> ................................................. 30<br />

3.3 Toekomstperspectief....................................................................................... 37<br />

4. Botsen<strong>de</strong> perspectieven ....................................................................................... 41<br />

4.1 Reïncar<strong>na</strong>tie: een profilerend perspectief ....................................................... 41<br />

4.2 Reformator<strong>is</strong>ch jongerenperspectief ............................................................... 42<br />

4.3 Een vergelijk ................................................................................................... 43<br />

5. Toekomst, voor wie? ............................................................................................ 45<br />

Literatuur .................................................................................................................. 47<br />

Websites................................................................................................................... 49<br />

Bijlage 1 Jongerenenquête JBGG zomerkampen 2007, incl. respons (aantal) ........ 51<br />

3


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

4


1. Inleiding<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Aanleiding<br />

Deze scriptie <strong>is</strong> <strong>de</strong> afronding van <strong>de</strong> masteropleiding ‘Theologie en kerk’ aan <strong>de</strong><br />

<strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong>. De studie valt binnen het profiel ‘Theologie en kerkelijke<br />

gemeente’. Tevens voorziet <strong>de</strong> scriptie in <strong>de</strong> behoefte van <strong>de</strong> Jeugdbond<br />

Gereformeer<strong>de</strong> Gemeenten (JBGG) om in beeld te brengen hoe reformator<strong>is</strong>che<br />

jongeren <strong>de</strong>nken over hun toekomst. Het thema sluit aan op een actie, die <strong>de</strong> JBGG<br />

organ<strong>is</strong>eert in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> april 2007 - januari 2008, met als thema ‘TOEKOMST VOOR<br />

DE KERK’.<br />

Doel<br />

In toenemen<strong>de</strong> mate lijkt dat ook in ons land sprake <strong>is</strong> van een opkomst van<br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachten. Het doel van <strong>de</strong> scriptie <strong>is</strong> het a<strong>na</strong>lyseren van <strong>de</strong>ze<br />

ontwikkeling en het perspectief dat <strong>de</strong>ze gedachten bie<strong>de</strong>n in vergelijking tot het<br />

chr<strong>is</strong>telijk toekomstperspectief van reformator<strong>is</strong>che jongeren in <strong>de</strong> leeftijd van 16-21<br />

jaar.<br />

Vraagstelling<br />

Gelet op het doel van het on<strong>de</strong>rzoek valt <strong>de</strong> vraagstelling uiteen in drie <strong>de</strong>len. Het<br />

eerste <strong>de</strong>el (A) betreft <strong>de</strong> a<strong>na</strong>lyse van onze samenleving met betrekking tot het doel<br />

van dit on<strong>de</strong>rzoek. Het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el (B) betreft <strong>de</strong> peiling van <strong>de</strong> gedachtewereld van<br />

<strong>de</strong> reformator<strong>is</strong>che jongeren (16-21 jaar) met betrekking tot het doel van dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek. Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el (C) brengt bei<strong>de</strong> met elkaar in verband.<br />

A Samenleving<br />

1. Welke plaats hebben <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten in het hindoeïsme/<br />

boeddh<strong>is</strong>me, het chr<strong>is</strong>tendom en New Age en welke perspectieven zijn<br />

hieraan verbon<strong>de</strong>n?<br />

2. Is er aanwijsbaar sprake van een opkomst van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten in<br />

onze samenleving en <strong>is</strong> er een verband te leggen met <strong>de</strong> ontkerkelijking?<br />

B Reformator<strong>is</strong>che jongeren<br />

1. Hoe <strong>de</strong>nken reformator<strong>is</strong>che jongeren van 16-21 jaar over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong> en welk perspectief biedt dit hun? Welke rol spelen <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten?<br />

2. Welke factoren bepalen (me<strong>de</strong>) hun <strong>de</strong>nken over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>? Zijn<br />

er verban<strong>de</strong>n te leggen tussen het mediagebruik en <strong>de</strong> reikwijdte van hun<br />

toekomstperspectief?<br />

C Vergelijk<br />

1. Welke factoren bewegen mensen (niet) tot een reïncar<strong>na</strong>tiegeloof?<br />

2. Hoe verhoudt zich het reformator<strong>is</strong>che jongerenperspectief tot <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten<br />

in onze samenleving?<br />

5


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Werkwijze en inhoud<br />

De vraagstelling van <strong>de</strong>el A <strong>is</strong> aan <strong>de</strong> hand van literatuurstudie beantwoord<br />

(hoofdstuk 2). Omdat het accent ligt op onze samenleving <strong>is</strong> <strong>de</strong> literatuur beperkt tot<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse literatuur waarvan ruim voldoen<strong>de</strong> beschikbaar <strong>is</strong>. De vraagstelling van<br />

<strong>de</strong>el B <strong>is</strong> beantwoord aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> respons op een enquête, die hiervoor<br />

gehou<strong>de</strong>n <strong>is</strong> op <strong>de</strong> JBGG-kampen (hoofdstuk 3). De vraagstelling van <strong>de</strong>el C <strong>is</strong><br />

beantwoord aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong>el A en <strong>de</strong>el B (hoofdstuk 4).<br />

Afron<strong>de</strong>nd volgt een korte terugblik met enkele persoonlijke aanbevelingen<br />

(hoofdstuk 5).<br />

6


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

2. Reïncar<strong>na</strong>tiegedachte, een v<strong>is</strong>ie met toekomst?<br />

Dit hoofdstuk gaat in op <strong>de</strong> vraag: Is er aanwijsbaar sprake van een opkomst van<br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachten in onze samenleving?<br />

Allereerst volgt een weergave welke plaats <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten hebben binnen<br />

het hindoeïsme/boeddh<strong>is</strong>me, het chr<strong>is</strong>tendom en New Age (2.1). Daar<strong>na</strong> kijken we<br />

<strong>na</strong>ar <strong>de</strong> vraag welk perspectief dit biedt (2.2). Vervolgens volgt een a<strong>na</strong>lyse van onze<br />

samenleving, gericht op <strong>de</strong> vraagstelling van dit hoofdstuk (2.3).<br />

2.1 Reïncar<strong>na</strong>tiegedachten<br />

2.1.1 Herhaal<strong>de</strong> terugkeer<br />

Als we Van Dale opslaan, zien we dat on<strong>de</strong>r reïncar<strong>na</strong>tie <strong>de</strong> ‘we<strong>de</strong>rgeboorte van <strong>de</strong><br />

ziel in een lichaam’ wordt verstaan. De omschrijving geeft dui<strong>de</strong>lijk aan dat er sprake<br />

<strong>is</strong> van een beweging tussen <strong>de</strong> ziel en een lichaam; een opnieuw geboren wor<strong>de</strong>n in<br />

een an<strong>de</strong>r lichaam. Iets wat we <strong>na</strong>uwkeuriger omschreven vin<strong>de</strong>n bij N. Smart, die<br />

reïncar<strong>na</strong>tie omschrijft als ‘zielsverhuizing, <strong>de</strong> leer van <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rgeboorte van <strong>de</strong><br />

menselijke ziel <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> in een an<strong>de</strong>r lichamelijke bestaanswijze’. 1 R. Kranenborg<br />

be<strong>na</strong>drukt dat het hierbij gaat over een terugkeer (niet als godheid) op <strong>de</strong>ze aar<strong>de</strong>,<br />

hoewel niet vanzelfsprekend als mens. 2<br />

Als we <strong>de</strong>nken dat reïncar<strong>na</strong>tie een verou<strong>de</strong>rd <strong>de</strong>nkbeeld <strong>is</strong>, tasten we m<strong>is</strong>. Recent<br />

maakte het Reformator<strong>is</strong>ch Dagblad melding van het grootste religieuze festival ter<br />

wereld, <strong>de</strong> be<strong>de</strong>vaart in het Indiase Allahabad, waar miljoenen hindoes zich<br />

verzamel<strong>de</strong>n om een ritueel reinigingsbad te nemen in <strong>de</strong> voor hen heilige rivier <strong>de</strong><br />

Ganges. Naar schatting 50 miljoen mensen on<strong>de</strong>r<strong>na</strong>men <strong>de</strong> be<strong>de</strong>vaart <strong>na</strong>ar<br />

Allahabad om een reinigend bad te nemen in <strong>de</strong> Ganges met <strong>de</strong> hoop hun zon<strong>de</strong>n<br />

weg te spoelen en te onts<strong>na</strong>ppen aan <strong>de</strong> constante cyclus van reïncar<strong>na</strong>tie. 3<br />

Een globale zoektocht 4 op internet levert tal van recente artikelen, websites en<br />

contacten op. Ook een toe<strong>na</strong>me aan literatuur en lezingen over reïncar<strong>na</strong>tie<br />

bevestigen dit. Ver<strong>de</strong>r zien we een stijgend aanbod cursussen op dit gebied; soms<br />

verweven met coachings- en gesprekstechnieken of stressma<strong>na</strong>gement. Wat<br />

beweegt mensen tot het geloof in reïncar<strong>na</strong>tie? Spiritualiteit, het vakblad voor<br />

Spirituele Ontwikkeling, geeft aan dat dit <strong>de</strong> grote aardse tegenstellingen (waarom <strong>de</strong><br />

één zeer rijk <strong>is</strong> en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r straatarm, ziekte en gezondheid, geluk en tegenspoed)<br />

beter verklaart. 5 Centrale aanleiding <strong>is</strong> volgens Kranenborg <strong>de</strong> vraag: waarom<br />

overkomt <strong>mij</strong> leed en ellen<strong>de</strong>? ‘Eén van <strong>de</strong> belangrijkste overwegingen <strong>is</strong> dat <strong>de</strong><br />

gedachte van reïncar<strong>na</strong>tie een verklaring geeft voor vele gebeurten<strong>is</strong>sen in het<br />

menselijk <strong>leven</strong> en bevredigen<strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n geeft op vragen over lij<strong>de</strong>n, aanleg,<br />

karakter, lot en voorkeuren.’ 6 Hij geeft hierbij aan dat men op zoek <strong>is</strong> <strong>na</strong>ar<br />

antwoor<strong>de</strong>n op <strong>leven</strong>svragen, waarbij men geen ‘willekeurige daad van een<br />

onberekenbare God’ in <strong>de</strong> verklaring betrekt, maar ‘wat er in een vorig <strong>leven</strong> <strong>is</strong><br />

1<br />

Smart, N., Godsdiensten van <strong>de</strong> wereld, Kampen, 2003, p. 630.<br />

2<br />

Kranenborg, R., Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, Kampen, 1989, p. 25-27.<br />

3<br />

Reformator<strong>is</strong>ch Dagblad,<br />

http://www.refdag.nl/artikel/1287369/Grootste+be<strong>de</strong>vaart+ter+wereld+in+India+begonnen.html (25-04-<br />

2007).<br />

4<br />

Via www.google.nl; zoekterm: reïncar<strong>na</strong>tie.<br />

5<br />

Stichting Spirituele Ontwikkeling, http://www.spiritualiteit.com/?sid=artikel&aid=20 (25-04-2007).<br />

6<br />

Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 11.<br />

7


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

gedaan’. Men <strong>de</strong>nkt sterk in causale verban<strong>de</strong>n. ‘Menselijke da<strong>de</strong>n hebben gevolgen<br />

en die zullen in een volgend bestaan merkbaar zijn.’ 7 W. Log<strong>is</strong>ter: ‘Het gaat om <strong>de</strong><br />

universele wet dat alle han<strong>de</strong>len consequenties heeft.’ 8 Er bestaat dus een verband<br />

tussen <strong>de</strong> dingen die gebeuren. Alles wat <strong>is</strong>, heeft zijn re<strong>de</strong>n en zijn gron<strong>de</strong>n in<br />

vroegere <strong>leven</strong>s. Het begrip karma blijkt, als een soort wet van oorzaak en gevolg,<br />

een verband te vormen tussen <strong>de</strong> dingen die bestaan. Smart omschrijft karma dan<br />

ook als ‘<strong>de</strong> gevolgen van iemands han<strong>de</strong>lswijzen’. 9<br />

Log<strong>is</strong>ter be<strong>na</strong>drukt in <strong>de</strong> beantwoording van <strong>de</strong> vraag <strong>na</strong>ar het waarom van <strong>de</strong><br />

toenemen<strong>de</strong> aandacht voor het reïncar<strong>na</strong>tiegeloof dat <strong>de</strong> mens zich verzet tegen <strong>de</strong><br />

opvatting <strong>dood</strong> <strong>is</strong> <strong>dood</strong>. 10 A. Mann wijst er in dit verband op dat men zoekt <strong>na</strong>ar<br />

eenheid van mens en kosmos, <strong>na</strong>ar een <strong>leven</strong>scyclus, waarin ‘kenn<strong>is</strong> over vroegere<br />

en toekomstige <strong>leven</strong>s kleur kan geven aan ons huidige bestaan hier op aar<strong>de</strong>’. 11<br />

H. van Praag stelt dat reïncar<strong>na</strong>tie als hypothese door <strong>de</strong> veelvoud van<br />

herinneringen aan vorige <strong>leven</strong>s een volwaardige theorie <strong>is</strong>. Door wat we <strong>de</strong> laatste<br />

<strong>de</strong>cennia weten over informatie en informatieoverdracht, informatie in relatie tot<br />

energie en het astrale lichaam 12 , maakt het mogelijk een drager van informatie aan te<br />

nemen die niet met het lichaam vergaat, aldus Van Praag. 13 ‘Wat nu bij <strong>de</strong> <strong>dood</strong> van<br />

een individu zou kunnen gebeuren, <strong>is</strong> dat het lichaam weer tot stof terugkeert terwijl<br />

<strong>de</strong> ervaring in een geestelijk reservoir wordt opgenomen. Dat leert o.a. <strong>de</strong><br />

theosof<strong>is</strong>che akasha-leer die uitgaat van een kosm<strong>is</strong>ch geheugen (<strong>de</strong> akashakroniek<br />

of het akasha-reservoir). Aanvaardt men <strong>de</strong> theorie van het astraallichaam of<br />

van <strong>de</strong> <strong>leven</strong>s-vel<strong>de</strong>n, dan kan men uitgaan van een meer individuele continuïteit.’ 14<br />

2.1.2 Reïncar<strong>na</strong>tie en het hindoeïsme/boeddh<strong>is</strong>me<br />

Het <strong>is</strong> onm<strong>is</strong>kenbaar een feit dat <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte onlosmakelijk verbon<strong>de</strong>n<br />

wordt met <strong>de</strong> oosterse godsdiensten. ‘Vrijwel alle religieuze bewegingen die uit India<br />

afkomstig zijn, kennen dan ook <strong>de</strong>ze opvatting.’ 15 Hierbij kan het vroege hindoeïsme<br />

wor<strong>de</strong>n gezien als <strong>de</strong> bakermat van <strong>de</strong>ze gedachte. Kranenborg vermeldt dat het<br />

gaat om een gedachte, die stamt uit het mid<strong>de</strong>n van het eerste millennium voor<br />

Chr<strong>is</strong>tus. 16 Hoewel Kranenborg het hindoeïsme als ontstaansplaats aanwijst voor <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tieleer, ziet Mann toch ook een grote rol voor <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tieleer weggelegd<br />

bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re wereldreligies (waarbij hij zelfs opmerkt dat het h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch belangrijk <strong>is</strong><br />

in <strong>de</strong> ontwikkeling van het Jo<strong>de</strong>ndom, het chr<strong>is</strong>tendom en <strong>de</strong> <strong>is</strong>lam). ‘In feite geloof<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> hele mensheid in reïncar<strong>na</strong>tie totdat tweehon<strong>de</strong>rd jaar gele<strong>de</strong>n het<br />

wetenschappelijk material<strong>is</strong>me een grotere invloed kreeg.’ 17 Ondanks <strong>de</strong>ze bre<strong>de</strong><br />

plaats die Mann <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte toekent, <strong>is</strong> zijn v<strong>is</strong>ie zeer aanvechtbaar (zie<br />

7 Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 14.<br />

8 Log<strong>is</strong>ter, W., Reïncar<strong>na</strong>tie: <strong>de</strong> vele kanten van een oud en nieuw geloof, Tielt, 1990, p. 59.<br />

9 Smart, Godsdiensten van <strong>de</strong> wereld, p. 628.<br />

10 Log<strong>is</strong>ter, Reïncar<strong>na</strong>tie, p. 10, 16.<br />

11 Mann, A., Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, Naar<strong>de</strong>n, 1995, p. 9.<br />

12 Dit <strong>is</strong> een techn<strong>is</strong>che term die gebruikt wordt om het bestaan tussen twee incar<strong>na</strong>ties te dui<strong>de</strong>n; ook<br />

wel droomlichaam genoemd. De term wordt gebruikt voor het bewustzijn, <strong>de</strong> geest van <strong>de</strong> mens. Het<br />

astrale lichaam en fysieke lichaam wordt door een energielichaam verbon<strong>de</strong>n, aldus <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tieaanhangers.<br />

13 Praag, H. van, Paranormale i<strong>de</strong>ntiteit, Leven <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, reïncar<strong>na</strong>tie, spirit<strong>is</strong>me, bezetenheid,<br />

individuatie, Baarn, 1974, p. 75.<br />

14 Van Praag, Paranormale i<strong>de</strong>ntiteit, p. 80.<br />

15 Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 31.<br />

16 Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 27-29.<br />

17 Mann, Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, p. 9. Zie ook Stolp, H., Karma, reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof,<br />

Baarn, 1996, p. 53.<br />

8


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

2.1.3) en merkt hij toch ook op dat het hindoeïsme een centrale plaats inneemt in <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tieleer. 18<br />

Belangrijk voor het doorgron<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze reïncar<strong>na</strong>tiegedachte <strong>is</strong> te beseffen dat <strong>de</strong><br />

mens wordt gezien als een kern (essentie, eeuwige ziel, eeuwig zuiver bestaand<br />

principe, universele zelf, atman), een fijnstoffelijke, reïncarneren<strong>de</strong> ziel (<strong>leven</strong>sziel,<br />

geest), lichaam en zintuigen. 19 Elke daad van <strong>de</strong> mens wordt opgeslagen in <strong>de</strong><br />

<strong>leven</strong>sziel. Het totale resultaat van alle han<strong>de</strong>lingen bepaalt <strong>de</strong> kwaliteit van een<br />

volgend <strong>leven</strong> (karma) en of men in een hogere of lagere kaste terugkomt. Alleen<br />

door te onts<strong>na</strong>ppen aan het karma, kan men opgaan in het god<strong>de</strong>lijke, het universele<br />

zelf. ‘Degenen die het Zelf vergeten, blijven in <strong>de</strong>ze wereld vastzitten en zijn<br />

gedoemd tot een eeuwige kringloop in het Rad van Samsara’ (= <strong>de</strong> <strong>leven</strong>scyclus van<br />

geboren wor<strong>de</strong>n en sterven waar geen ein<strong>de</strong> aan komt). 20 Om aan <strong>de</strong>ze kringloop te<br />

onts<strong>na</strong>ppen dient men zo te han<strong>de</strong>len dat men loskomt van het karma, te<br />

verwezenlijken door: <strong>de</strong> da<strong>de</strong>n aan god op te dragen, te han<strong>de</strong>len ten nutte van een<br />

an<strong>de</strong>r, zich af te zon<strong>de</strong>ren door yoga en ascese. Kenmerkend voor het hindoeïsme <strong>is</strong><br />

dan ook <strong>de</strong> <strong>leven</strong>scyclus met een groei <strong>na</strong>ar het volmaakte, in aanvaarding van het<br />

uitein<strong>de</strong>lijke geheim, dat <strong>de</strong> <strong>dood</strong> voor ons <strong>is</strong>. ‘Ja, <strong>de</strong> weg <strong>na</strong>ar <strong>de</strong> vrijheid-van-lij<strong>de</strong>n<br />

loopt via <strong>de</strong> innerlijke aanvaarding van <strong>de</strong> vergankelijkheid en <strong>de</strong> <strong>dood</strong>.’ 21 Geen<br />

verdringing van <strong>de</strong> <strong>dood</strong> dus of een zinloze kringloop. Het gaat om ‘een opgang <strong>na</strong>ar<br />

<strong>de</strong> hoogten van <strong>de</strong>finitieve bevrijding’. 22<br />

In het boeddh<strong>is</strong>me <strong>is</strong> <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte enigszins an<strong>de</strong>rs. Er <strong>is</strong> geen ‘zelf’ dat<br />

incarneert. Daar <strong>is</strong> het meer een opnieuw geboren wor<strong>de</strong>n, maar niet absoluut<br />

i<strong>de</strong>ntiek met een voorgaand <strong>leven</strong>. Hierbij <strong>is</strong> <strong>de</strong> mens ook niet in alle gevallen<br />

aangewezen op zichzelf. Het boeddh<strong>is</strong>me kent bijvoorbeeld een figuur die <strong>na</strong>ar<br />

verlossing streeft en hulp biedt, <strong>de</strong> Bodh<strong>is</strong>attva. ‘Het <strong>is</strong> een kenmerk van <strong>de</strong><br />

Bodh<strong>is</strong>attva, dat hij an<strong>de</strong>re wezens kan helpen en bijstaan.’ 23<br />

2.1.3 Reïncar<strong>na</strong>tie en het chr<strong>is</strong>tendom<br />

Religies als hindoeïsme en boeddh<strong>is</strong>me wor<strong>de</strong>n fundamenteel bepaald door <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachte. An<strong>de</strong>re religies, zoals het Jo<strong>de</strong>ndom, chr<strong>is</strong>tendom en <strong>de</strong> <strong>is</strong>lam<br />

hebben <strong>de</strong>ze gedachten niet. 24 De reïncar<strong>na</strong>tiegedachte heeft daar nooit tot het<br />

algemeen aanvaar<strong>de</strong> geloofsgoed behoord, alhoewel dit in kleine groepen of<br />

individueel wel aangehangen <strong>is</strong>/wordt. Door sommigen wor<strong>de</strong>n het boeddh<strong>is</strong>me en<br />

het chr<strong>is</strong>tendom met betrekking tot <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten wel met elkaar in<br />

verband gebracht. 25 Toch wordt <strong>de</strong> gedachte dat in het Nieuwe Testament <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachte <strong>is</strong> terug te vin<strong>de</strong>n exeget<strong>is</strong>ch en theolog<strong>is</strong>ch breed weerlegd en<br />

als h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch zeer d<strong>is</strong>cutabel gezien. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> opvatting dat <strong>de</strong>ze<br />

gedachte in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> kerk wijd verbreid was. 26 Zo veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> het Concilie van<br />

Constantinopel in 553 zelfs elk voorbestaan van een ziel en beleed dat <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

een mensen<strong>leven</strong> geoor<strong>de</strong>eld zal wor<strong>de</strong>n. Soms wordt als argument aangevoerd dat<br />

het feit dat er toen over gesproken werd een bewijs <strong>is</strong> dat reïncar<strong>na</strong>tiegedachten<br />

geaccepteerd waren. Het feit echter dat in het vroege chr<strong>is</strong>tendom over reïncar<strong>na</strong>tie<br />

18<br />

Mann, Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, p. 24.<br />

19<br />

Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 30-34.<br />

20<br />

Mann, Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, p. 26.<br />

21<br />

Log<strong>is</strong>ter, Reïncar<strong>na</strong>tie, p. 69.<br />

22<br />

Log<strong>is</strong>ter, Reïncar<strong>na</strong>tie, p. 71.<br />

23<br />

Log<strong>is</strong>ter, Reïncar<strong>na</strong>tie, p. 154.<br />

24<br />

Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 28.<br />

25<br />

Denk bijvoorbeeld aan W. van <strong>de</strong> Pol met zijn boek Het ein<strong>de</strong> van het conventionele chr<strong>is</strong>tendom uit<br />

1965.<br />

26<br />

Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 97-101, 102. Kampen, P. van, Na het laatste uur,<br />

Kampen, 1994, p. 207. Veldhuizen, H., Hoe occult <strong>is</strong> occult?, Kampen, 1994, p. 49.<br />

9


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

<strong>is</strong> gesproken <strong>is</strong> geen bewijs dat het erkend <strong>is</strong>. Ju<strong>is</strong>t iemand als Origenes heeft –zeker<br />

in zijn jonge experimentele jaren- laten zien dat hij door open te staan voor Griekse<br />

en Ind<strong>is</strong>che i<strong>de</strong>eën heeft geprobeerd elementen van buite<strong>na</strong>f te verenigen met het<br />

chr<strong>is</strong>telijk geloof. 27 Brox merkt hierbij op dat er toen een beperkt <strong>de</strong>bat <strong>is</strong> geweest,<br />

gelet op <strong>de</strong> geringe overblijfselen. ‘De variant van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tie was kennelijk van<br />

afkomst te vreemd en te ver verwij<strong>de</strong>rd van <strong>de</strong> chr<strong>is</strong>telijke toekomsthoop voor <strong>de</strong><br />

zielen dan dat ze er zich mee hebben willen bezighou<strong>de</strong>n.’ 28 Het schriftbewijs waarop<br />

men zich beriep, beperkte zich tot Matth. 11:14 (Elia teruggekeerd als Johannes).<br />

Opvallend <strong>is</strong> dat ook Origenes dit schriftberoep afwees, omdat in het aangehaal<strong>de</strong><br />

vers <strong>de</strong> zielsverhuizing niet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> <strong>is</strong>; <strong>de</strong> gedachte wordt aan <strong>de</strong> tekst<br />

opgelegd. Hoewel Origenes vanuit <strong>de</strong> eschatologie en <strong>de</strong> antropologie moeite had<br />

met <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte, heeft hij toch ondui<strong>de</strong>lijkheid gelaten door zijn geloof in<br />

<strong>de</strong> pre-ex<strong>is</strong>tentie van <strong>de</strong> ziel en een opmerking dat enkele ‘omlopen’ van zielen kan,<br />

mits in hetzelf<strong>de</strong> lichaam. An<strong>de</strong>ren hebben zich dui<strong>de</strong>lijker uitgesproken. Van<br />

Justinus <strong>is</strong> bekend dat hij <strong>de</strong> gedachte zinloos vond. Ireneus van Lyon beschouw<strong>de</strong><br />

zielsverhuizing als uitgesloten vanwege het unieke van <strong>de</strong> mens wegens zijn<br />

geschapen-zijn door God, door het geloof in <strong>de</strong> opstanding en het oor<strong>de</strong>el met<br />

individuele uitspraak over ie<strong>de</strong>r mens. Tertullianus volg<strong>de</strong> Ireneus en sprak zich<br />

<strong>na</strong>drukkelijk ook uit tegen <strong>de</strong> terugkeer van een menselijke ziel in een dier wat hij<br />

weerzinwekkend en pervers vond. 29 Ook van Augustinus <strong>is</strong> bekend dat hij <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tie zon<strong>de</strong>r meer afwees. Voor Augustinus <strong>is</strong> <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tieleer nooit een<br />

mogelijke oplossing geweest, want <strong>de</strong> <strong>dood</strong> vormt noodzakelijkerwijs <strong>de</strong> weg <strong>na</strong>ar<br />

het eeuwige <strong>leven</strong>. An<strong>de</strong>re uitspraken van hem moeten beoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n in het<br />

licht van <strong>de</strong> ontwikkeling die Augustinus heeft doorgemaakt, <strong>na</strong>melijk dat voordat hij<br />

chr<strong>is</strong>ten was hij sympath<strong>is</strong>eer<strong>de</strong> met het Manicheïsme en ook enige tijd met Plotinos.<br />

Zijn uitein<strong>de</strong>lijke hoop lag in <strong>de</strong> God van het <strong>leven</strong>, in tegenstelling tot <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tieleer waarin <strong>de</strong> mens het zelf steeds beter moet doen. 30<br />

Dat dit niet alleen vroeger <strong>is</strong> afgewezen blijkt uit <strong>de</strong> commotie die april 2006 <strong>is</strong><br />

ontstaan <strong>na</strong>ar aanleiding van <strong>de</strong> uitspraak van predikante J. Veldhuizen, die in <strong>de</strong><br />

Bijbel aanleiding ziet om in reïncar<strong>na</strong>tie te geloven. Toenmalig preses van <strong>de</strong> syno<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> Protestantse Kerk in Ne<strong>de</strong>rland, J. Heet<strong>de</strong>rks, liet daarop weten dat<br />

reïncar<strong>na</strong>tie geen plaats heeft in <strong>de</strong> Heilige Schrift en <strong>de</strong> belij<strong>de</strong>n<strong>is</strong> van <strong>de</strong> kerk.<br />

In hoofdlijn komen <strong>de</strong> kerkelijke reacties samen in een afwijzing van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tie<br />

als verenigbaar met het chr<strong>is</strong>telijk geloof. 31 Hierbij wor<strong>de</strong>n (ou<strong>de</strong>) argumenten<br />

gebruikt als het m<strong>is</strong>sen van <strong>de</strong> mens als uniek individu (J. <strong>de</strong> V<strong>is</strong>ser), <strong>de</strong><br />

zelfverlossing (H. Bakker), het harteloze mechan<strong>is</strong>me van oorzaak en gevolg (J.<br />

Verkuyl) en het ratio<strong>na</strong>l<strong>is</strong>me (M. van Mourik Broekman). 32 Desondanks heeft <strong>de</strong> kerk<br />

voortdurend - door groepen als Paulicianen, Bogomilen en Katharen, maar later ook<br />

<strong>de</strong> theosofie, <strong>de</strong> antroposofie, hypnose en spirit<strong>is</strong>me- wel met <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachte te maken gehad. Er zijn pogingen tot integratie geweest,<br />

waarbij <strong>de</strong> mens door leed gereinigd in een volgend bestaan dichter bij God kan<br />

komen (G. MacGregor) of waarbij <strong>de</strong> mens zelfs <strong>na</strong> vele <strong>leven</strong>s versmelt met het<br />

god<strong>de</strong>lijke (K. Douven). Hiertussen beweegt zich J. Hick, die reïncar<strong>na</strong>tie enerzijds<br />

afwijst, maar an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> gedachte van het voortbestaan plaatst tussen <strong>de</strong> <strong>dood</strong> en<br />

27<br />

Brox, N., ‘Het vroeg-chr<strong>is</strong>telijke <strong>de</strong>bat over zielsverhuizing’, Concilium 29/5 (1993), p. 81.<br />

28<br />

Brox, Concilium 29/5, p. 85.<br />

29<br />

Brox, Concilium 29/5, p. 82.<br />

30<br />

Häring, H., ‘Een antropolog<strong>is</strong>che wending? De invloed van Augustinus’, Concilium 29/5 (1993), p.<br />

101.<br />

31<br />

Van Kampen, Na het laatste uur, p. 216. Veldhuizen, Hoe occult <strong>is</strong> occult?, p. 50. Log<strong>is</strong>ter,<br />

Reïncar<strong>na</strong>tie, p. 14.<br />

32<br />

Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 106-137.<br />

10


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

het laatste oor<strong>de</strong>el, al ziet hij het voortbestaan niet op <strong>de</strong>ze aar<strong>de</strong>. Reïncar<strong>na</strong>tie als<br />

gedachte wijst hij o.a. met het oog op problemen rond <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteitsvraag af 33 , maar<br />

door een aantal motieven over te nemen (groei <strong>na</strong>ar God toe waarin diverse<br />

ontwikkelingen zijn en waarbij ie<strong>de</strong>r <strong>leven</strong> een opzichzelfstaan<strong>de</strong> ep<strong>is</strong>o<strong>de</strong> <strong>is</strong>) 34 wil hij<br />

een brug slaan <strong>na</strong>ar het chr<strong>is</strong>telijk geloof. Toch zijn <strong>de</strong> overbruggingen slechts<br />

pogingen te noemen; het chr<strong>is</strong>tendom heeft <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte niet<br />

overgenomen. Kranenborg geeft als verklaring dat <strong>de</strong> essentiële elementen uit het<br />

chr<strong>is</strong>telijk geloof niet verenigbaar zijn met <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tie en wijst erop dat elk geloof<br />

in een terugkeer op <strong>de</strong>ze aar<strong>de</strong> tekortdoet aan <strong>de</strong> unieke relatie van God en <strong>de</strong><br />

concrete mens. 35 Wel laat hij ruimte voor een ontwikkeling <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> waarin <strong>de</strong><br />

unieke relatie met God en <strong>de</strong> eigen i<strong>de</strong>ntiteit gehandhaafd blijft, maar niet op <strong>de</strong><br />

aar<strong>de</strong>. 36 Met het oog op 2 Kor. 5 (dat gaat over een eeuwig hu<strong>is</strong> in <strong>de</strong> hemel) komt hij<br />

dan ook tot een afwijzing van reïncar<strong>na</strong>tie: ‘Lief<strong>de</strong> verdraagt geen reïncar<strong>na</strong>tie.’ Ook<br />

D. Rietdijk heeft <strong>na</strong>drukkelijk afstand genomen van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte: ‘Na <strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong> doen <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n niet meer mee in het <strong>leven</strong>spatroon van <strong>de</strong>ze wereld. (…) De<br />

ziel <strong>is</strong> een geest. De ziel gaat <strong>na</strong> dit <strong>leven</strong> <strong>na</strong>ar haar eeuwige bestemming, dat <strong>is</strong> <strong>de</strong><br />

hel of <strong>de</strong> hemel. Op <strong>de</strong> jongste dag zal <strong>de</strong> ziel weer met het lichaam dat uit het graf<br />

verrijst, verenigd wor<strong>de</strong>n.’ 37<br />

Heeft reïncar<strong>na</strong>tie dan geen beteken<strong>is</strong> voor het chr<strong>is</strong>tendom? Log<strong>is</strong>ter meent van<br />

wel, maar dan als leerpunt: ‘Vooralsnog ben ik van mening dat <strong>de</strong> vragen rondom<br />

onze eindigheid en contingentie langer en radicaler moeten wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgaan en<br />

doorleefd.’ 38<br />

Hoewel bovenstaan<strong>de</strong> aangeeft dat vanuit het chr<strong>is</strong>telijk geloof afstand <strong>is</strong> genomen<br />

van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte, ziet H. Stolp - eve<strong>na</strong>ls Mann, zoals we eer<strong>de</strong>r zagen –<br />

wel <strong>de</strong>gelijk een plaats voor <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte binnen het chr<strong>is</strong>telijk geloof. 39<br />

Stolp staat hierin niet alleen. Meer en meer gaan velen zoekend hun weg, zoals blijkt<br />

uit het boek van J. Blok, Denkend en zoekend geloven. Speurtocht van een bètagelovige.<br />

40<br />

Iemand die <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten <strong>na</strong>drukkelijk combineert met chr<strong>is</strong>telijk geloof<br />

en niet wil weglopen uit <strong>de</strong> kerk <strong>is</strong> J. Klink. ‘In <strong>de</strong> Bijbel wordt immers gesproken van<br />

<strong>de</strong> voleinding van <strong>de</strong> ‘aioon’ of van <strong>de</strong> aeonen, wat toch meer tijdperken, cycli<br />

betekent.’ 41 Nadrukkelijk wil ze haar v<strong>is</strong>ie als chr<strong>is</strong>telijk baseren op <strong>de</strong> Bijbel en<br />

verenigen met het chr<strong>is</strong>telijk geloof. Ook beroept ze zich op het Thomasevangelie,<br />

vers 50, waar iemand vraagt: ‘Waar ben je vandaan gekomen?’ zeg dan: ‘Wij<br />

kwamen uit het licht.’ 42 <strong>Maar</strong> vooral <strong>de</strong> ervaringen van kin<strong>de</strong>ren brengen haar tot<br />

<strong>de</strong>ze gedachte. ‘Er <strong>is</strong> een zien, horen, waarnemen en begrijpen, o<strong>na</strong>fhankelijk van<br />

het lichaam en <strong>de</strong> functies, ook die van <strong>de</strong> hersenen.’ 43 Kin<strong>de</strong>ren hebben<br />

herhaal<strong>de</strong>lijk herinneringen verteld over hoe ze ‘via het lichtgeven<strong>de</strong> energiekoord’<br />

33<br />

Hick, J., Dood en <strong>leven</strong>, Helmond, 1977, p. 384/385.<br />

34<br />

Hick, Het hart van het chr<strong>is</strong>telijk geloof, Baarn, 1979, p. 108/109.<br />

35<br />

Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 151.<br />

36<br />

Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 162-164.<br />

37<br />

Rietdijk, R., ‘Is er <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>?’, in: Jong, J. en Mauritz, J., Dichterbij dan je <strong>de</strong>nkt, Woer<strong>de</strong>n,<br />

1998, p. 67.<br />

37<br />

Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 65.<br />

38<br />

Log<strong>is</strong>ter, Reïncar<strong>na</strong>tie, p. 161.<br />

39<br />

Stolp, Karma, reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 45.<br />

40<br />

Blok, J., Denkend en zoekend geloven. Speurtocht van een bèta-gelovige, Amsterdam, 2006.<br />

41<br />

Klink, J., Het open venster. Een nieuwe tijd ook voor chr<strong>is</strong>tenen, Baarn, 1994, p. 116.<br />

42 Klink, Het open venster, p. 55.<br />

43 Klink, Het open venster, p. 65.<br />

11


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

één wer<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> foetus, aldus Klink. 44 Deze ‘indaling’ zou op verschillen<strong>de</strong><br />

momenten plaatsvin<strong>de</strong>n en niet <strong>de</strong>finitief zijn. 45 Ook ’s <strong>na</strong>chts tre<strong>de</strong>n we uit ons<br />

lichaam en zijn we in het hier<strong>na</strong>maals, aldus Klink. In het verleng<strong>de</strong> hiervan staat ook<br />

<strong>de</strong> positieve v<strong>is</strong>ie op <strong>de</strong> <strong>dood</strong>: ‘<strong>de</strong> <strong>dood</strong> slechts als een overgang, als een vlin<strong>de</strong>r die<br />

uit een cocon komt.’ 46 ‘Niet alleen het materie-lichaam zou<strong>de</strong>n we afleggen <strong>na</strong> onze<br />

aardse <strong>dood</strong>, maar ook gelei<strong>de</strong>lijk aan an<strong>de</strong>re lichamen totdat we één en al licht zijn<br />

gewor<strong>de</strong>n, in ons lichtlichaam kunnen verkeren.’ 47 Alhoewel ze zelf toegeeft het<br />

vooral te beschrijven en door te geven ‘van horen zeggen’, <strong>is</strong> ze er tegelijkertijd van<br />

overtuigd, dat reïncar<strong>na</strong>tie <strong>de</strong> meest acceptabele verklaring <strong>is</strong> van <strong>de</strong> chaos en het<br />

onrecht in <strong>de</strong> draaikolk van <strong>de</strong> wereldgeschie<strong>de</strong>n<strong>is</strong> gekenmerkt door oorlogen,<br />

uitbuiting en terechtstelling waar we vandaag terecht zijn gekomen. ‘Het geeft ruimte<br />

voor <strong>de</strong> eigen vrije wil en verantwoording.’ 48 ‘Of we gaan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang tegemoet óf<br />

<strong>de</strong>ze turbulentie <strong>is</strong> een overgang <strong>na</strong>ar een toekomst die wel heel an<strong>de</strong>rs zal zijn dan<br />

we tot nu toe gewend waren.’ 49 Hierbij ziet ze <strong>de</strong> nieuwe tijd zelfs als een vervulling<br />

van verwachtingen die in <strong>de</strong> Bijbel voorkomen, o.a. met verwijzing <strong>na</strong>ar Hand. 13:41<br />

en Jer. 31:33-34. 50<br />

De afwijzing binnen het chr<strong>is</strong>tendom geeft, door <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re invulling die gegeven<br />

wordt aan met <strong>na</strong>me <strong>de</strong> verlossing en <strong>de</strong> verklaring van <strong>de</strong> aanwezigheid van<br />

onrecht, aan dat <strong>de</strong>ze v<strong>is</strong>ie onverenigbaar <strong>is</strong> met het chr<strong>is</strong>telijk geloof. Ook Klink <strong>is</strong><br />

zich hiervan bewust en citeert bezwaren van diverse predikanten: ‘God wacht niet tot<br />

wij helemaal zuiver zijn. Dat komt keihard op <strong>mij</strong> over’ (K. Bley), ‘In <strong>de</strong> bijbel <strong>is</strong> dit<br />

<strong>leven</strong> je eigen unieke <strong>leven</strong>’ (W. van <strong>de</strong>r Zee), ‘Naar <strong>mij</strong>n overtuiging biedt<br />

reïncar<strong>na</strong>tie<strong>de</strong>nken niet wezenlijk een oplossing voor <strong>de</strong> vraag <strong>na</strong>ar lij<strong>de</strong>n en schuld.<br />

(…) <strong>de</strong> grote waarom-vragen komen dubbel en dwars terug’ (A. Berkhof), ‘De mens<br />

<strong>is</strong> een bezield lichaam, niet een ziel in een lichaam’ (Van <strong>de</strong>r Zee). 51 Uit <strong>de</strong> vragen<br />

die Klink stelt, blijkt dat ze hier zelf ook mee zit, maar <strong>is</strong> een an<strong>de</strong>re mening<br />

toegedaan. ‘Zou het dan nu echt zo onchr<strong>is</strong>telijk zijn als dit geen ‘instant’ gebeuren<br />

zou zijn, maar een lange en moeizame weg?’ 52 ‘Als je gelooft in een God die geduld<br />

met ons heeft en op ons wacht tot we op eigen benen <strong>de</strong> weg <strong>na</strong>ar zijn Hu<strong>is</strong> hebben<br />

afgelegd en die geen korte metten maakt met zijn schepselen, ben je dan geen<br />

chr<strong>is</strong>ten meer?’ 53 Is het nieuwe <strong>de</strong>nken ‘God niet meer buiten ons, hoog boven ons,<br />

onbereikbaar an<strong>de</strong>rs, maar in ons’ niet ook bijbels, aldus Klink? 54 Dui<strong>de</strong>lijk <strong>is</strong> echter<br />

dat Klink ook beseft dat het wel een veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> opvatting <strong>is</strong>. Ze vraagt zich<br />

hardop af: ‘We willen in <strong>de</strong> kerk toch ook niet dat het altijd blijft zoals het was?<br />

Mogen we niet an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>nken en geloven dan onze va<strong>de</strong>ren?’ 55 Me<strong>de</strong> daarom <strong>is</strong>,<br />

44 Klink, Het open venster, p. 67. De v<strong>is</strong>ie leidt overigens tot een dual<strong>is</strong>t<strong>is</strong>che opvatting met betrekking<br />

tot abortus (p. 68): ‘Bij veel ingrepen, bijvoorbeeld abortus, kan het ook weer een opluchting zijn te<br />

weten dat <strong>de</strong> ongeborene toch nog niet zal zijn ingedaald in het lijfje. <strong>Maar</strong> aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant zal het<br />

voor <strong>de</strong> ongeborene een ervaring zijn die wordt beleefd als een afwijzing. En die zal niet vergeten<br />

wor<strong>de</strong>n!’<br />

45 Klink, Het open venster, p. 114.<br />

46 Klink, Het open venster, p. 104. Vanuit dit perspectief zegt Klink over eutha<strong>na</strong>sie (p. 113): ‘Beter<br />

dan op grote schaal eutha<strong>na</strong>sie toepassen, zou zijn om mensen spiritueel te begelei<strong>de</strong>n om met het<br />

afgelopen <strong>leven</strong> in het reine te komen en met meer vertrouwen zich over te geven aan wat komen<br />

gaat.’<br />

47 Klink, Het open venster, p. 131.<br />

48 Klink, Het open venster, p. 192.<br />

49 Klink, Het open venster, p. 15.<br />

50 Klink, Het open venster, p. 16, 30.<br />

51 Klink, Het open venster, p. 124-129.<br />

52 Klink, Het open venster p. 132.<br />

53 Klink, Het open venster, p. 133.<br />

54 Klink, Het open venster, p. 186.<br />

55 Klink, Het open venster, p. 17.<br />

12


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

ook door Klinks accent op <strong>de</strong> nieuwe tijd, <strong>de</strong> vraag terecht: Is dit werkelijk<br />

verenigbaar met het chr<strong>is</strong>telijk <strong>de</strong>nken of hoort dit on<strong>de</strong>r het New Age-<strong>de</strong>nken?<br />

2.1.4 Reïncar<strong>na</strong>tie en New Age<br />

Ondanks <strong>de</strong> afwijzing binnen <strong>de</strong> chr<strong>is</strong>telijke kerken heeft <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte in<br />

<strong>de</strong> westerse maatschappij een eigen plaats ingenomen. Volgens W. Hanegraaf, in<br />

zijn d<strong>is</strong>sertatie over <strong>de</strong> westerse esoterie, <strong>is</strong> <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte zelfs een<br />

aspect van <strong>de</strong> westerse cultuur: vanuit het Platon<strong>is</strong>me (<strong>de</strong> recycling van <strong>de</strong> ziel) en<br />

het neo-Platon<strong>is</strong>me (<strong>de</strong> terugkeer van het vele in het Ene) <strong>is</strong> er altijd aandacht<br />

geweest voor <strong>de</strong> betrekkelijke plaats van het individu en diens <strong>leven</strong>sbeginsel of ziel<br />

in het geheel van <strong>de</strong> kosm<strong>is</strong>che werkelijkheid. 56 Hanegraaf wijst er op dat er daarom<br />

sprake kon zijn van een lange zielenre<strong>is</strong>, van recycling van <strong>de</strong> zielen <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, van<br />

loutering in een louteringsplaats als het vagevuur en van voorspraak van <strong>de</strong> heiligen<br />

bij het oor<strong>de</strong>el over ie<strong>de</strong>rs <strong>leven</strong>sda<strong>de</strong>n. Figuren als Boehme, Lessing, Steiner en<br />

Blavatsky hebben hierbij willen aanknopen om <strong>de</strong>ze verloren gegane <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n<br />

nieuw <strong>leven</strong> in te blazen en te verenigen met nieuwere wetenschappelijke inzichten<br />

inzake <strong>de</strong> biologie van het menselijk lichaam. Met <strong>na</strong>me Lessing en Steiner zijn niet<br />

onbelangrijk om hun invloed. Met hun vooruitgangsgeloof en hun ontwikkelingscyclus<br />

zijn zij <strong>de</strong> peetva<strong>de</strong>rs van het <strong>leven</strong>sgevoel waarin het westerse reïncar<strong>na</strong>tiegeloof <strong>is</strong><br />

geworteld. 57 Iets wat Capra als i<strong>de</strong>oloog van New Age heeft uitgewerkt in zijn<br />

alomvatten<strong>de</strong>, hol<strong>is</strong>t<strong>is</strong>che v<strong>is</strong>ie, waarin alles met elkaar verbon<strong>de</strong>n <strong>is</strong>. Zo <strong>is</strong> in New<br />

Age <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte niet een hoofdgedachte, maar wel een vanzelfsprekend<br />

aspect van het geheel. 58 Dit met het geloof dat <strong>de</strong> mens niet een individu <strong>is</strong> met een<br />

eenmalig <strong>leven</strong>, maar een moment in een groots proces. Men verlangt <strong>na</strong>ar betere<br />

tij<strong>de</strong>n, <strong>na</strong>ar herstel, <strong>na</strong>ar een nieuwe stap omhoog.<br />

Toch bevat New Age an<strong>de</strong>re accenten dan het hindoeïsme/boeddh<strong>is</strong>me. Zo<br />

bevestigt New Age het ik-karakter van <strong>de</strong> mens en verwoordt <strong>de</strong> plausibiliteit van <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tie; in tegenstelling tot <strong>de</strong> oosterse v<strong>is</strong>ie, die niet zozeer gericht <strong>is</strong> op <strong>de</strong><br />

concrete mens en <strong>de</strong> doorgronding ervan. In New Age sluimert <strong>de</strong> gedachte van een<br />

totale evolutie met een hogere ontwikkeling van het empir<strong>is</strong>che ik; in tegenstelling tot<br />

<strong>de</strong> overheersen<strong>de</strong> gedachte van het achterlaten van <strong>de</strong> illusies van <strong>de</strong> wereld in <strong>de</strong><br />

oosterse v<strong>is</strong>ie. 59<br />

F. Habets wijst op twee dui<strong>de</strong>lijk te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n vormen van <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachte, <strong>na</strong>melijk een religieuze én rationele reïncar<strong>na</strong>tieleer.<br />

Overigens plaatst Habets <strong>de</strong> rationele reïncar<strong>na</strong>tieleer niet specifiek binnen New<br />

Age. ‘Men hoeft besl<strong>is</strong>t geen aanhanger te zijn van New Age, om overtuigd te raken<br />

van <strong>de</strong> rationele reïncar<strong>na</strong>tieleer. Bij <strong>de</strong>ze leer gaat het <strong>na</strong>melijk niet om een<br />

mysterieus of mystiek geloof, maar uitsluitend om een overtuiging die gebaseerd <strong>is</strong><br />

op re<strong>de</strong>lijke argumenten.’ 60 Hiermee plaatst Habets <strong>de</strong> rationele reïncar<strong>na</strong>tieleer in<br />

wetenschappelijk ka<strong>de</strong>r, omdat het ‘berust op persoonlijke ervaring gecombineerd<br />

met <strong>de</strong>nken en waarnemen’. 61 De oosterse berust volgens Habets op een religieuze<br />

traditie en <strong>is</strong> in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> eeuwen m<strong>is</strong>vormd. ‘Zo heeft een of an<strong>de</strong>re oosterse<br />

priester in zijn geloofsijver ooit verkondigd dat mensen die slecht geleefd hebben,<br />

56<br />

Hanegraaff, W., New Age Religion and Western Culture, Esoteric<strong>is</strong>m in the Mirror of Secular<br />

Thougt, <strong>Utrecht</strong>, 1995, p. 321-343. Zie ook Dictio<strong>na</strong>ry of gnos<strong>is</strong> and western esoteric<strong>is</strong>m (Lei<strong>de</strong>n<br />

2005) on<strong>de</strong>r redactie van W. Hanegraaff.<br />

57<br />

Log<strong>is</strong>ter, Reïncar<strong>na</strong>tie, p. 23.<br />

58<br />

Log<strong>is</strong>ter, Reïncar<strong>na</strong>tie, p. 38.<br />

59<br />

Log<strong>is</strong>ter, Reïncar<strong>na</strong>tie, p. 75, 76.<br />

60<br />

Habets, F., Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging. De geboorte van een nieuw wereldbeeld, Barchem,<br />

2006, p. 22.<br />

61<br />

Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 24.<br />

13


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

terugkomen als een dier…’ 62 Als an<strong>de</strong>r voorbeeld van m<strong>is</strong>bruik noemt hij het<br />

kastensysteem. De twee<strong>de</strong> vorm noemt hij een typ<strong>is</strong>che westerse ontwikkeling, die<br />

niet steunt op een religieuze traditie, maar op argumenten en ervaringen.<br />

Bevreem<strong>de</strong>nd <strong>is</strong> het echter dat Habets zijn theorie groten<strong>de</strong>els baseert op een<br />

onju<strong>is</strong>t argument: religies kenmerken zich door een haat tegenover het lichamelijke. 63<br />

Deze m<strong>is</strong>vatting <strong>is</strong> echter gebaseerd op een onju<strong>is</strong>te duiding van religies aan <strong>de</strong><br />

hand van uitwassen in <strong>de</strong> vorm van extremen. Als voorbeeld wijst hij op <strong>de</strong><br />

weerzinwekken<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen uit het <strong>leven</strong> van Margaretha-Maria Alacoque (eten<br />

van diarree van haar patiënten). Hiermee schrijft hij on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re het chr<strong>is</strong>tendom af<br />

als niet verenigbaar met <strong>de</strong> werkelijkheid.<br />

Opvallend <strong>is</strong> ook dat Habets veelvuldig gebruik maakt van filosof<strong>is</strong>che,<br />

ratio<strong>na</strong>l<strong>is</strong>t<strong>is</strong>che argumenten. Op <strong>de</strong> vraag waarom wij ons zo weinig herinneren als<br />

reïncar<strong>na</strong>tie een werkelijkheid zou zijn, antwoordt hij dat we zou<strong>de</strong>n bezwijken on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> last van al die herinneringen aan vele vaak moeizame <strong>leven</strong>s. Techn<strong>is</strong>ch verklaart<br />

hij dit als volgt: als een onsterfelijke menselijke geest zich verbindt met een sterfelijk<br />

lichaam, krijgt een persoon het bewustzijn van lichamelijkheid en dus van<br />

sterfelijkheid en raakt het oorspronkelijke bewustzijn van onsterfelijkheid verloren,<br />

aldus Habets. 64 Vergetelheid <strong>is</strong> dan <strong>de</strong> prijs voor lichamelijkheid. <strong>Maar</strong> of dit<br />

overtuigt?<br />

Ondanks <strong>de</strong> verschillen tussen New Age en <strong>de</strong> oosterse opvattingen, geeft Stolp aan<br />

dat <strong>de</strong> v<strong>is</strong>ies dichter bij elkaar liggen dan vaak wordt gedacht. Bij bei<strong>de</strong> v<strong>is</strong>ies ligt <strong>de</strong><br />

toekomst in onze han<strong>de</strong>n, 65 iets dat Stolp van harte on<strong>de</strong>rschrijft. Dit vin<strong>de</strong>n we ook<br />

bij Habets, die wijst op <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid die <strong>de</strong> bewoners van het westen<br />

hebben voor <strong>de</strong> morele cr<strong>is</strong><strong>is</strong>. Het westen staat aan <strong>de</strong> afgrond van een ravijn, ‘want<br />

een maatschappij kan niet gebaseerd wor<strong>de</strong>n op puur egoïsme en hebzucht’. 66 Dé<br />

oplossing <strong>is</strong> <strong>de</strong> rationele reïncar<strong>na</strong>tieleer, aldus Habets. De mo<strong>de</strong>rne westerse mens<br />

heeft afgerekend met God, maar m<strong>is</strong>t <strong>de</strong> zingeving van het bestaan. De<br />

reïncar<strong>na</strong>tieleer biedt <strong>de</strong> mens weer zingeving door <strong>de</strong> grote <strong>na</strong>druk op <strong>de</strong><br />

menselijke relaties en het aansporen tot het nemen van eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid,<br />

want: ‘Na <strong>mij</strong> zal ik moeten oogsten wat ik gezaaid heb.’ 67 Naast <strong>de</strong> argumenten van<br />

spontane herinneringen bij jonge kin<strong>de</strong>ren en bij<strong>na</strong>-<strong>dood</strong>-ervaringen <strong>is</strong> <strong>de</strong> zingeving<br />

voor Habets een essentieel argument voor zijn rationele reïncar<strong>na</strong>tieleer. ‘Óf het<br />

<strong>leven</strong> <strong>is</strong> volstrekt onrechtvaardig (en dus zinloos) en strooit <strong>na</strong>ar willekeur<br />

zegeningen en vervloekingen uit over jonge mensenkin<strong>de</strong>ren. Óf het <strong>leven</strong> <strong>is</strong> zinvol<br />

en er bestaat een <strong>leven</strong> vóór dit <strong>leven</strong>.’ 68<br />

Klink wijst erop dat heel wat mensen binnen <strong>de</strong> New Age-beweging, die zich<br />

voor<strong>na</strong>melijk buiten <strong>de</strong> kerkelijke begrenzing voortbeweegt, hun heil vin<strong>de</strong>n.<br />

‘Geblokkeer<strong>de</strong> energieën weer laten stromen, dat zal ook chr<strong>is</strong>tenen geen kwaad<br />

doen.’ 69 Via <strong>de</strong> yoga en meditatietechnieken <strong>is</strong> New Age als het ware uit het verre<br />

oosten tot ons gekomen, waarbij reïncar<strong>na</strong>tie onlosmakelijk meekwam. ‘Dat <strong>is</strong> ook <strong>de</strong><br />

aantrekkingskracht van allerlei New Age-groepen. Zelfervaringen, leren lu<strong>is</strong>teren<br />

<strong>na</strong>ar je innerlijk, mediteren, zoeken van contact met het hogere zelf, mystieke<br />

be<strong>leven</strong><strong>is</strong>sen, uitreddingen, lichtervaringen, ontwikkelen van het lichtlichaam,<br />

opheffen van blokka<strong>de</strong>s die het contact verhin<strong>de</strong>ren, met God, met het <strong>leven</strong>, met <strong>de</strong><br />

62 Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 31.<br />

63 Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 26.<br />

64 Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 35.<br />

65 Stolp, Karma, reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 34.<br />

66 Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 105.<br />

67 Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 83.<br />

68 Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 38.<br />

69 Klink, Het open venster, p. 13.<br />

14


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

me<strong>de</strong>mensen en met onszelf.’ 70 Het <strong>is</strong> niet bevreem<strong>de</strong>nd dat Klink het werkelijk<br />

innerlijk contact met onze bron legt via het diepste zelf. Door het accent op <strong>de</strong><br />

‘religieuze’ ervaring, on<strong>de</strong>rscheidt het zich van <strong>de</strong> rationele reïncar<strong>na</strong>tieleer. <strong>Maar</strong> <strong>is</strong><br />

dit verenigbaar met het chr<strong>is</strong>telijk geloof en geeft dit ook daadwerkelijk perspectief?<br />

Hierover meer in 2.2.<br />

2.2 Reïncar<strong>na</strong>tieperspectief<br />

Deze paragraaf beschrijft het reïncar<strong>na</strong>tieperspectief. We constateer<strong>de</strong>n reeds<br />

binnen <strong>de</strong> chr<strong>is</strong>telijke kerken een afwijzing van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten.<br />

Daartegenover kunnen we het hindoeïsme, en in grote mate ook New Age, niet<br />

zon<strong>de</strong>r reïncar<strong>na</strong>tie <strong>de</strong>nken. Uitein<strong>de</strong>lijk blijken <strong>de</strong> gedachten verbon<strong>de</strong>n te zijn met<br />

zingevingvragen als verklaring van het kwaad, <strong>de</strong> menselijke autonomie, maar ook<br />

het verzet tegen <strong>de</strong> eindigheid van het <strong>leven</strong>. Reïncar<strong>na</strong>tie <strong>is</strong> een aspect wat <strong>de</strong><br />

aanhangers ervan beteken<strong>is</strong> geeft aan het <strong>leven</strong> en voldoet aan een menselijke<br />

behoefte. Laten we, vanuit chr<strong>is</strong>telijk perspectief, eens <strong>na</strong>gaan of reïncar<strong>na</strong>tie echt<br />

leidt tot een beter <strong>leven</strong>.<br />

2.2.1 Reïncar<strong>na</strong>tie, een beter <strong>leven</strong>?<br />

De reïncar<strong>na</strong>tie kan wor<strong>de</strong>n beleefd in dromen, gedachten, hypnose e.d. Mann<br />

be<strong>na</strong>drukt echter dat <strong>de</strong>ze beleving niet zomaar tot stand kan komen. Voordat men<br />

reïncar<strong>na</strong>tie gaat ervaren, <strong>is</strong> het noodzakelijk dat men <strong>de</strong> voorstelling ervan evalueert<br />

en integreert in het geheel van <strong>de</strong> psyche. 71 Toch <strong>is</strong> het iets dat ervaren moet<br />

wor<strong>de</strong>n, want dan kunnen we pas op een zelfbewuste manier gaan <strong>leven</strong>. 72 ‘Hoe<br />

groter ons begrip van onze vorige <strong>leven</strong>s en hun beteken<strong>is</strong> in ons huidige <strong>leven</strong> <strong>is</strong>,<br />

hoe verlichten<strong>de</strong>r onze volgen<strong>de</strong> incar<strong>na</strong>tie zal zijn.’ 73 ‘Dit niet alleen om ons eigen<br />

ego te bevor<strong>de</strong>ren, maar ook om <strong>de</strong> mensheid van dienst te kunnen zijn. Het <strong>na</strong>laten<br />

van <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tie<strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n en een te sterke binding met het<br />

tij<strong>de</strong>lijke zal <strong>de</strong> volledigheid van ons <strong>leven</strong> vermin<strong>de</strong>ren of beperken.’ 74<br />

We zien dat <strong>de</strong> beteken<strong>is</strong> van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tie zich sterk richt op <strong>de</strong> inrichting van het<br />

<strong>leven</strong>. ‘De uitdaging en <strong>de</strong> opgave ligt dus in het nu, in het he<strong>de</strong>n.’ 75 Typerend <strong>is</strong> in<br />

dit verband <strong>de</strong> vraag, gesteld aan mensen die zich bewust waren van hun vorige<br />

<strong>leven</strong>, waarom men weer wil<strong>de</strong> incarneren. In meer<strong>de</strong>rheid werd geantwoord dat<br />

men behoefte had aan <strong>de</strong> mogelijkheid om hun persoonlijke ontwikkeling te<br />

vergroten en hun fysieke situatie te verbeteren. 76 Toch roept het antwoord <strong>de</strong> vraag<br />

op welke kans er nu <strong>is</strong> dat er daadwerkelijk een beter <strong>leven</strong> zal volgen. In<strong>de</strong>rdaad, <strong>de</strong><br />

karmaleer wijst op <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> mens voor alles wat hij doet en<br />

bevat een oproep om serieus te <strong>leven</strong>. <strong>Maar</strong> geeft reïncar<strong>na</strong>tie echt richting aan ons<br />

<strong>leven</strong> en biedt het nieuwe <strong>leven</strong>skansen? Is het <strong>leven</strong> zinvol, omdat het volgens <strong>de</strong><br />

rationele reïncar<strong>na</strong>tieleer <strong>de</strong> mogelijkheid biedt om te komen tot geestelijke<br />

ontwikkeling, zoals Habets stelt? 77 Hoe verhoudt dit zich met zijn me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling dat<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> re<strong>is</strong> door het tussenstadium en <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tie een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

persoonlijkheid verloren gaat? ‘Sommige mensen hebben een nogal optim<strong>is</strong>t<strong>is</strong>ch<br />

70 Klink, Het open venster, p. 190.<br />

71 Mann, Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, p. 121.<br />

72 Mann, Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, p. 111.<br />

73 Mann, Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, p. 116.<br />

74 Mann, Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, p. 117.<br />

75 Stolp, Karma, reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 35.<br />

76 Mann, Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, p. 84.<br />

77 Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 32.<br />

15


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

i<strong>de</strong>e over reïncar<strong>na</strong>tie en geloven dat zijzelf als zodanig in een volgend <strong>leven</strong><br />

terugkeren. Dat <strong>is</strong> echter niet het geval.’ 78 Dit roept wel <strong>de</strong> vraag op: ‘Kan ik<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n gesteld voor da<strong>de</strong>n uit een vorig <strong>leven</strong> dat heel an<strong>de</strong>rs was<br />

en waarin ‘ik‘ ook een an<strong>de</strong>r was.’ 79 Desondanks merkt Habets op dat <strong>de</strong> rationele<br />

reïncar<strong>na</strong>tieleer het <strong>leven</strong> blijmoediger maakt omdat het <strong>de</strong> angst voor <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

overwint of sterk vermin<strong>de</strong>rt. Vooral <strong>de</strong> gedachte dat een gem<strong>is</strong>te kans nooit <strong>de</strong>finitief<br />

gem<strong>is</strong>t <strong>is</strong>, biedt het <strong>leven</strong> enorme voor<strong>de</strong>len, aldus Habets. 80 De keten van<br />

incar<strong>na</strong>ties <strong>is</strong> dan ook bedoeld om te leren omgaan met <strong>de</strong> grote machten van goed<br />

en kwaad, stelt Habets. Klink merkt op dat er moed voor nodig <strong>is</strong> om een nieuw <strong>leven</strong><br />

te aanvaar<strong>de</strong>n of zegt zelfs: ‘Wat wél erg <strong>is</strong>, <strong>is</strong> het moeten terugkeren in het aardse<br />

lichaam.’ 81 Kunnen we met Stolp echt spreken van karma als wet van ge<strong>na</strong><strong>de</strong>, omdat<br />

het <strong>de</strong> kans biedt te groeien? 82 Of biedt <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte slechts een<br />

verklaring van <strong>de</strong> eigen situatie en een mogelijkheid om met <strong>de</strong> eigen<br />

onvolkomenhe<strong>de</strong>n en m<strong>is</strong>lukkingen te <strong>leven</strong>? 83<br />

2.2.2 Reïncar<strong>na</strong>tie, een nieuwe kans?<br />

Alles overzien<strong>de</strong> roept <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte <strong>de</strong> vraag op of reïncar<strong>na</strong>tie werkelijk<br />

perspectief biedt. Geeft <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte nu echt antwoord op <strong>de</strong><br />

<strong>leven</strong>svragen die mensen brengt tot dit geloof? Is er een nieuwe kans?<br />

Kranenborg wijst erop dat reïncar<strong>na</strong>tie niet tot meer zekerheid leidt, maar diverse<br />

wezenlijke vragen oproept. 84 Wat hebben we aan het feit dat we eer<strong>de</strong>r op aar<strong>de</strong><br />

geweest zijn als we ou<strong>de</strong> fouten niet kunnen ver<strong>mij</strong><strong>de</strong>n? Hij komt dan ook tot <strong>de</strong><br />

constatering: ‘Karma <strong>is</strong> hard en voor veler gevoel niet rechtvaardig.’ 85 In <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachte wordt <strong>de</strong> mens alleen gelaten. Er <strong>is</strong> geen God Die <strong>na</strong>bij <strong>is</strong>, Die<br />

troosten en bemoedigen kan. Kranenborg constateert met Küng dat <strong>de</strong> ge<strong>na</strong><strong>de</strong> er<br />

ontbreekt. 86 Mann, die aangeeft zelf vroeger in <strong>de</strong> tijd van Giordano Bruno (1554)<br />

geleefd te hebben, zegt zelfs dat er een trage en moeilijke vooruitgang door <strong>de</strong><br />

stadia <strong>is</strong>, omdat mensen ertoe neigen hetzelf<strong>de</strong> te blijven. 87<br />

Toch stelt reïncar<strong>na</strong>tie <strong>de</strong> mens zelf verantwoor<strong>de</strong>lijk voor zijn <strong>leven</strong>. Het besef van<br />

<strong>de</strong>ze verantwoor<strong>de</strong>lijkheid lijkt <strong>de</strong> sleutel te zijn <strong>na</strong>ar een beter <strong>leven</strong>, een nieuwe<br />

kans. Vanuit dit punt neemt Mann krachtig afstand van een leer zon<strong>de</strong>r reïncar<strong>na</strong>tie,<br />

omdat die <strong>de</strong> mens ontheft van zijn verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor zijn da<strong>de</strong>n. 88 Naast <strong>de</strong><br />

vraag of het chr<strong>is</strong>tendom dan leidt tot onverantwoor<strong>de</strong>lijk gedrag, roept het <strong>de</strong> vraag<br />

op of dit <strong>de</strong> mens nu een nieuwe kans biedt. Opnieuw <strong>is</strong> het Mann, die berustend<br />

mee<strong>de</strong>elt dat we het ermee moeten doen: ‘<strong>Maar</strong> wij weten dat wij er ondanks alles nu<br />

mee moeten <strong>leven</strong>.’ 89 Biedt <strong>de</strong>ze berusting in eigen (on)vermogen nu werkelijk een<br />

nieuwe kans of leidt het tot fatal<strong>is</strong>me? Habets ziet in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> (westerse)<br />

geschie<strong>de</strong>n<strong>is</strong> een aantal bewustzijnsstadia die <strong>de</strong> mensheid heeft doorlopen: van het<br />

mag<strong>is</strong>che (tonen van moed), het religieuze (vertrouwen en overgave), het<br />

ratio<strong>na</strong>l<strong>is</strong>t<strong>is</strong>che (zélf <strong>na</strong><strong>de</strong>nken en wetenschap) <strong>na</strong>ar het material<strong>is</strong>t<strong>is</strong>che (egoïsme en<br />

78<br />

Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 51. Wat volgens Habets wel overgaat, zijn zaken als<br />

bas<strong>is</strong>karakter, intelligentie, bewustzijnsniveau, morele niveau en houding tegenover het <strong>leven</strong>.<br />

79<br />

Kole, I., ‘Reïncar<strong>na</strong>tie’, in: Jong, J. en Mauritz, J., Dichterbij dan je <strong>de</strong>nkt, Woer<strong>de</strong>n, 1998, p. 33.<br />

80<br />

Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 65.<br />

81<br />

Klink, Het open venster, p. 72, 110.<br />

82<br />

Stolp, Karma, reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 32.<br />

83<br />

Log<strong>is</strong>ter, Reïncar<strong>na</strong>tie, p. 49.<br />

84<br />

Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 139-157.<br />

85<br />

Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 143.<br />

86<br />

Kranenborg, Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, p. 108.<br />

87<br />

Mann, Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, p. 27.<br />

88<br />

Mann, Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, p. 48.<br />

89<br />

Mann, Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, p. 49.<br />

16


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

hebzucht). 90 Zijn rationele reïncar<strong>na</strong>tieleer moet nu het red<strong>de</strong>n<strong>de</strong> perspectief bie<strong>de</strong>n<br />

om het westen te red<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang. ‘Het <strong>is</strong> óf ten on<strong>de</strong>r gaan, óf voortgaan<br />

<strong>na</strong>ar een zinvolle en morele wereldv<strong>is</strong>ie.’ 91 De uitroep straalt echter meer een<br />

noodkreet uit dan hoopvol perspectief. Daarbij <strong>is</strong> <strong>de</strong> vraag nog open of een mens<br />

werkelijk pas via meer<strong>de</strong>re <strong>leven</strong>s tot zijn bestemming komt.<br />

Hiertegenover staat een chr<strong>is</strong>telijke, lineaire tijdsv<strong>is</strong>ie, los van <strong>de</strong> ban van <strong>de</strong><br />

<strong>leven</strong>scyclus, met een toekomst in God als Voltooier van <strong>de</strong> schepping. In dit<br />

chr<strong>is</strong>telijke perspectief draagt <strong>de</strong> mens verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor zijn da<strong>de</strong>n, maar<br />

ligt eveneens <strong>de</strong> toekomst vast in God, maar niet als lot of kans.<br />

2.3 Reïncar<strong>na</strong>tie en onze samenleving<br />

2.3.1 Religie in onze samenleving<br />

Voordat we ingaan op <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten in onze samenleving kijken we eerst<br />

<strong>na</strong>ar <strong>de</strong> religieuze kaart van Ne<strong>de</strong>rland. Tot op <strong>de</strong> dag van vandaag vin<strong>de</strong>n<br />

d<strong>is</strong>cussies plaats of er nu sprake <strong>is</strong> van een toe<strong>na</strong>me van religiositeit of af<strong>na</strong>me.<br />

Volgens recente godsdienststat<strong>is</strong>tieken wordt <strong>de</strong> mensheid steeds religieuzer. Dit<br />

tegen alle voorspellingen uit <strong>de</strong> jaren ’60-’70 in. Als we mondiaal <strong>na</strong>ar <strong>de</strong><br />

wereldreligies kijken dan valt op dat het aantal aanhangers van <strong>de</strong> grote<br />

godsdiensten verhoudingsgewijs sneller stijgt dan <strong>de</strong> wereldbevolking, terwijl <strong>de</strong><br />

aangroei van het aantal niet-religieuze mensen en atheïsten stagneert. Zo <strong>is</strong> volgens<br />

cijfers van D. Barret 92 het jaarlijkse groeipercentage van niet-religieuzen en atheïsten<br />

resp. 0,8 en 0,2 tegen 1,2 van <strong>de</strong> wereldbevolking. De groei van niet-religieuzen blijft<br />

procentueel gezien dus achter ten opzichte van <strong>de</strong> groei van <strong>de</strong> wereldbevolking. 93<br />

Daartegenover staat een groei van 2,1% van <strong>de</strong> <strong>is</strong>lam. Het chr<strong>is</strong>tendom stijgt met<br />

1,3% <strong>na</strong>uwelijks sneller dan <strong>de</strong> wereldbevolking. 94<br />

Op bas<strong>is</strong> van <strong>de</strong>ze cijfers moeten we vaststellen dat <strong>de</strong> religiositeit in <strong>de</strong> wereld niet<br />

afneemt. <strong>Maar</strong> hoe <strong>is</strong> dat in Ne<strong>de</strong>rland?<br />

90<br />

Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 103-105.<br />

91<br />

Habets, Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging, p. 105.<br />

92<br />

Barret, D & Johnson, T., World Chr<strong>is</strong>tian Encyclopedia. A Comparative Survey of Churches and<br />

Religions in the Mo<strong>de</strong>rn World, Oxford, 2001.<br />

93<br />

We moeten wel be<strong>de</strong>nken dat Barret <strong>de</strong> neiging heeft cijfers <strong>na</strong>ar boven af te ron<strong>de</strong>n en zich<br />

beroept op officiele stat<strong>is</strong>tieken, die in niet alle lan<strong>de</strong>n even betrouwbaar zijn.<br />

94<br />

Katholieke <strong>Universiteit</strong> Leuven, http://www.kuleuven.be/icrs/religies/religies_overzicht.htm (24-04-<br />

2007).<br />

17


100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

1849<br />

1869<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Kerkelijkheid in Ne<strong>de</strong>rland (18 jaar en ou<strong>de</strong>r)<br />

1889<br />

1909<br />

Figuur 1: Kerkelijkheid in Ne<strong>de</strong>rland. 95<br />

1930<br />

1960<br />

18<br />

1980<br />

2000<br />

Geen kerkelijke gezindte<br />

%<br />

Overige kerkelijke<br />

gezindten %<br />

Gereformeerd %<br />

Ne<strong>de</strong>rlands hervormd %<br />

Rooms Katholiek %<br />

Figuur 1 geeft ons hier, op bas<strong>is</strong> van <strong>de</strong> gegevens van het Centraal Bureau voor <strong>de</strong><br />

Stat<strong>is</strong>tiek (CBS), een goed beeld van, alhoewel bedacht moet wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> door<br />

het CBS bedoel<strong>de</strong> kerkelijkheid niet gelijk staat aan een formeel lidmaatschap aan<br />

een organ<strong>is</strong>atie.<br />

Opvallend in <strong>de</strong> figuur <strong>is</strong> <strong>de</strong> dalen<strong>de</strong> trend in kerkelijkheid van 100% in 1849 <strong>na</strong>ar<br />

60% in 2000, met als gevolg een opkomst van een niet-kerkelijke gezindte (= zich<br />

niet rekenend tot een kerkelijke gezindte of <strong>leven</strong>sbeschouwelijke groepering). We<br />

zien eveneens dat <strong>de</strong> dalen<strong>de</strong> trend hoofdzakelijk veroorzaakt wordt door een<br />

uitstroom on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlands Hervorm<strong>de</strong>n. De figuur geeft echter geen inzicht in <strong>de</strong><br />

kerksheid (=daadwerkelijke kerkelijke betrokkenheid) on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kerkelijken. Kijken we<br />

<strong>na</strong>ar <strong>de</strong> kerksheid (door gegevens over <strong>de</strong> kerkelijkheid in verband te brengen met<br />

het kerkbezoek) dan blijkt dat <strong>de</strong> kerkelijke binding geringer <strong>is</strong> dan figuur 1 lijkt te<br />

veron<strong>de</strong>rstellen. Zo blijkt uit cijfers van het CBS dat in 2004 61% zel<strong>de</strong>n of nooit een<br />

bijeenkomst met een godsdienstig of een <strong>leven</strong>sbeschouwelijk doel bezocht. Slechts<br />

15% bezocht in 2004 één keer per week of vaker zo’n bijeenkomst. 96 De binding aan<br />

een kerkelijke groepering betekent dus niet automat<strong>is</strong>ch een sterke fysieke binding<br />

aan een groepering. Dit wordt bevestigd door <strong>de</strong> studie God in Ne<strong>de</strong>rland, 1996-<br />

2006: het kerkbezoek on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kerkelijken daalt en slechts <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> kerkle<strong>de</strong>n<br />

voelt zich <strong>na</strong>uw met <strong>de</strong> kerk verbon<strong>de</strong>n. 97 Eer<strong>de</strong>r <strong>is</strong> <strong>de</strong>ze gedachte ook al<br />

on<strong>de</strong>rsteund door <strong>de</strong> resultaten van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), dat een<br />

strengere vraagstelling hanteert of men tot een kerkelijke organ<strong>is</strong>atie behoort of tot<br />

95 Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Stat<strong>is</strong>tiek, Voorburg/Heerlen, juni 2005. De weergave betreft een selectie<br />

van <strong>de</strong> data op perio<strong>de</strong> om tot een zo goed mogelijke, evenredige tijdsinterval te komen.<br />

96 Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Stat<strong>is</strong>tiek,<br />

http://statline.cbs.nl/StatWeb/table.asp?LYR=G2:6&LA=nl&DM=SLNL&PA=60027ned&D1=96-<br />

100&D2=a,!11-26,!32-42&D3=(l-6)-l&STB=G1&HDR=T (25-04-2007).<br />

97 Kru<strong>is</strong>punt, God in Ne<strong>de</strong>rland, 1996-2006, Kampen, 2007, p. 17, 19.


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

<strong>de</strong> niet-kerkelijken. De resultaten van het SCP laten met een strengere vraagstelling<br />

een aanzienlijk lager percentage zien van <strong>de</strong> kerkelijkheid: 37% in 1999. 98 Iets wat<br />

door het SCP in juni 2003 <strong>is</strong> bevestigd in <strong>de</strong> studie De vaststelling van <strong>de</strong> kerkelijke<br />

gezindte in enquêtes – 40% of 60% buitenkerkelijken? Dit beeld wordt eveneens<br />

bevestigd door <strong>de</strong> publicatie van T. Bernts, die schrijft dat in het algemeen van <strong>de</strong><br />

huidige bevolking gezegd kan wor<strong>de</strong>n dat ca. 40% zich als lid van een kerk<br />

beschouwt. De mate van gelovigheid ligt echter rond <strong>de</strong> 60%: 31% geeft aan besl<strong>is</strong>t<br />

wel gelovig te zijn, 26% eigenlijk wel, 15% eigenlijk niet, 27% besl<strong>is</strong>t niet en 1% weet<br />

het niet. 99<br />

Het SCP constateert dat <strong>de</strong> generatieopeenvolging een belangrijke rol heeft<br />

gespeeld in <strong>de</strong> toe<strong>na</strong>me van <strong>de</strong> niet-kerkelijkheid; iets wat nog steeds doorgaat. Hoe<br />

jonger <strong>de</strong> generatie was, hoe meer buitenkerkelijken zij tel<strong>de</strong>. 100 Het SCP constateert<br />

dat op het institutionele vlak van <strong>de</strong> samenleving <strong>de</strong> secular<strong>is</strong>atie nog geen sporen<br />

van verzadiging kent en verwacht in 2010 dat 67% van <strong>de</strong> bevolking buitenkerkelijk<br />

zal zijn. 101 Hierbij baseert het SCP zich met <strong>na</strong>me op het feit dat on<strong>de</strong>r jongere<br />

generaties <strong>de</strong> buitenkerkelijkheid sneller toe<strong>na</strong>m dan on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re generaties.<br />

Aangezien <strong>de</strong> jongere generaties <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re vervangen, <strong>is</strong> het toekomstbeeld<br />

sociolog<strong>is</strong>ch gezien in algemene zin dui<strong>de</strong>lijk. Het on<strong>de</strong>rzoek van het SCP uit 2006<br />

bevestigen <strong>de</strong>ze cijfers, 102 alsook <strong>de</strong> studie God in Ne<strong>de</strong>rland, 1996-2006. 103<br />

Overigens moeten we niet in negativ<strong>is</strong>me vervallen en ook oog hebben voor het feit<br />

dat er niet alleen sprake <strong>is</strong> van dalen<strong>de</strong> trends. Zo zien we bijvoorbeeld een stijging<br />

van mensen die in God geloven (1991 48%; 1998 52%), <strong>de</strong> Bijbel als door God<br />

geïnspireerd zien (1991 37%; 1998 40%) en geloven in een <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> (1991<br />

54%; 1998 60%), in <strong>de</strong> hemel (1991 40%; 1998 48%), in <strong>de</strong> hel (1991 18%; 1998<br />

26%) en in religieuze won<strong>de</strong>ren (1991 32%; 1998 40%). 104 Ne<strong>de</strong>rland <strong>is</strong> dan ook wat<br />

betreft secular<strong>is</strong>atie niet als koploper te beschouwen. 105 Ver<strong>de</strong>r moeten we beseffen<br />

dat cijfers niet maatgevend zijn en dat door ontkerkelijking <strong>de</strong> religiositeit niet<br />

afneemt. Zo vindt bijvoorbeeld een overgrote meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> bevolking dat het<br />

<strong>leven</strong> om zingeving vraagt. Slechts 5% geeft aan dat het <strong>leven</strong> zinloos <strong>is</strong>.<br />

Daartegenover zegt 76% dat <strong>de</strong> mens het <strong>leven</strong> zelf beteken<strong>is</strong> moet geven; 19%<br />

zegt dat alleen God het <strong>leven</strong> zinvol maakt. 106 Dit komt overeen met het feit dat een<br />

meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> bevolking vindt dat <strong>de</strong> kerk zich niet over maatschappelijke<br />

on<strong>de</strong>rwerpen moet uitspreken; <strong>de</strong> mens geeft het <strong>leven</strong> zelf vorm. 107<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek door Motivaction bevestigt in grote lijn <strong>de</strong>ze gegevens van het SCP.<br />

‘Slechts’ 21% van <strong>de</strong> autochtone Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs gelooft niet in het bestaan van een<br />

<strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Een meer<strong>de</strong>rheid van 54% gelooft in een <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>; 25%<br />

98 Sociaal en Cultureel Planbureau, Secular<strong>is</strong>atie in <strong>de</strong> jaren negentig, Kerklidmaatschap,<br />

veran<strong>de</strong>ringen in opvattingen en een prognose, Den Haag, 2000, p. 13.<br />

99 Bernts, T. (red.), Boodschap aan <strong>de</strong> kerken? Religie als sociaal en moreel kapitaal, Zoetermeer,<br />

2004, p. 19, 20.<br />

100 SCP, Secular<strong>is</strong>atie in <strong>de</strong> jaren negentig, p. 14.<br />

101 SCP, Secular<strong>is</strong>atie in <strong>de</strong> jaren negentig, p. 59.<br />

102 SCP, Godsdienstige veran<strong>de</strong>ringen in Ne<strong>de</strong>rland. Verschuivingen in <strong>de</strong> binding met kerken en <strong>de</strong><br />

chr<strong>is</strong>telijke traditie, Den Haag, 2006, p. 46.<br />

103 Kru<strong>is</strong>punt, God in Ne<strong>de</strong>rland, p. 16.<br />

104 SCP, Godsdienstige veran<strong>de</strong>ringen in Ne<strong>de</strong>rland, p. 21-23. Het SCP maakt hier gebruik van<br />

gegevens van het Inter<strong>na</strong>tio<strong>na</strong>l Social Survey Project 1991-1998.<br />

105 SCP, Godsdienstige veran<strong>de</strong>ringen in Ne<strong>de</strong>rland, p. 27.<br />

106 SCP, Secular<strong>is</strong>atie in <strong>de</strong> jaren negentig, p. 39.<br />

107 Kru<strong>is</strong>punt, God in Ne<strong>de</strong>rland, p. 33-35. Zie ook SCP, Secular<strong>is</strong>atie in <strong>de</strong> jaren negentig,, p. 28-30,<br />

33.<br />

19


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

zegt het niet te weten. 108 Opvallend <strong>is</strong> echter wel dat <strong>de</strong> studie God in Ne<strong>de</strong>rland,<br />

1996-2006 lagere percentages geeft en een dalen<strong>de</strong> trend laat zien van mensen die<br />

geloven in een <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> (van 56% in 1966 <strong>na</strong>ar 40% in 2006). Ook blijkt dat<br />

<strong>de</strong> onzekerheid hierover <strong>is</strong> toegenomen (8% in 1966 weet het niet zeker tegen 31%<br />

in 2006). Ver<strong>de</strong>r <strong>is</strong> er wel een daling in <strong>de</strong> groep die niet gelooft in een <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong>: in 36% in 1966 tegen 29% in 2006. 109<br />

In vergelijking met <strong>de</strong> autochtone Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs gelooft een groter <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

bevolking met een Turkse, Marokkaanse, Suri<strong>na</strong>amse of Antilliaanse achtergrond<br />

(TMSA) dat er een <strong>leven</strong> <strong>is</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Van <strong>de</strong> Turken en Suri<strong>na</strong>mers geeft 70%<br />

aan te geloven in en <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Terecht besteedt Motivaction aandacht aan<br />

het verschil in geloofsbeleving tussen <strong>de</strong> autochtone en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r met een<br />

TMSA achtergrond.<br />

Gezien <strong>de</strong> ontwikkelingen in <strong>de</strong> samenstelling van onze bevolking betrekt het SCP<br />

ook <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> <strong>is</strong>lam in <strong>de</strong> studie. Al kan <strong>de</strong> <strong>is</strong>lam niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

kerkelijke instituten gerekend wor<strong>de</strong>n, wel behoort <strong>de</strong> voortgaan<strong>de</strong> groei van het<br />

aantal en aan<strong>de</strong>el allochtonen (door migratie en <strong>na</strong>tuurlijke aanwas) tot <strong>de</strong><br />

voor<strong>na</strong>amste <strong>de</strong>mograf<strong>is</strong>che ontwikkelingen in ons land en bepaalt het <strong>de</strong><br />

toekomstige positie van <strong>de</strong> kerken. Door het Instituut voor Sociolog<strong>is</strong>ch-Econom<strong>is</strong>ch<br />

On<strong>de</strong>rzoek (ISEO) in cijfers uitgedrukt: ‘eind vorige eeuw behoor<strong>de</strong> 8% tot <strong>de</strong><br />

allochtonen, in 2015 zal dit voor 14% gel<strong>de</strong>n, in 2030 voor 20%.’ 110 Hierbij kan wel <strong>de</strong><br />

vraag gesteld wor<strong>de</strong>n of er dan nog sprake <strong>is</strong> van allochtonen. Gelet op <strong>de</strong>ze<br />

ontwikkelingen zag het SCP in 2000 <strong>de</strong> <strong>is</strong>lam -bij ongewijzig<strong>de</strong> kerkelijke situatie- op<br />

<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats; met <strong>de</strong> Rooms-Katholieke Kerk, <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Hervorm<strong>de</strong> Kerk<br />

en <strong>de</strong> Gereformeer<strong>de</strong> Kerken in Ne<strong>de</strong>rland op resp. <strong>de</strong> eerste, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en vier<strong>de</strong><br />

plaats. Door het ontstaan van <strong>de</strong> Protestantse Kerk in Ne<strong>de</strong>rland (PKN) <strong>is</strong> dit echter<br />

achterhaald en moet dit wor<strong>de</strong>n bijgesteld en staat <strong>de</strong> <strong>is</strong>lam op grond van <strong>de</strong> cijfers<br />

van het SCP uit 2000 in 2015 op <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> plaats. 111 In een latere studie herziet het<br />

SCP <strong>de</strong>ze cijfers en verwacht dat ‘in 2020 72% van <strong>de</strong> bevolking buitenkerkelijk zijn;<br />

10% zou dan rooms-katholiek en 8% moslim zijn; 4% zou zich tot <strong>de</strong> PKN rekenen<br />

en 7% zou tot een van <strong>de</strong> overige kerkgenootschappen horen’. 112<br />

Overigens merkt het SCP wel op dat bij <strong>de</strong> <strong>is</strong>lam ook on<strong>de</strong>r jongeren enige<br />

voedingsbo<strong>de</strong>m voor ‘ontkerkelijking’ aanwezig <strong>is</strong>, maar dat zal <strong>de</strong> groei niet<br />

hin<strong>de</strong>ren en <strong>na</strong>ar verwachting niet ten gunste komen van <strong>de</strong> chr<strong>is</strong>telijke kerken. 113<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek door Motivaction geeft door mid<strong>de</strong>l van stellingen ook inzicht in het<br />

<strong>de</strong>nken van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs over <strong>de</strong> <strong>dood</strong>:<br />

• Als er geen <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong>, <strong>is</strong> het <strong>leven</strong> zinloos 26%<br />

• Er <strong>is</strong> maar één <strong>leven</strong> en dat <strong>is</strong> nu 43%<br />

• De mens <strong>is</strong> <strong>de</strong> maat van alle dingen 35%<br />

• De mens <strong>is</strong> een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van een groter kosm<strong>is</strong>ch geheel 78%<br />

108 Moha, A., De kijk op het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, Ma<strong>na</strong>gement Summary, IKON, Amsterdam, 2005, p. 3.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek <strong>is</strong> uitgevoerd on<strong>de</strong>r 978 Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs, waarvan 341 met een Turkse, Marokkaanse,<br />

Suri<strong>na</strong>amse of Antilliaanse achtergrond.<br />

109 Kru<strong>is</strong>punt, God in Ne<strong>de</strong>rland, p. 49.<br />

110 Instituut voor Sociolog<strong>is</strong>ch-Econom<strong>is</strong>ch On<strong>de</strong>rzoek,<br />

http://www.wijkalliantie.nl/publicaties/intercultureel/<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n/artikel/toekomst-in-meervoud#bb2 (07-05-<br />

2007).<br />

111 SCP, Secular<strong>is</strong>atie in <strong>de</strong> jaren negentig, p. 61.<br />

112 SCP, Godsdienstige veran<strong>de</strong>ringen in Ne<strong>de</strong>rland, p. 54.<br />

113 SCP, Secular<strong>is</strong>atie in <strong>de</strong> jaren negentig, p. 23, 74. Zie ook Sociaal en Cultureel Planbureau, Een<br />

on<strong>de</strong>rzoek <strong>na</strong>ar <strong>de</strong> religieuze betrokkenheid van Turken en Marokkanen, Samenvatting, Den Haag,<br />

2004, p. 11.<br />

20


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

• Mijn <strong>leven</strong> <strong>is</strong> waar<strong>de</strong>voller als ik weet dat het <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> doorgaat 42%<br />

• De <strong>dood</strong> <strong>is</strong> een doorgaan<strong>de</strong> <strong>leven</strong>sweg 60%<br />

• Een <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> geeft rust in <strong>mij</strong>n <strong>leven</strong> nu 46%<br />

• Na <strong>mij</strong>n <strong>dood</strong> wil ik een orgaan afstaan 68%<br />

Terugkijkend op <strong>de</strong> besproken cijfers <strong>is</strong> maar één conclusie mogelijk: het kerkelijke<br />

<strong>leven</strong> in Ne<strong>de</strong>rland <strong>is</strong> afgelopen jaren ingrijpend veran<strong>de</strong>rd. Hoewel <strong>de</strong><br />

bovengenoem<strong>de</strong> cijfers door <strong>de</strong> manier van vraagstelling en <strong>de</strong> verwerking en<br />

interpretatie van cijfers altijd een be<strong>na</strong><strong>de</strong>ring zal blijven van <strong>de</strong> werkelijkheid die voor<br />

d<strong>is</strong>cussie on<strong>de</strong>rhevig <strong>is</strong>, levert het ons toch een dui<strong>de</strong>lijk beeld op van <strong>de</strong> situatie van<br />

godsdienstig Ne<strong>de</strong>rland: een ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> ontkerkelijking, maar geen eenduidige<br />

af<strong>na</strong>me van religiositeit. Het geloof in een <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> voor een ruime<br />

min<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> samenleving geen realiteit (21-29%); een ruime meer<strong>de</strong>rheid<br />

<strong>de</strong>nkt hier an<strong>de</strong>rs over.<br />

2.3.2 Reïncar<strong>na</strong>tie in onze samenleving<br />

In 2.3.1 zagen we een sterke daling van kerkelijke betrokkenheid, maar niet van<br />

religiositeit. Wat opvalt, <strong>is</strong> dat <strong>de</strong> religiositeit een grote diversiteit bevat met<br />

betrekking tot het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Het on<strong>de</strong>rzoek door Motivaction geeft <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> ranking op bas<strong>is</strong> van mensen die geloven in een <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> of<br />

hierover twijfelen: 114<br />

1. ziel leeft voort (42%)<br />

2. geest leeft voort (40%)<br />

3. weerzien van familie en vrien<strong>de</strong>n (38%)<br />

4. reïncar<strong>na</strong>tie als mens (27%)<br />

5. <strong>leven</strong> dat men voortzet in <strong>de</strong> hemel danwel vagevuur (20%)<br />

6. gegaran<strong>de</strong>erd <strong>leven</strong> in het paradijs (13%)<br />

7. reïncar<strong>na</strong>tie als dier (12%)<br />

8. terugkeer in <strong>de</strong>r <strong>na</strong>tuur en zo komen tot nieuw <strong>leven</strong> (11%)<br />

9. weet niet (11%)<br />

10. reïncar<strong>na</strong>tie in overige vormen (9%)<br />

11. an<strong>de</strong>rs (5%)<br />

12. opgenomen in het Nirwa<strong>na</strong> (2%)<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek vermeldt dat <strong>de</strong> material<strong>is</strong>t<strong>is</strong>ch en carrièregerichte opwaartsmobielen<br />

vaker in reïncar<strong>na</strong>tie geloven en suggereert dat dit te maken kan hebben met het feit<br />

dat ze in dit <strong>leven</strong> te weinig tijd hebben om alle dingen te doen die ze willen doen.<br />

Een kenmerken<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> opwaartsmobielen <strong>is</strong> <strong>na</strong>melijk dat ze niet tevre<strong>de</strong>n<br />

zijn met <strong>de</strong> huidige situatie en veel willen bereiken. Opvallend <strong>is</strong> dat hier een nieuw<br />

element <strong>na</strong>ar voren lijkt te komen die in <strong>de</strong> westerse reïncar<strong>na</strong>tietheorie <strong>na</strong>uwelijks<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wordt gesteld (zie 2.1).<br />

Tevens vermeldt het on<strong>de</strong>rzoek dat een aanzienlijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> chr<strong>is</strong>tenen (40%)<br />

gelooft te zullen reïncarneren. Hiervan verwacht 23% te reïncarneren als mens, 9%<br />

als dier en 8% in overige vorm.<br />

Extrapoleren we het gegeven dat 40% on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> chr<strong>is</strong>tenen in reïncar<strong>na</strong>tie gelooft<br />

<strong>na</strong>ar het totaal van <strong>de</strong> bevolking dan zou op bas<strong>is</strong> hiervan alleen al 15% van <strong>de</strong><br />

bevolking in reïncar<strong>na</strong>tie geloven. 115 Ondui<strong>de</strong>lijk <strong>is</strong> echter hoe reïncar<strong>na</strong>tie in <strong>de</strong><br />

vraagstelling <strong>is</strong> omschreven of door <strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong>n <strong>is</strong> opgevat. Hierdoor <strong>is</strong> niet<br />

114 Moha, De kijk op het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, p. 4.<br />

115 Het on<strong>de</strong>rzoek van Motivaction meldt dat 37% van <strong>de</strong> bevolking zichzelf rekent tot het chr<strong>is</strong>tendom.<br />

Dit correspon<strong>de</strong>ert in grote lijn met <strong>de</strong> cijfers in 2.3.1.<br />

21


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

uit te sluiten dat <strong>de</strong> opstanding <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> ook on<strong>de</strong>r reïncar<strong>na</strong>tie <strong>is</strong> geschaard, ook<br />

al <strong>is</strong> dit volkomen onterecht.<br />

Dui<strong>de</strong>lijk <strong>is</strong> wel dat in <strong>de</strong> samenleving een aanzienlijk aantal mensen reïncar<strong>na</strong>tie<br />

serieus neemt. De vraag blijft echter of <strong>de</strong> geschetste omvang on<strong>de</strong>r chr<strong>is</strong>tenen in<br />

het on<strong>de</strong>rzoek van Motivaction reëel <strong>is</strong>. Het on<strong>de</strong>rzoek Godsdienstige veran<strong>de</strong>ringen<br />

in Ne<strong>de</strong>rland van het SCP meldt ju<strong>is</strong>t dat on<strong>de</strong>r kerkle<strong>de</strong>n <strong>na</strong>uwelijks in reïncar<strong>na</strong>tie<br />

wordt geloofd en ju<strong>is</strong>t wel on<strong>de</strong>r niet-kerkle<strong>de</strong>n (alhoewel dit in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>rs<br />

ligt). 116 Daar<strong>na</strong>ast kent onze samenleving ook een aanzienlijke groep mensen die<br />

zich verwant voelen aan het boeddh<strong>is</strong>me, New Age en het hindoeïsme, resp. 12, 8<br />

en 7%. 117<br />

Brengen we <strong>de</strong>ze gegevens met elkaar in verband, dan lijkt het aannemelijk dat <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachte met <strong>na</strong>me gevon<strong>de</strong>n wordt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>genen die geen kerklid<br />

zijn, maar zich wel zien als verwant met het chr<strong>is</strong>tendom (lees: <strong>de</strong> religieuze<br />

buitenkerkelijken; ca 1/5 <strong>de</strong> van <strong>de</strong> bevolking). Dit wordt bevestigd door het SCP: ‘Als<br />

een buitenkerkelijke zich een religieus mens noemt, heeft hij in zekere mate respect<br />

voor kerk en chr<strong>is</strong>tendom. Hij hecht echter veel geloof aan ‘alter<strong>na</strong>tieve’<br />

verschijnselen als amuletten, waarzeggers, gebedsgenezers, astrologie, telepathie,<br />

reïncar<strong>na</strong>tie en boven<strong>na</strong>tuurlijke krachten, terwijl kerkle<strong>de</strong>n dat niet of in min<strong>de</strong>re<br />

mate doen.’ 118 Dit zou betekenen dat er een verband <strong>is</strong> tussen <strong>de</strong> ontkerkelijking en<br />

<strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten. Dit <strong>is</strong> ook niet bevreem<strong>de</strong>nd gezien het<br />

gegeven dat een meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs aangeeft <strong>de</strong> kerk niet nodig te<br />

hebben en instemt met <strong>de</strong> uitspraak dat religie uit vele bronnen kan opwellen. Wat<br />

wel als bron geldt? Gesprekken (42%), telev<strong>is</strong>ie (40%), <strong>mij</strong>n opvoeding (37%),<br />

kranten (34%), on<strong>de</strong>rwijs dat ik heb gehad (30%), <strong>de</strong> kerk (28%), tijdschriften (26%),<br />

internet (18%), radio (15%), <strong>mij</strong>n werk (10%), an<strong>de</strong>rs (9%), geen van alle (21%). 119<br />

Tegenstrijdig in <strong>de</strong>ze aan<strong>na</strong>me <strong>is</strong> dat in het on<strong>de</strong>rzoek van Motivaction het<br />

percentage van <strong>de</strong> bevolking die zich rekent tot het chr<strong>is</strong>tendom (37%) overeenkomt<br />

met het percentage dat gerekend wordt tot een kerkelijk betrokken groep (40%, zie<br />

2.3.1) en dus ju<strong>is</strong>t betrekking lijkt te hebben op kerkle<strong>de</strong>n.<br />

Onze ogen moeten we dus niet sluiten voor het feit dat ook on<strong>de</strong>r kerkelijken<br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachten voorkomen. Een on<strong>de</strong>rzoek in opdracht van <strong>de</strong> KRO laat<br />

bijvoorbeeld zien dat reïncar<strong>na</strong>tie on<strong>de</strong>r gereformeer<strong>de</strong>n 3%, hervorm<strong>de</strong>n 5%,<br />

rooms-katholieken 10% en onkerkelijken 13% voorkomt. 120<br />

Ook het rapport God in Ne<strong>de</strong>rland, 1966-2006 bevestigt het voorkomen van<br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachten on<strong>de</strong>r kerkle<strong>de</strong>n. 121 Tegelijkertijd wordt in hetzelf<strong>de</strong> rapport<br />

een krit<strong>is</strong>che kanttekening gemaakt met betrekking tot <strong>de</strong> toe<strong>na</strong>me van<br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bevolking: ‘Het geloof in reïncar<strong>na</strong>tie scoort –<br />

waarschijnlijk tegen <strong>de</strong> verwachting van velen in – niet zo hoog: 21% van alle<br />

mensen die in een <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> geloven noemen reïncar<strong>na</strong>tie als een<br />

mogelijkheid. Van alle Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs <strong>is</strong> dat echter niet meer dan 8%. (…) Het <strong>is</strong> zelfs<br />

niet uitgesloten dat het geloof in reïncar<strong>na</strong>tie sinds 1996 <strong>is</strong> afgenomen. (…) In 1996<br />

noem<strong>de</strong> 9% van alle Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs reïncar<strong>na</strong>tie als enige mogelijkheid en in 2006<br />

noem<strong>de</strong> 8% dit als één van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n.’ 122<br />

116 SCP, Godsdienstige veran<strong>de</strong>ringen in Ne<strong>de</strong>rland, p. 20.<br />

117 SCP, Godsdienstige veran<strong>de</strong>ringen in Ne<strong>de</strong>rland, p. 10.<br />

118 SCP, Godsdienstige veran<strong>de</strong>ringen in Ne<strong>de</strong>rland, p. 94.<br />

119 Kru<strong>is</strong>punt, God in Ne<strong>de</strong>rland, p. 37.<br />

120 KASKI, Spiritualiteit in Ne<strong>de</strong>rland, Nijmegen, 2003, p. 16. In totaal zijn 1.975 Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs<br />

telefon<strong>is</strong>ch on<strong>de</strong>rvraagd.<br />

121 Kru<strong>is</strong>punt, God in Ne<strong>de</strong>rland, p. 50.<br />

122 Kru<strong>is</strong>punt, God in Ne<strong>de</strong>rland, p. 51.<br />

22


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Wat we waarnemen, <strong>is</strong> echter dui<strong>de</strong>lijk: in <strong>de</strong> bevolking zijn reïncar<strong>na</strong>tiegedachten<br />

aanwezig. In onze samenleving zien we ook dat woor<strong>de</strong>n als karma en yoga<br />

ingeburgerd zijn. Het woord avatar zien we meer en meer om ons heen en vin<strong>de</strong>n we<br />

terug op internet, <strong>de</strong>nk aan spelen, maar ook aan Second Life, ‘een virtuele wereld<br />

die helemaal gebouwd en beheerd wordt door <strong>de</strong> inwoners. Een driedimensio<strong>na</strong>le,<br />

digitale wereld online, verzonnen en gecreëerd door <strong>de</strong> bewoners die ook <strong>de</strong><br />

eige<strong>na</strong>ars zijn. Het <strong>is</strong> een metaversum, alles wat je wil dat het <strong>is</strong>. Het <strong>is</strong> jouw virtuele<br />

<strong>leven</strong> en wat je ermee doet bepaal jij’. 123 Als je mee wil doen op Second Life kies je<br />

bij ‘binnenkomst’ eerst een avatar, een driedimensio<strong>na</strong>al figuur, waarmee je door <strong>de</strong><br />

virtuele wereld beweegt. Het woord avatar zien we inmid<strong>de</strong>ls ook als han<strong>de</strong>lsmerk<br />

van kin<strong>de</strong>rkleding.<br />

Waar het woord avatar(a) vandaan komt of wat het betekent, <strong>is</strong> velen onbekend. In<br />

Smart lezen we hierover dat hiermee binnen Indiase context <strong>de</strong> ‘menselijke<br />

incar<strong>na</strong>tie van God, meestal van V<strong>is</strong>hnu’, wordt bedoeld. Aan het ein<strong>de</strong> van een<br />

perio<strong>de</strong> van moreel verval daalt <strong>de</strong> avatar neer om <strong>de</strong> ju<strong>is</strong>te leer en het goe<strong>de</strong><br />

gedrag te herstellen. 124 ‘Een eeuw gele<strong>de</strong>n was er in Ne<strong>de</strong>rland nog geen spoor van<br />

het hindoeïsme te bekennen’, zo conclu<strong>de</strong>ert F.L. Bakker. 125 Het woordgebruik<br />

weerspiegelt dus <strong>de</strong> nieuwe invloed van het hindoeïsme in <strong>de</strong> samenleving. Toch<br />

kunnen we op grond van on<strong>de</strong>rzoeken <strong>de</strong> laatste jaren geen stabiele groei of<br />

toe<strong>na</strong>me vaststellen.<br />

123 Second Life NL, http://www.secondlife.nl/pagi<strong>na</strong>s/2/secondlife.html (02-11-2007).<br />

124 Smart, Godsdiensten van <strong>de</strong> wereld, p. 56.<br />

125 Bakker, F.L., ‘Hindoeïsme en zending, speciaal in Ne<strong>de</strong>rland’, Wereld en Zending 34/4 (2005), p.<br />

25.<br />

23


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

24


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

3. Jongeren en hun toekomstperspectief<br />

Dit hoofdstuk <strong>is</strong> een weergave en bespreking van een eigen on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r<br />

reformator<strong>is</strong>che jongeren van 16-21 jaar <strong>na</strong>ar gedachten over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>.<br />

Hierbij gaan we in op <strong>de</strong> vragen: Hoe <strong>de</strong>nken <strong>de</strong>ze jongeren over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong> en welk perspectief biedt dit hun? Welke rol speelt <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte?<br />

Welke factoren bepalen (me<strong>de</strong>) hun <strong>de</strong>nken over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>? Zijn er<br />

verban<strong>de</strong>n te leggen tussen het mediagebruik en <strong>de</strong> reikwijdte van hun<br />

toekomstperspectief?<br />

Allereerst volgt een beschrijving van <strong>de</strong> doelgroep (3.1) door weergave van enkele<br />

karakter<strong>is</strong>tieken (kerkverband, leeftijd, tijdsbesteding, kerkelijke betrokkenheid en<br />

mediagebruik). Aansluitend wordt weergegeven hoe jongeren <strong>de</strong>nken over het <strong>leven</strong><br />

<strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> (3.2) en wat hun toekomstperspectief <strong>is</strong> (3.3). Een totaal overzicht van <strong>de</strong><br />

antwoor<strong>de</strong>n staat vermeld in bijlage 1. Dezelf<strong>de</strong> resultaten zijn opgenomen in een<br />

spreadsheet met behulp waarvan <strong>de</strong> grafieken zijn gemaakt.<br />

3.1 Doelgroep en karakter<strong>is</strong>tieken<br />

De enquêtes zijn afgenomen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> JBGG-zomerkampen in <strong>de</strong> zomer van 2007.<br />

In totaal zijn 13 kampen aangeschreven, waarvan 7 jeugdkampen binnenland (16-19<br />

jaar) en 6 jongerenkampen buitenland (17-21 jaar). Slechts één kamp heeft <strong>de</strong><br />

enquête niet kunnen afnemen wegens tijdgebrek. Aan <strong>de</strong> 12 geënquêteer<strong>de</strong> kampen<br />

<strong>na</strong>men totaal 305 jongeren <strong>de</strong>el, waarvan 280 <strong>de</strong> enquête hebben ingevuld. Slechts<br />

5 reacties zijn als onbetrouwbaar aangemerkt, zodat uitein<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> meningen van<br />

totaal 275 jongeren zijn verwerkt (90,2% van <strong>de</strong> kamp<strong>de</strong>elnemers).<br />

On<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> grafiek geeft een beeld van <strong>de</strong> jongeren <strong>na</strong>ar leeftijd, geslacht en<br />

kerkverband.<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

karakter<strong>is</strong>tiek jongeren<br />

m v m v m v m v m v m v m v<br />

15 16 17 18 19 20 21<br />

Grafiek 1 Aantal jongeren, leeftijd en kerkverband.<br />

Pagi<strong>na</strong>vel<strong>de</strong>n hier neerzetten<br />

leeftijd geslacht<br />

25<br />

kerkverban<strong>de</strong>n<br />

((Oud) Ger Gem) in Ned<br />

PKN<br />

HHK<br />

Ger Gem<br />

CGK<br />

an<strong>de</strong>rs


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Uit grafiek 1 blijkt dat het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> jongeren tot het kerkverband van <strong>de</strong><br />

Gereformeer<strong>de</strong> Gemeenten behoort, totaal 199 (= 72,4%). De overigen zijn (in<br />

afnemen<strong>de</strong> volgor<strong>de</strong>) lid van <strong>de</strong> Hersteld Hervorm<strong>de</strong> Kerk, Gereformeer<strong>de</strong><br />

Gemeenten in Ne<strong>de</strong>rland, Protestantse Kerk in Ne<strong>de</strong>rland, Oud Gereformeer<strong>de</strong><br />

Gemeenten, Chr<strong>is</strong>telijk Gereformeer<strong>de</strong> Kerk, Oud Gereformeer<strong>de</strong> Gemeenten in<br />

Ne<strong>de</strong>rland en Hervormd lokaal. Ook zien we dat het overwegend 16 en 17 jarigen<br />

zijn die <strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong> kampen in 2007 bezocht hebben (resp. 106 en 76 =<br />

38,5% en 27,6%; totaal 182 = 66,2%). Ver<strong>de</strong>r zien we dat van het totaal aantal<br />

kamp<strong>de</strong>elnemers <strong>de</strong> me<strong>is</strong>jes licht in <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid zijn (146 me<strong>is</strong>jes tegen 129<br />

jongens, resp. 53,1% tegen 46,9%).<br />

De volgen<strong>de</strong> grafiek geeft een overzicht van <strong>de</strong> tijdsbesteding overdag en het<br />

opleidingsniveau.<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

tijdsbesteding en opleiding<br />

werken en stu<strong>de</strong>ren werken stu<strong>de</strong>ren an<strong>de</strong>rs<br />

Grafiek 2 Tijdsbesteding en opleiding.<br />

tijdsbesteding<br />

Uit grafiek 2 blijkt dat het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> jongeren stu<strong>de</strong>ert (130 = 47,3%) en dat<br />

28,4% (= 78) werkt en stu<strong>de</strong>ert en slechts 23,3 % (= 64) overdag alleen werkt.<br />

Opvallend <strong>is</strong> dat geen van <strong>de</strong> kamp<strong>de</strong>elnemers een wetenschappelijke opleiding<br />

volgt of heeft gevolgd. Ver<strong>de</strong>r vin<strong>de</strong>n we alle opleidingsniveaus terug, met MBO<br />

voorop, gevolgd door HAVO/VWO, LBO/VMBO/MAVO en tenslotte HBO.<br />

26<br />

opleiding<br />

MBO<br />

LBO/VMBO/MAVO<br />

HBO<br />

HAVO/VWO<br />

?


aantal<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Grafiek 3 en 4 geven <strong>de</strong> kerkelijke betrokkenheid van <strong>de</strong> jongeren weer door te laten<br />

zien hoe men in <strong>de</strong> gemeente staat (grafiek 3), waarom men <strong>de</strong> Bijbels leest (grafiek<br />

4) en welke verwachting men van zichzelf heeft als het gaat om <strong>de</strong> mate van<br />

betrokkenheid in <strong>de</strong> toekomst (grafiek 3 en 4).<br />

weet niet of ik<br />

actief betrokken<br />

blijf<br />

blijf niet actief<br />

betrokken<br />

blijf actief<br />

betrokken<br />

betrokkenheid bij kerkelijke gemeente<br />

180<br />

160<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

heb belij<strong>de</strong>n<strong>is</strong> gedaan<br />

overweeg belij<strong>de</strong>n<strong>is</strong> te doen<br />

aantal<br />

doe voorlopig geen belij<strong>de</strong>n<strong>is</strong><br />

zit op een kerkelijke (jeugd)vereniging<br />

Grafiek 3 Kerkelijke betrokkenheid, mate van participatie in kerkelijke gemeente.<br />

weet niet of ik<br />

actief betrokken<br />

blijf<br />

blijf niet actief<br />

betrokken<br />

blijf actief<br />

betrokken<br />

Bijbellezen<br />

160<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

omdat ik daar troost vind/veel uit kan leren<br />

omdat ik dat gewend ben<br />

omdat ik dat moet<br />

omdat het Gods Woord <strong>is</strong> waardoor Hij spreekt<br />

Grafiek 4 Kerkelijke betrokkenheid, re<strong>de</strong>n om Bijbel te lezen.<br />

27<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

niet<br />

an<strong>de</strong>rs


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Uit <strong>de</strong> grafieken 3 en 4 blijkt dat een overgrote meer<strong>de</strong>rheid betrokken <strong>is</strong> bij het<br />

kerkelijk <strong>leven</strong>. Zo laat grafiek 3 zien dat 177 jongeren op een kerkelijke<br />

(jeugd)vereniging zitten (= 64,4%). Hoewel slechts 32 jongeren overwegen belij<strong>de</strong>n<strong>is</strong><br />

te doen (= 11,6%) kan hieruit niet geconclu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> jongeren niet<br />

betrokken zijn op <strong>de</strong> gemeente, vooral gelet op <strong>de</strong> leeftijd van <strong>de</strong> jongeren (66% 16<br />

of 17 jaar) en het gegeven dat in <strong>de</strong> reformator<strong>is</strong>che kerken een meer<strong>de</strong>rheid niet<br />

voor het 21 ste jaar belij<strong>de</strong>n<strong>is</strong> aflegt. Grafiek 4 laat zien dat 128 jongeren (= 46,5%)<br />

aangeven <strong>de</strong> Bijbel te lezen omdat het Gods Woord <strong>is</strong>; 87 jongeren (31,6%) geven<br />

aan <strong>de</strong> Bijbel te lezen omdat ze daar troost vin<strong>de</strong>n/veel uit kunnen leren.<br />

Daar tegenover kan uit <strong>de</strong> grafieken ook opgemaakt wor<strong>de</strong>n dat er jongeren zijn die<br />

toch losser van <strong>de</strong> kerkelijke gemeente staan. Dit blijkt met <strong>na</strong>me (aan <strong>de</strong> hand van<br />

stelling 69) uit <strong>de</strong> groep die niet (weet of ze) actief betrokken blijft bij <strong>de</strong> kerkelijke<br />

gemeente (resp. 29 en 69 = 10,5% en 25,1%; totaal 98 = 35,6%). Als we <strong>de</strong><br />

gegevens van stelling 69 combineren met <strong>de</strong> resultaten van stelling 70 (of men<br />

verwacht bij het kerkverband te blijven waar men nu lid <strong>is</strong>), dan zien we dat 135<br />

jongeren (= 49,1%) aangeven actief betrokken te blijven bij <strong>de</strong> kerkelijke gemeente<br />

en bij het huidige kerkverband. Dit tegenover 46 jongeren (= 17,1%) die niet (weten<br />

of ze) actief betrokken blijven en niet bij het kerkverband. Een combi<strong>na</strong>tie van stelling<br />

69 met <strong>de</strong>el<strong>na</strong>me aan een kerkelijke vereniging levert een zelf<strong>de</strong> beeld op. Dit geeft<br />

aan dat niet alle jongeren even betrokken zijn bij hun kerkelijke gemeente. Daarbij<br />

komt ook dat er een aantal <strong>is</strong> die <strong>de</strong> Bijbel niet leest (21 = 7,6%).<br />

Grafiek 5 geeft een beeld in welke mate jongeren gebruik maken van <strong>de</strong> media radio<br />

(on<strong>de</strong>raan op x-as), TV (boven radiogebruik op x-as) en PC (in privé-tijd).<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

mediagebruik<br />

a (vrijwel) nooit<br />

b


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

De groep die (vrijwel) nooit TV kijkt én (vrijwel) nooit radio lu<strong>is</strong>tert, <strong>is</strong> slechts 30,9%<br />

(85). Het omgekeer<strong>de</strong> zien we met het pc gebruik (in privé-tijd). Slechts 34,9% (96)<br />

gebruikt <strong>de</strong> computer min<strong>de</strong>r dan 1 uur per dag. Het meren<strong>de</strong>el gebruikt <strong>de</strong> pc 1-2<br />

uur per dag (115 = 41,8%), gevolgd door een groep die <strong>de</strong> pc 2-5 uur per dag<br />

gebruikt (53 = 19,3%); 11 (= 4%) gebruikt <strong>de</strong> pc >5 uur per dag.<br />

Grafiek 6 geeft een beeld waar <strong>de</strong> computer, buitenom school- en werktijd, <strong>de</strong><br />

meeste tijd voor wordt gebruikt.<br />

aantal<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

computergebruik privé-tijd<br />

5 uur per dag<br />

Grafiek 6 Computergebruik in privé-tijd.<br />

29<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

surfen<br />

dvd's<br />

contacten<br />

online spelen<br />

spelletjes<br />

Grafiek 6 laat zien dat <strong>de</strong> computer hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het<br />

on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van contacten, surfen en dvd’s (score van resp. 211, 138 en 80 =<br />

76,7%, 50,2% en 29,1%). Daar<strong>na</strong>ast <strong>is</strong> in min<strong>de</strong>rheid het spelen van spelletjes en<br />

online spelen als meeste tijdbesteding aangegeven (resp. 56 en 35 = 20,4% en<br />

12,7%).<br />

Bovenstaan<strong>de</strong> overzien<strong>de</strong> tekent zich, aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> mate van participatie in<br />

<strong>de</strong> gemeente in combi<strong>na</strong>tie met <strong>de</strong> verwachting al dan niet betrokken te blijven bij <strong>de</strong><br />

kerkelijke gemeente of het kerkverband, een beeld af van een groep jongeren die<br />

actief betrokken <strong>is</strong> (ca 50%), een groep die losser <strong>is</strong> van <strong>de</strong> gemeente (ca 20%) en<br />

een mid<strong>de</strong>ngroep (30%). Ook J. Meurs-Lambregts on<strong>de</strong>rscheidt in haar on<strong>de</strong>rzoek<br />

on<strong>de</strong>r reformator<strong>is</strong>che jongeren vergelijkbare groepen: een groep die zeer positief en<br />

betrokken <strong>is</strong> (35%), een mid<strong>de</strong>ngroep (40%) en een groep die onverschillig <strong>is</strong> en<br />

dreigt af te haken (25%). 126 We zien dus dat op <strong>de</strong> zomerkampen alle jongeren<br />

vertegenwoordigd zijn, alhoewel er meer betrokken jongeren zijn.<br />

Tenslotte <strong>is</strong> vermel<strong>de</strong>nswaard dat uit 7 ontvangen reacties van <strong>de</strong> kampleiding blijkt<br />

dat <strong>de</strong> enquête in 2 gevallen w<strong>is</strong>selend, in 4 serieus en 1 zeer serieus <strong>is</strong> ingevuld.<br />

Een aantal keer gaven jongeren aan dat <strong>de</strong> stellingen niet altijd even gemakkelijk<br />

waren, maar wel tot <strong>na</strong><strong>de</strong>nken aanzetten.<br />

126 Meurs-Lambregts, J., Loslaten …? Of vasthou<strong>de</strong>n!, Woer<strong>de</strong>n, 2006, p. 45.


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

3.2 Hoe jongeren <strong>de</strong>nken over <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

Deze paragraaf gaat in op <strong>de</strong> vraag hoe <strong>de</strong> jongeren <strong>de</strong>nken over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong>.<br />

Allereerst kijken we <strong>na</strong>ar hun persoonlijke betrokkenheid bij het on<strong>de</strong>rwerp.<br />

Vervolgens gaan we <strong>na</strong> welk beeld ze ervan hebben. Hierbij zoomen we in op <strong>de</strong><br />

stellingen m.b.t. reïncar<strong>na</strong>tie. Daar<strong>na</strong> gaan we in op <strong>de</strong> vraag hoe open er over<br />

gesproken wordt. Afsluitend kijken we welke factoren van belang zijn met betrekking<br />

tot <strong>de</strong> vraagstelling van <strong>de</strong>ze paragraaf.<br />

3.2.1 Persoonlijke betrokkenheid<br />

Grafiek 7 geeft <strong>de</strong> respons op <strong>de</strong> stellingen:<br />

2. ik <strong>de</strong>nk vaak aan het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

4. het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> houdt me wel eens bezig<br />

5. ik heb veel vragen over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

14. omdat er <strong>leven</strong> <strong>is</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> <strong>mij</strong>n <strong>leven</strong> niet voor niets<br />

15. dat er <strong>leven</strong> <strong>is</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> geeft <strong>mij</strong> hoop voor <strong>de</strong> toekomst<br />

100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

2 4 5<br />

stellingen<br />

14 15<br />

Grafiek 7 Betrokkenheid op het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>.<br />

indicatie persoonlijke betrokkenheid<br />

In grafiek 7 valt op dat <strong>de</strong> stellingen 4 en 14 het hoogste scoren met ‘eens’ (resp.<br />

87,6% en 79,3%). Dit laat zien dat het thema <strong>de</strong> jongeren zeker bezighoudt. Als het<br />

echter gaat om <strong>de</strong> mate van betrokkenheid, dan zien we een afnemen<strong>de</strong> score van<br />

‘eens’ bij <strong>de</strong> stellingen 2, 5 en 15 (resp, 56%, 56% en 38,9%). Deze stellingen zijn<br />

indringen<strong>de</strong>r, intenser gesteld. Dit geldt met <strong>na</strong>me voor stelling 15. We zien hier een<br />

zekere mate van betrokkenheid, maar met een gereserveerdheid als het gaat om <strong>de</strong><br />

jongere zelf. Alhoewel, slechts 8,4% reageert negatief op stelling 14.<br />

30<br />

weet ik niet<br />

oneens<br />

eens


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

3.2.2 Beeld op <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

Grafiek 8 geeft <strong>de</strong> respons op <strong>de</strong> stellingen:<br />

1. er <strong>is</strong> <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

11. ik geloof dat God <strong>de</strong> mensen <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> oor<strong>de</strong>elt<br />

12. ik geloof dat er een hemel <strong>is</strong><br />

13. ik geloof dat er een hel <strong>is</strong><br />

28. ik kan me voorstellen dat iemand in reïncar<strong>na</strong>tie gelooft<br />

29. reïncar<strong>na</strong>tie <strong>is</strong> voor <strong>mij</strong> totale onzin<br />

30. reïncar<strong>na</strong>tiegedachten kunnen samengaan met het chr<strong>is</strong>telijke geloof<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

1 11 12 13<br />

stellingen<br />

28 29 30<br />

Grafiek 8 Beeld op <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>.<br />

beeld op <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

Grafiek 8 laat zien dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jongeren sterk het besef aanwezig <strong>is</strong> dat het <strong>leven</strong><br />

<strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> niet voorbij <strong>is</strong> (94,9% eens), maar dat er een God <strong>is</strong> Die oor<strong>de</strong>elt<br />

(92,0%). Nog hoger liggen <strong>de</strong> percentages met betrekking tot hemel en hel (resp.<br />

97,5% en 96,7%). Mogelijk wordt het verschil ten opzichte van stelling 11 verklaart<br />

door wat we ook zagen in grafiek 7 (een gereserveerdheid als het gaat over <strong>de</strong><br />

jongeren zelf).<br />

Wat betreft <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte laat grafiek 8 zien dat dit voor 83,6% van <strong>de</strong><br />

jongeren niet samen kan gaan met het chr<strong>is</strong>telijke geloof (stelling 30). Een lager<br />

percentage (74,6%) geeft aan dat <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte totale onzin <strong>is</strong> (stelling<br />

29). Daartegenover zegt 26,2% zich voor te kunnen stellen dat iemand in <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachte gelooft, tegenover 62,6% die zich dit niet kan voorstellen.<br />

Voor een ju<strong>is</strong>t beeld op <strong>de</strong>ze gegevens <strong>is</strong> het noodzakelijk <strong>na</strong> te gaan hoeveel<br />

jongeren een ju<strong>is</strong>t zicht hebben op <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte. Dit krijgen we door<br />

allereerst <strong>de</strong> respons op stelling 27 te a<strong>na</strong>lyseren (een aanhanger van <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachte gelooft dat hij/zij <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> terugkomt in een an<strong>de</strong>r wezen<br />

(an<strong>de</strong>r mens of dier)). Zie hiervoor grafiek 9.<br />

31<br />

weet ik niet<br />

oneens<br />

eens


%<br />

80,0<br />

70,0<br />

60,0<br />

50,0<br />

40,0<br />

30,0<br />

20,0<br />

10,0<br />

0,0<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

weet wat reïncar<strong>na</strong>tie <strong>is</strong><br />

ja nee weet ik niet<br />

Grafiek 9 Beeld over reïncar<strong>na</strong>tie (stelling 27 en 28).<br />

32<br />

weet ik niet<br />

kan me voorstellen dat iemand in<br />

reincar<strong>na</strong>tie gelooft<br />

kan me niet voorstellen dat<br />

iemand in reincar<strong>na</strong>tie gelooft<br />

In grafiek 9 zien we dat 76,7% dit beeld heeft van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte, 13,8%<br />

ontkent dit en 9,5% weet het niet.<br />

Uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> groep die het eens <strong>is</strong> met stelling 27, zien we dat daarvan 67,8%<br />

zich niet kan voorstellen dat iemand in reïncar<strong>na</strong>tie gelooft. Door stelling 27 en 28 te<br />

combineren (bei<strong>de</strong> eens) zien we nu een stijging in percentage ten opzichte van<br />

stelling 28 alleen, maar nog steeds <strong>is</strong> er een aanzienlijk <strong>de</strong>el (26,1%) die aangeeft<br />

voor te kunnen stellen dat iemand in reïncar<strong>na</strong>tie gelooft.<br />

Van belang hierbij <strong>is</strong> <strong>de</strong> notie dat jongeren <strong>de</strong>ze mogelijkheid hoofdzakelijk niet zien<br />

als iets voor henzelf. Van <strong>de</strong> 211 jongeren (76,7%) die het eens zijn met stelling 27<br />

geven <strong>na</strong>melijk 189 jongeren aan dat <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte niet samen kan gaan<br />

met het chr<strong>is</strong>telijk geloof (89,6% van <strong>de</strong>ze groep). Kijken we binnen <strong>de</strong>ze groep (van<br />

76,6%) <strong>na</strong>ar het percentage dat <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte verenigbaar vindt met het<br />

chr<strong>is</strong>telijk geloof, dan zien we dat dit beperkt <strong>is</strong> tot 3,8% van <strong>de</strong>ze groep. Opmerkelijk<br />

hierbij <strong>is</strong> dat daarvan <strong>de</strong> helft het eens <strong>is</strong> met stelling 29 (reïncar<strong>na</strong>tie <strong>is</strong> voor <strong>mij</strong><br />

totale onzin). Enerzijds zien we hier begrip voor <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte, an<strong>de</strong>rzijds<br />

ook in sterke mate een afwijzing als het gaat om <strong>de</strong> verenigbaarheid met het<br />

chr<strong>is</strong>telijk geloof. Dit laat zien dat jongeren zich in an<strong>de</strong>ren kunnen verplaatsen door<br />

er begrip voor te hebben, maar er persoonlijk afstand van hou<strong>de</strong>n. Ook laat het zien<br />

dat jongeren er een mening over hebben, hoewel niet ie<strong>de</strong>reen er een zelf<strong>de</strong> beeld<br />

van heeft. Ver<strong>de</strong>r kunnen we opmaken dat <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte een terrein <strong>is</strong><br />

waar <strong>de</strong> jongeren niet al te veel mee geconfronteerd wor<strong>de</strong>n. Dui<strong>de</strong>lijker blijkt dit nog<br />

uit grafiek 10.


%<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

ken mensen die in reïncar<strong>na</strong>tie geloven<br />

ja nee weet ik niet<br />

33<br />

weet ik niet<br />

wil er meer over weten<br />

Grafiek 10 Confrontatie met aanhangers van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte (stelling 33 en 34).<br />

100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

in kranten<br />

op TV<br />

reïncar<strong>na</strong>tie in media<br />

op <strong>de</strong> radio<br />

in computerspelletjes<br />

op internet<br />

wil er niet meer over weten<br />

Grafiek 10 laat zien dat een beperkte groep jongeren mensen kent die in <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachten geloven (13,5%). Hiervan geeft slechts <strong>de</strong> helft aan er meer<br />

over te willen weten (= 6,5% van <strong>de</strong> jongeren). Ook in <strong>de</strong> media komt slechts een<br />

beperkte groep jongeren reïncar<strong>na</strong>tiegedachten tegen, zie grafiek 11.<br />

Grafiek 11 Reïncar<strong>na</strong>tie in media (stellingen 39, 40, 41, 42 en 43).<br />

weet ik niet<br />

oneens<br />

Opvallend <strong>is</strong> wel dat het over <strong>de</strong> hele breedte van <strong>de</strong> media wordt herkend, met<br />

internet als hoogste score (21% tegen 13% in kranten).<br />

eens


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Grafiek 12 laat zien welke houding <strong>de</strong> jongeren aannemen tegenover Second Life.<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

Grafiek 12: Houding tegenover Second Life.<br />

houding tegenover second life<br />

weet wat het <strong>is</strong><br />

geeft me een kick<br />

heb een avatar<br />

heeft niets met reincar<strong>na</strong>tie te maken<br />

<strong>is</strong> een spel, dus onschuldig<br />

biedt goe<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

heeft een <strong>de</strong>mon<strong>is</strong>ch karakter<br />

34<br />

weet ik niet<br />

oneens<br />

Uit grafiek 12 blijkt dat <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> jongeren (50,6%) aangeeft te weten wat<br />

Second Life <strong>is</strong>. We zien echter een beperkt gebruik ervan (4,7% heeft een avatar).<br />

Ondanks <strong>de</strong> sterke twijfels of Second Life goe<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n biedt, zien we geen<br />

stellige afwijzing; slechts 19,6% houdt zich er bewust vandaan en geeft aan dat het<br />

een <strong>de</strong>mon<strong>is</strong>ch karakter heeft.<br />

eens


100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

3.2.3 Openheid<br />

In <strong>de</strong>ze subparagraaf gaan we in <strong>de</strong> op vraag hoe open er over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

wordt gesproken. Grafiek 13 geeft hier een indicatie van aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong><br />

stellingen:<br />

6. ik zou graag over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> praten maar durf dat niet<br />

7. in <strong>mij</strong>n familiekring wordt er gesproken over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

8. in <strong>mij</strong>n vrien<strong>de</strong>nkring wordt er gesproken over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

9. ik praat met vrien<strong>de</strong>n over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

10. ik praat met <strong>mij</strong>n ou<strong>de</strong>rs over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

16. in preken hoor ik veel over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

19. op <strong>de</strong> (jeugd)vereniging komen on<strong>de</strong>rwerpen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> die te maken<br />

hebben met het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

Grafiek 13 Indicatie openheid.<br />

openheid<br />

6 7 8 9<br />

stellingen<br />

10 16 19<br />

35<br />

weet ik niet<br />

oneens<br />

eens<br />

In grafiek 13 zien we dat 71,3% van <strong>de</strong> jongeren aangeeft het oneens te zijn met <strong>de</strong><br />

stelling niet over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> te durven praten. Dit geeft aan dat een ruime<br />

meer<strong>de</strong>rheid hier open over durft te zijn; 18,2 % durft dit niet. Kijken we <strong>na</strong>ar stelling<br />

7 en 8 dan zien we dat hier binnen <strong>de</strong> familie meer over gesproken wordt dan in <strong>de</strong><br />

vrien<strong>de</strong>nkring (blijkt ook uit <strong>de</strong> respons op stelling 9 en 10), alhoewel opvalt dat <strong>de</strong><br />

percentages eens bij stelling 7 en 8 (resp. 65,8% en 47,3%) bedui<strong>de</strong>nd lager liggen<br />

dan <strong>de</strong> 71,3% (oneens) van stelling 6. Een grote groep durft er wel over te praten,<br />

maar in <strong>de</strong> praktijk gebeurt het min<strong>de</strong>r. Dit geeft ook <strong>de</strong> respons aan op stelling 9 en<br />

10. Ook hier zien we het eer<strong>de</strong>r gesig<strong>na</strong>leer<strong>de</strong> patroon: een zekere mate van<br />

betrokkenheid, maar met een gereserveerdheid als het gaat om <strong>de</strong> jongere zelf.<br />

Ver<strong>de</strong>r geven <strong>de</strong> jongeren aan dat het thema <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> zowel in <strong>de</strong> preek als<br />

op <strong>de</strong> vereniging aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt (stelling 16 en 19 - stelling 19 gecorrigeerd <strong>na</strong>ar<br />

jv-bezoek). Vergelijken we <strong>de</strong> respons op stelling 16 en 19 met <strong>de</strong> stellingen 7 – 10<br />

dan blijkt <strong>de</strong> preek en <strong>de</strong> (jeugd)vereniging wat betreft het thema <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

een belangrijke plek in te nemen.


100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

3.2.4 Factoren<br />

In <strong>de</strong>ze subparagraaf gaan we <strong>na</strong> welke factoren van belang zijn in het <strong>de</strong>nken van<br />

jongeren over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Grafiek 14 geeft hiervan een beeld aan <strong>de</strong> hand<br />

van <strong>de</strong> stellingen:<br />

17. ik word aan het <strong>de</strong>nken gezet over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> door preken die ik<br />

hoor<br />

18. op catech<strong>is</strong>atie kan/kon ik terecht met vragen over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

20. door een sterfgeval ben ik meer gaan <strong>na</strong><strong>de</strong>nken over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

21. internet vormt voor <strong>mij</strong> een belangrijke bron van informatie over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

22. <strong>de</strong> TV vormt voor <strong>mij</strong> een belangrijke bron van informatie over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

23. <strong>de</strong> radio vormt voor <strong>mij</strong> een belangrijke bron van informatie over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

24. boeken/tijdschriften vormen voor <strong>mij</strong> een belangrijke bron van informatie over<br />

het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

25. <strong>de</strong> Bijbel vormt voor <strong>mij</strong> een belangrijke bron van informatie over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

26. gesprekken vormen voor <strong>mij</strong> een belangrijke bron van informatie over het<br />

<strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

Grafiek 14 Factoren.<br />

factoren<br />

17 18 20 21 22<br />

stellingen<br />

23 24 25 26<br />

36<br />

weet ik niet<br />

oneens<br />

eens<br />

Zoals te verwachten <strong>is</strong>, laat grafiek 14 zien dat <strong>de</strong> Bijbel voor <strong>de</strong> meeste jongeren <strong>de</strong><br />

belangrijkste bron <strong>is</strong> over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> (stelling 25). Wat opvalt <strong>is</strong> dat preken,<br />

catech<strong>is</strong>atie en een sterfgeval in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> or<strong>de</strong> grootte liggen en een factor van<br />

belang zijn in het <strong>de</strong>nken over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. De media spelen hier<br />

<strong>na</strong>uwelijks een rol (stelling 21-23). Opmerkelijk <strong>is</strong> wel dat gesprekken ook een factor<br />

van belang zijn, meer dan op grond van stelling 9 en 10 (grafiek 13) vermoed wordt.<br />

Mogelijk speelt hier <strong>de</strong> jeugdvereniging een rol in (vergelijk stelling 19 en 26).


3.3 Toekomstperspectief<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Deze subparagraaf geeft weer hoe <strong>de</strong> jongeren <strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> toekomst. Allereerst<br />

kijken we <strong>na</strong>ar <strong>de</strong> reikwijdte, dan <strong>na</strong>ar het perspectief en vervolgens <strong>na</strong>ar <strong>de</strong> mate<br />

waarin ze bepaal<strong>de</strong> thema’s hiermee verbin<strong>de</strong>n.<br />

Grafiek 15 geeft een indicatie van <strong>de</strong> reikwijdte weer. Hoe ver kijken jongeren vooruit<br />

als we <strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> toekomst?<br />

weet ik niet<br />

oneens<br />

eens<br />

reikwijdte toekomstperspectief<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

> 10 jaar<br />

37<br />

alleen dit <strong>leven</strong><br />

Grafiek 15 Reikwijdte toekomstperspectief (62, 63 en 64).<br />

stellingen<br />

In grafiek 15 zien we dat 39,3% van <strong>de</strong> jongeren ver<strong>de</strong>r dan 10 jaar vooruit kijkt;<br />

52,7% <strong>de</strong>nkt aan een kortere perio<strong>de</strong>. Dit betekent niet dat een meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong><br />

jongeren alleen maar aan dit <strong>leven</strong> <strong>de</strong>nkt. We zien dat een groep van 65,1%<br />

aangeeft het oneens te zijn met stelling 63: als ik aan <strong>de</strong> toekomst <strong>de</strong>nk, dan <strong>de</strong>nk ik<br />

alleen aan dit <strong>leven</strong>. Toch geeft ook een aanzienlijke groep (25,8%) aan alleen aan<br />

dit <strong>leven</strong> te <strong>de</strong>nken als het gaat om <strong>de</strong> toekomst; 9% weet het niet. De respons op<br />

stelling 64 laat echter zien dat 74,5% van <strong>de</strong> jongeren zowel aan dit <strong>leven</strong> als aan het<br />

<strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>de</strong>nkt als het gaat over <strong>de</strong> toekomst. Vermoe<strong>de</strong>lijk geeft dit een<br />

sig<strong>na</strong>al af dat er jongeren zijn (ca 10%) die in <strong>de</strong> eerste plaats aan dit <strong>leven</strong> <strong>de</strong>nken,<br />

maar pas in twee<strong>de</strong> instantie ook aan het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>.<br />

Grafiek 16 geeft weer in welke mate <strong>de</strong> jongeren <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> thema’s<br />

klimaatveran<strong>de</strong>ring, terror<strong>is</strong>me, zending en Israël.


100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

thema's toekomst<br />

klimaat terror<strong>is</strong>me zending Israel<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

klimaat (allen)<br />

klimaat (eens met stelling 63)<br />

terror<strong>is</strong>me (allen)<br />

terror<strong>is</strong>me (eens met stelling 63)<br />

zending (allen)<br />

zending (eens met stelling 63)<br />

Israel (allen)<br />

Israel (eens met stelling 63)<br />

38<br />

weet ik niet<br />

oneens<br />

Grafiek 16 Mate van verbon<strong>de</strong>nheid aan thema’s in relatie tot <strong>de</strong> toekomst (stelling 71, 72, 73 en 74).<br />

We zien hier dat <strong>de</strong> jongeren terror<strong>is</strong>me het meeste verbin<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> toekomst<br />

(64,0%), gevolgd door zending (54,6%) en klimaat (46,9%). Israël staat als thema op<br />

<strong>de</strong> laatste plaats met 42,2%.<br />

Verbin<strong>de</strong>n we <strong>de</strong>ze gegevens met <strong>de</strong> groep die als het gaat over <strong>de</strong> toekomst alleen<br />

aan dit <strong>leven</strong> <strong>de</strong>nkt, dan valt op dat <strong>de</strong>ze jongeren veel min<strong>de</strong>r <strong>de</strong>nken aan thema’s<br />

als zending en Israël, zie grafiek 17.<br />

thema's toekomst in relatie tot <strong>de</strong> reikwijdte<br />

eens<br />

weet ik niet<br />

oneens<br />

Grafiek 17 Thema’s toekomst in relatie tot reikwijdte (allen versus <strong>de</strong> groep ‘eens met stelling 63’).<br />

eens


%<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Grafiek 18 maakt een vergelijking van het mediagebruik in <strong>de</strong> totale groep jongeren<br />

en <strong>de</strong> groep jongeren die het eens zijn met stelling 63 (groep die alleen aan dit <strong>leven</strong><br />

<strong>de</strong>nkt als het gaat over <strong>de</strong> toekomst). De weergegeven percentages gel<strong>de</strong>n t.o.v. <strong>de</strong><br />

eigen groep en zijn verhoudingsgewijs met elkaar te vergelijken.<br />

alle<br />

jongeren<br />

groep 'eens<br />

met stelling<br />

63'<br />

reikwijdte in relatie tot mediagebruik<br />

5 uur per dag (pc)<br />

nooit (TV)<br />

5 uur per dag (TV)<br />

nooit (radio)<br />

5 uur per dag (radio)<br />

Grafiek 18 Reikwijdte toekomstperspectief in relatie tot mediagebruik.<br />

Grafiek 18 laat zien dat het mediagebruik een relatie heeft met <strong>de</strong> reikwijdte van het<br />

toekomstperspectief (stelling 63). Binnen <strong>de</strong> groep ‘alle jongeren’ zien we dat als het<br />

gaat om <strong>na</strong>uwelijks pc gebruiken, geen TV kijken of radio lu<strong>is</strong>teren <strong>de</strong> percentages<br />

hoger liggen dan in <strong>de</strong> groep ‘eens met stelling 63’. Daar staat tegenover dat binnen<br />

<strong>de</strong> groep ‘eens met stelling 63’ <strong>de</strong> media (zowel pc, TV als radio) verhoudingsgewijs<br />

intensiever wordt gebruikt.<br />

Dit duidt erop dat <strong>de</strong> jongeren die <strong>de</strong> toekomst beperken tot dit <strong>leven</strong> min<strong>de</strong>r gericht<br />

zijn op kerkelijke thema’s als zending en Israël en tegelijkertijd intensiever<br />

mediabetrokken.<br />

Tenslotte kijken we aan <strong>de</strong> hand van grafiek 19 <strong>na</strong>ar <strong>de</strong> vraag hoe het persoonlijk<br />

toekomstperspectief eruitziet.<br />

39


100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

gaat ver<strong>de</strong>r goed<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

toekomstperspectief<br />

zie het somber in<br />

welvaart op 1<br />

toekomst kerk ziet er goed uit<br />

Grafiek 19 Persoonlijk toekomstperspectief (stelling 65, 66, 67 en 68).<br />

40<br />

weet ik niet<br />

oneens<br />

Opvallend <strong>is</strong> het gegeven dat het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> jongeren (65,1%) aangeeft niet<br />

te weten of het ver<strong>de</strong>r goed gaat in het ver<strong>de</strong>re <strong>leven</strong> (stelling 65). Slechts 15,3%<br />

geeft aan te <strong>de</strong>nken dat het wel goed zal gaan. Bezien we dit in samenhang met <strong>de</strong><br />

respons op stelling 66 (<strong>mij</strong>n ver<strong>de</strong>re <strong>leven</strong> zie ik somber in), dan blijkt dat <strong>de</strong> reactie<br />

op stelling 65 laat zien dat <strong>de</strong> jongeren beseffen niet in <strong>de</strong> toekomst te kunnen kijken;<br />

72,7% geeft immers aan het oneens te zijn met <strong>de</strong> stelling het <strong>leven</strong> ver<strong>de</strong>r somber<br />

in te zien. Toch geeft 6,9% van <strong>de</strong> jongeren aan het ver<strong>de</strong>re <strong>leven</strong> somber in te zien.<br />

Mogelijk ligt hier een verband met hoe <strong>de</strong> thu<strong>is</strong>situatie ervaren wordt. Vergelijken we<br />

<strong>de</strong>ze <strong>na</strong>melijk met die van <strong>de</strong> totale groep dan zien we dat in <strong>de</strong> totale groep 91,3%<br />

aangeeft een gezellige thu<strong>is</strong>situatie te hebben, tegenover 63,2% in <strong>de</strong> groep die het<br />

<strong>leven</strong> somber inziet (36,8% geeft aan dat <strong>de</strong> situatie ongezellig <strong>is</strong>, moeilijk, w<strong>is</strong>selend<br />

of zakelijk).<br />

Wat betreft welvaart blijkt dat <strong>de</strong> jongeren dit niet hoofdzakelijk bove<strong>na</strong>an zetten;<br />

slechts 10,9% doet dit.<br />

Wat betreft <strong>de</strong> toekomst voor <strong>de</strong> kerk blijkt dat <strong>de</strong> jongeren een negatief beeld<br />

hebben. Ook hier valt een behoorlijke groep op die aangeeft er geen mening over te<br />

hebben (32,0%), maar ook <strong>is</strong> er een grote groep die aangeeft dat <strong>de</strong> toekomst voor<br />

<strong>de</strong> kerk er niet goed uitziet (54,5%). Slechts 13,5% ziet <strong>de</strong> toekomst positief in.<br />

Ongetwijfeld spelen hier zaken een rol als beschreven <strong>is</strong> in 2.3.1. Toch geeft dit een<br />

dui<strong>de</strong>lijk sig<strong>na</strong>al. Jongeren zijn niet gerust als het gaat om <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong> kerk.<br />

eens


4. Botsen<strong>de</strong> perspectieven<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

In dit hoofdstuk volgt aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> enquêteresultaten een korte reflectie op <strong>de</strong><br />

v<strong>is</strong>ies in onze samenleving en het gereformeerd belij<strong>de</strong>n. Hierbij gaan we in op <strong>de</strong><br />

vraag: Welke factoren bewegen mensen (niet) tot een reïncar<strong>na</strong>tiegeloof? Tevens<br />

staat <strong>de</strong> vraag centraal: Hoe verhoudt zich het reformator<strong>is</strong>che jongerenperspectief<br />

tot <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten in onze samenleving?<br />

Allereerst (4.1) volgt aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> bevindingen uit hoofdstuk 2 een<br />

beantwoording van <strong>de</strong> vragen van on<strong>de</strong>rzoeks<strong>de</strong>el A (zie hoofdstuk 1). Vervolgens<br />

(4.2) zullen aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> bevindingen uit hoofdstuk 3 <strong>de</strong> vragen van<br />

on<strong>de</strong>rzoeks<strong>de</strong>el B wor<strong>de</strong>n beantwoord. Daar<strong>na</strong> (4.3) wor<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong> zaken met elkaar<br />

in verband gebracht, waarbij wordt ingegaan op <strong>de</strong> vraagstelling van dit hoofdstuk.<br />

4.1 Reïncar<strong>na</strong>tie: een profilerend perspectief<br />

Deze paragraaf geeft op bas<strong>is</strong> van hoofdstuk 2 samenvattend een antwoord op <strong>de</strong><br />

vraag welke plaats <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten hebben in het hindoeïsme/boeddh<strong>is</strong>me,<br />

het chr<strong>is</strong>tendom en New Age en welk perspectief dit biedt. Is er aanwijsbaar sprake<br />

van een opkomst van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte in onze samenleving en welke<br />

factoren dragen daar aan bij?<br />

Reïncar<strong>na</strong>tiegedachten roepen een niet onver<strong>de</strong>el<strong>de</strong> reactie op (hoofdstuk 2). Kijken<br />

we <strong>na</strong>ar <strong>de</strong> plaats die reïncar<strong>na</strong>tiegedachten hebben binnen het<br />

hindoeïsme/boeddh<strong>is</strong>me dan zien we een sterke verwevenheid tussen bei<strong>de</strong>;<br />

hoofdzakelijk on<strong>de</strong>rbouwd met het argument dat alles wat <strong>is</strong>, zijn re<strong>de</strong>n en zijn<br />

gron<strong>de</strong>n heeft in vroegere <strong>leven</strong>s. Het totale resultaat van alle han<strong>de</strong>lingen bepaalt<br />

<strong>de</strong> kwaliteit van een volgend <strong>leven</strong>. De <strong>dood</strong> ziet men als een opgang <strong>na</strong>ar <strong>de</strong><br />

hoogten van <strong>de</strong>finitieve bevrijding.<br />

Binnen het chr<strong>is</strong>tendom ligt dit an<strong>de</strong>rs. Al in <strong>de</strong> vroegchr<strong>is</strong>telijke kerk <strong>is</strong> <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachte afgewezen (Constantinopel, 553). Ook <strong>de</strong> uitspraken van<br />

Origenes, Justinus, Ireneus van Lyon, Tertullianus en Augustinus laten een afwijzing<br />

zien. De bre<strong>de</strong> afwijzing binnen het chr<strong>is</strong>tendom steunt op bijbels on<strong>de</strong>rbouw<strong>de</strong><br />

argumenten. Zo gaat <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte voorbij aan <strong>de</strong> mens als uniek individu<br />

en <strong>de</strong> eigen i<strong>de</strong>ntiteit, steunt het op keihar<strong>de</strong> zelfverlossing, <strong>is</strong> het een harteloos<br />

mechan<strong>is</strong>me van oorzaak en gevolg en rationele verklaring. Kortom: het doet geen<br />

recht aan <strong>de</strong> unieke relatie van God en <strong>de</strong> mens en biedt geen wezenlijk antwoord<br />

op <strong>de</strong> vraag <strong>na</strong>ar lij<strong>de</strong>n en schuld. Na <strong>de</strong> <strong>dood</strong> doen <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n niet meer mee in het<br />

<strong>leven</strong>spatroon van <strong>de</strong>ze wereld.<br />

Zij die binnen het chr<strong>is</strong>tendom wel mogelijkhe<strong>de</strong>n zien, beroepen zich <strong>na</strong>ast enkele<br />

spaarzamelijke bijbelteksten met <strong>na</strong>me op <strong>de</strong> ervaringen van kin<strong>de</strong>ren aan vroegere<br />

<strong>leven</strong>s. Als we dieper kijken waarom men echter in <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte gelooft<br />

dan zien we dat men zoekt <strong>na</strong>ar een verklaring van het onrecht in <strong>de</strong> wereld. Men<br />

ziet het als <strong>de</strong> meest acceptabele verklaring van <strong>de</strong> chaos en het onrecht in <strong>de</strong><br />

draaikolk van <strong>de</strong> wereldgeschie<strong>de</strong>n<strong>is</strong>. Ook geeft het ruimte voor <strong>de</strong> eigen vrije wil en<br />

verantwoording. Opvallend <strong>is</strong> hier <strong>de</strong> <strong>na</strong>uwe aansluiting met het New Age-<strong>de</strong>nken,<br />

o.a. zichtbaar in <strong>de</strong> manier waarop men tegen <strong>de</strong> <strong>dood</strong> aankijkt. De <strong>dood</strong> <strong>is</strong> niet iets<br />

ergs, het hoort erbij. Het <strong>is</strong> slechts een overgang, een ontwikkeling en vooruitgang<br />

<strong>na</strong>ar een volgend stadium. Hoewel <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte binnen New Age niet<br />

een hoofdgedachte <strong>is</strong>, maakt het er wel als vanzelfsprekend <strong>de</strong>el van uit. De mens <strong>is</strong><br />

niet een individu met een eenmalig <strong>leven</strong>, maar een moment in een groots proces.<br />

Het verschil met het hindoeïsme/boeddh<strong>is</strong>me <strong>is</strong> dat New Age gericht <strong>is</strong> op het ik van<br />

41


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

<strong>de</strong> mens die zich ontplooit in tegenstelling tot <strong>de</strong> overheersen<strong>de</strong> gedachte van het<br />

achterlaten van <strong>de</strong> illusies van <strong>de</strong> wereld in <strong>de</strong> oosterse v<strong>is</strong>ie. De overeenkomst <strong>is</strong><br />

echter dat <strong>de</strong> toekomst in han<strong>de</strong>n van mensen ligt die daar nú vorm aan kunnen<br />

geven. De reïncar<strong>na</strong>tieleer biedt <strong>de</strong> mens weer zingeving door <strong>de</strong> grote <strong>na</strong>druk op <strong>de</strong><br />

menselijke relaties en het aansporen tot het nemen van eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid,<br />

binnen New Age sterk profilerend gestimuleerd wat het cursusaanbod op internet<br />

zichtbaar maakt.<br />

De vraag <strong>is</strong> of er daardoor ook aanwijsbaar sprake <strong>is</strong> van een groei van <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachte in onze samenleving. We zagen (hoofdstuk 2) een<br />

ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> ontkerkelijking. We zagen echter dat dit geen eenduidige af<strong>na</strong>me van<br />

religiositeit beteken<strong>de</strong>. Er zijn immers stijgen<strong>de</strong> trends te ont<strong>de</strong>kken als het gaat om<br />

het geloof in God, een <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, <strong>de</strong> hemel en <strong>de</strong> hel. Zo gelooft een ruime<br />

meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> samenleving in een <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Wel blijkt hierbij een<br />

diversiteit aan opvattingen over te zijn. Ook blijkt dat er in meer<strong>de</strong>rheid noties<br />

zichtbaar zijn die je kan herlei<strong>de</strong>n tot New Age-<strong>de</strong>nken, zoals <strong>de</strong> gedachte dat <strong>de</strong><br />

mens een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>is</strong> van een groter kosm<strong>is</strong>ch geheel en dat <strong>de</strong> <strong>dood</strong> een<br />

doorgaan<strong>de</strong> <strong>leven</strong>sweg <strong>is</strong>. Toch kunnen we niet vaststellen dat er sprake <strong>is</strong> van een<br />

groei of toe<strong>na</strong>me, hoewel <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten onm<strong>is</strong>kenbaar een factor van<br />

belang zijn in onze samenleving; ook in kerkelijke kringen. Het <strong>is</strong> echter niet bewezen<br />

dat <strong>de</strong> ontkerkelijking zou zorgen voor een groei in reïncar<strong>na</strong>tiegedachten.<br />

Mogelijk wordt profilering soms verward met toe<strong>na</strong>me.<br />

4.2 Reformator<strong>is</strong>ch jongerenperspectief<br />

Deze paragraaf geeft op bas<strong>is</strong> van hoofdstuk 3 samenvattend antwoord op <strong>de</strong> vraag<br />

hoe reformator<strong>is</strong>che jongeren van 16-21 jaar <strong>de</strong>nken over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> en<br />

welk perspectief dit hun biedt.<br />

De on<strong>de</strong>rzochte groep jongeren zijn hoofdzakelijk kerkelijk betrokken jongeren<br />

(50%). Van belang <strong>is</strong> te beseffen dat dit een relatief begrip <strong>is</strong>; in <strong>de</strong>ze studie<br />

gerelateerd aan <strong>de</strong> mate van participatie aan kerkelijke verenigingen, doen van<br />

belij<strong>de</strong>n<strong>is</strong>, bijbelgebruik en <strong>de</strong> verwachting actief betrokken te blijven bij <strong>de</strong> kerkelijke<br />

gemeente. Dit betekent <strong>na</strong>drukkelijk niet dat <strong>de</strong> groep die hier niet binnenvalt <strong>de</strong> kerk<br />

<strong>de</strong> rug toekeert, alhoewel het een sig<strong>na</strong>al <strong>is</strong> dat 11% aangeeft niet actief betrokken te<br />

blijven bij <strong>de</strong> kerkelijke gemeente en dat 25% dit nog niet weet.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek laat op een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zien dat <strong>de</strong> jongeren betrokken zijn op<br />

het thema <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Tegelijkertijd <strong>is</strong> er sprake van een gereserveerdheid<br />

<strong>na</strong>ar zichzelf toe. Zoals verwacht <strong>is</strong> er in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte groep een aanmerkelijk<br />

grotere groep die gelooft in het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> (95%) ten opzichte van <strong>de</strong><br />

samenleving (50-60%). Hetzelf<strong>de</strong> geldt met betrekking tot hemel en hel. Hiermee<br />

verbon<strong>de</strong>n zien we een sterke afwijzing van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten; 75% wijst het<br />

af als een onzinnige gedachte, 84% geeft aan dat het niet samen kan gaan met het<br />

chr<strong>is</strong>telijke geloof. Slechts 26% geeft aan zich voor te kunnen stellen dat iemand in<br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachten gelooft. Van belang hierbij <strong>is</strong> <strong>de</strong> notie dat jongeren <strong>de</strong>ze<br />

mogelijkheid hoofdzakelijk niet zien als iets voor henzelf, maar begrip opbrengen of<br />

<strong>de</strong>nken ‘je moet toch wat geloven’. We kunnen vaststellen dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte<br />

jongeren niet veelvuldig met reïncar<strong>na</strong>tiegedachten wor<strong>de</strong>n geconfronteerd, alhoewel<br />

toch 14% mensen kent die erin geloven. Binnen <strong>de</strong> media wordt het op internet het<br />

meeste herkend (21%), in kranten het minste (14%). Uit het on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat<br />

jongeren <strong>na</strong>uwelijks actief zijn op Second Life; 19,6% houdt zich er bewust vandaan.<br />

Voor een belangrijk <strong>de</strong>el wor<strong>de</strong>n jongeren in <strong>de</strong> preek, op catech<strong>is</strong>atie en op <strong>de</strong><br />

vereniging geconfronteerd met het thema <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Opvallend hierbij <strong>is</strong> dat<br />

gesprekken ook aanzetten hierover te <strong>de</strong>nken, eve<strong>na</strong>ls een sterfgeval. Hoewel het<br />

42


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

thema in <strong>de</strong> media ook aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt, <strong>is</strong> dit voor <strong>de</strong> jongeren geen factor van<br />

belang.<br />

Wat het toekomstperspectief van <strong>de</strong> jongeren betreft, blijkt dat dit een min<strong>de</strong>r<br />

eenduidig beeld oplevert dan het beeld over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Opvallend <strong>is</strong> dat<br />

<strong>de</strong> jongeren hoofdzakelijk niet ver vooruit kijken. Slechts 40% <strong>de</strong>nkt ver<strong>de</strong>r dan 10<br />

jaar vooruit; 53% <strong>de</strong>nkt aan een kortere perio<strong>de</strong>. Dit betekent niet dat het een<br />

contrast vormt met het <strong>de</strong>nken over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, maar wel dat dit in<br />

min<strong>de</strong>re mate aanwezig <strong>is</strong>. Zo <strong>de</strong>nkt 75% bij toekomst aan dit <strong>leven</strong> én aan het <strong>leven</strong><br />

<strong>na</strong> dit <strong>leven</strong>. Dit tegenover 95% die gelooft in het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. We kunnen<br />

hieruit conclu<strong>de</strong>ren dat er jongeren zijn die eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> aardse toekomst<br />

dan aan <strong>de</strong> toekomst <strong>na</strong> dit <strong>leven</strong>. De resultaten met betrekking tot <strong>de</strong><br />

toekomstthema’s klimaat, terror<strong>is</strong>me, zending en Israël steunen <strong>de</strong>ze conclusie.<br />

Terror<strong>is</strong>me wordt het meeste verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> toekomst (64%), gevolgd door<br />

zending (55%) en klimaat (47%) en Israël (42%) op <strong>de</strong> laatste plaats. Binnen <strong>de</strong><br />

groep die als het gaat over <strong>de</strong> toekomst alleen aan dit <strong>leven</strong> <strong>de</strong>nkt, zien we dat er<br />

nog min<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> thema’s zending en Israël wordt gedacht ten opzichte van <strong>de</strong> hele<br />

groep. Brengen we <strong>de</strong> toekomstthema’s in verband met het mediagebruik en <strong>de</strong><br />

reikwijdte van het toekomstperspectief, dan kunnen we vaststellen dat er een directe<br />

relatie bestaat tussen <strong>de</strong> intensiteit van het mediagebruik, <strong>de</strong> betrokkenheid op <strong>de</strong> 4<br />

toekomstthema’s en <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> toekomst aardsgericht <strong>is</strong> of ook betrekking heeft<br />

op het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Jongeren die <strong>de</strong> toekomst beperken tot dit <strong>leven</strong> zijn min<strong>de</strong>r<br />

gericht op kerkelijke thema’s als zending en Israël en tegelijkertijd intensiever<br />

mediabetrokken.<br />

Wat betreft het persoonlijke toekomstbeeld, geeft het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> jongeren<br />

aan hier geen zicht op te hebben (65%). Een 7% geeft aan het <strong>leven</strong> ver<strong>de</strong>r somber<br />

in te zien. Opmerkelijk <strong>is</strong> dat in <strong>de</strong>ze groep 37% problemen heeft in <strong>de</strong> thu<strong>is</strong>situatie.<br />

Hieruit blijkt dat <strong>de</strong> gezinssituatie voor een aanzienlijk <strong>de</strong>el het toekomstbeeld van<br />

jongeren kan beïnvloe<strong>de</strong>n, alhoewel niet gezegd <strong>is</strong> dat dit <strong>de</strong> belangrijkste factor <strong>is</strong>.<br />

Wel zien <strong>de</strong> jongeren <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong> kerk als zorgwekkend; 55% geeft aan dat<br />

<strong>de</strong> toekomst er voor <strong>de</strong> kerk niet goed uitziet. Slechts 14% ziet <strong>de</strong>ze toekomst<br />

positief. Een dui<strong>de</strong>lijk sig<strong>na</strong>al, alhoewel we moeten be<strong>de</strong>nken dat <strong>de</strong> jongeren<br />

waarschijnlijk vooral <strong>de</strong> kerk in Ne<strong>de</strong>rland op het oog zullen hebben gehad en min<strong>de</strong>r<br />

het wereldwij<strong>de</strong> perspectief. In hoofdstuk 5 meer over <strong>de</strong> vraag of het terecht <strong>is</strong>.<br />

4.3 Een vergelijk<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk staan we nog voor <strong>de</strong> vraag hoe het perspectief van onze jongeren zich<br />

verhoudt tot <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachten in onze samenleving. Getalsmatig <strong>is</strong> gebleken<br />

dat het besef van het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> bij reformator<strong>is</strong>che jongeren zeer sterk<br />

aanwezig <strong>is</strong> en een eenduidig patroon kent, tegenover een min<strong>de</strong>r sterk besef in <strong>de</strong><br />

samenleving met een diversiteit aan opvattingen. In 4.2 zagen we dat dit sterke besef<br />

niet in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mate <strong>is</strong> terug te zien in het toekomstperspectief, dat <strong>na</strong>ar mate men<br />

<strong>de</strong> media intensiever gebruikt meer aardsgericht <strong>is</strong>. Wel zien we on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jongeren<br />

een toekomstperspectief dat in sterke mate bepaald wordt door het besef dat er<br />

<strong>leven</strong> <strong>is</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> en God het <strong>leven</strong> oor<strong>de</strong>elt. Mogelijk geeft dit een verklaring voor<br />

het gegeven dat <strong>de</strong> jongeren in een aantal gevallen ondanks hun betrokkenheid een<br />

zekere mate van d<strong>is</strong>tantie toon<strong>de</strong>n, omdat ze nog veel vragen hebben over een<br />

persoonlijke relatie met God.<br />

We zien hier bij <strong>de</strong> reformator<strong>is</strong>che jongeren een perspectief <strong>na</strong>ar voren komen<br />

waarin ze bewust zijn dat ze het <strong>leven</strong> niet zelf in <strong>de</strong> hand hebben. We zien <strong>de</strong><br />

43


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

bewustheid van een lineaire tijdsv<strong>is</strong>ie, los van <strong>de</strong> ban van <strong>de</strong> <strong>leven</strong>scyclus. De<br />

toekomst ligt uitein<strong>de</strong>lijk in God als Voltooier van <strong>de</strong> schepping.<br />

Kijken we in dit verband <strong>na</strong>ar wat reïncar<strong>na</strong>tiegedachten bie<strong>de</strong>n, dan zien we een<br />

botsend perspectief. Hier <strong>is</strong> het <strong>na</strong>melijk <strong>de</strong> mens zelf die <strong>de</strong> eigen toekomst maakt.<br />

Het gedrag <strong>is</strong> daar ju<strong>is</strong>t bepalend voor een nieuw <strong>leven</strong> op aar<strong>de</strong> en biedt een<br />

nieuwe kans. De toekomst ligt hier in han<strong>de</strong>n van mensen.<br />

Als we teruggaan <strong>na</strong>ar <strong>de</strong> vraag waarom aanhangers van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tie in <strong>de</strong>ze<br />

gedachten geloven dan moeten we vaststellen dat er geen bevredigend antwoord<br />

gegeven wordt op <strong>de</strong> vragen waar men zelf mee worstelt (waarom <strong>is</strong> <strong>de</strong> één rijk en<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>r straatarm, waarom <strong>is</strong> er ziekte en gezondheid, geluk en tegenspoed?).<br />

Feitelijk biedt <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte niet meer dan een verklaring van <strong>de</strong> eigen<br />

situatie en een mogelijkheid om met <strong>de</strong> eigen onvolkomenhe<strong>de</strong>n en m<strong>is</strong>lukkingen te<br />

<strong>leven</strong>. Dit roept <strong>de</strong> vraag op: <strong>is</strong> dit dan <strong>de</strong> barmhartigheid waar<strong>na</strong>ar men op zoek <strong>is</strong>?<br />

De dingen die je nu overkomen, zijn te wijten aan da<strong>de</strong>n uit het vroegere <strong>leven</strong>. Is ‘je<br />

ontvangt wat je verdiend hebt’ dan een hoopvol perspectief?<br />

We zien hier dat in <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte <strong>de</strong> mens zelf tot een oplossing moet<br />

komen en alleen wordt gelaten. Het accent ligt op <strong>de</strong> mens, die ronddraait in een<br />

cirkel, totdat je opgaat in het god<strong>de</strong>lijke, in het niets. Voor aanhangers van <strong>de</strong><br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachte een manier om het <strong>leven</strong> zin te geven. <strong>Maar</strong> we zien dat een<br />

elementaire chr<strong>is</strong>telijke dimensie, het gericht zijn op en het dienen van God,<br />

ontbreekt.<br />

Ondanks <strong>de</strong> botsen<strong>de</strong> perspectieven kan wel vastgesteld wor<strong>de</strong>n dat binnen bei<strong>de</strong><br />

perspectieven -wat reïncar<strong>na</strong>tie betreft met <strong>na</strong>me binnen <strong>de</strong> rationele<br />

reïncar<strong>na</strong>tieleer- het <strong>leven</strong> als zinvol wordt gezien. Hoewel dit sig<strong>na</strong>al in een koele<br />

material<strong>is</strong>t<strong>is</strong>che samenleving warm aan lijkt te doen, moeten we tegelijkertijd<br />

vaststellen dat <strong>de</strong> invalshoek totaal verschillend <strong>is</strong>, zelfs als binnen New Age over<br />

Jezus gesproken wordt. Zo wordt binnen New Age wel gesproken over Jezus en<br />

Chr<strong>is</strong>tus als één van <strong>de</strong> hoogste manifestaties van het god<strong>de</strong>lijke. In <strong>de</strong> Bijbel wordt<br />

zo niet over Jezus gesproken, maar als Zoon van God, God Zelf, <strong>de</strong> Verlosser.<br />

Laten <strong>de</strong> kerken niet zwijgen over <strong>de</strong> zin van het <strong>leven</strong> en het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Het<br />

spreken hierover noodzaakt geen reïncar<strong>na</strong>tiegedachte, maar het uitdragen van het<br />

chr<strong>is</strong>telijke perspectief: verlossing uit een gebroken <strong>leven</strong> door een ge<strong>na</strong>dige God.<br />

Binnen een samenleving als India met <strong>de</strong> dreiging die van hindoe-<strong>na</strong>tio<strong>na</strong>l<strong>is</strong>ten<br />

uitgaat, zal het cultureel en sociolog<strong>is</strong>ch bezien lastig zijn om dit chr<strong>is</strong>telijke<br />

perspectief bespreekbaar te maken. In onze samenleving ligt dit an<strong>de</strong>rs. Voor een<br />

meer<strong>de</strong>rheid van onze samenleving <strong>is</strong> het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> geen onwerkelijkheid,<br />

wat mogelijkhe<strong>de</strong>n biedt in gesprek te gaan en elkaar te bevragen op het persoonlijk<br />

toekomstperspectief. Voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte jongeren <strong>is</strong> het een thema waar men sterk<br />

op betrokken <strong>is</strong>. Ook staan <strong>de</strong> jongeren open om hier over in gesprek te gaan. De<br />

noodzaak om dit te doen wordt on<strong>de</strong>rstreept door het gegeven dat men<br />

terughou<strong>de</strong>nd <strong>is</strong> over hun persoonlijk toekomstperspectief.<br />

44


5. Toekomst, voor wie?<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Dit hoofdstuk sluit <strong>de</strong> studie af met enkele persoonlijke aanbevelingen. Deze<br />

aanbevelingen zijn bedoeld voor betrokkenen bij <strong>de</strong> godsdienstige vorming van <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzochte leeftijdsgroep.<br />

• Onze huidige samenleving biedt een toenemend aantal cursussen op het<br />

gebied van coaching en gesprekstechnieken waarin reïncar<strong>na</strong>tiegedachten<br />

zijn verweven. Chr<strong>is</strong>tencoaches zou<strong>de</strong>n krachten moeten bun<strong>de</strong>len en zich<br />

herkenbaar moeten profileren.<br />

• In onze samenleving raakt het woord avatar ongemerkt ingeburgerd. Internet<br />

draagt hier voor een belangrijk <strong>de</strong>el aan bij, <strong>de</strong>nk aan Second Life en<br />

programma’s of contactgroepen waar je een avatar maakt om digitaal<br />

aanwezig te kunnen zijn. Let ook op kleding waar avatar een han<strong>de</strong>lsmerk lijkt<br />

te wor<strong>de</strong>n. Het <strong>is</strong> een on<strong>de</strong>rzoek waard <strong>na</strong> te gaan welke parallellen te trekken<br />

zijn tussen reïncar<strong>na</strong>tiegedachten en het avatargebruik.<br />

• In <strong>de</strong> voorliggen<strong>de</strong> studie <strong>is</strong> dui<strong>de</strong>lijk gewor<strong>de</strong>n dat reïncar<strong>na</strong>tiegedachten <strong>de</strong><br />

mens terugwerpen op zichzelf. Reïncar<strong>na</strong>tiegedachten dienen vanuit bijbels<br />

perspectief radicaal afgewezen te wor<strong>de</strong>n, omdat het strijdig <strong>is</strong> met <strong>de</strong> bijbelse<br />

v<strong>is</strong>ie op zon<strong>de</strong> en ge<strong>na</strong><strong>de</strong>, <strong>de</strong> kernboodschap van verlossing en het<br />

opstandingsgeloof.<br />

• Reïncar<strong>na</strong>tiegedachten zijn zowel in een hindoeïst<strong>is</strong>che samenleving als New<br />

Age verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> zin van het <strong>leven</strong>. Vanuit chr<strong>is</strong>telijk perspectief bie<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>ze gedachten geen werkelijke troost, maar laten ze een leegte achter en<br />

spiegelen een onzekere toekomst voor. Het afwijzen van<br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachten dient daarom altijd verbon<strong>de</strong>n te zijn aan het wijzen op<br />

het bijbelse perspectief, zoals verwoord in <strong>de</strong> Hei<strong>de</strong>lbergse Catech<strong>is</strong>mus<br />

zondag 22:<br />

Welke troost geeft u <strong>de</strong> opstanding van het vlees? Dat niet alleen <strong>mij</strong>n ziel <strong>na</strong> dit <strong>leven</strong><br />

terstond tot haar Hoofd Chr<strong>is</strong>tus opgenomen zal wor<strong>de</strong>n, maar dat ook dit <strong>mij</strong>n vlees, door<br />

<strong>de</strong> kracht van Chr<strong>is</strong>tus opgewekt, weer met <strong>mij</strong>n ziel verenigd en aan het verheerlijkt<br />

lichaam van Chr<strong>is</strong>tus gelijkvormig zal wor<strong>de</strong>n.<br />

Welke troost put u uit het artikel over het eeuwige <strong>leven</strong>? Eve<strong>na</strong>ls ik nu al het begin van<br />

<strong>de</strong> eeuwige vreug<strong>de</strong> in <strong>mij</strong>n hart voel, zal ik ook <strong>na</strong> dit <strong>leven</strong> volkomen heerlijkheid<br />

bezitten, die geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en die in geen mensenhart<br />

<strong>is</strong> opgekomen, en wel om God daarin eeuwig te prijzen.<br />

• De kerk dient zich niet alleen te bezinnen op een gesecular<strong>is</strong>eer<strong>de</strong><br />

samenleving met atheïsten die opgeslokt wor<strong>de</strong>n door materiele<br />

beslommeringen, maar evenzeer op een zoeken<strong>de</strong> samenleving die niet<br />

zon<strong>de</strong>r meer gelooft in wetenschap en techniek.<br />

• Reformator<strong>is</strong>che jongeren staan open voor een gesprek over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong>. Opvoe<strong>de</strong>rs dienen zich hiervan bewust te zijn. Hierbij <strong>is</strong> van belang <strong>de</strong><br />

jongeren persoonlijk te wijzen op het perspectief dat <strong>de</strong> Bijbel aanreikt: een<br />

hoopvolle toekomst voor <strong>de</strong> Chr<strong>is</strong>telijke Kerk. On<strong>de</strong>r Chr<strong>is</strong>telijke Kerk verstaan<br />

we wat verwoord staat in artikel 27 van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Geloofsbelij<strong>de</strong>n<strong>is</strong>: ‘Wij<br />

45


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

geloven en belij<strong>de</strong>n één enige katholieke of algemene Kerk, die <strong>is</strong> een heilige<br />

verga<strong>de</strong>ring van ware Chr<strong>is</strong>tgelovigen, al hun zaligheid verwachten<strong>de</strong> in Jezus<br />

Chr<strong>is</strong>tus, gewassen zijn<strong>de</strong> door Zijn bloed, geheiligd en verzegeld door <strong>de</strong><br />

Heilige Geest.’ Deze Kerk kan niet kleiner wor<strong>de</strong>n, maar zal toenemen tot <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>rkomst van Chr<strong>is</strong>tus! In het verleng<strong>de</strong> hiervan <strong>is</strong> het noodzakelijk <strong>de</strong><br />

jongeren erop te wijzen dat het ‘moeten zijn van een ware gelovige’ geen<br />

drempel of prestatie <strong>is</strong>, maar een wegwijzer en gift.<br />

• De Bijbel tekent <strong>de</strong> werkelijkheid van <strong>de</strong> bestemmingen <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Ie<strong>de</strong>r<br />

mens verdient <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Het Nieuwe Testament tekent <strong>de</strong> hel met beel<strong>de</strong>n van<br />

een oven van vuur, een gevangen<strong>is</strong>, een afgrond, ketenen van du<strong>is</strong>tern<strong>is</strong>,<br />

wroeging en knersen van tan<strong>de</strong>n. De hemel daartegenover als een plaats<br />

zon<strong>de</strong>r zon<strong>de</strong> om <strong>na</strong>ar te verlangen, een plaats waar lij<strong>de</strong>n geen plaats heeft,<br />

eeuwig bij God. Laat dit ons aansporen ie<strong>de</strong>r voor te hou<strong>de</strong>n, wat in Joh. 11:<br />

25 en 26 staat en Jezus over Zichzelf zegt: Ik ben <strong>de</strong> Opstanding en het<br />

Leven; die in Mij gelooft zal <strong>leven</strong>, al ware hij ook gestorven; en een iegelijk<br />

die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in <strong>de</strong>r eeuwigheid. Gelooft gij dat?<br />

46


Literatuur<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Bakker, F.L., ‘Hindoeïsme en zending, speciaal in Ne<strong>de</strong>rland’, Wereld en Zending 34/4 (2005), p. 12-<br />

30.<br />

Barret, D. & Johnson, T., World Chr<strong>is</strong>tian Encyclopedia. A Comparative Survey of Churches and<br />

Religions in the Mo<strong>de</strong>rn World, Oxford, 2001.<br />

Bernts, T. (red.), Boodschap aan <strong>de</strong> kerken? Religie als sociaal en moreel kapitaal, Zoetermeer, 2004.<br />

Blok, J., Denkend en zoekend geloven. Speurtocht van een bèta-gelovige, Amsterdam, 2006.<br />

Brox, N., ‘Het vroeg-chr<strong>is</strong>telijke <strong>de</strong>bat over zielsverhuizing’, Concilium 29/5 (1993), p. 81-86.<br />

Habets, F., Reïncar<strong>na</strong>tie, geloof of overtuiging. De geboorte van een nieuw wereldbeeld, Barchem,<br />

2006.<br />

Hanegraaff, W., New Age Religion and Western Culture, Esoteric<strong>is</strong>m in the Mirror of Secular Thougt,<br />

<strong>Utrecht</strong>, 1995.<br />

Häring, H., ‘Een antropolog<strong>is</strong>che wending? De invloed van Augustinus’, Concilium 29/5 (1993), p. 93-<br />

103.<br />

Hick, J., Dood en <strong>leven</strong>, Helmond, 1977.<br />

Hick, J., Het hart van het chr<strong>is</strong>telijk geloof, Baarn, 1979.<br />

Kampen, P. van, Na het laatste uur, Kampen, 1994.<br />

KASKI, Spiritualiteit in Ne<strong>de</strong>rland, Nijmegen, 2003.<br />

Klink, J., Het open venster. Een nieuwe tijd ook voor chr<strong>is</strong>tenen, Baarn, 1994.<br />

Kole, I., ‘Reïncar<strong>na</strong>tie’, in: Jong, J. en Mauritz, J., Dichterbij dan je <strong>de</strong>nkt, Woer<strong>de</strong>n, 1998, p. 31-35.<br />

Kranenborg, R., Reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, Kampen, 1989.<br />

Kru<strong>is</strong>punt, God in Ne<strong>de</strong>rland, 1996-2006, Kampen, 2007.<br />

Log<strong>is</strong>ter, W., Reïncar<strong>na</strong>tie: <strong>de</strong> vele kanten van een oud en nieuw geloof, Tielt, 1990.<br />

Mann, A., Alles over reïncar<strong>na</strong>tie, Naar<strong>de</strong>n, 1995.<br />

Meurs-Lambregts, J., Loslaten …? Of vasthou<strong>de</strong>n!, Woer<strong>de</strong>n, 2006.<br />

Moha, A., De kijk op het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, Ma<strong>na</strong>gement Summary, IKON, Amsterdam, 2005 (niet<br />

gepubliceerd).<br />

Praag, H. van, Paranormale i<strong>de</strong>ntiteit, Leven <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, reïncar<strong>na</strong>tie, spirit<strong>is</strong>me, bezetenheid,<br />

individuatie, Baarn, 1974.<br />

Rietdijk, R., ‘Is er <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>?’, in: Jong, J. en Mauritz, J., Dichterbij dan je <strong>de</strong>nkt, Woer<strong>de</strong>n,<br />

1998, p. 63-71.<br />

Smart, N., Godsdiensten van <strong>de</strong> wereld, Kampen, 2003, p. 630.<br />

Sociaal en Cultureel Planbureau, Secular<strong>is</strong>atie in <strong>de</strong> jaren negentig, Kerklidmaatschap, veran<strong>de</strong>ringen<br />

in opvattingen en een prognose, Den Haag, 2000.<br />

Sociaal en Cultureel Planbureau, Een on<strong>de</strong>rzoek <strong>na</strong>ar <strong>de</strong> religieuze betrokkenheid van Turken en<br />

Marokkanen, Samenvatting, Den Haag, 2004.<br />

47


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Sociaal en Cultureel Planbureau, Godsdienstige veran<strong>de</strong>ringen in Ne<strong>de</strong>rland. Verschuivingen in <strong>de</strong><br />

binding met kerken en <strong>de</strong> chr<strong>is</strong>telijke traditie, Den Haag, 2006.<br />

Stolp, H., Karma, reïncar<strong>na</strong>tie en chr<strong>is</strong>telijk geloof, Baarn, 1996.<br />

Veldhuizen, H., Hoe occult <strong>is</strong> occult?, Kampen, 1994.<br />

48


Websites<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Stat<strong>is</strong>tiek,<br />

http://statline.cbs.nl/StatWeb/table.asp?LYR=G2:6&LA=nl&DM=SLNL&PA=60027ned&D1=96-<br />

100&D2=a,!11-26,!32-42&D3=(l-6)-l&STB=G1&HDR=T.<br />

Instituut voor Sociolog<strong>is</strong>ch-Econom<strong>is</strong>ch On<strong>de</strong>rzoek,<br />

http://www.wijkalliantie.nl/publicaties/intercultureel/<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n/artikel/toekomst-in-meervoud#bb2.<br />

Katholieke <strong>Universiteit</strong> Leuven, http://www.kuleuven.be/icrs/religies/religies_overzicht.htm.<br />

Reformator<strong>is</strong>ch Dagblad,<br />

http://www.refdag.nl/artikel/1287369/Grootste+be<strong>de</strong>vaart+ter+wereld+in+India+begonnen.html.<br />

Second Life NL, http://www.secondlife.nl/pagi<strong>na</strong>s/2/secondlife.html.<br />

Stichting Spirituele Ontwikkeling, http://www.spiritualiteit.com/?sid=artikel&aid=20.<br />

49


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

50


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Bijlage 1 Jongerenenquête JBGG zomerkampen 2007, incl.<br />

respons (aantal)<br />

51


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

52


Hallo jongelui,<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Op al <strong>de</strong> JBGG-kampen uit binnenland (16-19 jaar) en buitenland (17-21 jaar) wordt in <strong>de</strong> maand juli een enquête<br />

gehou<strong>de</strong>n.<br />

Je wordt gevraagd om <strong>de</strong>ze enquête serieus en zelfstandig in te vullen.<br />

Anonimiteit <strong>is</strong> gewaarborgd.<br />

Sterkte met het invullen!<br />

Algemene vragen<br />

Omcirkel het ju<strong>is</strong>te antwoord.<br />

Soms zijn meer<strong>de</strong>re antwoor<strong>de</strong>n mogelijk.<br />

1. Wat <strong>is</strong> je leeftijd<br />

7 15<br />

106 a 16<br />

76 b 17<br />

42 c 18<br />

33 d 19<br />

9 e 20<br />

2 f 21<br />

2. Geslacht<br />

129 a man<br />

146 b vrouw<br />

3. Kerkverband<br />

299 a Ger Gem<br />

76 b an<strong>de</strong>rs, nl…<br />

4. Kerkelijke betrokkenheid<br />

4 a ik heb belij<strong>de</strong>n<strong>is</strong> gedaan<br />

32 b ik overweeg belij<strong>de</strong>n<strong>is</strong> te doen<br />

107 c ik heb geen belij<strong>de</strong>n<strong>is</strong> gedaan en doe dit<br />

voorlopig niet<br />

177 d ik zit op een kerkelijke (jeugd)vereniging<br />

5. Wat <strong>is</strong> <strong>de</strong> belangrijkste re<strong>de</strong>n dat je op dit<br />

Daniëlkamp bent?<br />

29 a dat doe ik al jaren<br />

246 b voor <strong>de</strong> gezelligheid/met vrien<strong>de</strong>n mee<br />

67 c voor <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> die dit kamp biedt<br />

(bezinning)<br />

5 d dat willen m’n ou<strong>de</strong>rs graag<br />

10 e an<strong>de</strong>rs, nl…<br />

6. Ons gezin bestaat uit<br />

265 a va<strong>de</strong>r<br />

271 b moe<strong>de</strong>r<br />

251 c broer(s)<br />

250 d zus(sen)<br />

7. Ik vind het bij ons thu<strong>is</strong><br />

251 a gezellig<br />

9 b ongezellig<br />

15 c an<strong>de</strong>rs, nl…<br />

8. Wat doe je overdag?<br />

142 a werken<br />

208 b stu<strong>de</strong>ren<br />

3 c an<strong>de</strong>rs, nl…<br />

53<br />

9. Wat <strong>is</strong> je laatste opleiding of waar ben je<br />

nog mee bezig?<br />

66 a LBO/VMBO/MAVO<br />

78 b HAVO/VWO<br />

95 c MBO<br />

35 d HBO<br />

0 e WO<br />

10. Ik lees <strong>mij</strong>n bijbel<br />

87 a omdat ik daar troost vind/veel uit kan leren<br />

149 b omdat ik dat gewend ben<br />

7 c omdat ik dat moet<br />

128 d omdat het Gods Woord <strong>is</strong> waardoor Hij<br />

spreekt<br />

21 e niet<br />

10 f an<strong>de</strong>rs, nl…<br />

11. Hoeveel uur zit je gemid<strong>de</strong>ld buitenom<br />

school- en/of werktijd achter <strong>de</strong> computer?<br />

96 a min<strong>de</strong>r dan 1 uur per dag<br />

115 b 1-2 uur per dag<br />

53 c 2-5 uur per dag<br />

11 d meer dan 5 uur per dag<br />

12. De meeste tijd achter <strong>de</strong> computer<br />

(buitenom school en werk!) vul ik in met<br />

56 a computerspelletjes<br />

35 b online-spelen<br />

211 c contacten (MSN, hyves en mail e.d.)<br />

80 d dvd’s<br />

138 e surfen op internet<br />

8 f an<strong>de</strong>rs, nl…<br />

13. TV kijk ik<br />

216 a (vrijwel) nooit<br />

45 b min<strong>de</strong>r dan 1 uur per dag<br />

11 c 1-2 uur per dag<br />

0 d 2-5 uur per dag<br />

2 e meer dan 5 uur per dag<br />

14. Radio lu<strong>is</strong>ter ik<br />

92 a (vrijwel) nooit<br />

88 b min<strong>de</strong>r dan 1 uur per dag<br />

45 c 1-2 uur per dag<br />

16 d 2-5 uur per dag<br />

34 e meer dan 5 uur per dag


Stellingen over <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

1. er <strong>is</strong> <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

2. ik <strong>de</strong>nk vaak aan het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

3. ik <strong>de</strong>nk nooit aan het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

4. het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> houdt me wel eens bezig<br />

5. ik heb veel vragen over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

6. ik zou graag over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> praten<br />

maar durf dat niet<br />

7. in <strong>mij</strong>n familiekring wordt er gesproken over het<br />

<strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

8. in <strong>mij</strong>n vrien<strong>de</strong>nkring wordt er gesproken over<br />

het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

9. ik praat met vrien<strong>de</strong>n over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

10. ik praat met <strong>mij</strong>n ou<strong>de</strong>rs over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong><br />

11. ik geloof dat God <strong>de</strong> mensen <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

oor<strong>de</strong>elt<br />

12. ik geloof dat er een hemel <strong>is</strong><br />

13. ik geloof dat er een hel <strong>is</strong><br />

14. omdat er <strong>leven</strong> <strong>is</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> <strong>mij</strong>n <strong>leven</strong> niet<br />

voor niets<br />

15. dat er <strong>leven</strong> <strong>is</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> geeft <strong>mij</strong> hoop voor<br />

<strong>de</strong> toekomst<br />

16. in preken hoor ik veel over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

17. ik word aan het <strong>de</strong>nken gezet over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>dood</strong> door preken die ik hoor<br />

18. op catech<strong>is</strong>atie kan/kon ik terecht met vragen<br />

over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

19. op <strong>de</strong> (jeugd)vereniging komen on<strong>de</strong>rwerpen<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> die te maken hebben met het <strong>leven</strong><br />

<strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

20. door een sterfgeval ben ik meer gaan <strong>na</strong><strong>de</strong>nken<br />

over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

21. internet vormt voor <strong>mij</strong> een belangrijke bron van<br />

informatie over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

22. <strong>de</strong> TV vormt voor <strong>mij</strong> een belangrijke bron van<br />

informatie over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

23. <strong>de</strong> radio vormt voor <strong>mij</strong> een belangrijke bron van<br />

informatie over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

24. boeken/tijdschriften vormen voor <strong>mij</strong> een<br />

belangrijke bron van informatie over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

25. <strong>de</strong> Bijbel vormt voor <strong>mij</strong> een belangrijke bron van<br />

informatie over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

26. gesprekken vormen voor <strong>mij</strong> een belangrijke<br />

bron van informatie over het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

Stellingen over reïncar<strong>na</strong>tiegedachten<br />

27. een aanhanger van <strong>de</strong> reïncar<strong>na</strong>tiegedachte<br />

gelooft dat hij/zij <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> terugkomt in een<br />

an<strong>de</strong>r wezen (an<strong>de</strong>r mens of dier)<br />

28. ik kan me voorstellen dat iemand in reïncar<strong>na</strong>tie<br />

gelooft<br />

29. reïncar<strong>na</strong>tie <strong>is</strong> voor <strong>mij</strong> totale onzin<br />

30. reïncar<strong>na</strong>tiegedachten kunnen samengaan met<br />

het chr<strong>is</strong>telijke geloof<br />

31. reïncar<strong>na</strong>tiegedachten horen bij New Age<br />

32. ik weet veel over reïncar<strong>na</strong>tie<br />

33. ik wil meer over reïncar<strong>na</strong>tie weten<br />

34. ik ken mensen die in reïncar<strong>na</strong>tie geloven<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

54<br />

eens oneens weet ik niet<br />

261 6 8<br />

154 91 30<br />

13 250 12<br />

241 21 13<br />

154 92 29<br />

50 196 29<br />

181 71 23<br />

130 119 26<br />

129 126 20<br />

153 103 19<br />

253 7 15<br />

268 0 7<br />

266 1 8<br />

218 23 34<br />

107 87 81<br />

205 45 25<br />

180 53 42<br />

185 58 32<br />

178 34 63<br />

193 59 23<br />

5 258 12<br />

5 259 11<br />

3 266 6<br />

46 212 17<br />

247 19 9<br />

182 63 30<br />

211 38 26<br />

72 172 31<br />

205 51 19<br />

10 230 35<br />

70 61 144<br />

17 225 33<br />

62 179 34<br />

37 211 27


Stellingen over computer en media<br />

35. ik word sterk beïnvloed door kranten<br />

36. ik word sterk beïnvloed door <strong>de</strong> telev<strong>is</strong>ie<br />

37. ik word sterk beïnvloed door <strong>de</strong> radio<br />

38. ik word sterk beïnvloed door <strong>de</strong> computer<br />

39. ik kom in kranten reïncar<strong>na</strong>tiegedachten tegen<br />

40. ik kom op TV reïncar<strong>na</strong>tiegedachten tegen<br />

41. ik kom op <strong>de</strong> radio reïncar<strong>na</strong>tiegedachten tegen<br />

42. ik kom in computerspelletjes<br />

reïncar<strong>na</strong>tiegedachten tegen<br />

43. ik kom op internet reïncar<strong>na</strong>tiegedachten tegen<br />

44. ik speel world of warcraft<br />

45. world of warcraft geeft me een kick<br />

46. world of warcraft heeft niets te maken met<br />

reïncar<strong>na</strong>tie<br />

47. world of warcraft <strong>is</strong> maar een spel, dus<br />

onschuldig<br />

48. van world of warcraft kan je veel leren<br />

49. world of warcraft heeft een <strong>de</strong>mon<strong>is</strong>ch karakter<br />

waar ik me ver vandaan houd<br />

50. ik speel an<strong>de</strong>re online spelen<br />

51. ik weet wat Second Life <strong>is</strong><br />

52. Second Life geeft me een kick<br />

53. ik heb een avatar op Second Life<br />

54. Second Life heeft niets te maken met<br />

reïncar<strong>na</strong>tie<br />

55. Second Life <strong>is</strong> maar een spel, dus onschuldig<br />

56. Second Life biedt veel goe<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

57. op Second Life wil ik <strong>mij</strong>n <strong>leven</strong> beter inrichten<br />

58. Second Life heeft een <strong>de</strong>mon<strong>is</strong>ch karakter waar<br />

ik me ver vandaan houd<br />

59. ik voel me op Second Life vrijer dan an<strong>de</strong>rs<br />

60. op hyves doe ik me an<strong>de</strong>rs/beter voor<br />

Stellingen over toekomst<br />

61. ik <strong>de</strong>nk veel over <strong>mij</strong>n toekomst<br />

62. als ik aan <strong>de</strong> toekomst <strong>de</strong>nk, dan <strong>de</strong>nk ik ver<strong>de</strong>r<br />

dan 10 jaar<br />

63. als ik aan <strong>de</strong> toekomst <strong>de</strong>nk, dan <strong>de</strong>nk ik alleen<br />

aan dit <strong>leven</strong><br />

64. als ik aan <strong>de</strong> toekomst <strong>de</strong>nk, dan <strong>de</strong>nk ik aan dit<br />

<strong>leven</strong> én aan het <strong>leven</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

65. ik <strong>de</strong>nk dat het met <strong>mij</strong> in <strong>mij</strong>n ver<strong>de</strong>re <strong>leven</strong><br />

goed gaat<br />

66. <strong>mij</strong>n ver<strong>de</strong>re <strong>leven</strong> zie ik somber in<br />

67. welvaart staat voor <strong>mij</strong> op nummer 1<br />

68. <strong>de</strong> toekomst voor <strong>de</strong> kerk ziet er goed uit<br />

69. ik verwacht dat ik actief betrokken blijf bij <strong>de</strong><br />

kerkelijke gemeente<br />

70. ik verwacht dat ik bij het kerkverband blijf waar ik<br />

nu (doop)lid ben<br />

71. als ik aan <strong>de</strong> toekomst <strong>de</strong>nk, dan <strong>de</strong>nk ik ook<br />

aan klimaatsveran<strong>de</strong>ring<br />

72. als ik aan <strong>de</strong> toekomst <strong>de</strong>nk, dan <strong>de</strong>nk ik ook<br />

aan terror<strong>is</strong>me<br />

73. als ik aan <strong>de</strong> toekomst <strong>de</strong>nk, dan <strong>de</strong>nk ik ook<br />

aan zending<br />

74. als ik aan <strong>de</strong> toekomst <strong>de</strong>nk, dan <strong>de</strong>nk ik ook<br />

aan het Joodse volk/Israël<br />

<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

55<br />

eens oneens weet ik niet<br />

57 202 16<br />

27 229 19<br />

55 199 21<br />

106 148 21<br />

35 199 41<br />

34 188 53<br />

39 184 52<br />

46 170 59<br />

57 166 52<br />

13 234 28<br />

9 189 77<br />

11 90 174<br />

23 123 129<br />

12 96 167<br />

49 51 170<br />

108 147 20<br />

139 88 48<br />

12 145 118<br />

13 167 95<br />

21 62 192<br />

24 130 121<br />

29 99 147<br />

13 122 140<br />

54 60 161<br />

10 90 175<br />

21 201 53<br />

244 23 8<br />

108 145 22<br />

71 179 25<br />

205 47 23<br />

42 54 179<br />

19 200 56<br />

30 194 51<br />

37 150 88<br />

177 29 69<br />

171 33 71<br />

129 113 33<br />

176 73 26<br />

150 98 27<br />

116 125 34<br />

Bedankt voor je inzet en me<strong>de</strong>werking!<br />

Z.O.Z


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

Wil je <strong>na</strong> het kamp nog iets over <strong>de</strong> enquête kwijt of heb je vragen?<br />

Mail dan <strong>na</strong>ar vragenopzomerkampen@kliksafe.nl<br />

Heb je nog opmerkingen dan kan je die hieron<strong>de</strong>r kwijt.<br />

56


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

57


<strong>Maar</strong> <strong>na</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>is</strong> ’t <strong>leven</strong> <strong>mij</strong> <strong>bereid…</strong><br />

58

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!