07.08.2013 Views

IRRIGATIE UIT EEN MOERAS Een hydrologische studie van de ...

IRRIGATIE UIT EEN MOERAS Een hydrologische studie van de ...

IRRIGATIE UIT EEN MOERAS Een hydrologische studie van de ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tabel 2. Globale hoogteligging <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> landschappen.<br />

Zan<strong>de</strong>rij gebied<br />

Ou<strong>de</strong> kustvlakte<br />

Marafase<br />

Wanicafase<br />

Molesonfase<br />

NSP 1 NP 2<br />

(m) (m)<br />

7 -<br />

4 -<br />

é 2<br />

25<br />

7<br />

2 - 4<br />

1 - 2<br />

14, 50 - 32,50<br />

1 1, 50 - 14,50<br />

< 9 ,50<br />

9, 50 - 11,50<br />

8, 50 -<br />

9,50<br />

1. NSP: Nieuw Surinaams Peil, gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> zeestand te Paramaribo.<br />

2. NP: Nickerie Peil, waar<strong>van</strong> het nulpunt op NSP - 7,56 m ligt.<br />

Table 2. General altitute of the landscapes in Surinam.<br />

<strong>de</strong> gefotografeer<strong>de</strong> vegetatie (Dillewijn, 1957), gekoppeld aan een aantal representatief ge-<br />

achte hoogten en bo<strong>de</strong>mprofielen. Het aantal hoogtemetingen is hierbij meestal beperkt,<br />

doordat ze in <strong>de</strong>ze vrijwel ontoegankelijke gebie<strong>de</strong>n moeilijk te verzamelen zijn.<br />

Het is gebleken dat <strong>de</strong> vegetatie zich aanpast aan het waterpeil en <strong>de</strong> fluctuatie<br />

daar<strong>van</strong>. De vegetatietypen in <strong>de</strong> kustvlakte zijn dan ook nauw verbon<strong>de</strong>n met het regiem <strong>van</strong><br />

het oppervlaktewater of grondwater. Als hoofdtypen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: mangrove vegetatie<br />

in het getij<strong>de</strong>gebied: gras-, struik- en boszwampen in gebie<strong>de</strong>n met zoet water, die slechts<br />

een korte perio<strong>de</strong> per jaar of helemaal niet droog vallen; drasbossen in gebie<strong>de</strong>n met<br />

hoge grondwaterstand, die tij<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>r water kunnen komen: drooglandbossen met diepe<br />

grondwaterspiegels (Lin<strong>de</strong>man, 1953).<br />

Het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze wisselwerking tussen waterpeil en vegetatie bleek zeer dui<strong>de</strong>lijk<br />

na het sluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Oostelijke Lekbeteugelingsdam (OLD) in 1972 (fig. 9). Het<br />

maximum peil <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nannizwamp steeg ongeveer 40 cm (tot NSP + 3,00 m) en <strong>de</strong> fluctuatie<br />

werd min<strong>de</strong>r. De bosvegetatie reageer<strong>de</strong> scherp hierop. De ge<strong>de</strong>elten met een standplaats<br />

lager dan NSP + 2,20 m (circa NP + 9,70 m) stierven af en ge<strong>de</strong>elten met een standplaats<br />

boven dat peil schenen geen invloed te on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n. In dit verband moeten <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeks-<br />

resultaten <strong>van</strong> Schulz (1960), Lin<strong>de</strong>man (1953), De Graaf (1974) en Teunissen (1975) vermeld<br />

wor<strong>de</strong>n. Hieruit blijkt, dat een typische houtsoort in zwampen, <strong>de</strong> Baboen (Vitola<br />

surinamensis) , op droge standplaatsen verdrongen wordt door an<strong>de</strong>re soorten. An<strong>de</strong>rzijds<br />

verdraagt <strong>de</strong> soort geen langdurige inundatie; in tankproeven <strong>van</strong> De Graaf (1974) stierven<br />

zaailingen na 12 maan<strong>de</strong>n inundatie.<br />

Deze experimentele resultaten komen overeen met waarnemingen <strong>van</strong> Teunissen (1975) . In<br />

<strong>de</strong> door Teunissen on<strong>de</strong>rzochte proefvakken aan <strong>de</strong> Oostelijke Lekbeteugelingsdam bleek, dat<br />

na 1,5 jaar in het opgestuw<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nannizwamp verjonging <strong>van</strong> typische zwamp-<br />

houtsoorten alleen nog op vegetatieve wijze plaats vond door opnieuw uitlopen <strong>van</strong> omge-<br />

vallen bomen, terwijl kiemplanten ontbraken. Bovendien stierf het bos af, waarbij zich<br />

tussen <strong>de</strong> kale stammen een vegetatie vorm<strong>de</strong> <strong>van</strong> drijven<strong>de</strong> waterplanten, grassen en krui<strong>de</strong>n.<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!