Full text - Igitur - Universiteit Utrecht
Full text - Igitur - Universiteit Utrecht
Full text - Igitur - Universiteit Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
9. Ten slotte<br />
9.1 Conclusie<br />
In de eerste hoofdstukken van deze scriptie heb ik met behulp van archief- en<br />
literatuuronderzoek geprobeerd een beeld te schetsen van het leven en werk van drie<br />
<strong>Utrecht</strong>se schrijfsters: Lucretia Christina van Bochoven, Petronella van Irhoven en Maria<br />
van Irhoven. Vervolgens heb ik in kaart gebracht wat hun drukkers zoal uitgaven en in<br />
hoeverre het werk van de schrijfsters daarin paste. Hierna heb ik een beeld geschetst<br />
van het politieke en godsdienstige klimaat in <strong>Utrecht</strong> in de achttiende eeuw, en het<br />
literaire leven van vrouwen. Als laatste heb ik het voorafgaande onderzoek in een breder<br />
kader geplaatst van aandacht voor en onderzoek naar gender in het literaire systeem. In<br />
deze slotbeschouwing wil ik antwoord geven op de vragen die in de inleiding gesteld zijn:<br />
uit wat voor milieu kwamen de schrijfsters? Wat publiceerden ze, wat waren thema’s in<br />
hun werk en hoe werd hun werk gewaardeerd? Waarom kozen ze voor een bepaalde<br />
drukker? Wat was hun positie in het literaire veld van de achttiende eeuw? En waarom<br />
zijn dit relevante vragen?<br />
Lucretia Christina van Bochoven leefde in een welvarend milieu en had waarschijnlijk veel<br />
vrije tijd om te studeren en schrijven, maar toonde zich daar bescheiden onder conform<br />
het heersende bescheidenheidstopos. Haar liefde voor het Oranjehuis gaf stof voor haar<br />
werk, dat een uitgesproken religieus karakter draagt. Van Bochoven lijkt een<br />
voorbeeldige achttiende-eeuwse schrijfster geweest te zijn die met het schrijven van<br />
haar vier lange gedichten een verantwoorde, rolbevestigende ontspanning vond.<br />
De keuze om haar werk uit te geven bij de drukkers Nicolaas van Vucht en Abraham van<br />
Paddenburg lijkt arbitrair te zijn geweest. Weliswaar gaven deze beide drukkers<br />
soortgelijk werk uit, maar datzelfde gold voor verschillende andere <strong>Utrecht</strong>se drukkers.<br />
Ook Petronella van Irhoven leefde in een welvarend milieu dat voetiaans en orangistisch<br />
gekleurd was. Het achtregelige Grafschrift, dat gepubliceerd werd met een langer gedicht<br />
van haar zus Maria, is haar enige werk.<br />
Dat deze uitgave verzorgd werd door de drukker Jan Hendrik Vonk van Lynden had<br />
waarschijnlijk niet alleen te maken met hun overeenkomstige religieuze en prinsgezinde<br />
overtuiging, maar ook met het gegeven dat Petronella’s vader al eerder zijn preken<br />
uitgaf bij Vonk van Lynden.<br />
Maria van Irhoven kwam uit hetzelfde welvarende, calvinistisch-orangistische milieu als<br />
haar zus Petronella. Haar eerste lange gedicht werd, samen met het gedicht van haar zus<br />
Petronella, uitgegeven bij Vonk van Lynden. Haar tweede werk was een aanbeveling in<br />
37