07.08.2013 Views

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

8. Gender en het literaire systeem<br />

Vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw groeide in de cultuurwetenschappen de<br />

aandacht voor gender (Buikema 1993: 18). Gender is niet, zoals sekse, een biologisch<br />

gegeven, maar een sociaal of cultureel begrip: ‘het betreft hier de culturele betekenissen<br />

die geslachtsverschillen op onderscheiden tijden en plaatsen hebben en de manier<br />

waarop zulke verschillen worden verwoord en in wetenschappelijke en andere praktijken<br />

hun sporen nalaten.’ (Leezenberg en De Vries 2005: 216). In de literatuurwetenschap en<br />

neerlandistiek werd in eerste instantie vooral het beeld van de vrouw in de literatuur<br />

onderzocht. Later werd de blik ook gericht op het literaire systeem, de literaire kritiek en<br />

de literatuurgeschiedschrijving (Meijer 1991: 185).<br />

De overtuiging groeide dat het literaire systeem werkt vanuit een binaire oppositie,<br />

waarin de man de norm is en de vrouw ‘de ander’. Meijer schrijft dat gender in het<br />

literaire veld geen gegeven is, maar geconstrueerd wordt in sociale en politieke<br />

verhoudingen. Gender wordt gedefinieerd in termen van macht. ‘Het literaire veld<br />

produceert op die manier steeds mannelijke gecanoniseerde ‘groten’, mannelijke ‘leiders’<br />

en vrouwelijke ‘volgers’, machtige mannelijke critici en ‘verdienstelijke’ vrouwelijke<br />

auteurs die – de geschiedenis toont het ondubbelzinnig aan - vroeg of laat beoordeeld<br />

worden als tweederangs tenzij ze de positie weten te bereiken van uitzondering die de<br />

regel bevestigt.’ (Meijer 1997: 201).<br />

Vanaf de jaren 1970 stond het concept canon ernstig ter discussie. Steeds meer drong<br />

zich de visie op dat het proces van canonvorming voornamelijk bepaald werd door<br />

buitentekstuele factoren, en niet zozeer door de literaire kwaliteiten van de teksten<br />

(Brillenburg Wurth en Rigney 2006: 352). De canon leek vooral gevormd door politieke<br />

en sociaal-culturele in- en uitsluitingsmechanismen. De canon is ‘geen natuurlijk<br />

gegeven, maar een constructie. Ze berust op afspraken, en kan dus steeds worden<br />

bijgesteld, bijvoorbeeld aan de hand van de 'vrouwelijke' visie of aan de hand van een<br />

nieuwe, meer uitgebreide peiling, die laat zien hoe veel méér er aan de hand was dan<br />

wat is doorgegeven naar een volgende eeuw.’ (Gelderblom en Musschoot 2000: 157).<br />

Werken van vrouwelijke schrijfsters zouden dus nauwelijks gecanoniseerd zijn omdat in<br />

het proces van canonvorming uitgegaan werd van een mannelijke norm.<br />

Vanuit de ontstane opvattingen over gender in het literaire systeem verschenen<br />

publicaties over tot dan toe onbekende teksten van vrouwen. Deze teksten werden vaak<br />

niet, of althans niet in de eerste plaats, gerelateerd aan soortgelijk werk van mannen,<br />

maar werden met elkaar vergeleken. ‘Het gaat hier dus niet om de toevoeging van de<br />

biografie en het werk van de vrouwelijke kunstenaars en/of historische figuren aan de<br />

35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!