07.08.2013 Views

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

7. Schrijvende vrouwen in de achttiende eeuw<br />

7.1 Aanleg, studie en vrije tijd<br />

In de vroegmoderne tijd golden er drie voorwaarden voor het schrijverschap: een<br />

schrijver diende te beschikken over aanleg, studie en vrije tijd (De Jeu 2000: 15). In<br />

haar bundel Debora in vier zangen, verschenen in 1769, schrijft de dichteres Anna van<br />

der Horst in de narede dat er vrouwen zijn, ‘van de natuur […] gevormd om schrijfsters<br />

te zijn’. Er zijn ook vrouwen die beschikken over vrije tijd, die niet zijn ‘overkropt met de<br />

bezigheden, waarmede een kindervol gezin u omringt’. Voor dames die in beide<br />

categorieën vielen, was ‘letteroefening’ wenselijk (geciteerd in Schenkeveld-van der<br />

Dussen 1997: 33).<br />

Wanneer een vrouwelijke auteur haar schrijverschap wilde ontwikkelen, moest ze<br />

behoren tot een welgestelde en cultureel gevormde familie. De voorwaarden studie en<br />

vrije tijd waren immers ‘vrijwel alleen beschikbaar voor mensen uit de hogere sociale<br />

milieus, en op enkele uitzonderingen na behoren alle Nederlandse schrijvers tot die<br />

groep’ (Schenkeveld-van der Dussen 1997: 48).<br />

De eerste voorwaarde, aanleg, hing niet zozeer samen met man- of vrouw-zijn: er was<br />

sprake van aanleg, of niet. Aanleg werd overigens eerder gedefinieerd als ‘ijverlust’ of<br />

natuurlijke neiging, dan als goddelijke gave (Schenkeveld-van der Dussen 1997: 33).<br />

Over de ‘letteroefening’, de studie, zegt Anna van der Horst: ‘Onder het woord<br />

letteroefening, of leerzucht versta ik niet alleen hetgeen de vrouwen als Christenen ter<br />

zaligheid, zowel als de mannen behoren te weten: maar ook de kennis der talen,<br />

geschiedenissen, wijsbegeerte enz. Ter verkrijging van welke ten minsten een<br />

middelmatige geest vereist wordt.’ (Schenkeveld-van der Dussen 1997: 33). Bij het<br />

studieaspect waren vrouwen sterk in het nadeel. Meisjes uit de betere kringen bezochten<br />

na de lagere school de Franse school. In de meisjesklassen werden de leerlingen niet<br />

zozeer voorbereid op een beroep, maar lag de nadruk op een beschaafde opvoeding:<br />

kennis van de Franse taal, handwerkvaardigheid, algemene ontwikkeling, beschaafde<br />

conversatie en etiquette. Op een enkele school kregen de meisjes ook les in de Latijnse<br />

taal.<br />

De Latijnse school, die leerlingen voorbereidde op de universiteit, was niet voor meisjes<br />

toegankelijk. ‘Zoals bij veel van dit soort beperkingen was er geen sprake van een<br />

formeel verbod: het gebeurde gewoon niet.’ (Kloek en Mijnhardt 2001: 271). Geleerdheid<br />

was een exclusief mannendomein, de culturele en literaire wereld was maar beperkt<br />

toegankelijk voor de vrouw. De opvatting was dat mannen en vrouwen van nature<br />

weliswaar gelijk waren, begiftigd met dezelfde intellectuele mogendheden, maar man en<br />

32

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!