1996 BRABANTS HEEM JAARGANG 48 - Hops
1996 BRABANTS HEEM JAARGANG 48 - Hops
1996 BRABANTS HEEM JAARGANG 48 - Hops
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
[J Humanisme in Noord-Brabant<br />
De drie uiteenlopende uitgaven die<br />
hieronder besproken worden hebben<br />
één ding gemeen: ze bieden een even<br />
verrassende als fascinerende kijk op<br />
de kracht en reikwijdte van het zestiende-eeuwse<br />
humanisme in het huidige<br />
Noord-Brabant, met de Latijnse<br />
school van 's-Hertogenbosch als<br />
focus. Dat de invloed van het Brabantse<br />
humanistische klimaat tot ver<br />
over onze landsgrenzen reikte, blijkt<br />
uit de boeken van Slits en Winkler.<br />
De laatste verzorgde een editie met<br />
vertaling en geleerd commentaar van<br />
de allereerste Latijnse, berijmde versie<br />
van de avonturen van Tijl Uilenspiegel<br />
onder de titel Triumphus humanae<br />
stultitiae, 'De overwinning van de<br />
menselijke zotheid'. Dit gedicht werd<br />
in 1558 gepubliceerd door de humanist<br />
loannes Nemius, welke naam de<br />
gelatiniseerde versie is van 'van Den<br />
Bosch': uit die stad was de schrijver,<br />
leraar en priester Jan Goverts of<br />
Johannes Godefridi afkomstig. Hij<br />
werd omstreeks 1520 geboren, studeerde<br />
in de jaren 1537-1541 in Keulen<br />
en was daarna als leraar werkzaam in<br />
Antwerpen, Luik, Nijmegen,<br />
Amsterdam en 's-Hertogenbosch,<br />
waar hij ten slotte rector van de<br />
Latijnse school werd. Hij publiceerde<br />
talrijke humanistische en pedagogische<br />
werken, stond in contact met<br />
vooraanstaande humanisten en overleed<br />
tussen 1580 en 1600. Tijdens zijn<br />
verblijf in Amsterdam schreef hij een<br />
Apologia waarin hij niet alleen verantwoording<br />
aflegde van 'zijn didactische<br />
inzichten maar ook zijn heimwee<br />
naar 's-Hertogenbosch niet<br />
onder stoelen of banken stak: hij<br />
noemt Amsterdam achtereenvolgens<br />
een exilium en culus mundi, een 'ballingsoord'<br />
en 'het achterwerk van de<br />
wereld'! Dit gevoel voor (vaak schuine)<br />
humor kwam de schalkse Nemius<br />
uiteraard goed van pas bij de ver-<br />
taling van de streken van Tijl Uilenspiegel.<br />
Volgens Winkler neemt<br />
Nemius' Triumphus een belangrijke<br />
plaats in in de omvangrijke receptiegeschiedenis<br />
van de Uilenspiegeltekst<br />
en in de ontwikkeling en verbreiding<br />
van de vroeg-moderne<br />
volksliteratuur. Nemius' Latijnse<br />
berijming getuigt van de in de zestiende<br />
eeuw herlevende aandacht<br />
voor de klassieke oudheid en van de<br />
invloed van het Noordeuropese<br />
humanisme in de geest van Erasmus.<br />
Bovendien is de tekst een geslaagde<br />
synthese van 'hoge' renaissancecultuur<br />
en de traditie van populaire<br />
volksverhalen. Winklers inleiding is<br />
een interessante aanvulling op hetgeen<br />
door de studies van G.C.M, van<br />
Dijck, M.A. Nauwelaerts, C.J.A. van<br />
den Oord, G. Tournoy en M. Verweij<br />
reeds bekend is omtrent het<br />
humanisme in 's-Hertogenbosch. In<br />
zijn commentaar en slothoofdstukken<br />
vervult Winkler de in 1990 door<br />
Tournoy geuite wens tot 'een grondige<br />
vergelijkende studie' naar de plaats<br />
van Nemius' Triumphus in de Uilenspiegel-traditie.<br />
De Latijnse school van Den Bosch,<br />
die in beide andere boeken een rol<br />
speelt, staat samen met de Bossche<br />
Sint-Jan centraal in het leuke en goed<br />
verzorgde boekje Lang leve de Sint-<br />
Jan van Wilton Desmense. Tussen<br />
1544 en 1552 schreef een anonieme<br />
schrijver de Laus Phanl Busciducensis,<br />
de 'Lof der Bossche Kerk', waarvan<br />
het eerste deel ingaat op de geschiedenis<br />
van de stad en veel aandacht<br />
besteedt aan het onderwijs. Het tweede<br />
deel geeft een beschrijving van<br />
vooral het interieur van de Sint-Jan.<br />
De schrijftrant en de schimpscheuten<br />
richting de Latijnse scholen van<br />
onder meer Nijmegen doen vermoeden<br />
dat de (jonge) auteur stamt uit<br />
het humanistische klimaat van de<br />
Bossche Latijnse school en bovendien<br />
bekend was met de schoolsituatie in<br />
<strong>BRABANTS</strong> \ 78 \ <strong>HEEM</strong><br />
Nijmegen. Desmense suggereert vier<br />
kandidaten, onder wie de bovengenoemde<br />
Nemius. Deze was van 1550<br />
tot 155:2 rector te Nijmegen en<br />
doceerde volgens Winkler tussen 1552<br />
en 1555 in Den Bosch (Desmense stelt<br />
nog dat hec onbekend is wat hij tussen<br />
1552 en 1556 gedaan heeft). Het is<br />
dus niet onmogelijk is dat deze Bosschenaar<br />
met de nodige zelfspot en<br />
zijn bekende geestigheid de Laus<br />
heeft geschreven. Na een informatieve<br />
inleiding geeft Desmense een vertaling<br />
en editie van de tekst waarin de<br />
schrijver zijn kennis van de klassieken<br />
etaleert. Na zijn uitweidingen over de<br />
hertogelijke stichting van de stad en<br />
de school komt hij aan zijn eigenlijke<br />
onderwerp toe: de Sint-Jan. De rondwandeling<br />
door de kerk geeft een<br />
uniek beeld van het interieur vóór de<br />
beeldenstorm. Met name het overzicht<br />
van de aanwezige altaren, beelden<br />
en retabels is waardevol. Het lofdicht<br />
eindigt met de boude constatering<br />
dat het niet nodig is de kerken<br />
van Rome, Keulen, Londen of Luik<br />
te bezoeken, want dichtbij staat<br />
immers de veel mooiere Sint-Jan!<br />
Met het schitterend uitgegeven boek<br />
van Frans Slits - kosten noch moeiten<br />
zijn gespaard om met de nieuwste<br />
grafische technieken afbeeldingen en<br />
tekst volledig tot hun recht te laten<br />
komen - brengen heemkundekring<br />
'De Kommanderij Gemert' en de<br />
jubilerende Gemertse drukkerij Vos<br />
een eerbetoon aan de Gemertenaar<br />
Laurens van den Bleeck (circa<br />
1498/1501-1563). Als Laurentius Torrentinus<br />
belandde hij na een goede<br />
opleiding en na een lange tocht langs<br />
verscheidene Europese drukkersateliers<br />
in Florence, waar hij het, dank<br />
zij zijn naam als hoog gekwalificeerde<br />
drukker, bracht tot hertogelijk drukker<br />
aan het hof van Cosimo de Medici.<br />
Vermoedelijk bezocht ook hij de<br />
Latijnse school van 's-Hertogenbosch,<br />
waar hij mogelijk ook in het