PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in

PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in

depot.knaw.nl
from depot.knaw.nl More from this publisher
06.08.2013 Views

Franse school. 69 Wellicht hebben we hier te maken met een (nazaat?) van de vele religieuze vluchtingen die uit het zuiden naar de Republiek gekomen waren. De traumatische ervaringen die zij als vluchteling hadden gehad, het gevoel van ontheemding en de vele onzekerheden die de nieuwe situatie met zich meebracht zouden ertoe hebben bijgedragen dat juist deze groep zich sterk aangetrokken voelde tot een overtuigd piëtisme, als daar niet al vóór hun vertrek sprake van was. 70 Ook in de achttiende eeuw zijn er bij de middengroepen in Doesburg slechts enkele ‘boekenbezitters’ te vinden. Het bronnenmateriaal zou hier weleens een zeer vertekend beeld kunnen geven. We weten dat er rond het midden van de achttiende eeuw in het IJsselstadje belangstelling bestond voor groepsbijeenkomsten zoals die van de Doesburger Hermanus Hermssen (1691 – na 1770), een eenvoudige weesjongen die als jonge bekeerling in Rotterdam bij verschillende piëtistische predikanten zijn oor te luisteren legde om vervolgens in 1734 naar zijn geboorteplaats terug te keren en daar een piëtistische kring te beginnen. Hij had succes, en zijn biografie zou verschillende herdrukken beleven. 71 Van de nalaters toonde echter alleen de 63-jarige Theodora van Hensbergen (1795) zich een ‘vrome’ gelovige met een zakbijbeltje, het Nieuwe Testament, werken van de ortho- doxe hoogleraar Gisbertus Voetius (Disputaty van geestelicke verlatingen, 1646), een cathechismusverklaring van Johannes van der Kemp en De Leere der Waarheid (1680) van Gualtherus Boudaen. Voor een luchtiger voetnoot zorgden alleen de bescheiden octavo-uitvoeringen van Cats’ Trouwring (1637) en van de stichtelijke gedichten van de achttiende-eeuwer Johannes Eusebius Voet. Portret van Hermanus Hermssen door I. Houbraken, 1772. Opgenomen in: Hermanus Hermssen, De uitneemende kracht van Christus liefde. Amsterdam 1787, zevende druk; eerste druk 1757. ub Amsterdam vroomheid, traditie en theologie in maassluis Het zou interessant zijn om te weten of er ook in het overwegend gereformeerde Maassluis bijeenkomsten plaatsvonden waarbij in groepsverband ‘geoefend werd’ (gebeden, [voor]gelezen, gezongen). De houding van de

publieke kerk tegenover dergelijke samenkomsten was zeker niet onverdeeld positief; ze konden gemakkelijk tot afzondering van de kerkelijke gemeenschap leiden. Inderdaad ontstond er in de loop van de zeventiende eeuw een subcultuur die zich kenmerkte door individualisering, verinnerlijking en bevindelijkheid; een meer de wereld mijdende variant van de met hoofdletters aangeduide kerkelijke beweging van de Nadere Reformatie. Zij kan volgens Frijhoff worden beschouwd als een vorm van ‘volkspiëtisme’ tegenover het ‘officiële’ piëtisme van de predikanten en de overheid. In beide gevallen draaide het, globaal gesteld, niet zozeer om de leer, maar vooral om een hervorming van de zeden. 72 De piëtisten hechtten veel waarde aan het bezit van stichtelijke lectuur. Het vormde een belangrijk onderdeel van hun identiteit; men sprak wel van ‘het boeckjesvolck’. Sommige piëtisten schenen daarbij zelfs stichtelijke handboeken boven de bijbel te verkiezen. 73 We hoeven niet de illusie te koesteren dat we de verschillende stromingen binnen de Nadere Reformatie keurig voorgeschoteld krijgen in de inventarissen. Wel kunnen we díe groep Maassluise nalaters apart nemen waarin het boekenbezit zich juist heel nadrukkelijk beperkte tot een klein aantal uitsluitend stichtelijke werken. Het betreft hier heel duidelijk een nieuwe groep boekenbezitters; terwijl in de zeventiende eeuw alleen de notabelen in het bezit waren van een kleine handbibliotheek die in de ogen van de notaris in elk geval het beschrijven waard was, zijn er in de achttiende eeuw ook onder andere lagen van de bevolking lezers te vinden met een eigen kleine boekerij naast de obligate bijbel en wat kerkgoed. Het gaat hier om vissers, stuurlieden, kleine zelfstandige ondernemers, maar ook om weduwen en ongehuwde juffrouwen uit de kleine burgerij. Sommigen hebben niet meer dan één of twee, anderen een twintig- of dertigtal stichtelijke werken. Het was deze groep die Le Francq van Berkhey op het oog zal hebben gehad toen hij over de Maassluizers en hun streekgenoten schreef: ‘In ’t stuk van Godsdienst zyn zy zeer bedreeven, en yverige voorstanders. Ja, indien men eene aanmerkelyke onderzoeklievendheid, buiten onze groote Steden, vry algemeen wil zoeken, zal men ’t naauwlyks ergens meerder vinden dan by de vermogendsten van Maaslandsluis en Vlaardingen, benevens die van Schiedam en Delfshaven.’ 74 Gedeelde belangstelling toonde deze groep voor het werk van Wilhelmus à Brakel, een belangrijke vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie, waarbij het accent lag op de stichtelijke hervorming van de dagelijkse religieuze praktijk, met name in het huisgezin. 75 Brakel werd zeker niet uitslui- 69. Van Petersen, De lange schoolweg, 1984, p. 135. 70. Op ’t Hof, ‘Piety in the wake of trade’, 1996, p. 250. 71. Hermssen, De uitneemende kracht van Christus liefde, 1757. Vgl. Van Lieburg, Levens van vromen, 1991. 72. Frijhoff, Wegen van Evert Willemsz., 1995, 354-361. 73. Van Lieburg, ‘Piëtistische lectuur in de zeventiende en achttiende eeuw’, 1989. 74. Le Francq van Berkhey, Natuurlyke historie van Holland, 1773, deel iii.2, p. 762. 75. De Jong e.a., Het eigene van de Nederlandse Nadere Reformatie, 1992; Groenendijk, De nadere reformatie van het gezin, 1984, p. 44. 243

Franse school. 69 Wellicht hebben we hier te maken met een (nazaat?) van de<br />

vele religieuze vlucht<strong>in</strong>gen die uit het zuiden naar de Republiek gekomen<br />

waren. De traumatische ervar<strong>in</strong>gen die zij als vluchtel<strong>in</strong>g hadden gehad, het<br />

gevoel van ontheemd<strong>in</strong>g en de vele onzekerheden die de nieuwe situatie met<br />

zich meebracht zouden ertoe hebben bijgedragen dat juist deze groep zich<br />

sterk aangetrokken voelde tot een overtuigd piëtisme, als daar niet al vóór<br />

hun vertrek sprake van was. 70<br />

Ook <strong>in</strong> de achttiende eeuw zijn er bij de<br />

middengroepen <strong>in</strong> Doesburg slechts enkele<br />

‘boeken<strong>bezit</strong>ters’ te v<strong>in</strong>den. Het<br />

bronnenmateriaal zou hier weleens een<br />

zeer vertekend beeld kunnen geven. We<br />

weten dat er rond het midden van de achttiende<br />

eeuw <strong>in</strong> het IJsselstadje belangstell<strong>in</strong>g<br />

bestond voor groepsbijeenkomsten<br />

zoals die van de Doesburger Hermanus<br />

Hermssen (1691 – na 1770), een eenvoudige<br />

weesjongen die als jonge bekeerl<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> Rotterdam bij verschillende piëtistische<br />

predikanten zijn oor te luisteren legde<br />

om vervolgens <strong>in</strong> 1734 naar zijn geboorteplaats<br />

terug te keren en daar een<br />

piëtistische kr<strong>in</strong>g te beg<strong>in</strong>nen. Hij had<br />

succes, en zijn biografie zou verschillende<br />

herdrukken beleven. 71 Van de nalaters<br />

toonde echter alleen de 63-jarige Theodora<br />

van Hensbergen (1795) zich een ‘vrome’<br />

gelovige met een zakbijbeltje, het<br />

Nieuwe Testament, werken van de ortho-<br />

doxe hoogleraar Gisbertus Voetius (Disputaty<br />

van geestelicke verlat<strong>in</strong>gen, 1646),<br />

een cathechismusverklar<strong>in</strong>g van Johannes<br />

van der Kemp en De Leere der Waarheid<br />

(1680) van Gualtherus Boudaen. Voor<br />

een luchtiger voetnoot zorgden alleen de<br />

bescheiden octavo-uitvoer<strong>in</strong>gen van Cats’ Trouwr<strong>in</strong>g (1637) en van de stichtelijke<br />

gedichten van de achttiende-eeuwer Johannes Eusebius Voet.<br />

Portret van Hermanus Hermssen door<br />

I. Houbraken, 1772. Opgenomen <strong>in</strong>: Hermanus<br />

Hermssen, De uitneemende kracht van Christus<br />

liefde. Amsterdam 1787, zevende druk; eerste<br />

druk 1757. ub Amsterdam<br />

vroomheid, traditie en theologie <strong>in</strong> maassluis<br />

Het zou <strong>in</strong>teressant zijn om te weten of er ook <strong>in</strong> het overwegend gereformeerde<br />

Maassluis bijeenkomsten plaatsvonden waarbij <strong>in</strong> groepsverband<br />

‘geoefend werd’ (gebeden, [voor]gelezen, gezongen). De houd<strong>in</strong>g van de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!