07.08.2013 Views

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4. Maria van Irhoven (Ede, 1729 – onbekend, na 1789)<br />

4.1 Levensloop<br />

Petronella’s zus Maria van Irhoven werd op 13 februari 1729 geboren in Ede.<br />

Op 27 november 1757 trad Maria van Irhoven in het huwelijk met Cornelis van Dam,<br />

‘bedienaar des goddelyken woords te Staphorst’. Het echtpaar kreeg zes kinderen: Maria<br />

Magdalena van Dam (1758), Wilhelmus van Irhoven van Dam (1760), Albertus<br />

Harmannus van Dam (1761), Albertus Harmannus van Dam (1764), Adriaan van Irhoven<br />

van Dam (1769) en Johan van Dam (geboortejaar onbekend). De oudste zoon Wilhelmus<br />

van Irhoven van Dam zou later actief betrokken zijn bij de anti-stadhouderlijke beweging<br />

(Theeuwen 2006: 136). De beide zonen met de naam Albertus Harmannus stierven voor<br />

hun vierde levensjaar. In 1766 vertrok het gezin naar Linschoten, een dorpje bij<br />

Montfoort. Van 1778 tot zijn dood in 1789 was Van Dam predikant in Werkendam.<br />

De sterfdatum van Maria van Irhoven is onbekend.<br />

4.2 Milieu<br />

Maria van Irhoven groeide op in hetzelfde welvarende milieu als haar zus Petronella.<br />

Door in haar werk enkele keren kort te refereren aan de klassieke mythologie, geeft ze<br />

blijk van een goede opleiding, die alleen toegankelijk was voor vrouwen uit een<br />

welvarend milieu.<br />

Door haar huwelijk met een predikant van een kleine gemeente als Staphorst zal haar<br />

welvaart beduidend afgenomen zijn. Predikanten stonden weliswaar in hoog aanzien door<br />

hun functie, maar in de kleinere gemeenten waren de predikantentraktementen niet<br />

hoog. In <strong>Utrecht</strong> waren predikanten redelijk welvarend, omdat de gemeentekas goed<br />

gevuld was door de inbreng van de stadse deftigheid enerzijds (De Bruin e.a. 2003: 300)<br />

en door de grote inkomsten uit de kapittelgoederen anderzijds (De Bruin e.a. 2003:<br />

225). In de kleine dorpen was de kerkkas minder goed gevuld en daarmee was het<br />

predikantstraktement aanmerkelijk lager.<br />

Dorpspredikanten verdienden weliswaar minder dan hoogleraren, maar behoorden nog<br />

altijd tot de gegoede burgerij met een redelijk inkomen. Dat het gezin geen armoede<br />

leed, blijkt uit het gegeven dat de oudste zoon Wilhelmus van Irhoven van Dam op een<br />

Franse kostschool zat (Theeuwen 2006: 129). Het basale onderwijs, dat voor iedereen<br />

toegankelijk was, werd gegeven op de Duitse school. Op de Franse school zaten<br />

‘leerlingen die waren bestemd voor een bredere en diepgaander opleiding dan die van de<br />

Duitse school’ (Kloek en Mijnhardt 2001: 271). In praktijk waren dit kinderen van ouders<br />

die meer schoolgeld konden betalen; dit bedroeg al gauw vier- à vijfhonderd gulden per<br />

jaar. ‘Wie daarvoor het geld niet had moest op eigen kracht zien verder te komen dan<br />

het elementaire niveau van het modale vervolgonderwijs’ (Kloek en Mijnhardt 2001:<br />

18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!