PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in
PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in
Handschrift van de Doesburgse Hendrika Smit(s). Fragment uit de kopieboedelbeschrijving van Herman Slabus en Hendrika’s zuster Johanna Smit(s), 9 juni 1741. Oud Archief Doesburg, Doesburg Stad, inv. nr. 1670
elk geval nog verschillende andere bronnen van inkomsten hebben gehad, gezien de aanwezigheid van schoenmakersgereedschap (ambacht), een kruiwagen, strogaffels (landbouw) en een weegschaal met gewichten (handel). 20 Bepalend voor het intellectuele klimaat in het stadje moet de aanwezigheid van de Latijnse school zijn geweest. De Latijnse school was zeker in de eerste helft van de zeventiende eeuw nog geen elitair opleidingsinstituut voor academici in spe, maar een gangbaar alternatief voor de Nederduitse school. In de loop van de achttiende eeuw veranderde dit. Het Latijn maakte geleidelijk plaats voor het Frans als ‘levende’ internationale taal, en de Latijnse school werd meer en meer een onderwijsinstelling waar men alleen heen ging ter voorbereiding op een academische vervolgstudie. In Doesburg bleef gedurende de gehele achttiende eeuw de mogelijkheid bestaan om onderwijs te volgen aan de Latijnse school. Naast een rector waren er zowel een conrector als twee praeceptoren aan de school verbonden. 21 Veel meer dan twintig tot dertig leerlingen zal de school in de achttiende eeuw niet hebben gehad. Maar voor een stadje met nog geen drieduizend inwoners lijkt dit geen onaardige score. 22 Doesburg was een stad met een relatief hoog niveau van geletterdheid; vier van de vijf Doesburgse mannen en ruim de helft van de Doesburgse vrouwen die in de zeventiende en achttiende eeuw als huwelijkspartner naar Amsterdam trokken en daar het ondertrouwregister tekenden, waren in staat om een handtekening te zetten. 23 Zij zullen in elk geval de voor volksen schoolboekjes gebruikte civilité-letter hebben kunnen lezen. Ook Maassluis moet een hoge graad van alfabetisering hebben gekend. Een steekproef in de ondertrouwregisters van de gereformeerde kerk in Maassluis liet zien dat in het begin van de achttiende eeuw (rond 1716) zelfs in de laagste vermogensklasse (de ‘pro-deo-klasse’: de groep die niet werd aangeslagen voor het Middel op Begraven) de helft van de mannen en een kwart van de vrouwen in staat waren om een handtekening te zetten. 24 De op bijbellezing gerichte gevestigde kerk zal hier zeker toe hebben bijgedragen. Behalve door het optreden van de kerk werd het niveau van gelet- 20. ora Doesburg, inv. nr. 1578, Boedelbeschrijving Beertien Bomer en Jan van Warendorp, 1638. 21. Blijkens de Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, deel iii, 1741, p. 376, stond de Latijnse school onder leiding van een rector, een conrector en vier praeceptoren, die in vier klassen onderwijs gaven. Twee plaatsen zullen dus onbezet zijn gebleven. In de achttiende eeuw gingen de Doesburgse leerlingen voor de hoogste klassen naar Zutphen of Arnhem. 22. De oudste bekende opgave van het leerlingenaantal dateert van 1801. De school telde toen zestien leerlingen; Van Petersen, ‘De Latijnse school’, 1985. Vgl. het overzicht van leerlingenaantallen op de Latijnse scholen elders in de Republiek: Frijhoff, La société Néerlandaise et ses gradués, 1575-1814, 1981, o.m. pp. 18-21; vgl. voor het lokale intellectuele klimaat in een grotere IJsselstad: Frijhoff, ‘Étudiants et gradués dans une société locale: la ville de Zutphen en Gueldre du moyen-âge au début du xixe siècle’, 1995. 23. Hart, ‘Geschrift en getal’, 1976, p. 178. Vgl. voor een kritische analyse van de gegevens van Hart: Kuijpers, ‘Lezen en schrijven’, 1997, m.n. p. 511 (tabel). 24. ara Den Haag, Ondertrouwregisters Maassluis, 1715-1717. 225
- Page 171 and 172: maatschappelijke orde, maar gaf haa
- Page 173 and 174: uiteindelijk het doel waar ook dit
- Page 175 and 176: alleen de stedelijke elite) als and
- Page 177 and 178: eeuws pamflet over de levenswijze v
- Page 179 and 180: stoffen en mode Zoals het gedicht v
- Page 181 and 182: op de vrouwen, maar ook op de manne
- Page 183 and 184: De handel op het Midden- en Verre O
- Page 185 and 186: drie gulden moest men in het vervol
- Page 187 and 188: onze Zeekusten, tot aan en in Vries
- Page 189 and 190: vissersgarderobes ontbrak een derge
- Page 191 and 192: waren hoog: het onroerend goed brac
- Page 193 and 194: overspel schuldig hebben gemaakt to
- Page 195 and 196: het hoofd Er is niet veel fantasie
- Page 197 and 198: wollen zwarte pruik als weesvader,
- Page 199 and 200: Hollandse stad als Delft verdwijnt
- Page 201 and 202: halfwollen weefsel dat geen laken i
- Page 203 and 204: Ook in de dagelijkse praktijk zulle
- Page 205 and 206: van de bevolking vormden. Naar aanl
- Page 207 and 208: 6. Lezen en schrijven Zitten, slape
- Page 210 and 211: 212 Een belangrijke rol heeft daarb
- Page 212 and 213: 214 Het blazoen van de Maassluise r
- Page 214 and 215: 216 ttoegang tot het boek Zowel in
- Page 216 and 217: 218 Derk Jan van Elten, Gezicht op
- Page 218 and 219: lingen liep uiteen: de meeste leerl
- Page 220 and 221: 222 Johan Vollevens de Jonge, Gover
- Page 224 and 225: 226 terdheid ook door andere factor
- Page 226 and 227: C.L. Denik, Het Nieuw Maas-Sluysche
- Page 228 and 229: 230 schenen. 37 Het Nieuw Maas-Sluy
- Page 230 and 231: 232 zie kleurafbeelding op p. 215 I
- Page 232 and 233: 234 vrede of het krijgsgeluk van de
- Page 234 and 235: 236 De teksten en de melodie van de
- Page 236 and 237: oorlogh (1685) en Het leven en ster
- Page 238 and 239: 240 vak van stuurman overgegeven we
- Page 240 and 241: Franse school. 69 Wellicht hebben w
- Page 242 and 243: 244 tend door ‘vromen’ of ‘be
- Page 244 and 245: In linnen gewikkeld exemplaar van D
- Page 246 and 247: 248 relatief hoge prijs voor een bo
- Page 248 and 249: 250 plaatsen liep de zaak zelfs vol
- Page 250 and 251: 252 dateerden deze en andere ‘exa
- Page 252 and 253: 254 geweest die - vooral theoretisc
- Page 254 and 255: 256 schrijfgereedschap terug op een
- Page 256 and 257: 258 dering zijn geweest. Blijkens d
- Page 258 and 259: heruitgave opgenomen voorrede van C
- Page 260 and 261: 262 Lieden; alzoo dezelven hunne ov
- Page 262 and 263: 264 en ook weer Hugo de Groots Inle
- Page 264 and 265: 266 die hij voor de uitoefening van
- Page 266 and 267: 268 van de hofmedicus professor Sch
- Page 268 and 269: 270 geplaatste Franse boeken over u
- Page 270 and 271: 272 po Weyerman (vier titels) en Si
elk geval nog verschillende andere bronnen van <strong>in</strong>komsten hebben gehad,<br />
gezien de aanwezigheid van schoenmakersgereedschap (ambacht), een<br />
kruiwagen, strogaffels (landbouw) en een weegschaal met gewichten (handel).<br />
20<br />
Bepalend voor het <strong>in</strong>tellectuele klimaat <strong>in</strong> het stadje moet de aanwezigheid<br />
van de Latijnse school zijn geweest. De Latijnse school was zeker <strong>in</strong> de<br />
eerste helft van de zeventiende eeuw nog geen elitair opleid<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stituut<br />
voor academici <strong>in</strong> spe, maar een gangbaar alternatief voor de Nederduitse<br />
school. In de loop van de achttiende eeuw veranderde dit. Het Latijn maakte<br />
geleidelijk plaats voor het Frans als ‘levende’ <strong>in</strong>ternationale taal, en de<br />
Latijnse school werd meer en meer een onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g waar men alleen<br />
heen g<strong>in</strong>g ter voorbereid<strong>in</strong>g op een academische vervolgstudie. In Doesburg<br />
bleef gedurende de gehele achttiende eeuw de mogelijkheid bestaan om<br />
onderwijs te volgen aan de Latijnse school. Naast een rector waren er zowel<br />
een conrector als twee praeceptoren aan de school verbonden. 21 Veel meer<br />
dan tw<strong>in</strong>tig tot dertig leerl<strong>in</strong>gen zal de school <strong>in</strong> de achttiende eeuw niet<br />
hebben gehad. Maar voor een stadje met nog geen drieduizend <strong>in</strong>woners<br />
lijkt dit geen onaardige score. 22<br />
Doesburg was een stad met een relatief hoog niveau van geletterdheid;<br />
vier van de vijf Doesburgse mannen en ruim de helft van de Doesburgse<br />
vrouwen die <strong>in</strong> de zeventiende en achttiende eeuw als huwelijkspartner naar<br />
Amsterdam trokken en daar het ondertrouwregister tekenden, waren <strong>in</strong><br />
staat om een handteken<strong>in</strong>g te zetten. 23 Zij zullen <strong>in</strong> elk geval de voor volksen<br />
schoolboekjes gebruikte civilité-letter hebben kunnen lezen.<br />
Ook Maassluis moet een hoge graad van alfabetiser<strong>in</strong>g hebben gekend.<br />
Een steekproef <strong>in</strong> de ondertrouwregisters van de gereformeerde kerk <strong>in</strong><br />
Maassluis liet zien dat <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van de achttiende eeuw (rond 1716) zelfs<br />
<strong>in</strong> de laagste vermogensklasse (de ‘pro-deo-klasse’: de groep die niet werd<br />
aangeslagen voor het Middel op Begraven) de helft van de mannen en een<br />
kwart van de vrouwen <strong>in</strong> staat waren om een handteken<strong>in</strong>g te zetten. 24 De<br />
op bijbellez<strong>in</strong>g gerichte gevestigde kerk zal hier zeker toe hebben bijgedragen.<br />
Behalve door het optreden van de kerk werd het niveau van gelet-<br />
20. ora Doesburg, <strong>in</strong>v. nr. 1578, Boedelbeschrijv<strong>in</strong>g Beertien Bomer en Jan van Warendorp,<br />
1638. 21. Blijkens de Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, deel iii, 1741,<br />
p. 376, stond de Latijnse school onder leid<strong>in</strong>g van een rector, een conrector en vier praeceptoren,<br />
die <strong>in</strong> vier klassen onderwijs gaven. Twee plaatsen zullen dus onbezet zijn<br />
gebleven. In de achttiende eeuw g<strong>in</strong>gen de Doesburgse leerl<strong>in</strong>gen voor de hoogste klassen<br />
naar Zutphen of Arnhem. 22. De oudste bekende opgave van het leerl<strong>in</strong>genaantal dateert<br />
van 1801. De school telde toen zestien leerl<strong>in</strong>gen; Van Petersen, ‘De Latijnse school’,<br />
1985. Vgl. het overzicht van leerl<strong>in</strong>genaantallen op de Latijnse scholen elders <strong>in</strong> de<br />
Republiek: Frijhoff, La société Néerlandaise et ses gradués, 1575-1814, 1981, o.m. pp. 18-21;<br />
vgl. voor het lokale <strong>in</strong>tellectuele klimaat <strong>in</strong> een grotere IJsselstad: Frijhoff, ‘Étudiants et<br />
gradués dans une société locale: la ville de Zutphen en Gueldre du moyen-âge au début du<br />
xixe siècle’, 1995. 23. Hart, ‘Geschrift en getal’, 1976, p. 178. Vgl. voor een kritische<br />
analyse van de gegevens van Hart: Kuijpers, ‘Lezen en schrijven’, 1997, m.n. p. 511<br />
(tabel). 24. ara Den Haag, Ondertrouwregisters Maassluis, 1715-1717.<br />
225