PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in
PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in
Vork, ijzer met lood- of tinlegering, Nederland, zeventiende eeuw, lengte 19,3 cm, vindplaats onbekend. In reliëf zijn het jaartal 1671 en de initialen jp aangebracht, inv. nr. f 6386 / om 910 Vork, geelkoper, Nederland, zeventiende eeuw, lengte 14,3 cm, vindplaats onbekend. Dit drietandig vorkje heeft als uiteinde een vrouwenfiguurtje, inv. nr. f 6388 / om 922 Vork, tin, Nederland, achttiende eeuw, lengte 17,3 cm, vindplaats Amsterdam. De achterzijde van de steel is gemerkt met een gekroonde engel en de initialen R.V.S., inv. nr. f 6380 / om 914 Lepel, tin, Schiedam, zeventiende eeuw, lengte 17,1 cm, vindplaats onbekend. Schiedams stadskeur met de gietersinitialen pk en het eigendomsmerk mk, inv. nr. f 6147 / om 755 Lepel, verguld zilver, Nederland, 1696, lengte 18,4 cm. Eigenaarsinitialen gk en meesterteken af, inv. nr. mbz 28 Lepeltje, been, Nederland, achttiende eeuw, lengte 11,7 cm, vindplaats Amsterdam, inv. nr. f 8566. Het lepeltje is vermoedelijk als mosterdlepeltje gebruikt. Alle vorken en lepels bevinden zich in de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam (foto’s: Studio Tom Haartsen)
het gelegenheidsgoed werd gebruikt, met deze opsomming niet erg ver. Bij een buurtmaal zullen heel andere codes hebben gegolden dan bij een verhuismaal of een doopmaal. Niet alle feesten waren hetzelfde. 16 Het best geïnformeerd zijn we over de zogeheten rouwmalen, waarvan in de boedelbeschrijvingen dikwijls de nog te verrekenen kosten zijn genoteerd. De opgaven zijn fragmentarisch, maar wel duidelijk is dat net als elders in de Republiek het ook in Doesburg en Maassluis in de loop van de achttiende eeuw minder gebruikelijk werd om een rouwmaal te houden. In plaats van een echte warme maaltijd serveerde men steeds vaker alleen kleine hoeveelheden kaas, vlees en zoetigheden. Bij vergelijking van de Doesburgse lijsten met die van Maassluis vallen een paar verschillen op. Dat we in het zeventiende-eeuwse Doesburg meer posten voor wild en gevogelte tegenkomen was te verwachten, gezien de belangrijke rol die de jacht hier speelde. Interessanter zijn de vermeldingen van kruiden en specerijen in de lijsten van luitenant Bettinck (1659), burgemeester Muijs (in 1665, fl. 5-17 voor specerijen) en kleermaker Arent Elinck (in 1673, fl. 0-3 voor foelie en rozemarijn). In Maassluis ontbreken dergelijke verwijzingen, hetgeen zou kunnen wijzen op een eenvoudiger, minder exotische eetcultuur. Mogelijk werd er in Maassluis in grotere gezelschappen gegeten (de hoge bedragen voor vlees passen in dit beeld), maar in Doesburg verfijnder. Of beschouwde men het onder de Doesburgse elite in deze periode al als onbeschaafd om na een begrafenis een groots eetfestijn te houden? Voor de maaltijd na de begrafenis van de echtgenote van luitenant Bettinck in 1659 werd bijvoorbeeld wel speciaal een kok ingehuurd (fl. 3-10), maar de overige uitgavenposten bleven vrij laag: voor fl. 14-4 aan vlees, voor fl. 14-15 aan ‘kaas, specerijen en anderszints’ en verder, naast witbrood en tarwebrood, twee schinken, een kalkoen en zes paar hoenderen. Voor de rouwmaaltijd van koopman Hartger van Zelst, gehuwd met burgemeestersdochter Hendrika Brunis (1699), werden een lam (fl. 4-6), een kalfsbout van vijftien pond (fl. 1- 10), twee hammen (fl. 6-1), ‘wittebrood en braden’ (fl. 1-5), een halve kaas van zeven pond (fl. 1-9), amandelen en rozijnen (fl. 0-6), en krakelingen en beschuit (fl. 1) aangedragen. Voor minder vermogende Doesburgers was een dergelijk maal natuurlijk iets dat alleen in hun dromen voorkwam; de gasten die in juni 1699 aanwezig waren bij de begrafenis van de smidsweduwe Geertrui Willemse kregen alleen wat witbrood (fl. 0-6), twee pond kaas (fl. 0-8) en een schenkel (fl. 2- 10) voorgezet. Voor de maaltijd bij de begrafenis van Maertje Cornelis, de weduwe van de Maassluise veerman Claes Doensz. Maeslant, werd in 1694 aan vlees alleen al een bedrag van fl. 98-9 uitgegeven. Voor ham werd een post van 16. Zie Frijhoff, ‘Feesten in de 18de eeuw’, 1996; en idem, ‘Fête et loisir dans l’Europe du Nord-Ouest à l’époque moderne: contours d’une transition’, 1995. 141
- Page 87 and 88: schragen gelegd en kon er een groot
- Page 89 and 90: een duidelijke keuze in het gebruik
- Page 91 and 92: was het in elk geval tot ver in de
- Page 93 and 94: ed. Wat teleurgesteld deelde Baerke
- Page 95 and 96: In sommige inventarissen blijkt het
- Page 97 and 98: Ook bij Christoffels oom en tante,
- Page 99 and 100: derde kwart van de achttiende eeuw
- Page 101 and 102: de kwart dertig procent en in het v
- Page 103 and 104: ezit van een kabinet; bij de bovenl
- Page 105 and 106: zes in de jaren tachtig. De eerste
- Page 107 and 108: Chinees porselein. Op de ene kast s
- Page 109 and 110: 1789. Met in totaal slechts vijf ti
- Page 111 and 112: meester en andere notabelen) werd i
- Page 113 and 114: De indruk die de Maassluise boedels
- Page 115 and 116: niet was; behang zit vast op de muu
- Page 117 and 118: ting aan iedereen een voorbeeld; de
- Page 119 and 120: medaillon op de pilaar moet de afbe
- Page 121 and 122: 4. Eten en drinken ‘Ten half drie
- Page 123 and 124: waarbij het gebruik van eet- en dri
- Page 125 and 126: Kookpot, aardewerk, Nederland, hoog
- Page 127 and 128: tingoed was hier het aardewerk, met
- Page 129 and 130: G. de Bergh (?), College van de Wet
- Page 131 and 132: steunen: in Lichtenvoorde komen we
- Page 133 and 134: Dirk Langendijk, De geboorte, sepia
- Page 135 and 136: estekgoed uit de linnenkast te gebr
- Page 137: a. Zes kommetjes, Chinees porselein
- Page 141 and 142: Jacob Hoppesteyn, Pot (mogelijk als
- Page 143 and 144: toestemming te worden gevraagd voor
- Page 145 and 146: Het schrale water uyt een koperen v
- Page 147 and 148: en met een ‘jagersglas’. De Doe
- Page 149 and 150: dat soo langhe hergaende / tot dat
- Page 151 and 152: Maassluise familie Van der Hout (17
- Page 153 and 154: 1710 een voorraad van maar liefst 4
- Page 155 and 156: zen op een aspect van het tabaksgeb
- Page 157 and 158: 1678 vermoedelijk geen gebruiksgoed
- Page 159 and 160: het ritueel Koffie en thee waren be
- Page 161 and 162: Heeft deze maat verdubbeleerd, En t
- Page 163 and 164: predikant Van der Spijk werd alleen
- Page 165 and 166: verhaalt van een kapitein in Edam d
- Page 167 and 168: dranken en tabak in het voorhuis, w
- Page 169 and 170: ver werd aangeboden: ‘ik nog de n
- Page 171 and 172: maatschappelijke orde, maar gaf haa
- Page 173 and 174: uiteindelijk het doel waar ook dit
- Page 175 and 176: alleen de stedelijke elite) als and
- Page 177 and 178: eeuws pamflet over de levenswijze v
- Page 179 and 180: stoffen en mode Zoals het gedicht v
- Page 181 and 182: op de vrouwen, maar ook op de manne
- Page 183 and 184: De handel op het Midden- en Verre O
- Page 185 and 186: drie gulden moest men in het vervol
- Page 187 and 188: onze Zeekusten, tot aan en in Vries
Vork, ijzer met lood- of t<strong>in</strong>leger<strong>in</strong>g, Nederland,<br />
zeventiende eeuw, lengte 19,3 cm, v<strong>in</strong>dplaats<br />
onbekend. In reliëf zijn het jaartal 1671 en de<br />
<strong>in</strong>itialen jp aangebracht, <strong>in</strong>v. nr. f 6386 /<br />
om 910<br />
Vork, geelkoper, Nederland, zeventiende eeuw,<br />
lengte 14,3 cm, v<strong>in</strong>dplaats onbekend. Dit drietandig<br />
vorkje heeft als uite<strong>in</strong>de een vrouwenfiguurtje,<br />
<strong>in</strong>v. nr. f 6388 / om 922<br />
Vork, t<strong>in</strong>, Nederland, achttiende eeuw, lengte<br />
17,3 cm, v<strong>in</strong>dplaats Amsterdam. De achterzijde<br />
van de steel is gemerkt met een gekroonde<br />
engel en de <strong>in</strong>itialen R.V.S., <strong>in</strong>v. nr. f 6380 /<br />
om 914<br />
Lepel, t<strong>in</strong>, Schiedam, zeventiende eeuw, lengte<br />
17,1 cm, v<strong>in</strong>dplaats onbekend. Schiedams<br />
stadskeur met de gieters<strong>in</strong>itialen pk en het<br />
eigendomsmerk mk, <strong>in</strong>v. nr. f 6147 / om 755<br />
Lepel, verguld zilver, Nederland, 1696, lengte<br />
18,4 cm. Eigenaars<strong>in</strong>itialen gk en meesterteken<br />
af, <strong>in</strong>v. nr. mbz 28<br />
Lepeltje, been, Nederland, achttiende eeuw,<br />
lengte 11,7 cm, v<strong>in</strong>dplaats Amsterdam, <strong>in</strong>v. nr.<br />
f 8566. Het lepeltje is vermoedelijk als mosterdlepeltje<br />
gebruikt.<br />
Alle vorken en lepels bev<strong>in</strong>den zich <strong>in</strong> de collectie van Museum Boijmans Van Beun<strong>in</strong>gen Rotterdam<br />
(foto’s: Studio Tom Haartsen)