Biografie
Biografie
Biografie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
IX Heldendood<br />
Toen bij zijn bezoek te Si-wan-tze in 1896 een priester uit Oost-Mongolië den<br />
bisschop der Ortos mededeelde, hoe vroom zijn medebroeder Mgr. Rutjes was<br />
overleden, sprak deze in een opwelling van heiligen naijver: “Men zou hem<br />
waarlijk benijden, en wenschen in zijne plaats te zijn.” De schoone dood van zijne<br />
zuster Gertruida vervulde hem met vreugde; het plotseling overlijden van zijn<br />
broeder Jacobus O.F.M. deed hem op het eerste oogenblik pijnlijk aan, maar<br />
spoedig troostte hem de gedachte aan het bijna 50-jarige deugdzame ordensleven<br />
van den overledene.<br />
Den sterksten indruk schijnt de dood van Mgr. Bax op hem gemaakt te<br />
hebben. In zijne brieven wordt er geen melding van gemaakt, ofschoon anders<br />
belangrijke gebeurtenissen in den regel meer dan eens staan opgeteekend.<br />
Den 4 den Januari 1895 had de eerste bisschop der Congregatie het eeuwige<br />
loon mogen ontvangen. De oudste van zijne medebroeders knielde aan zijn<br />
lijdenssponde; hij had hem de troostmiddelen van onzen H. Godsdienst<br />
toegediend, en toen hij in zijne missie terugkeerde, vonden zijne priesters Mgr.<br />
Hamer buitengewoon aangedaan, ja geheel en al veranderd. Binnen 8 maanden<br />
had de dood 3 missionarissen uit Ortos tot een beter leven opgeroepen.<br />
Hun bisschop had hunnen dood aanschouwd als eene waarschuwing, om<br />
steeds voorbereid te zijn tot de laatste ure. Hij was dan ook bereid, toen een<br />
dood, veel smartelijker, maar tevens veel schooner en glorierijker dan die van den<br />
krijgsman op het veld van eer van hem werd geeischt voor den God en<br />
Zaligmaker, wien hij geheel zijn leven lang zoo getrouw had gediend.<br />
In den laatsten brief van zijne hand, dien wij bezitten (20 Juni 1900) zegt hij<br />
nog: “Het broeit van alle kanten, maar vooral in het zuiden. God dank zijn wij<br />
hier buiten den grooten muur nog vrijwel in vrede. Wel zijn de gemoederen wat<br />
opgewekt, men wordt ook eenige gisting onder het volk gewaar, maar toch, hier in<br />
het Koude Noorden zijn de menschen bedaarder.”<br />
Hoe spoedig zou het anders worden!<br />
Reeds in Mei was den missionarissen op het dreigende gevaar gewezen door<br />
een Chineesch priester uit Pe-king, maar men meende zeker te wezen voor de<br />
benden der Boxers, die gezworen hadden de “Duivels van het Westen” en vooral<br />
“de slechte Sekte van den Heer des Hemels” te zullen vernietigen en uitroeien.<br />
Toen een plakkaat van deze inhoud in Kwi-hwa-cheng (de Blauwe Stad)<br />
verspreid werd, verzamelden zich spoedig 500 Mandsjoe-soldaten, en<br />
doortrokken de stad, aldoor schreeuwend: “Slaat de Europeanen dood!”<br />
De missionaris, die daar gevestigd was, snelde naar Mgr. Hamer, en bracht<br />
hem de jobstijding over. Men was nog aan het overleggen, wat voor maatregelen<br />
men zou nemen tegen den opstand, toen uit het Oosten P. Verwilghen bij de<br />
verzamelde medebroeders aankwam, en hun de gruwelen verhaalde, die hij in<br />
Midden-Mongolië had zien gebeuren. Het was de 2 den Juli.<br />
- 59 -