PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in
PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in
282 nalaters zich een klokkenbezitter kan noemen. Zandlopers, ‘vieruurglazen’ en ‘halfuurglazen’ kenden een aanmerkelijk bredere verspreiding in dit dorp van zeevarenden. Zij zullen vooral op het water hun dienst hebben bewezen; dat we de enige zandloper in Doesburg in een schippersboedel tegenkomen, onderstreept dit nog eens. Het is het platteland waar de huisklok in de achttiende eeuw snel algemeen wordt. Op het Friese platteland beschikte men reeds in de eerste helft van de achttiende eeuw in zeventig procent van de huishoudens over een klok. In Weesperkarspel was aan het einde van de achttiende eeuw in tachtig procent van de boerenhuishoudens een klok. 161 En ook in het Maassluise buurdorp Maasland is de klok dan algemeen gangbaar: ruim zeventig procent van de nalaters heeft er een in huis. Voor regio’s waar stad en land geïntegreerd waren is het niet verwonderlijk dat de klok zich snel verspreidde; wanneer in het sociale verkeer het tijdsbesef tussen de mensen al te zeer uit elkaar gaat lopen, kunnen er ‘kostbare’ communicatieproblemen ontstaan. 162 Vraag is natuurlijk in hoeverre met de verspreiding van de verschillende soorten uurwerken het tijdsbesef ook werkelijk veranderde. Christoffel Baerken kreeg bij het bereiken van de meerderjarige leeftijd van zijn moeder een horloge. Aanvankelijk was het nog een nieuwigheid, een kostbaar geschenk dat hij, naar hij zich herinnerde, voortdurend uit zijn jaszak haalde om ernaar te kijken, totdat de nieuwigheid eraf was. Tijd lezen had hij vermoedelijk al eerder geleerd, op de Friese hangklok van zijn ouders. 161. Van Koolbergen, ‘Materiële cultuur van Weesp en Weesperkarspel’, 1983. 162. Landes, Revolution in time, 1983, p. 227; Pomian, L’ordre du temps, 1984.
7. Zien en aanraken Uit de voorgaande hoofdstukken mag duidelijk zijn geworden dat de wijze waarop de Maassluizers en Doesburgers vorm gaven aan hun dagelijks bestaan allerminst eenduidig was. Eén terrein is tot nu toe vrijwel geheel buiten beschouwing gebleven, namelijk dat van de schilderijen, prenten, beeldhouwwerken en andere geordende voorstellingen. Als selectieve representaties van de werkelijkheid kunnen we ze onderscheiden van al die beelden die zich ‘ongeordend aan de perceptie van eenieder aandienen’. 1 Wat voor plaats namen dergelijke voorstellingen in de leefwereld van de Doesburgers en Maassluizers in en in hoeverre moeten de overeenkomsten en verschillen in de visuele en tactiele cultuur in beide plaatsen verklaard worden vanuit de specifieke betekenis(sen) die zij binnen de lokale context hadden? In sommige gevallen is de boodschap duidelijk. Een grote landkaart van Brazilië, zoals die te zien was in het voorhuis van luitenant Bettinck, bood gasten niet alleen kijkplezier, maar zal bij bekenden ook het Braziliaanse avontuur van de Bettincks in herinnering hebben gebracht. 2 Wapenborden en portretten van voorouders verwezen niet alleen naar de status en afkomst van de familie, maar illustreerden tegelijk het gevoel voor ‘traditie’ en familiebewustzijn van de eigenaars. In het proces van toe-eigening konden objecten echter, zo hopen we inmiddels duidelijk te hebben gemaakt, een symbolische of esthetische betekenis krijgen die niet gelijk hoeft te zijn aan de door de functie van het object aangereikte betekenis. Kijken we bijvoorbeeld naar de gouden kruisen in de boedels van de rooms-katholieke families Warninck en Baerken, de predikantenfamilie Van der Spijk, de Schimmen en de Schilperoorts. Deze kruisen en andere katholieke devotionalia zoals rozenkransen, wijwaterbakjes en afbeeldingen van heiligen kunnen een functie hebben gehad als ‘houvast’ bij de geloofsbeleving. 3 In een multiconfessionele gemeenschap, waar religieuze verschillen voor verdeeldheid zorgden onder de plaatselijke bevolking, is het denkbaar dat zij er een apologetische betekenis bij kregen en nadrukkelijk iemands maatschappelijke positie markeerden. 4 Maar ze kunnen ook op een bepaald moment een belangrijke plaats hebben ingenomen in een confessie-over- 1. Frijhoff, Wegen van Evert Willemsz., 1995, p. 340. 2. Lins Brandao, ‘Um Neerlandes em Sao Paulo’, 1975. Met dank aan J.W. van Petersen, stadsarchivaris van Doesburg. 3. Rooijakkers, Rituele repertoires, 1994, p. 574. 4. Frijhoff, Wegen van Evert Willemsz., 1995, p. 347. 283
- Page 230 and 231: 232 zie kleurafbeelding op p. 215 I
- Page 232 and 233: 234 vrede of het krijgsgeluk van de
- Page 234 and 235: 236 De teksten en de melodie van de
- Page 236 and 237: oorlogh (1685) en Het leven en ster
- Page 238 and 239: 240 vak van stuurman overgegeven we
- Page 240 and 241: Franse school. 69 Wellicht hebben w
- Page 242 and 243: 244 tend door ‘vromen’ of ‘be
- Page 244 and 245: In linnen gewikkeld exemplaar van D
- Page 246 and 247: 248 relatief hoge prijs voor een bo
- Page 248 and 249: 250 plaatsen liep de zaak zelfs vol
- Page 250 and 251: 252 dateerden deze en andere ‘exa
- Page 252 and 253: 254 geweest die - vooral theoretisc
- Page 254 and 255: 256 schrijfgereedschap terug op een
- Page 256 and 257: 258 dering zijn geweest. Blijkens d
- Page 258 and 259: heruitgave opgenomen voorrede van C
- Page 260 and 261: 262 Lieden; alzoo dezelven hunne ov
- Page 262 and 263: 264 en ook weer Hugo de Groots Inle
- Page 264 and 265: 266 die hij voor de uitoefening van
- Page 266 and 267: 268 van de hofmedicus professor Sch
- Page 268 and 269: 270 geplaatste Franse boeken over u
- Page 270 and 271: 272 po Weyerman (vier titels) en Si
- Page 272 and 273: Hendrik Schim, Bybel- en zede-dicht
- Page 274 and 275: 276 en Wagens, mitsgaders in hunne
- Page 276 and 277: 278 zien op zeventiende-eeuwse genr
- Page 278 and 279: 280 respectievelijk negen en elf ja
- Page 282 and 283: 284 schrijdende familiecultuur. 5 E
- Page 284 and 285: 286 Fragment uit de boedelbeschrijv
- Page 286 and 287: 288 Niet alle inventarissen maken m
- Page 288 and 289: 290 kunnen afdoen als een veranderi
- Page 290 and 291: 292 band tussen beide families werd
- Page 292 and 293: 294 wicht. Dit moet zeker ook het g
- Page 294 and 295: Jan Both naar Andries Both, De vijf
- Page 296 and 297: 298 de zolder een afgedankt schilde
- Page 298 and 299: 300 lijden van een kind van ‘de s
- Page 300 and 301: 302 voor ‘zin-’ ofwel ‘beteke
- Page 302 and 303: 304 zilveren poppengoed een brede v
- Page 304 and 305: 306 eenige stukken verglaasde Aarde
- Page 306 and 307: 308 nieuwkomer. Gebruikt voor bedde
- Page 308 and 309: 310 objecten omging. Oud en nieuw w
- Page 310 and 311: 312 Holland in sommige plaatsen spr
- Page 312 and 313: 314 vrouwen in de loop van de hier
- Page 314 and 315: 316 pelijke structuur bood de voorw
- Page 316 and 317: ijlage 1: Spreiding van voorwerpen
- Page 318 and 319: Groep i ii iii Doesburg -1700 -1750
- Page 320 and 321: Groep i ii iii Doesburg -1700 -1750
- Page 322 and 323: Groep i i ⁄ ii iii Maassluis -170
- Page 324 and 325: Groep i i ⁄ ii iii Maassluis -170
- Page 326 and 327: Groep i i ⁄ ii iii Maassluis -170
- Page 328 and 329: Een Renthebrieff van Seven en twint
282<br />
nalaters zich een klokken<strong>bezit</strong>ter kan noemen. Zandlopers, ‘vieruurglazen’<br />
en ‘halfuurglazen’ kenden een aanmerkelijk bredere verspreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> dit dorp<br />
van zeevarenden. Zij zullen vooral op het water hun dienst hebben bewezen;<br />
dat we de enige zandloper <strong>in</strong> Doesburg <strong>in</strong> een schippersboedel tegenkomen,<br />
onderstreept dit nog eens.<br />
Het is het platteland waar de huisklok <strong>in</strong> de achttiende eeuw snel algemeen<br />
wordt. Op het Friese platteland beschikte men reeds <strong>in</strong> de eerste helft<br />
van de achttiende eeuw <strong>in</strong> zeventig procent van de huishoudens over een<br />
klok. In Weesperkarspel was aan het e<strong>in</strong>de van de achttiende eeuw <strong>in</strong> tachtig<br />
procent van de boerenhuishoudens een klok. 161 En ook <strong>in</strong> het Maassluise<br />
buurdorp Maasland is de klok dan algemeen gangbaar: ruim zeventig<br />
procent van de nalaters heeft er een <strong>in</strong> huis.<br />
Voor regio’s waar stad en land geïntegreerd waren is het niet verwonderlijk<br />
dat de klok zich snel verspreidde; wanneer <strong>in</strong> het sociale verkeer het<br />
tijdsbesef tussen de mensen al te zeer uit elkaar gaat lopen, kunnen er ‘kostbare’<br />
communicatieproblemen ontstaan. 162 Vraag is natuurlijk <strong>in</strong> hoeverre<br />
met de verspreid<strong>in</strong>g van de verschillende soorten uurwerken het tijdsbesef<br />
ook werkelijk veranderde. Christoffel Baerken kreeg bij het bereiken van de<br />
meerderjarige leeftijd van zijn moeder een horloge. Aanvankelijk was het<br />
nog een nieuwigheid, een kostbaar geschenk dat hij, naar hij zich her<strong>in</strong>nerde,<br />
voortdurend uit zijn jaszak haalde om ernaar te kijken, totdat de nieuwigheid<br />
eraf was. Tijd lezen had hij vermoedelijk al eerder geleerd, op de<br />
Friese hangklok van zijn ouders.<br />
161. Van Koolbergen, ‘<strong>Materiële</strong> <strong>cultuur</strong> van Weesp en Weesperkarspel’, 1983.<br />
162. Landes, Revolution <strong>in</strong> time, 1983, p. 227; Pomian, L’ordre du temps, 1984.