PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in
PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in
Noch een Silvere poeder Deuse van Joff. r Barbara zall. Moeder Noch twee Silveren Spaeren gehoorende tot den Lijve vanden Erffuijter Noch een Baertborsteltien met Silveren beslagh ende een kleijn Snuefftubacks Deusken in silver bevat, den Erffuijter [doorgehaald: tot sijne Lijve] gehoorende. Een Degen met een Silveren geveste tot den Lijve van den Erffuijter gehoorende. Noch een kleijn Schiltpadden koffertien met Silveren beslagh. Noch een houten deuse met peerlemoer ingeleijt. Noch een Schiltpadden Deußken, met een root houten Copjen soo des Erffuijters Dochter is toebehoorende. roerende goederen ende inboedel. erstlick beneden indie achter caemer Een Ledicant van Brasilien houdt becleedt rondtom met gestrijpte zijden Gardijnen, met noch twee Bedden een Matras, twee hoofftpollouwen, ende een Bonte zijden Deecken, neffens twee hoofft kussens, noch een geboorde Deecken met franien en met geele zijde gevoert. Een Ebbenhouten pavettien met eenige Laetjens en een Taeffeltien daer t’ op staet. Een Taeffel waerop staet een Castien gemaeckt van Iserholt. Noch Twee kleijne Bonte kofferkens. Noch acht Stoelen becleedt met roodt Leer, waeronder 2. groote Mans stoelen. Noch seß geele Stoelkussens (: soo men seijt:) van Stroo gemaeckt te sijn. Een groot root flueelen kussen Twee geele zijden kussens Twee Coperen Brandtrooden Een ijseren Vuijrplaet Noch een staende vuijrplaet onverdeijlt mette kinderen vanden zall. Commijs Bettinck. Een blicken beschildert keulvat met eenigh oudt ijserwerck. Een Coperen Beddepanne Een Tanghe Een blicken Luchter voor den Schoorsteen Een Mantel Stock Ses fijne glaesen floijten doch ondeugent Een Alsem roemer met een groot bier Glas Noch vijff kleijne Roemertiens goet ende quaedt. Twee Schilderijen van Landtschappen. Noch elff Schilderijen off Conterfeijtselen, soo van verscheijden persoonen waer onder een is, soo Erffuijters Dochter Joff r . Barbara Bettincks gegeven is, sijnde die Schilderije van haer zall. Moeder. Een uijt treckent Comptoir met een bont wullen kleet. Een groot ende een kleijn Spiegel Een root posteleijn kopken. in die keucken als volght Een groote roode Coperen keetel Noch twee kleijne roode Coperen keeteltiens Noch twee ronde geel Coperen keeteltiens Een geel Coperen pott met voeten Een geel Coperen Taertenpanne Drie ijseren potten, met drie ijseren Decksels. Drie ijseren braetspitten Een braet panne Twee roosters Een Coperen Schuijmlepel met een ijseren stell 333
334 Een ijseren Dreup Lepel Drie fleijs gaevelties [vorken, h.d.] Noch viertijn Tinnen Scheutelen soo daeghlicks gebruijckt worden, waeronder eenige gebroecken Twee ijseren Dreijvoetjens Noch negen tinnen Tellieuren soo daeghlicx gebesight worden Vier Tinnen kommekens soo daeghlix gebruijckt worden Een overtint Coperen keeteltien Een geel gegooten Coperen pot Noch een kleijn gegoten Coperen Eijer pottien soo Erffuijters dochter toe Compt Een Coperen Stell panneken Een stuck van een oude Coperen Candelaer Een groote root Coperen fleijss pott, soo ondicht en leck is Een geel Coperen Melck kanne, met een Coperen Emmer, so aen Jo. r Bouwijrs huijs is Twee Cooperen Lanterens Twee paer ijseren brandt roeden met Coperen beslagh Noch een coperen Decxsel van een oude Beddepanne Een ijseren hael voor de Schoorsteen Noch een staende vuijr plaete onverdeijlt mette kinderen van zall. Commijs Bettinck Een kleijn Coperen handt luchtertien ende twee ijseren Snuijters Noch twee Coperen heerdt kandelaerties soo ter zijden den heert offte Schoorsteen staen Een oudt verbesight Strijckijser Een kruijshael in de keucken opten heerdt Twee ijseren brandtrooden, waeronder een boven met een kanne voet Twee Tangen met een Vuijrschup Een Eijcken eetens kaste met een Scheutel banckien daerop Twee groote Tinnen Vleschen Een Tinnen Stooffpanne Een tinnen Lampet, met een groote ronde Scheutel Twee tinnen kandelaers Een Tinnen Saltvat Een Tinnen Melckback Een Tinnen Mostertpott Een tinnen deurslagh Noch een tinnen lampet met een kraentien en Scheutel hangende tegens een waegeschots bordt Een waegenschots handtdoecks Rolle Een blicken Suijcker Deuß Noch viertich tinnen scheutelen soo kleijn als groot Een Tinnen Bier kanne Twee Elpenbeenen Vijsel met haere stooters Noch een Coperen gegoten Vijsel, waervan de Stooter in stucken is Noch dartich tinnen Tellieuren Een Tinnen boeter Deuß Een wit Steenen Saltvat Een oudt stucken posteleijnen pottien met een stuck van een posteleijne kopjen Een gegooten root Coperen keerseluchter Een kleijn ijseren hanghkandelaertien Tijn aerden drinck kannen soo kleijn als groot, waeronder twee becleedt met Silveren Dexels, met noch een wit Eeck kanneken waer onder verscheijden gebroocken Een ijseren Ladthaemer Een kanne bort van Deenenhoudt Een keers Laede Een houten saltvat Een oude Steenen vlesch met een tinnen Schrueff Een hanghijser Een vogeltien met een kouwken welckes daernae gestorven is Een Bijle Een Bedde in d’keucken met twee gardijnen Twee deeckens, eene van groon laecken met frensien, ende noch een ander groone deecken, een pollouw ende twee kussens Noch in het treckbedde leijt een Bedde en twee Deeckens ende een pollouw Noch 12 daegelicxe Stoelen, soo kleijn als groot, goet en quaet Noch vijff daegelicxe Stoelkussens Een gardientien voor die glaesen indie keucken Noch een daegelicxe eetens taeffel met een oudt kleedtien Een heerdt ijser
- Page 280 and 281: 282 nalaters zich een klokkenbezitt
- Page 282 and 283: 284 schrijdende familiecultuur. 5 E
- Page 284 and 285: 286 Fragment uit de boedelbeschrijv
- Page 286 and 287: 288 Niet alle inventarissen maken m
- Page 288 and 289: 290 kunnen afdoen als een veranderi
- Page 290 and 291: 292 band tussen beide families werd
- Page 292 and 293: 294 wicht. Dit moet zeker ook het g
- Page 294 and 295: Jan Both naar Andries Both, De vijf
- Page 296 and 297: 298 de zolder een afgedankt schilde
- Page 298 and 299: 300 lijden van een kind van ‘de s
- Page 300 and 301: 302 voor ‘zin-’ ofwel ‘beteke
- Page 302 and 303: 304 zilveren poppengoed een brede v
- Page 304 and 305: 306 eenige stukken verglaasde Aarde
- Page 306 and 307: 308 nieuwkomer. Gebruikt voor bedde
- Page 308 and 309: 310 objecten omging. Oud en nieuw w
- Page 310 and 311: 312 Holland in sommige plaatsen spr
- Page 312 and 313: 314 vrouwen in de loop van de hier
- Page 314 and 315: 316 pelijke structuur bood de voorw
- Page 316 and 317: ijlage 1: Spreiding van voorwerpen
- Page 318 and 319: Groep i ii iii Doesburg -1700 -1750
- Page 320 and 321: Groep i ii iii Doesburg -1700 -1750
- Page 322 and 323: Groep i i ⁄ ii iii Maassluis -170
- Page 324 and 325: Groep i i ⁄ ii iii Maassluis -170
- Page 326 and 327: Groep i i ⁄ ii iii Maassluis -170
- Page 328 and 329: Een Renthebrieff van Seven en twint
- Page 332 and 333: int voorhuijs Een Linnen kaste Een
- Page 334 and 335: Noch een kleijn kofferken daer t’
- Page 336 and 337: wullen ende zijden klederen ten lij
- Page 338 and 339: touren en beffen, als te sien sub.n
- Page 340 and 341: de Taenstraet alhier ter prottocoll
- Page 342 and 343: 13. J. Bareuth, Nederlanse dankdag
- Page 344 and 345: 97. Memoire sur les commerces de ho
- Page 346 and 347: Articul 12 Meubilaire Goederen, Hui
- Page 348 and 349: Een Nooteboome kabinet daerop Een b
- Page 350 and 351: Een rakje, met eenige delfse kopjes
- Page 352 and 353: drie duijmstokken Een Leere riem [f
- Page 354 and 355: de gemeene Middelen, tot den 25 jul
- Page 356 and 357: een briev van den zelven, aan C. va
- Page 358 and 359: Gemeentearchief Maassluis Oud Archi
- Page 360 and 361: Anoniem (J.S.), Historie van den Ho
- Page 362 and 363: C. Carson, R. Hoffman en P. J. Albe
- Page 364 and 365: Farge, A., La vie fragile. Violence
- Page 366 and 367: zelfbeeld in de Nederlandse kunst,
- Page 368 and 369: Kuile, E.H. ter, De Nederlandse mon
- Page 370 and 371: Montias, J.M., Artists and artisans
- Page 372 and 373: --, Historisch ABC tot een besige L
- Page 374 and 375: Tegenwoordige Staat der Vereenigde
- Page 376 and 377: Woude, A.M. van der, Het Noorderkwa
- Page 378 and 379: Bot, Andries 235 Bot, Sara 235 Both
334<br />
Een ijseren Dreup Lepel<br />
Drie fleijs gaevelties [vorken, h.d.]<br />
Noch viertijn T<strong>in</strong>nen Scheutelen soo<br />
daeghlicks gebruijckt worden,<br />
waeronder eenige gebroecken<br />
Twee ijseren Dreijvoetjens<br />
Noch negen t<strong>in</strong>nen Tellieuren soo<br />
daeghlicx gebesight worden<br />
Vier T<strong>in</strong>nen kommekens soo daeghlix<br />
gebruijckt worden<br />
Een overt<strong>in</strong>t Coperen keeteltien<br />
Een geel gegooten Coperen pot<br />
Noch een kleijn gegoten Coperen Eijer<br />
pottien soo Erffuijters dochter toe<br />
Compt<br />
Een Coperen Stell panneken<br />
Een stuck van een oude Coperen<br />
Candelaer<br />
Een groote root Coperen fleijss pott, soo<br />
ondicht en leck is<br />
Een geel Coperen Melck kanne, met een<br />
Coperen Emmer, so aen Jo. r Bouwijrs<br />
huijs is<br />
Twee Cooperen Lanterens<br />
Twee paer ijseren brandt roeden met<br />
Coperen beslagh<br />
Noch een coperen Decxsel van een oude<br />
Beddepanne<br />
Een ijseren hael voor de Schoorsteen<br />
Noch een staende vuijr plaete onverdeijlt<br />
mette k<strong>in</strong>deren van zall. Commijs<br />
Bett<strong>in</strong>ck<br />
Een kleijn Coperen handt luchtertien<br />
ende twee ijseren Snuijters<br />
Noch twee Coperen heerdt kandelaerties<br />
soo ter zijden den heert offte<br />
Schoorsteen staen<br />
Een oudt verbesight Strijckijser<br />
Een kruijshael <strong>in</strong> de keucken opten heerdt<br />
Twee ijseren brandtrooden, waeronder<br />
een boven met een kanne voet<br />
Twee Tangen met een Vuijrschup<br />
Een Eijcken eetens kaste met een Scheutel<br />
banckien daerop<br />
Twee groote T<strong>in</strong>nen Vleschen<br />
Een T<strong>in</strong>nen Stooffpanne<br />
Een t<strong>in</strong>nen Lampet, met een groote ronde<br />
Scheutel<br />
Twee t<strong>in</strong>nen kandelaers<br />
Een T<strong>in</strong>nen Saltvat<br />
Een T<strong>in</strong>nen Melckback<br />
Een T<strong>in</strong>nen Mostertpott<br />
Een t<strong>in</strong>nen deurslagh<br />
Noch een t<strong>in</strong>nen lampet met een<br />
kraentien en Scheutel hangende tegens<br />
een waegeschots bordt<br />
Een waegenschots handtdoecks Rolle<br />
Een blicken Suijcker Deuß<br />
Noch viertich t<strong>in</strong>nen scheutelen soo kleijn<br />
als groot<br />
Een T<strong>in</strong>nen Bier kanne<br />
Twee Elpenbeenen Vijsel met haere<br />
stooters<br />
Noch een Coperen gegoten Vijsel,<br />
waervan de Stooter <strong>in</strong> stucken is<br />
Noch dartich t<strong>in</strong>nen Tellieuren<br />
Een T<strong>in</strong>nen boeter Deuß<br />
Een wit Steenen Saltvat<br />
Een oudt stucken posteleijnen pottien met<br />
een stuck van een posteleijne kopjen<br />
Een gegooten root Coperen keerseluchter<br />
Een kleijn ijseren hanghkandelaertien<br />
Tijn aerden dr<strong>in</strong>ck kannen soo kleijn als<br />
groot, waeronder twee becleedt met<br />
Silveren Dexels, met noch een wit Eeck<br />
kanneken waer onder verscheijden<br />
gebroocken<br />
Een ijseren Ladthaemer<br />
Een kanne bort van Deenenhoudt<br />
Een keers Laede<br />
Een houten saltvat<br />
Een oude Steenen vlesch met een t<strong>in</strong>nen<br />
Schrueff<br />
Een hanghijser<br />
Een vogeltien met een kouwken welckes<br />
daernae gestorven is<br />
Een Bijle<br />
Een Bedde <strong>in</strong> d’keucken met twee<br />
gardijnen<br />
Twee deeckens, eene van groon laecken<br />
met frensien, ende noch een ander<br />
groone deecken, een pollouw ende twee<br />
kussens<br />
Noch <strong>in</strong> het treckbedde leijt een Bedde<br />
en twee Deeckens ende een pollouw<br />
Noch 12 daegelicxe Stoelen, soo kleijn als<br />
groot, goet en quaet<br />
Noch vijff daegelicxe Stoelkussens<br />
Een gardientien voor die glaesen <strong>in</strong>die<br />
keucken<br />
Noch een daegelicxe eetens taeffel met<br />
een oudt kleedtien<br />
Een heerdt ijser