07.08.2013 Views

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

272). Dat hun zoon op een Franse school zat, geeft blijk van een zekere mate van<br />

welvaart bij Maria van Irhoven en haar man.<br />

Maria van Irhoven zal, evenals haar zus, een degelijk voetiaanse opvoeding genoten<br />

hebben. Maria’s echtgenoot Cornelis van Dam was eveneens een rechtzinnig<br />

gereformeerde predikant. Op 2 april 1745 deed Maria op zestienjarige leeftijd in <strong>Utrecht</strong><br />

openbare belijdenis van haar geloof in de gereformeerde kerk. Waarschijnlijk is ze<br />

daarna ook aan het avondmaal gegaan (Van Lieburg 1996: 109).<br />

Uit de 154 regels tellende Rouklagt uit 1752, over het sterven van stadhouder Willem IV,<br />

komt een voetiaans orangisme naar voren. Het tweede gedicht dat Maria schreef, werd<br />

uitgegeven bij een Lutherse drukker. Hieruit kan geconcludeerd worden dat ze niet anti-<br />

luthers was. Overigens is de sfeer in de gehele, voetiaans gekleurde, stad in de<br />

achttiende eeuw beslist niet anti-luthers te noemen (De Bruin e.a. 2003: 323).<br />

4.3 Werk en poëtica<br />

Rouklagt 1<br />

In 1752 dichtte Maria Rouklagt over het ontydig afsterven van den geliefden vorst, zyne<br />

doorluchtigste hoogheid, den heere Willem, Carel, Hendrik, Friso, prince van Orange en<br />

Nassau, erf-stadhouder der Zeeven Vereenigde Nederlanden, capitein en admiraal<br />

generaal enz. enz. enz., overleden in ’s Hage den 22. October 1751, uitgegeven door de<br />

<strong>Utrecht</strong>se drukker Jan Hendrik Vonk van Lynden. In 1752 woonde Maria nog bij haar<br />

ouders thuis en maakte ze dus ook zichtbaar deel uit van het hoogleraarsgezin. Zoals<br />

eerder opgemerkt heeft het werk dat ze samen met haar zus uitgaf waarschijnlijk te<br />

maken gehad met de plicht van hoogleraren en hun gezinnen om zware rouw aan te<br />

nemen na het overlijden van de stadhouder. In het gedicht treurt ze om het verlies van<br />

de stadhouder voor het Nederlandse volk en staat ze uitvoerig stil bij de achtergebleven<br />

familie van de overledene. Maria’s Rouklagt valt op door de lange zinnen en vele<br />

enjambementen. Het gedicht is geordend volgens de renaissancistische regels voor<br />

funeraire poëzie. Ze prijst de overledene als ‘myn toeverlaet’, ‘Held’, om zijn ‘Ed’le ziel’<br />

(laus). Ook stipt ze kort de betekenis van het verlies aan: ‘wat ramp, wat onverwachte<br />

slag, / Treft Kerk en Staet!’. ‘Treurt Nederlandsche Volken, / Uw troost is weg; ’t is billyk<br />

dat gy treurt’ (iacturae demonstratio), dit expliciteert ze echter nauwelijks. Ze beklaagt<br />

het volk en de achtergeblevenen om het geleden verlies: ‘Nu is helaes! myn<br />

hartsvreugde afgesneen, / Myn FRISO, ach! myn toeverlaet, waer heen?’ ‘U te missen,<br />

doet ons klagen: / Uw afscheid baerd ons jammer, en geween.’ (luctus). Het grootste<br />

deel van het gedicht wijdt ze aan troost voor de overlevenden (consolatio): ‘Troost<br />

Hemel! troost de droeve Weduwvrouw!’. Ze spoort de achterblijvende familie aan<br />

1 Het werk van Maria van Irhoven is in geannoteerde vorm opgenomen in bijlage 6, p. 69.<br />

19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!