PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in

PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in PDF (Dibbits, H.C. (1998) Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in

depot.knaw.nl
from depot.knaw.nl More from this publisher
06.08.2013 Views

122 Zij ontleende haar distinctie aan de speciale attributen die de bereiding van een meer verfijnde maaltijd mogelijk maakten: een lang aanrecht, een zalmpannetje, een visplaat, een ‘etensmachine’, een koolschaaf, een braadpan, drie taartpannen, enkele braadspitten, een suikerschaar en twee aardewerken saladebakken. In deze keuken werd alleen gekookt.

4. Eten en drinken ‘Ten half drie kwam haare kamenier haar vraagen, waar mejuffrouw verkoos het middagmaal te houden. Zij zeijde, zegt aan de knegt dat hij hier de tafel koomt dekken, voor mij en deeze heer, ik verkies hier te dinneeren. De knegt dekte de tafel, seer beleeft en zeedig, en nooijt heb ik fraaijer tafel-goed gezien als ik toen zag, en alles even deftig. Ten 3 uuren wierd het eeten opgebragt, het zelve bestond in eene meenigte geregte, die mij vergeeten zij, ik proefde hier en daar een weinig van, en de juffrouw at ook niet veel. Het op en af brengen der geregten duurde wel tot 4 uuren, eindelijk kwam het dissert, en hier meede wierd de maaltijd afgeslooten, waar over ik verblijd was, de juffrouw was geen sterke eeter, zoo dat het meeste weder afgedragen wierd. Het was voorwaar eene pragtige maaltijd en als ik van te vooren niet gegeeten had, dan zou ik hier heerlijk en deftig hebben kunnen spijzen.’ 1 Aldus Christoffel Baerken over een van de diners die hem door zijn minnares in Deventer werden aangeboden. Bij zijn nichtje in Hengelo ging het er heel anders aan toe. Hier kreeg Baerken meermalen zelfgebakken pannenkoeken voorgezet ‘en het waren seer lekkere koekken, waar ook geen eyeren in vergeeten waaren, ik at hier van zoo veel mij lusten’. 2 Een egodocument als dat van Christoffel Baerken laat mooi zien hoe een individu zich heen en weer bewoog tussen verschillende culturele circuits met elk hun eigen codes op het gebied van eten en drinken. In de zeventiende en achttiende eeuw vonden ingrijpende veranderingen plaats in het bezit van eet- en drinkgerei; het breekbare porselein en het Delfts aardewerk gingen een belangrijker plaats innemen naast tin en ‘gewoon’ aardewerk, innovaties als de vork en de opscheplepel deden hun intrede, de verspreiding van het fijne glaswerk maakte een einde aan de tijd van de grote wijn- en bierkannen, en het koffie- en theegoed, bestemd voor de ‘ontnuchterende’ nieuwe warme dranken uit de Oost, vond zijn weg onder brede lagen van de bevolking. Doorgaans worden deze en andere veranderingen bekeken in het licht van het civilisatieproces zoals dat door Norbert Elias is beschreven. In zijn in 1939 verschenen standaardwerk Über den Prozess der Zivilisation liet Elias aan de hand van etiquetteboeken zien hoe vanaf de late Middeleeuwen als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen geleidelijk aan allerlei ‘dierlijke’ gedragingen als ongepast en uiteindelijk ook als pijnlijk voor anderen werden beschouwd. Het resultaat was een proces dat zich kenmerkte door 1. Baerken, Levens-Beschrijving, 1822, p. 229. 2. Ibidem, p. 193. 123

122<br />

Zij ontleende haar dist<strong>in</strong>ctie aan de speciale attributen die de bereid<strong>in</strong>g van<br />

een meer verfijnde maaltijd mogelijk maakten: een lang aanrecht, een zalmpannetje,<br />

een visplaat, een ‘etensmach<strong>in</strong>e’, een koolschaaf, een braadpan,<br />

drie taartpannen, enkele braadspitten, een suikerschaar en twee aardewerken<br />

saladebakken. In deze keuken werd alleen gekookt.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!