07.08.2013 Views

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

kerkenraad (De Bruin e.a. 2008: 59). Met name tijdens perioden van politieke crisis werd<br />

deze nauwe band tussen politiek, godsdienst en maatschappelijke orde duidelijk<br />

zichtbaar (Van Rooden 1996: 26).<br />

In de veertiger jaren deed het ‘orangistisch voetianisme’ zijn opgang (Struick 1971:<br />

239). Gereformeerde gelovigen voelden zich verbonden met het Oranjehuis, meer in het<br />

bijzonder met de stadhouder, om religieuze redenen. Bevindelijk gereformeerde<br />

predikanten ‘onderstreepten graag de bijzondere band tussen God en Nederland (en<br />

Oranje) en zagen Nederland soms als een uitverkoren volk, een tweede Israël, of, iets<br />

prozaïscher maar even apart, als een ‘gespikkelde vogel onder de vogelen’.’ (Van Sas<br />

1989: 473). De gereformeerde theologie sprak van een verbond tussen God en<br />

samenleving. Het verbond tussen God en de Republiek was duidelijk zichtbaar, de<br />

gereformeerde kerk was immers ‘een planting Gods’ in de Nederlanden. De stadhouder<br />

had, als beschermer van de gereformeerde kerk, deel aan dit verbond tussen God en<br />

samenleving. ‘God, Neerland en Oranje’ vormden in de achttiende eeuw een trits op<br />

inhoudelijke gronden: ‘God is vooral de God van Nederland, Die Zich in en door de<br />

Nederlandse geschiedenis heen heeft gemanifesteerd. Nederland is een bijzondere, door<br />

God verkoren natie, met een eigen taak en roeping. Het Oranjehuis heeft een<br />

onuitwisbare rol vervuld in de door God geleide, Nederlandse geschiedenis.’ (Van<br />

Eijnatten 1993: 459). Stadhouder Willem IV was gereformeerd, ‘met groote<br />

verdraagzaamheidszin jegens andersdenkenden’ (Japikse 1938: 128) en werd door<br />

rechtzinnig gereformeerden op handen gedragen. Datzelfde gold voor de diepgelovige<br />

Willem V.<br />

Onder gereformeerde burgervrouwen uit welvarender milieus was niet zelden sprake van<br />

‘een zwaar mystiek bevindelijk calvinistisch orangisme’ (Schutte 1999: 113). Ook in de<br />

gedichten die verschenen op hoogtijdagen kwam deze verbondenheid tussen God, de<br />

Republiek en Oranje naar voren: Van Irhoven sprak van een ramp die ‘Kerk en Staet’ trof<br />

bij het overlijden van Willem IV. Het driejarig zoontje van de pas overleden stadhouder<br />

werd toegevoegd dat hij de ‘God Zyner Vaad’ren’ moest volgen: ‘God wil U tot ’s Lands<br />

heyl bekwamen, / En doe in ’t Vorstelyke Kroost, / U lange vinden vreugde en troost! /<br />

Hier op soo segt gansch Neêrland Amen.’ (Van Bochoven). Maria van Irhoven dichtte in<br />

een strofe over Gods zegen over de jeugd van het jonge prinsje en ‘’t recht<br />

Orangebloed / Het bloed, ’t welk speelt door alle uwe ad’ren’. In haar gedicht ter<br />

gelegenheid van de inhuldiging van Willem V verbindt Lucretia Christina van Bochoven<br />

eveneens God, kerk en land met elkaar: ‘Gun dat ik U toewensch Godts heil, Zyn gunst,<br />

Zyn zeegen/ Hy zy Uw Raadt! Uw Hulp! Hy leide U in die weegen / Die Hem behaag’lyk<br />

zyn, en nut voor Kerk en Land, / Hy schenke U Davids hert, en Salomons verstand!’<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!